(reg. nos. 57, 232, 288, 335, 336 en 338).
288 1457 Maart 16
Phillips, hertog van Bourgongiën enz., verbiedt zijn baljuwen, schouten, rechters enz. het klooster Coninxvelt te hinderen in het innen van zijn renten, door schuldenaars aan de geestelijke rechtspraak te onttrekken.
Gegeven opden XVIen dach van Mairte int jair ons Heren duysent vierhondert sessende vijftich na den loipe van onsen Hove.
Oorspr. ( Inv. no. 1.1 ). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
57 1310.October 8
Paus Clemens verleent de orde der Premonstratensers exemptie van geestelijke en wereldlijke rechtspraak, speciaal ten opzichte van haar patronaatsrecht.
Datum Avinione octavo Ydus Octobris ponificatus nostri anno quinto.
a. Gevidimeerd in den brief d.d. 1413 April 27 (zie regest no. 232).
b. Gevidimeerd in den brief d.d. 1463 Februari 4 (zie regest no. 305).
c. Gevidimeerd in den brief d.d. 1504 December 4 (zie regest no. 335).
232 1413 April 27
Paus Johannes bevestigt den brief d.d. 1310 October 8 (zie no. 57), en breidt het daarin vermelde privilege uit tot de vrouwelijke leden der orde.
Datum Rome apud sanctum Petrum quinto kalendas Maii anno pontificatus nostri tercio.
a. Gevidimeerd in den brief d.d. 1463 Februari 4 (zie regest no. 305).
b. Gevidimeerd in den brief d.d. 1504 December 4 (zie regest no. 335).
335 1504 December 4
Johannes Huegher, deken van de kerk van St. Georgius te Colonia, bewaarder der rechten en goederen der Premonstratenser orde in Almannia, afgevaardigd door den paus, geeft vidimus van de brieven d.d. 1310 October 8 en 1413 April 27 (zie de nos. 57 en 232), en gelast Hermannus de Lochorst, deken en kanunnik van St. Salvator te Trajectum, voor de uitvoering te zorgen.
Sub anno Domini millesimo quingentesimo quarto die Mercurii quarta mensis Decembris.
Gevidimeerd in den brief d.d. 1509 Mei 24 (zie regest no. 336).
336 1509 Mei 24
Hermannus de Lochorst, deken van St. Salvator te Trajectum, geeft vidimus van de brieven d.d. 1310 October 8, 1413 April 27 en 1504 December 4 (zie de nos. 57, 232 en 335), en gelast schout en burgemeesters van Delft, om Godefridus en Petrus, zoons van Wilhelmus, 16 Mei op gebied van het klooster gevangen genomen, in vrijheid te stellen.
Datum et actum in domo habitacionis nostre.... sub anno a nativitate Domini millesimo quingentesimo nono indictione duodecima die vero vicesima quarta mensis Maii hora vesperorum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris Julii divina providentia pape secundi anno sexto.
Oorspr. ( Inv. no. 1.2 ). Het zegel verloren.
338 1509 Mei 29
De notaris Jacobus Meeman instrumenteert, dat Arnoldus de Goes, advocaat en pensionaris van Delff, heeft verklaard, dat schouten burgemeesters Petrus en Godefridus, zoons van Wilhelmus, die op terrein van het klooster in hechtenis zijn genomen met sehending van het immuniteitsrecht, aan het klooster zullen uitleveren.
Acta sunt hec sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quingentesimo nono indictione duodecima mensis vero Maii die vicesima nona hora vesperorum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Julii divina providentia pape secundi anno sexto).
Oorspr. ( Inv. no. 1.3 ). Met signatuur van den notaris.
351 1538 December 10
De wet van Delf, uitspraak doende in een geschil tusschen den excysenaar van de turf en het klooster Coninxsvelt, stelt het klooster en de verkoopers vrij van accijns op turf, gekocht buiten de jurisdictie van Delf.
Actum Xen Decembris anno XVc ende acht ende dortich.
Oorspr. ( Inv. no. 2 ). Met onleesbare onderteekening.
(reg. no. 351).
19 1277
"G., abt van Premonstratum, en het Generaal Kapittel der orde staan aan Aleydis, gravin van Hanonia, op haar verzoek toe (de) zusters van Campus Regis te doen verhuizen mits de nieuwe woonplaats veilig en der orde waardig is; zij maken haar en haar kinderen deelgenoot in de goede werken der orde en gelasten iederen priester dit jaar drie missen voor hen te doen."
Datum Premonstrati in Capitulo Generali, anno Domini M°CC°LXX septimo.
Oorspr. ( Inv. no. 3 ). Met zeer geschonden zegel in groene was.
(reg. no. 19).
Gedrukt: J. G. Kruisheer ed. , Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl II, nr. 1807, blz. 942-943
186 1377 Juli 26
Johannes, prior der Premonstratensers, en Wilhelmus Sluter, plaatsvervangers van den abt der orde, gelasten het klooster Campus Regis het aantal nonnen tot 20 te verminderen, daar hun bij een bezoek gebleken is, dat het klooster er wegens geringe inkomsten en geleden schade niet meer bergen kan.
Datum in Campo Regis anno millesimo trecentesimo septuagesimo septimo in crastino beati Jacobi apostoli.
Oorspr. ( Inv. no. 4 ). De zegels der oorkonders verloren.
(reg. no. 186).
198 1385 October 10
Johannes, abt der Premonstratensers, en het Generaal Kapittel veroorloven den proost van Campus Regis ver af liggende landerijen van het klooster te ruilen tegen nabij gelegene, wanneer ze gelijkwaardig zijn en het wijzere deel van het klooster zijn toestemming heeft gegeven.
Datum Premonstrati anno Domini millesimo CCCo octuagesimo quinto decima die mensis Octobris sedente nostro Capitulo Generali.
Oorspr. ( Inv. no. 5 ). Met geschonden zegel in groene was.
(reg. no. 198).
200 1387 November 30
Johannes, abt der Premonstratensers, verbiedt de nonnen van het klooster Campus Regis dienstmaagden te houden zonder zijn bijzonder verlof, van welk verbod de priorin en de thesauria of custos worden uitgezonderd.
Datum in Sancto Quintino de Viromendesio anno Domini millesimo CCCmo octogesimo septimo, ultima die mensis Novembris.
Oorspr. ( Inv. no. 6 ). Met geschonden zegel van den Abt in groene was.
(reg. no. 200).
(reg. nos. 291 en 292).
291 1459 April 23
De notaris Johannes Wit Johannesz. instrumenteert, dat Wilhelmus de Dueyenburch, proost van het klooster Campus Regis, aan een deel der zusters heeft meegedeeld, dat hij protesteeren zal tegen het feit, dat aan den abt van Insula door den abt der Premonstratenser orde een zekere excutie tegen hem is opgedragen, en dat genoemde zusters hem haar instemming hebben betuigd.
Acta fuerunt hec in domo estivali domini prepositi iamdicti sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millisimo quadringentesimo quinquagasimo nono indictione septima mensis Aprilis die vicesima tercia hora quinta vel quasi post vesperas pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pii divina providentia pape secundi anno suo primo.
Oorspr. ( Inv. no. 7.1 ). Met signatuur van den notaris.
292 1459 April 28
De notaris Jacobus Koel instrumenteert, dat Elyas Zuermont, deken van de kerk van st. Barbara in Culenboirch, als procurator van Wilhelmus de Doyenboirch, proost van het klooster Campus Regis, aan Johannes de Braedbeeck, abt van Insula Virginis gloriose, door den abt der Premonstratenser orde aangesteld als executor tegen Wilhelmus voornoemd, diens beroep en protest daartegen heeft voorgelezen en overhandigd.
Acta fuerunt hec in camera abbatiali insularis Virginis gloriose sub anno indictione die mense hora loco et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo nono indictione septima die vero Saturni vicesima octava mensis Aprilis hora duodecima hora meridiei vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Pii divina clementia pape secundi anno suo primo.
Oorspr. ( Inv. no. 7.2 ). Met signatuur van den notaris.
(reg. nos. 57, 232, 302, 304 en 305).
De nos. 302 en 305 berusten in het archief der Oud-Bisschoppelijke Klerezy.
302 1462 Mei 10
Johannes de Braedbeeck, abt van Insula beate Marie, draagt meester Arnoldus de Zande, kanunnik in Haga comitis, de berechting op van zaken betreffende schulden van Wilhelmus, proost van Campus Regis, en cureiten der kerken van Schiedam, Screvenzande en Pijnacker.
Datum anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo secunde mensis Maii die decima.
Oorspr. ( Inv. no. 8 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
304 1462 October
De notaris Heinricus Splinter van Alcmaria instrumenteert, dat Wilhelmus de Dodenborch, kanunnik van het klooster Beate Marie Virginis Insula, proost van Campus Regis, zich beroept op het consistorium der Premonstratenser orde te Colonia tegenover provisor en deken van Delffland, aan wiens rechtspraak hij niet onderworpen is evenmin als de door hem aangestelde pastoors.
Acta fuerunt hec in domo inhabitacionis sepedicti domini prepositi Campi Regis sub anno die mense hora loco quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo sextagesimo secunde indictione decima mensis Octobris die Sabbati hora nonarum vel quasi pontifïcatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pii divina providentia pape secundi anno suo quarto.
Oorspr. ( Inv. no. 8.1 ). Met signatuur van den notaris.
305 1463 Februari 4
Engelbertus de Dunen, deken van St. Georgius te Colonia, bewaarder der rechten en goederen der Premonstratenser orde in Almannia, afgevaardigd door den paus, geeft vidimus van de brieven d.d. 1310 October 8 en 1413 April 27 (zie de nos. 57 en 232) en beveelt de geestelijken van de diocesen van Trajectum en Colonia om den provisor en deken van Delfland op een boete van 1000 Rijnsche guldens te vermanen af te laten van den hinder, door hem aangedaan aan Wilhelmus de Dodenbergh, proost van Campus Regis, en de pastoors te Schyedam, Pinaker en Grevensand.
Datum anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo secunde die vero Veneris quarta mensis Februarii.
Oorspr. ( Inv. no. 8.2 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
311 1467 Juli 5
De notaris Jacobus Jacobusz. Mercator, instrumenteert, dat de priorin en een deel der zusters van het klooster Campus Regis bij Delfft bij het Generaal Kapittel der Premonstratenser orde hebben geprotesteerd tegen de weigering van Johannes Brakelman, kanunnik, proost van het klooster, om haar voor zijn vertrek den principalen brief te geven van zeker mandaat.
Acta fuerunt hec ante januam meridionalem ecclesie monasterii praenarrati sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo sexagesimo septimo indictione decima quinta mensis Julii die quinta hora sextarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno tercio.
Oorspr. ( Inv. no. 9 ). Met signatuur van den notaris.
(reg. no. 311).
169 1363 Mei 10
Johannes, abt van Insula beate Marie, bevestigt het klooster Campus Regis in alle nieuwe inkomsten, waartoe de proost toestemming heeft gegeven, en geeft het daarover de vrije beschikking met de bepaling, dat wat die inkomsten meer bedragen dan 120 pond Hollandsch, aan de kerk komt, en niet, zooals vroeger gebeurde, aan het convent.
Datum anno Domini M°CCC° sexagesimo tercio in vigilia ascensionis Domini.
Oorspr. ( Inv. no. 10 ). Met een stuk van het zegel van den abt in groene was.
(reg. no. 169).
216 (c. 1400)
Alheydis priorin, en het convent van Beata Maria te Arnesse maken Ghiselbertus de Andel, proost van Campus Regis, deelgenoot van haar goede werken en verleenen hem absolutie.
Oorspr. ( Inv. no. 11 ). Het zegel verloren.
"Blijkens reg. no. 194 was Ghisebrecht van Andel proost in 1381; waarschijnlijk is ook Gijsbertus, bij v. Heussen, p. 419 op het jaar 1398 vermeld, dezelfde, zoodat het jaar van dezen brief omstreeks 1400 gesteld kan worden."
(reg. no. 216).
21 1286 Juni 5
Florentius, graaf van Hollandia, spoort geestelijke en wereldlijke personen aan de nuntii van het klooster Campus Regis ruime bijdragen te geven voor den bouw van een steenen kerk.
Datum anno Domini M°CC°LXXX° sexto in die beati Bonificii et sociorum eius.
Oorspr. ( Inv. no. 12 ). Het zegel van den graaf verloren.
(reg. no. 21).
Gedrukt: J. G. Kruisheer ed. , Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl Iv, nr. 2264, blz. 542.
(reg. nos. 2, 10, 283 en 286).
283 1455 Augustus 10
Theoderacus, abt van het klooster Insula Virginis gloriose der Premonstratenser orde, vergunt Johannis de Braedbeeck, proost, en het klooster Campus Regis bij Delft, zich de vervulling van de twee eerst vaceerende prebenden voor te behouden en de inkomsten er van te verkoopen om van de opbrengst de slaapzaal, die door brand beschadigd is, te herstellen, op voorwaarde dat, na den dood der koopers, de prebenden weer vervuld zullen worden.
Datum anno Domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo quinto decima die mensis Augusti.
Oorspr. ( Inv. no. 13.2 ). Met het zegel van den abt in roode was.
2 1252 September 22
Paus Innocentius belooft aan allen, die bijdragen tot den bouw der kerk van het klooster Campus Regis, honderd dagen aflaat.
[Datum] Perusii X Kl. Octobris pontificatus nostri anno decimo.
Geïnsereerd in den brief d.d. 1456 Februari 15 (zie no. 286).
10 1262 Juni 11
Heynricus, bisschop van Trajectum, belooft aan allen, die bijdragen tot de voltooiing van den bouw van het klooster Campus Regis, 61 dagen aflaat.
Datum Hurst, anno Domini M°CC° sexagesimo secunde Dominica ante Odulphi confessoris.
Geïnsereerd in den brief d.d. 1456 Februari 15 (zie regest no. 286).
286 1456 Februari 15
[De notaris Arnoldus Nycolausz. instrumenteert, dat de proost] van het klooster Campus Regis alle prelaten, rectoren enz. aanmaant zich vrijgevig te betoonen tegenover den nuntius van het klooster, die hun bijdragen zal komen vragen tot herstel der schade, aangericht door den brand van 1452 en daartoe ook hun gehoor op te wekken, waartoe hij tevens een pauselijke bul van 1252 September 22 en een brief van den bisschop van Utrecht van 1262 Juni 11 bekend maakt (zie de nos. 2 en 10).
Acta fuerunt hec in domo praepositure monasterii Campi Regis antedicti sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra ( ....... sexto ....... bruarii quinta decima hora vesperarum vel quasi pontificatus S .......in Christo patris ..... anno suo primo).
Oorspr. ( Inv. no. 13.2 ). Met signatuur van den notaris.
"Het bovenste gedeelte van het charter is afgescheurd. De naam van den notaris is bekend uit het onderschrift. Uit hetgeen van de dateering is over gebleven blijkt, dat het jaartal p sexto moet eindigen en tevens het eerste jaar van een paus moet zijn. De genoemde notaris leefde in 1461 blijkens regest no. 308; het jaar moet dus vallen tusschen 1452 en 1464 of later; aan al deze voorwaarden voldoet het jaar 1456. Paus Calixtus III werd gekozen in April 1455. De proost was waarschijnlijk Johannes van Braadbeeck, die blijkens reg. no. 287 in Juni 1456 proost was. In 1459 was hij abt van het klooster Mariënweerd."
De ingevoegde oorkonden zijn gedrukt: J. G. Kruisheer ed. , Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl II, nr. 944, blz. 621-622 (met als datum 29 september 1252 en dl III, nr. 1294, blz. 305-306
(reg no 12a suppl.)
Collectie Beeldsnijder.
349 1537 April 18
Jan Goch Korver, proost van Coninxvelt, draagt met goedvinden van priorin en gemeen convent het rentmeesterschap over de kloostergoederen op aan Vranck Boot.
Opten XVIIIsten dach van Aprille, anno XVc. X[XXVII].
Afschrift op papier ( Inv. no. 14 ).
Het stuk is door vocht bijna onleesbaar geworden.
350 1537 April 18
Vranck Boot verklaart het rentmeesterschap over de goederen van het klooster Conincxvelt aan te nemen tegen 116 pond Hollandsch.
Opten XVIIIen dach van Aprille anno XVc XXXVII.
Afschrift op papier ( Inv. no. 14 ).
"Onderaan staat: ""de principale van dezen mijn gerestitueert by 't convent, gecasseert opten XI Januarii anno LVIII, stilo communi. Toirconde mijns hanisgrifts V. Boot""."
(reg. nos. 349 en 350).
Zie Inv. no. 58.
297 1461 Januari 10
Schout en heemraden van Berchambacht oorkonden, dat Pieter van Foreest verkocht heeft aan Ytgen Willem van Dobbens een half viertel land aldaar op het Rot.
Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert een ende tsestich opten tienden dach in Januario.
Oorspr. ( Inv. no. 15 ). Met een rest van het zegel van den schout en de zegels der zeven heemraden in groene was.
267 1447 Juni 4
Ude van Mekeren, proost, priorin, onderpriorin en gemeen convent van Coninxvelt verkoopen aan Fie Derick Florysdr., hun non, een lijfrente van 2 pond jaarlijks uit 4 hont land te Delffgawy, die zij gekocht heeft en die nu eigendom van het klooster zijn.
Opten vierden dach in Junio int jaer ons Heren dusent vier hondert zoeven ende veertich.
Oorspr. ( Inv. no. 16 ). Met geschonden zegel van het gemeen convent in groene was, dat van de proosdij verloren.
(reg. no. 267).
3 1266 Februari
Aleidis, vrouwe van Hanonia, weduwe van Johannes de Avenis, geeft het klooster Koninckvelt voor 30 pond, die zij het schuldig was en voor 10 pond, die zij het klooster had toegewezen, 8 morgen land geheeten Martijnsland 2) tegen eenige kerkplechtigheden voor de zielen van Johannes de Avenis, haar man, van Wilhelmus, Roomsch koning, en Florentius, haar broeders, en van haar zelf.
Actum in Delf anno Domini M°CC°LX° quinto mense Februario.
Oorspr. ( Inv. no. 17 ). Het zegel van Aleidis verloren.
(reg. no. 3).
Gedrukt: J. G. Kruisheer ed. , Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl III, nr. 25-0, blz. 438-439.
18 1276 December 31
Florentius, graaf van Hollandia, gelast den schout van Delff geen schot te vorderen van het land, dat broeder Thomas, conversus van het klooster Campus Regis, aan dat klooster geschonken heeft.
Datum in vigilia Circumcisionis anno Domini M°CC°LXX° sexto.
Oorspr. ( Inv. no. 18 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
(reg. no. 18).
Gedrukt: J. G. Kruisheer ed. , Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl III, nr. 1763, blz. 889.
(reg. nos. 132-134, 136-138).
De nos. 133, 136 en 137 berusten in het archief der Oud-Bisschoppelijke Klerezy.
134 1354 Januari 20
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, in erfhuur heeft gegeven aan Enghel Dierixz. 20 voet land in het Noordende.
Int jaer ons Heren dusend driehonderd drie ende vijftich op sinte Agnieten avond.
Oorspr. ( Inv. no. 19 ). Twee schepenzegels verloren.
133 1354 Januari 20
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, in erfhuur heeft gegeven aan Mathijs den Olislager 2 roeden 10? voet land in het Noordende.
Int jaer ons Heren dusend driehondert drie ende vijftich op sinte Agnieten avonde.
Oorspr. ( Inv. no. 19 ). Twee schepenzegels verloren.
138 1354 Januari 20
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, in erfhuur heeft gegeven aan Hughe Slabbaert 20 voet land in het Noerdeinde.
In het jaer ons Heren dusend driehondert drie ende vijftich op sint Agnieten avond.
Oorspr. ( Inv. no. 19 ). Twee schepenzegels verloren.
"In dorso staat: ""Nu Wiggher Dircsz."""
137 1354 Januari 20
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, in erfhuur heeft gegeven aan Jan Aerndsz. 11½ voet land in het Noerdende.
Int iaer ons Heren dusend driehonderd drie ende vijftich op sinte Agnieten avond.
Oorspr. ( Inv. no. 19.3 ) Met twee schepenzegels in groene was.
136 1354 Januari 20
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, in erfhuur heeft gegeven aan Wouter Gillysz. 3 roeden land in het Nortende.
Int jaer ons Heren dusend driehonderd drie ende vijftich op sinte Agnieten avond.
Oorspr. ( Inv. no. 19.2 ). Met twee schepenzegels in groene was.
132 1354 Januari 20
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, in erfhuur heeft gegeven aan Jan van den Wedde 15/6 voet land in het Noordende.
Int jaer ons Heren dusend driehondert drie ende vijftich op sinte Agnieten avonde.
Oorspr. ( Inv. no. 19.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.
146 1356 Juli 12
Schepenen in Delf oorkonden, dat Symon Arndsz. van Alijd Gherrijd Diers in huur heeft ontvangen een perceel land binnen de vest voor 4 pond Hollandsch jaarlijks.
Int jaer ons Heren dusend driehonderd ses ende vijftich des Dinxdaghes op sente Margrieten avond.
Oorspr. ( Inv. no. 20 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. no. 146).
(reg. nos. 149 en 150).
149 1358 Juni 15
Jan van Woudrichem, proost, priorin, onderpriorin en gemeen convent van Coninxvelt verklaren van het geld, dat zij van heer Jan van Henegouen, heer van Bemont, vrouwe Katerine van Pollanen en zuster Ermegaert Roelof Bettenzns. dochter van Dordrecht ontvangen hebben, een halve molen met erf in het Noordende van Delf gekocht te hebben, waarvan het klooster de andere helft reeds bezat, waarna de proost den halven molen van het klooster in pacht heeft ontvangen tegen 3 pond Hollandsch jaarlijks.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° acht ende vijftich des Vridaghes na sente Oedolfs dach.
"Oorspr. ( Inv. no. 21.1 ). Het zegel van den proost verloren; dat van het convent in groene was, geschonden."
150 1358 Juni 26
Schepenen in Delf oorkonden, dat de proost van Coninxvelt heeft gekocht van Clarisse Aernd Nevekijns een halven molen, staande in het Noordende op land van het klooster.
Int jaer ons Heren dusent driehonderd acht ende vijftich des Dinxdaghes na sinte Jans daghe Baptiste te midsomere.
Oorspr. ( Inv. no. 21.2 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. nos. 151-155).
151 1358 September 19
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, in erfhuur heeft gegeven aan Aernd den Ouden 2½ roede land in het Noerdende op de Westzijde van de Delf.
Int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende vijftich des Woensdaghes na sinte Lambrechts dach.
Oorspr. ( Inv. no. 22.1 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het tweede geschonden.
152 1358 September 19
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, in erfhuur heeft gegeven aan Jan Ymmensz. 2 roeden 4 voet land in het Noerdeinde op de Westzijde van de Delf.
Int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende vijftich des Woensdaghes na sinte Lambrechts dach.
Oorspr. ( Inv. no. 22.2 ). Met twee schepenzegels in groene was.
153 1358 September 19
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, in erfhuur heeft gegeven aan Aernd den Ouden 20 voet land in het Noerdende op de Westzijde van de Delf.
Int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende vijftich des Woensdaghes na sinte Lambrechts dach.
Oorspr. ( Inv. no. 22.3 ). Met twee schepenzegels in groene was.
154 1358 September 19
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, in erfhuur heeft gegeven aan IJsbrand Coppenz. 21½ voet land in het Noerdende op de Westzijde van de Delf.
Int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende vijftich des Woensdaghes na sinte Lambrechts dach.
Oorspr. ( Inv. no. 22.4 ). Met twee schepenzegels in groene was.
155 1358 September 19
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, in erfhuur heeft gegeven aan Wouter Doedenz. 16 voet land in het Noerdende aan de Westzijde van de Delf.
Int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende vijftich des Woensdaghes na sinte Lambrechts dach.
Oorspr. ( Inv. no. 22 ). Twee schepenzegels verloren.
135 1354 Januari 20
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, in erfhuur heeft gegeven aan Jan Coudsmit 1½ roede land in het Noordende.
Int jaer ons Heren dusend driehonderd drie ende vijftich op sinte Agnieten avond.
Oorspr. ( Inv. no. 23 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. no. 135).
160 1360 Augustus 9
Schepenen in Delf oorkonden, dat het klooster Coninxvelt is gepacht van verschenen rente en in panding heeft ontvangen een huis met erf, in het land van den proost gelegen.
Int jaer ons Heren dusent driehondert ende tsestich op sinte Louwerys' avond.
Oorspr. ( Inv. no. 24 ). Twee schepenzegels verloren.
(reg. no. 160).
194 1381 Maart 22
Schepenen en raadsmannen van Delf oorkonden, dat zij aan Ghisebrecht van Andel, proost van Coninxvelt, en het klooster hebben gegevene en molenwerf aan de Westzijde van het Wateringher poorthuis, waarvoor het klooster hun kwijtscheldt een rente van 4 pond Hollandsch jaarlijks.
Int jair ons Heren dusent driehondert ende tachtich tsVridaghes na sinte Ghertruden dach.
Oorspr. ( Inv. no. 25 ). Met het zegel ten zaken in groene was.
(reg. no. 194).
199 1386 Februari 5
Andries Avenz. huurt van den proost en het convent van Coninxvelt een hofstede binnen Delf aan de Lou Foeyenzoons-laan.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ses ende tachtich op sinte Aechten dach.
Oorspr. ( Inv. no. 26 ). Met het zegel van Jacob Aerntsz. in groene was.
"In dorso staat: ""An Jan Feijen-laen of Gasthuyslaen""."
(reg. no. 199).
204 1392 Mei 1
Willaem Jansz. huurt van den proost van Coninxvelt een hofstede in het Noertende van Delf.
Ghegheven int jaer ons Heren MCCC twe ende tnegehentich opten Meyendach.
Oorspr. ( Inv. no. 27 ). Met het zegel van Jacob Aerndsz. in groene was.
(reg. no. 204).
(reg. nos. 213 en 214).
214 1400 Februari 2
Ghijsbrecht van Andel, proost, priorin, onderpriorin en gemeen convent van Conynxvelt verhuren met consent van hun overste, den abt van Mariënwaerde, aan Arnd Dirxz. 14 hont 50 gaarden land binnen den wal, geheeten de Uterdijc van Wiggherslant.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert op onser Vrouwen dach purificacio.
Oorspr. ( Inv. no. 28.2 ). Met de zegels van den proost, het gemeen convent en den abt voornoemd in groene was.
213 1400 Februari 2
Aernd Dirxz. huurt van proost, priorin, onderpriorin en gemeen convent van Coninxvelt 13 hont 50 gaarden land binnen den wal tegen 11 pond Hollandsch jaarlijks, waarvoor hij een molen op de Westvest verbindt.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert op onser Vrouwen dach purificacio.
"Oorspr. ( Inv. no. 28.1 ). Met de zegels van Kerstant van Alcmade en Claeys Aernd Vridachsz. in groene was; dat van Jan Huuchs Rodenz. verloren."
227 1409 October 26
Schepenen van Delf oorkonden, dat Aernt Dirxz. is gepacht voor 30 schellingen Hollandsch jaarlijks den 3en penning meer, en dat hij in panding ontvangen heeft een erf, geheeten tScuttersdoel, in het Noirteynde aan de Westzijde van den ouden Hinderdam.
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende negen tSaterdages na der elffdusent Maechden dage.
Oorspr. ( Inv. no. 29 ). Met twee schepenzegels in groene was.
Dit is waarschijnlijk hetzelfde huis, als waarvan sprake is in de nos. 201 en 220.
(reg. no. 227).
(reg. nos. 233 en 236).
233 1413 November 28
Schepenen in Delf oorkonden, dat Aernt Dirxz. in erfhuur heeft gegeven aan Pieter Harnoutsz. de Molenaar 8 gaarden land aan de Noordvest, waaruit hij een pond Hollandsch jaarlijks behoudt.
Int jair ons Heren MCCCC ende dertien tsDinxdages na sinte Katherine dage.
Oorspr. ( Inv. no. 30.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.
236 1414 Juli 3
Schepenen in Delff oorkonden, dat Aernt Dirxz. heeft verkocht aan het klooster Coninxvelt een windmolen en molenwerf in het Noirteynde op de Noirtvest.
Int jair ons Heren MCCCC ende viertien tsDinxdages na der octave sinte Jans Baptisten.
Oorspr. ( Inv. no. 30.2 ). Met twee schepenzegels in groene was.
246 1430 Januari 24
Schepenen in Delff oorkonden, dat Claes Duyst Dirxz. heeft verkocht aan het klooster Coninxvelt 3 morgen poortland.
Int jair ons Heren MCCCC neghen ende twintich tsDinxdages na sinte Agnieten dage.
Oorspr. ( Inv. no. 31 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan een geschonden.
(reg. no. 246).
260 1444 Januari 16
Schepenen in Delf oorkonden, dat Geryt Jan Voppenz. heeft gehuurd van den proost van Conynxvelt 2 morgen land ten Noorden der stad tusschen den buitenweg en het kloosterland.
Int jair ons Heren MCCCC drie ende viertich tsDonredages na sinte Poncyaens dage.
Oorspr. ( Inv. no. 32 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. no. 260).
(reg. nos. 208, 218 en 271).
208 1398 November 19
Schepenen in Delf oorkonden, dat Aper Jansz. heeft verkocht aan Jan Jacobsz. een huis en erf aan de Zuidzijde van de Dirc Langetgen-steghe.
Int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende tneghentich tsDinxdaghes op sinte Elyzabetten dach.
Oorspr. ( Inv. no. 33.3 ). Met een stuk van een schepenzegel in groene was, een tweede geheel verloren. Met transfix d.d. 1401 Juli 26 (zie regest no. 218).
271 1448 October 8
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan de Leew Dirxsz. heeft verkocht aan het klooster Coninxvelt een huis en erf, vermeld in den brief d.d. 1401 Juli 26, waardoor deze gestoken is (zie no. 218).
Int jair ons Heren MCCCC acht ende viertich tsDinxdages na sinte Baven dage.
Oorspr. ( Inv. no. 33.1 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het eerste geschonden.
218 1401 Juli 26
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan Jacobsz. heeft gekocht van Dirc die Coster een erf achter Jan Jacobsz' huis, vermeld in den brief d.d. 1398 November 19, waardoor deze gestoken is (zie no. 208).
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een tsDinxdages na sinte Jacobs dach apostel.
Oorspr. ( Inv. no. 33.2 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1448 October 8 (zie regest no. 271).
(reg. nos. 284 en 285).
285 1456 Januari 12
Vranck Pieterz. huurt van proost, priorin, onderpriorin en gemeen convent (van Coninxvelt) een uiterdijk land tusschen de Schie en den Rotterdamschen weg, tegen 3 pond 10 schellingen Hollandsch jaarlijks.
Opten XIIen dach in Januario int jair ons Heren MCCCC vijf ende vijftich na den loop sHoifs van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 34.2 ). Met de zegels van Jan Jacob Jacobsz. en Clays Brant Mathijsz. in groene was.
284 1455 Augustus 14
Jan Dirc Zandersz. huurt van het klooster Coninxvelt een uiterdijk met twee vijvers tusschen den Rotterdamschen weg en de Schye.
Opten XIIIIen dach in Augusto int jair ons Heren MCCCC vijf ende vijftich.
Oorspr. ( Inv. no. 34.1 ). Met het zegel van Claes Ofhuys in groene was, dat van Beyner Martijnsz. verloren.
346 1534 November 5
Het Hof van Hollandt handhaaft bij sententie het klooster Coninxvelt in het bezit van een tuintje over den Hoff van Delft.
Gedaen in den Hage den Ven dach in Novembri anno XVc ende XXXIIII.
Afschrift op perkament ( Inv. no. 35 ).
(reg. no. 846).
347 1537 Januari 4
De notaris Govert Symonsz. Walenburch instrumenteert, dat door arbiters uitspraak is gedaan in een geschil tusschen het klooster Conincxvelt en zijn huurder Symon Pietersz. wonende te Dycxhoern van den eenen, en Anthonis Willemsz. in den Elstuyn van den anderen kant, zoo, dat laatstgenoemde aan Symon Pietersz. 12 stuivers huur jaarlijks moet betalen voor het erf, dat deze van het klooster in huur heeft, en het huis, dat hij daarop gezet heeft, moet afbreken, wanneer het klooster dat wenscht.
Int jaer maent, dach etc. als boven (duysent vijfhondert ses ende dertich nae scriven sHoefs van Hollant des thiende indicties opten vierden dach Januarii).
Oorspr. ( Inv. no. 36 ). Met signatuur van den notaris.
In dorso staat de verklaring van den notaris, dat partijen zich bij de uitspraak hebben neergelegd (zie regest no. 348).
348 1537 Januari 4
Govert Symonsz., notaris, instrumenteert, dat Symon Pietersz. en Anthonis Willemsz., partijen, vermeld in het instrument, op welks rugzijde dit geschreven is (zie no. 347), zich hebben neergelegd bij den uitspraak in dat instrument omscheven.
Opten vierden Januarii anno vijftienhondert ses ende dertich. stilo curie Hollandie.
Oorspr. ( Inv. no. 36 ).
(reg. nos. 347 en 348).
36 1301 December 8
Symon, persoon van Delf en provisor van Rijnlant, oorkondt, dat broeder Jan die Witte, pastoor, en heer Michiel, kapelaan te sGraven-Zande, hebben verklaard, dat de begijn Aghete Ludolfsdr. aan heer Jan, proost van Coninxvelt, heeft geschonken 3 morgen land aldaar.
Int jaer ons Heren dertien hondert ende ene, des Vriendaghes na sente Nicolais' daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 37 ). De zegels van Symon, broeder Jan en heer Michiel verloren.
(reg. no. 36).
35 1301 September 24
Schepenen in Delf oorkonden, dat Fie, vrouw van Gherard van Gheenhusen, haar dochter Pieternelle en haar zoon Gherard aan heer Jan, proost van Coninxvelt, een perceel land in Hodenpijl tusschen den Breeden Camp en Heinric Waghenars land geschonken hebben.
Int jaer ons Heren dertien hondert ende ene des Sonnendaghes na sente Mattheus' daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 38 ). Twee schepenzegels verloren.
(reg. no. 35).
(reg. nos. 49 en 56).
56 1310 Juni 26
Schepenen in Delf oorkonden, dat de vrouw van Harman van den Woude aan heer Jan, proost van Coninxvelt, heeft verklaard geen aanspraken te hebben op het land, dat deze van Harman gekocht heeft.
Int jaer ons Heren dertien hondert ende tiene des Vridaghes na zente Jans misse te middenzomere.
Oorspr. ( Inv. no. 39.2 ). Met twee schepenzegels in groene was.
49 1309 Juli 20
Barthelmeus, pastoor van Wateringhe, en schepenen van Delf oorkonden, dat Herman van den Wouden aan den proost van Conincsvelt twee perceelen land heeft gegeven. 1)
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° ende neghen des Sonendaghes voor sente Marien Magdalenen daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 39.1 ). Met een stuk van het zegel van Barthelmeus in witte was en een stuk van een schepenzegel in groene was, een tweede schepenzegel verloren.
(reg. nos. 1, 265 en 316).
1 1251 Juni 24
Wilhelmus, Roomsch koning, staat aan Ricardis jonkvrouw van Holland, zijn moei, toe, dat het klooster, dat zij in den Hof van Delf stichten zal, 300 morgen land aldaar zal mogen bezitten vrij van hofdienst en andere verplichtingen.
Datum apud Erenbrechstein anno Domini M°CC°L° primo VIII Kl. Julii, indictione IX.
Oorspr. ( Inv. no. 40.1 ). Met geschonden zegel van den oorkonder in witte was.
Gedrukt: v. d. Bergh Oorkb. I no. 544.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl II, nr. 892, blz. 565-566
265 1445 November 30
Phillips, hertoge van Bourgoengien enz., gelast den procureur-generaal van Hollant aan allen, die het behoort, te bevelen het klooster Coninxvelt bij Delff ongestoord te laten in het bezit van al het land, dat het heeft in den Hoff van Delff, krachtens privilege daaraan geschonken door koning Willem, graaf van Hollant, volgens hetwelk het klooster daar 300 morgen land mag bezitten.
[Geda]en in den Hage in Hollant opten lesten dach in Novembri int jair ons Heren dusent vierhondert vive ende veertich.
Oorspr. ( Inv. no. 40 ). Het zegel van Phillips verloren.
Het charter is beschadigd.
316 1475 Mei 12
Cornelys van den Dorp, heer tot Benthusen, Geryt van Zulen ende van Nyevelt, Pouwels Pouwelsz. en Pieter Gerytsz., schout van Wateringe, doen als arbiters uitspraak tusschen den proost van Coninxvelt en den Hof van Delff, zoodanig, dat de Hof voor het land, dat het klooster aldaar boven de 300 morgen bezit, vergoeding zal ontvangen.
Gedaen den XIIen dach in Meye int jair ons Heeren veertienhondert vijf ende tseventich.
Oorspr. ( Inv. no. 40.2 ). Met de zegels der arbiters, waarvan de eerste twee in roode, de laatste in groene was, het laatste zegel geschonden.
272 1448 December 4
Ude van Mekeren, proost, priorin en gemeen convent van Coninxvelt verklaren 3 morgen 4 hont land in den Hoff van Delff gekocht te hebben voor het geld, door Willem van Winsen en Gheertruyt zijn vrouw aan het klooster vermaakt, waarvan zij volgens den wensch der erflaters beloven de jaarlijksche opbrengst aan Berte en Gheertruyt van Amersoden, nonnen aldaar, te zullen betalen, welke opbrengst na haar beider dood aan het klooster zal komen.
Opten vierden dach in Decembri int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende viertich.
Oorspr. ( Inv. no. 41 ). Met het conventszegel in groene was, dat van de proosdij verloren.
(reg. no. 272).
Zie Inv. no. 148.
39 1302 Augustus 26
Schepenen in Delf oorkonden, dat de kinderen van Jan Croec, voor het gerecht in Ketelambacht, aan heer Jan, proost van Coninxvelt, hebben opgedragen 3½ morgen land aldaar.
Int jaer ons Heren derthienhondert ende twee des Zonnendaghes na sente Bertelmees' daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 42 ). Met stukken van een schepenzegel en een tweede geschonden, beide in groene was.
(reg. no. 39).
(reg. nos. 52 en 55).
52 1310 April 20
Aleyt Jacobs Symonszoons zuster, weduwe van Willaem Goetechghe, geeft aan het klooster Conincsvelt 3½ morgen land in het Meenweer in Ketelambacht.
Ghegheven ende ghemaket int jaer ons Heren dertienhondert ende tine des Manendaghes na Paachdaghe.
Oorspr. ( Inv. no. 43<br>). De zegels van Symon, persoon van Delf, Willaem van Goedenhove en Jacob Butseel, schepenen aldaar, zegel verloren.
55 1310 Juni 21
Schepenen in Ketelambacht oorkonden, dat Aleyt Willaem Goetechees wed. aan den proost van Conincsvelt heeft gegeven 3½ morgen land in het Meneweer.
Int jaer ons Heren dertienhondert ende tine des Sonendaghes voer sente Jans misse te middezomer.
Oorspr. ( Inv. no. 43.1 ). Met drie schepenzegels in groene was.
88 1323 Februari 16
Schepenen in Delf oorkonden, dat vrouw Alijt Goedines aan het klooster Coninxvelt heeft gegeven 9 morgen land en een huis in Ketelambacht, 5 koeien, een hokkeling en al haar roerend en onroerend goed.
In ons Heren jare M°CCC° twee ende twintich des Wonsdaghes na zente Valentijns daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 44 ). Met een schepenzegel in roode was, het tweede verloren.
(reg. no. 88).
339 1510 April 26
Pieternelle Gijsbrecht Cornelis' zoons wed. en Gijsbrecht Cornelis' zoons kinderen verkoopen aan het klooster Coninxvelt 8 morgen land in Ketel en 3½ morgen in Spangen.
Opten XXVIen dach van April int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende thien.
Oorspr. ( Inv. no. 45 ). Met de zegels van Frans Duyst Jacopsz. en Pieter Dirck Woutersz. in groene was.
(reg. no. 339).
165 1361 Januari 23
Jan, proost, priorin en het gemeen convent van Coninxvelt oorkonden, dat vrouw Enghelbere van Beke, non, heeft gekocht 4 morgen 2 hont land in Maeslander ambacht, waarvan zij de rente haar leven lang gebruiken mag, welk land met de rente na haar dood aan het klooster komen zal.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert een ende tsestich des Saterdaghes na sente Agnieten daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 46 ). Met de zegels van den proost en van het convent in groene was, waarvan het tweede geschonden.
(reg no. 165).
294 1459 October 10
Schepenen in Maeslant oorkonden, dat Willem Voppenz. heeft gehuurd van den proost van Coninxvelt 4 morgen land aldaar, gedurende 10 jaar.
Int jaer ons Heren M°CCCC° neghen ende vijfftich op sinte Victoers dach.
Oorspr. ( Inv. no. 47 ). Met het gemeen sohepenzegel in groene was.
(reg. no. 294).
(reg. nos. 279 en 333).
279 1452 ...ber 16
Claes Zybrantsz. verkoopt aan Dirc van Duvenvoirde 2½morgen land in Maeslant.
Gescreven sestyen dage .... bri int jair ons Heren dusent vierhondert twee ende vijftich.
Oorspr. ( Inv. no. 48.2 ). Met het zegel van Willem Pietersz. in groene was, dat van Willem Reyster verloren. Met transfix d.d. 1503 Januari 23 (zie regest no. 333).
Door beschadiging van het charter is van den naam der maand niets meer bekend dan de drie laatste letters.
333 1503 Januari 23
Otte van Egmont, ridder., heer van Kenenburch, [verkoopt aan het] huis van Coeninxvelt, 2½ morgen land, vermeld in den brief d.d. 1452 ........, waardoor deze gestoken is (zie no. 279).
Opten XXIIIen dach in Januario int jair ons Heeren dusent vijfhondert ende twee [na den loop sHoifs van Hollant].
Oorspr. ( Inv. no. 48.1 ). Met het zegel van Costijn Jansz. in groene was, dat van Heynrick ....1) verloren.
Het stuk is zeer beschadigd.
Voorheen Verspreide Charters inv. nr. 996 / Handschriften Derde Afdeling (3.22.01.01) inv. nr. 247, 32.
370 1570 October 2
Pater, mater en conventualen van het klooster St. Ursula te Delft ruilen met dat van Conincxvelt een perceel land, groot 3 morgen, buiten de Koepoort, dat zij tot nu toe van dat klooster in huur hadden, tegen 3 morgen in Maeslant aan de Schie.
Gedaen den tweeden Octobris anno XVc tseventich.
Oorspr. ( Inv. no. 49 ). Het conventszegel verloren.
(reg. no. 370).
Zie Inv. no. 58.
43 1307 Mei 16
Broeder Colijn, pastoor van Monster, en broeder Boudwin, pastoor van den Zande, oorkonden, dat de begijn Aghete, dochter van Ghisebregt Floorentsz. en van Kateline, aan heer Jan, proost van Coninxvelt, 3 morgen.land op de Oostzijde van de Hoeke-wateringh heeft gegeven.
Int jaer ons Heren dertyen hondert ende zeven, des Dynsdaghes na Pynsteren.
Oorspr. ( Inv. no. 50 ) De zegels der beide oorkonders verloren.
(reg. no. 43).
332 1502 Augustus 8
Frans Ghijsbrechtsz. verkoopt aan het klooster Conincxvelt 10 morgen land in Monster.
Opten achten dach in Augusti int jair ons Heren duysent vijffhondert ende twie.
Oorspr. ( Inv. no. 51 ). Met de zegels van Dirck Hughez. de Groot, burgemeester van Delff, en Balthazar Jacopsz., schepen aldaar, in groene was.
(reg. no. 332).
321 1486 Augustus 6
Wouter van Mattenesse vermaakt aan het klooster Conincxvelt een perceel land aldaar.
Gedaen in den jair ons Heren dusent vierhondert ses ende tachtich op sinte Sixtus' dach den sesten dach in Augusto.
Oorspr. ( Inv. no. 52 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
(reg. no. 321).
(reg. no. 11 en 12 suppl).
86 1322 Mei 13
Arnoud, proost van Coninxvelt, verhuurt aan Stephaen en Willem Willems zoons 4 akkers land in Nootdorp tegen 30 schellingen Hollandsch jaarlijks.
Ghegheven op sinte Sarvaes' dach, int jaer ons Heren M°CCC° twee ende twintich.
Oorspr. ( Inv. no. 53 ). Met het zegel van Jan Willemsz., schout van Notorp, in groene was.
(reg. no. 86).
113 1343 November 9
Willaem van Duvenvoirde, heer van Oisterhout, geeft voor de ziel van Willaem, graaf van Heynnegouwen, Holland en Zeeland en heer van Vriesland, voor die van hem zelf en van zijn ouders een hoeve veen aan proost en convent van Coninxvelt, gelegen tusschen de Catwiker Reesloet en de Noetdorperweg op voorwaarde, dat de hoeve niet uitgedolven zal worden.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° drie ende viertich des Sondaechs voer sente Martens dach in den wintere.
Oorspr. ( Inv. no. 54 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
(reg. no. 113).
65 1312 Augustus 23
Hildegont, dochter van jonkvrouw Lisabeth ute Voren, verklaart, dat zij voor haar dochter Margriet een prebende in het klooster Coninxvelt heeft verkregen, waarbij ze haar 7½ gemet land in Oestvoren heeft meegegeven als vaderlijk erfdeel.
Int jaer ons Heren dusent driehondert ende twaelve, op zente Bertelmees' avonde des apostels.
Gevidimeerd in den brief d.d. 1313 December 8 (zie regest no. 70).
70 1313 December 8
Schepenen in Delf geven vidimus van den brief d.d. 1312 Augustus 23 (zie no. 65).
In ons Heren jare als men scrivet MCCC ende dertiene in onzer Vrouwen daghe verholen.
Oorspr. ( Inv. no. 55 ). Van drie schepenzegels is het tweede, in roode was, nog over.
(reg. nos. 65 en 70).
296 1460 November 3
Jacop Geryt Breenz. verkoopt aan Aem Heynricx 1 morgen 13/2 hont land in Pijnaker.
Int jair ons Heeren dusent vierhondert ende tsestich opten derden dach in Novembri.
Oorspr. ( Inv. no. 56 ). Met de zegels van Zybrant Storm Woutersz., schout van Pijnaker, en Geryt Dammaesz. in groene was, waarvan het tweede geschonden.
(reg. no. 296).
(reg. nos. 274-276, 278, 282, 289, 290, 293, 298, 299, 306, 307 en 315).
275 1452 Maart 20
Ghijsbrecht Jan Mertijnsz. verhuurt aan Coppijn Gheryt Bienz. twee perceelen land gedurende 10 jaar.
Int jaer ons Heren M. vierhondert twee ende vijftich opten XXen dach in Maert.
Oorspr. ( Inv. no. 57 ). Het zegel van Heinryc Engelsz. verloren.
274 1452 Maart 20
De schout van Pinaker oorkondt, dat Jacob Gheryt Breenz. verkocht heeft aan Ghijsbrecht Jan Mertensz. twee perceelen land, groot 11 hont en 2 morgen, in genoemd ambacht.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende vijftich opten XXen dach in Maert.
Oorspr. ( Inv. no. 57.1 ). Met het zegel in groene was van heer Willem, pastoor der kerk van Pinaker.
289 1458 Maart 17
Pieter Hoock Pietersz. en Louwerys Pietersz. verkoopen aan Ghijsbrecht Jan Maertijnsz. 6 morgen 5 hont land in Pijnaker.
Opten XVIIen dach in Maerte int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende vijftich na beloop des Hooffs van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 57.2 ). Met de zegels van Diert Claesz en Geryt Dammaesz. in groene was.
276 1452 April 20
Coppijn Gheryt Breedenz. belooft Ghijsbrecht Jan Mertensz. op het land, dat hij van dezen gehuurd heeft, gedurende een jaar niet te zullen ploegen of zaaien.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende vijftich opten XXen dach in Aprille.
Oorspr. ( Inv. no. 57.3 ). Met het zegel van Heinryc Engelsz. in groene was.
278 1452 December 10
Meester Jan van Brabant en de voogden van Pieter Jan Ockersz' kinderen verhuren aan Jacob Geryt Bredenz. een perceel land in Pijnaker groot 16 morgen 1 hont en nog 13½ hont.
Int jair, ons Heren dusent vierhondert twie ende vijftich, opten tienden dach in Decembri.
Oorspr. ( Inv. no. 57.4 ). Met de zegels van Heynrick Bugge Dirxz. en Reyner Martijnsz. in groene was, waarvan het tweede geschonden.
"In dorso staat: ""brieven vant lant, dat heer Jacob anbestarf van Grijsbrecht Martijnsz. ende dat hij ons gemacckt heeft""."
282 1455 Mei 5
De schout van Pinaker oorkondt, dat Jacop Gheryt Breenz. verkocht heeft aan Ghijsbrecht Jan Mertensz. 3 morgenland aldaar.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert vijf ende vijftich opten vijften dach in Mey.
Oorspr. ( Inv. no. 57.5 ). Met het zegel van don schout in groene was.
293 1459 Mei 29
Jacop Geryt Breenz. verkoopt aan Ghijsbrecht Jan Maertijnsz. 14½ hont land in Pijnaker.
Opten XXIXen dach in Meye int jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende vijftich.
Oorspr. ( Inv. no. 57.6 ). Met de zegels van Diert Claesz. en Geryt Dammaesz. in groene was.
298 1461 Januari 19
Aem Heynrixz. verkoopt aan Ghijsbrecht Jan Martijnsz. 8 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1458 November 14, waardoor deze gestoken is (zie no. 290).
Int jair ons Heeren dusent vierhondert ende tsestich na beloep des Hooffs van Hollant opten XIXen dach in Januario.
Oorspr. ( Inv. no. 57.7 ). Met de zegels van Zybrant Storm Woutersz, schout in Pijnaker, en Geryt Dammaesz. in groene was.
290 1458 November 14
Meester Jan van Brabant verkoopt aan Aem Heynrixz. 8 morgen land in Pijnnaker.
Opten XIIIIen dach in Novembri int jair ons Heren MCCCC acht ende vijftich.
Oorspr. ( Inv. no. 57.8 ). Met het zegel van Claes Ofhuys in groene was. Met transfix d.d. 1461 Januari 19 (zie regest no. 298).
299 1461 April 6
Jacop Geryt Breenz. verkoopt aan Ghijsbrecht Jan Maertijnsz. een huis met alles wat er bij behoort in Pijnaker.
Opten VIen dach in Aprille int jair ons Heren dusent vier hondert een ende tsestich.
Oorspr. ( Inv. no. 57.9 ). Met de zegels van Zybrant Storm Woutersz., schout van Pynaker, en Geryt Dammaesz. in groene was.
306 1463 Februari 16
Jacop Geryt Breenz. verkoopt aan Gijsbrecht Jan Martijnsz. en Jan die Hout Aerntsz. de helf van 10 morgen land in Pijnaker.
Opten XVIen dach in Februario int jair ons Heeren dusent vierhondert twee ende tsestich na beloop des Hooffs van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 57.10 ). Met de zegels van Cornelys van den Dorp en Diert Claesz. in groene was, waarvan het eerste zeer, het tweede een weinig is geschonden.
307 1463 Februari 17
Jacop Geryt Breenz. huurt van Gijsbrecht Jan Martijnsz. en Jan die Hout Aerntsz. de helft van 10 morgen land in Pijnaker voor 10 jaar.
Opten XVIIen dach in Februario int jair ons Heeren dusent vierhondert twee ende tsestich na beloop des Hoofs van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 57.11 ). Met de zegels van Cornelis van den Dorp en Diert Claesz. in groene was.
315 1473 Juli 23
Jan die Hout Aerntsz. verkoopt aan Ghijsbrecht Jan Martijnsz. de helft van 2½ morgen land in Pijnaker, waarvan deze de andere helft reeds bezit.
Opten XXIIIen dach in Julio int jair ons Heeren MCCCC drie ende tseventich.
Oorspr. ( Inv. no. 57.12 ). Met de zegels van Pieter Aernt Rutgairtsz. en Symon Dirck Hubrechtsz. in groene was.
320 1486 Maart 11
Jan en Cornelys Jans zoons verkoopen aan Pouwels, Dirc, Cornelys, Jan en Hase Aernts kinderen 2½ morgen land, waarvan er een in Pijnaker, een in sint Martijns recht en een halve in het Abts recht ligt.
Opten XIen dach in Mairte int jair ons Heren MCCCC vijf ende tachtich na loop tHoofs van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 58 ). Met de zegels van Vranc Vranckenz. en Louwerys Henrycxz. in groene was.
"In dorso staat: ""Item desen brief is van enen morghon lants leggende in Pinaker in Florys Feys' zaet ende wy gecoeft hebben tgegen Diryck Aerntsz. int jair van XV hondert."""
(reg. no. 320).
Zie ook Inv. nos. 106 en 148.
33 1300 Juli 17
Gherard die Brune, kapelaan St. Pieters al???aar te op Naeldwijc, verkoopt aan proost en convent van Conincsvelt 3½ morgen land in Rijswiker ambacht.
In den jaer ons Heren M°CCC° des Sonendaghes na sente Margrieten dach.
Oorspr. ( Inv. no. 59 ). Met een stuk van het zegel van den oorkonder in witte was.
(reg. no. 33).
42 1306 April 5
"Schepenen in Delf oorkonden, dat Jacob Vincent ""heeft beloofd den proost van Conincsvelt 17½ hont land te geven op Ockenberg."
Int jaer ons Heren dertien hondert ende vive des Maendaghes na Judica.
Oorspr. ( Inv. no. 60 ). Twee schepenzegels verloren.
(reg. no. 42).
(reg. nos. 53 en 54).
53 1310 Juni 19
Schepenen in Delf oorkonden, dat Gherard Dier het klooster Coninxvelt heeft beloofd het 1 morgen land in Rijswiker ban in Coxijnsland, die aan Philips Claiszoons stiefkinderen toebehoorde, te geven en het 3 morgen aldaar, die van Phillips Claisz. waren, te zullen vrijwaren.
Int jaer ons Heren dertienhondert ende tiene des Vridaghes vore zente Jans misse te middenzomere.
Oorspr. ( Inv. no. 61.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.
54 1310 Juni 19
Schout en buren van Rijswijc oorkonden, dat Wivin Dirric Kocsijnsdr., vrouw van Werenbout Gherart Eghelsz., Gheyle Kocsijnsdr., vrouw van Filips Claisz, en haar vier kinderen aan het klooster Conincsvelt hebben gegeven resp. 5, 3 en 1 morgen land in Kocsijns land te Rijswijc.
Ghegheven int jaer ons Heren dertijnhondert ende tine des Vridaghes voor sente Jans daghe te midzomer.
Oorspr. ( Inv. no. 61.2 ). Met geschonden zegel van den schout in groene was.
(reg. nos. 66, 67 en 79).
66 1312 November 12
Schout en buren van Rijswijc oorkonden, dat heer Jan, proost van Conincsvelt, heeft gekocht van Arnout van Rijswijc een jaarlijksche rente van 2 pond uit 2 morgen land tusschen de Vriezen Swette en de Cleisloet en uit 5 morgen, waaruit heer Jan al 3 pond heeft. Voorts heeft Arnout voornoemd den proost 2 morgen land opgedragen, die deze hem daarop in leen heeft gegeven.
Int jaer ons Heren dertienhondert ende twaelve in zente Lebuyns daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 62.1 ). Met de zegels van den schout en van Arnt van Rijswike in groene was.
67 1312 November 12
Schout en buren van Rijswijc oorkonden, dat Arnoet van Rijswijc den proost van Conincsvelt 3 pond jaarlijks uit 5 morgen en 2 uit diezelfde 5 en uit nog 2 morgen land heeft gegeven, en dat hij hem bovendien 2 morgen heeft opgedragen, die hij daarop van hem in leen heeft ontvangen.
Int jaer ons Heren dertienhondert ende twaelve in sente Lebuyns daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 62.2 ). Met geschonden zegel van den schout in groene was.
79 1315 Maart 1
Schepenen en raadsmannen van Delf oorkonden, dat heer Jan, proost van Coninxvelt, en Arnoud van Rijswike zijn overeengekomen, dat laatstgenoemde het klooster 7 morgen land zal geven in Rijswike, waarvoor hem de jaarlijksche rente van 5 pond uit dat land wordt kwijtgescholden.
Int jaer ons Heren dertienhondert ende viertiene des Vridaghes na zente Mathijs' daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 62.3 ). Met het zegel van de stad in groene was, zeer geschonden.
112 1343 Maart 5
Hughe, abt van Egmond, en gemeen convent aldaar ruilen met dat van Coninxvelt 4½ morgen land op Ockenberg' bij de Delf tegen 4 morgen strekkende Noordwaarts tot de Curte Swet.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert drie ende viertich des Woensdaghes na grote Vastelavont.
Oorspr. ( Inv. no. 63 ). De zegels van den abt en van het convent verloren.
(reg. no. 112).
(reg. nos. 118-120 en 124).
120 (1347 October 12)
Wilhelmus de Werdensteyn transporteert 4 morgen land in Rijswijc aan Johannes de Woudrichem, proost van Campus Regis, volgens voorwaarden, vermeld in den brief, die hiervan is (zie de nos. 118 en 119).
Minuut ( Inv. no. 64 ).
118 1347 October 11
De schout van Rijswijc oorkondt, dat Willaem van Waerdensteyn heeft verkocht aan het klooster Coninxvelt ? van 12 morgen land en 1½ hont.
Ghegheven int jaer ons,Heren dusent driehondert seven ende viertich, des Donredaghes na sente Victors dach.
Oorspr. ( Inv. no. 64.1 ). Met een rest van het zegel van den schout in groene was.
119 1347 October 12
Willaem van Waerdensteyn verkoopt aan het klooster Koningsvelt ? van 12 morgen land en 1½ hont.
Int jaer ons Heren dusent driehondert zeven ende viertich des Vridaghes na sente Victoers dach.
Oorspr. ( Inv. no. 64.2 ). Met een stuk van het zegel van den oorkonder in groene was.
124 1348 September 18
Proost en convent van Koninxvelt oorkonden, dat zij een halven morgen land van de vier, die zij gekocht hebben van Willem van Waerdensteyn en gelegen zijn in Rijswic, hebben aangewezen om met de opbrengst daaruit de pitancie te bekostigen.
Int jaer ons Heren dusent driehondert achte ende viertich des anders daghes na sente Lambrechts daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 64 ). Met het zegel van den proost in groene was.
(reg. nos. 121, 144 en 145).
121 1347 November 11
Goeswien van der Lede, pastoor, en gemeen gezworenen van Pienacker doen uitspraak in een geschil tusschen het klooster Coninxvelt en Jan Boghe, schout te Pienacker, zóó dat Jan voornoemd het klooster een erf zal geven ter waarde van 150 pond Hollandsch, waarmee het klooster hem vervolgens zal beleenen.
Int jaer ons Heren dertienhondert zeven ende viertich op sente Martijns dach in den winter.
Oorspr. ( Inv. no. 65.2 ). Met stukken van de zegels der oorkondors in groene was.
In dorso staat, dat Jan Bogghe aan deze uitspraak heeft voldaan door het klooster 9½ morgen land op Oekenberch te geven.
144 1356 Maart 9
De schout van Rijswijc eigent het klooster Conynxvelt aan 6 morgen land aldaar op Ockenberch.
Op den Askelen Woensdag int jaer ons Heren dusent driehondert ses ende vijftich.
Oorspr. ( Inv. no. 65 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
In dorso staat, dat Jan Bogghe dit land van het klooster in leen houdt.
145 1356 Maart 9
De schout van Risewike oorkondt, dat Jan Bugghe heeft gegeven aan het klooster Coninxvelt 3½ morgen land aldaar op Ockenberch.
Int jaer ons Heren dusent driehondert ses ende vijftich op den Askelen Woensdach.
Oorspr. ( Inv. no. 65 ). Met het zegel van den schout in groene was. In dorso staat, dat Jan Bogghe dit land van het klooster in leen houdt.
177 1368 November 14
Jan, proost, priorin en gemeen convent van Coninxvelt veroorloven zuster Kerstine van Almkerc ? van de rente uit 2 morgen land te Rijswijc tusschen den Vlietwech en de Delf gedurende haar leven te gebruiken, welke rente daarna aan het klooster komen zal.
Ghegheven in den jaer ons Heren MCCC acht ende sestich des Dinxdaghes na sente Mertijns dach in den winter.
Oorspr. ( Inv. no. 66 ). Met geschonden zegel van den proost, en een stuk van dat van het convent in groene was.
(reg. no. 177).
(reg. nos. 255 en 256).
256 1441 Mei 14
Jacob Woutersz. verkoopt aan het klooster Coninxvelt 1½ morgen land, vermeld in den brief d.d. 1441 Mei 13, waardoor deze gestoken is (zie no. 255).
Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende viertich den vierthienden dach in Mayo.
Oorspr. ( Inv. no. 67.1 ). Met de zegels in groene was van Aernt Gerytsz. en Joseph Dircsz. waarvan het tweede geschonden.
255 1441 Mei 13
Jonkvrouw Jan van Leyenberghe, vrouw van Dirck van Zwieten, geeft aan meester Jacob Woutersz. 1½ morgen land in Rijswijck, die deze in leen had, in eigendom.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende viertich op sinte Servaes' dach.
Oorspr. ( Inv. no. 67.2 ). Met het zegel van Dirck van Zwieten in groene was. Met transfix d.d. 1441 Mei 14 (zie regest no. 256).
257 1441 Juli 1
Gheryt die Buser huurt van den proost van Coninxvelt 3 morgen 1 hont lant in Rijswijck op Ockenbergh.
Int jair ons Heren MCCCC een ende viertich op onser Vrouwen avont visitatio.
Oorspr. ( Inv. no. 68 ). Met geschonden zegel van Harper uutten Broeck, schout van Kijswijck, in groene was.
(reg. no. 257).
331 1502 April 28
Dirc Jan Bertelmeesz., priester, verkoopt aan het klooster Coeninxvelt 3 morgen land in Rijswijck.
Opten XXVIIIen dach in Aprill int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende twee.
Oorspr. ( Inv. no. 69 ). Met het geschonden zegel van Costijn Jansz. in groene was, dat van Heynryc Jansz. verloren.
(reg. no. 331).
Zie ook Inv. no. 148.
(reg. nos. 115 en 117).
115 1344 September 25
Daniel uten Hoeke, Gheryd Claesz., Claes Ermegaerdenz. en Claes Vrankenz. oorkonden, dat Wiggher Jansz aan proost en convent van Coninxvelt heeft verkocht 7½ hont land in het ambacht van de Schye.
Int jaer ons Heren duzent driehondert viere ende viertich des Zaterdaghes na zente Mattijs' daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 70.1 ). De zegels der vier oorkonders verloren.
117 1345 Maart 17
Jan, proost, en convent van Coninxvelt oorkonden, dat Aechte van Leiden, priorin, de 7½ hont land in het ambacht van de Schye, die zij van Wiggher Jansz. gekocht hadden, betaald heeft, en dat zij de rente van dat land gedurende haar leven ontvangen zal.
Int jaer ons Heren duzent driehondert ende viere ende viertieh des Wondaghes op sente Gertruden daghe.1)
"Oorspr. ( Inv. no. 70.2 ). Het zegel van den proost verloren; van dat van het convent is nog een stuk over in groene was."
211 1399 September 2
Schepenen in Scyedamme oorkonden, dat Diric Elman Ghijsbrechtsz. van het klooster Coninxvelt heeft gehuurd een huis met erf aan de Boemgaertstraet.
Int jaer ons Heren MCCC neghen ende tneghentich des Vrydaghes na sinte Jans dach decollacio.
Oorspr. ( Inv. no. 71 ). Met drie schepenzegels in groene was.
(reg. no. 211).
173 1365 Augustus 17
Boudijn van Naeldwic verkoopt aan het klooster Coninxvelt een morgen land in Scipliede in Bannekaertshoeve.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° vive ende tsestich des Zonnendaghes na onser Vrouwen daghe assumtio.
Oorspr. ( Inv. no. 72 ). Met het zegel van den oorkonder in groene was.
(reg. no. 173).
Zie ook Inv. no. 106.
(reg. nos. 34 en 48).
48 1309 Mei 9
Bartholomeus en Jacob Dirric Witreeszoons en vrouw Aleyde doen afstand van de helft van 5 morgen land in Jans camp van der Wateringhe in Vlaerdinghe, ten behoeve van het klooster Conincsvelt, uit hoofde van Katerine, hun zuster, non in genoemd klooster.
Ghegheven int jaer ons Heren dertienhondert ende neghen des anders daghes na ons Heren upvaerts daghe.
"Oorspr. ( Inv. no. 73.1 ). Met geschonden zegel in groene was van Willam, pastoor van het Duitsehe huis van Maeslant; die van Vredric, pastoor aldaar, Andrijs, persoon van Vlaerdinghen, en schepenen van Maselant verloren."
34 1301 Augustus 7
Schepenen in Vlardinge oorkonden, dat Bartout Coppijnsz., schepen van Vlardinge, en Henric Witteree afstand hebben gedaan ten behoeve van het klooster Coninxvelt van hun aanspraken op de helft van Jans Campe.
Ghegeven int jaer ons Heren dertien hondert ende ene des Maendaghes vor sente Loureys' daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 73 ). Vijf schepenzegels verloren.
(reg. nos. 95-97).
95 1329 Januari 7
Deken en kapittel van den Dom te Trajectum oorkonden, dat zij ten behoeve van de fabriek hebben doen verkoopen aan proost en convent van Campus Regis 7 morgen 4 hont land in Vleerdinghen op Rosendael.
Datum anno Domini M°CCC° vicesimo nono in crastino Epiphanie Eiusdem.
Oorspr. ( Inv. no. 74 ). Het zegel van de fabriek verloren.
96 1329 Januari 22
Clays, proost van Coninxvelt, verklaart, dat vrouw Gheertruyt, vrouwe van de Binchorst, heeft betaalt ? van 7 morgen 4 hont land en een huis te Vlaerdinghe, geheeten Rosendael, dat het klooster gekocht had van den Dom te Utrecht, op voorwaarde, dat de non Goede van Linscoten de rente van dat land gedurende haar leven ontvangen zal.
Ghegheven tote Coninxvelde des Sonnendaghes nae sente Agneten daghe int jaer ons Heren MCCC neghen ende twintich.
Oorspr. ( Inv. no. 74.1 ). Met de geschonden zegels van proost en convent van Coninxvelt en van heer Heinric, abt van sente-Marienwaerde, vaderabt van het klooster, in groene was.
97 1329 Januari 23
Hubertus de Bosinchem, kanunnik van den Dom te Trajectum, procurator der fabriek daarvan, verklaart ontvangen te hebben van den proost van Campus Regis 2 pond wegens het door dezen gekochte land in Vlerdinghen.
Datum anno Domini M°CCC° vicesimo nono feria secunda post Agnatis.
Oorspr. ( Inv. no. 74.2 ). Met het zegel van den oorkonder in groene was.
253 1438 April 6
Schepenen van Vlairdinger ambacht, oorkonden, dat Bertelmees Jacobsz. heeft verkocht aan Ude van Mekeren, proost van Coninxvelt, 4 perceelen land aldaar, groot resp. ¾ morgen, 2 hont, ½ en 1¾ morgen.
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende acht en dortich geschreven opten sesten dach in Aprille.
Oorspr. ( Inv. no. 75 ). Het gemeen schepenzegel verloren.
(reg. no. 253).
(reg. nos. 259 en 261).
259 1443 December 9
Schepenen in Vlaerdingher ambacht oorkonden, dat burgemeesters aldaar en Jacob Musen, voogd van Willem Henricz. die Backers kinderen hebben getransporteerd aan het klooster Coninxvelt de helft van 21 morgen land met woning aldaar.
Int tjaer ons Heeren dusent vierhondert ende drie ende veertich des daghes na onser Vrouwen dach conceptio.
Oorspr. ( Inv. no. 76.1 ). Met geschonden zegel der schepenen in groene was, dat der burgemeesters verloren.
261 1444 Mei 17
Jacob Muus, poorter te Scyedamme, geeft het klooster Koninxvelt als kindsdeel van zijn kleindochter Kathrijn Willemsdr. de helft van 21 morgen land, geheeten joffer Aechten woninge en gelegen in Vlairdinghe.
Ghegheven int jair ons Heren MCCCC vier ende viertich opten zeventienden dach in Meye.
Oorspr. ( Inv. no. 76 ). Met overblijfsels der zegels van meester Harman van Redinghoven, cureit der parochiekerk, en van Willem Heye Yewijn Heyensz. in groene was.
31 1299 Januari 24
Oetghier ridder, zoon van Gilles van Vorscoten, geeft aan het klooster Conincsvelt een huis met 3½ morgen land aldaar voor wijngeld.
In den jaer ons Heren dusent twiehondert ende neghen ende neghentich up sente Thymotheus' dach.
Oorspr. ( Inv. no. 77 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
Gedrukt: Suppl. J. de Fremery no. 326.
(reg. no. 31).
(reg. nos. 46, 47 en 61).
46 1308 December 2
Heemraden van Heer Ogiersambacht in Yselmonde oorkonden, dat heer Ogier van Vorscoeten aan heer Jan uten Haghe, kapelaan van Conincsvelt, 5 gaarden land heeft geschonken.
Ghegheven upten jaere ende up den dagh als hijr tevoren (in den jaer ons Heren dertienhondert ende achte des Manendaghes na sente Andrijs' daghe.)
a. Gevidimeerd in den brief d.d. 1309 Januari 24 (zie regest no. 47).
b. Gevidimeerd in den brief d.d. 1311 Februari 18 (zie regest no. 61).
47 1309 Januari 24
Simon, persoon van Delf, en schepenen geven vidimus van den brief d.d. 1308 December 2 (zie no. 46).
Ghegheven als hijr tevoren (in den jaer ons Heren dertienhondert ende achte op sente Thymotheus' dach des apostels.
Oorspr. ( Inv. no. 78.1 ). Met het geschonden zegel van Simon en een schepenzegel in groene was, een tweede schepenzegel verloren.
61 1311 Februari 18
Schepenen in Delf geven vidimus van den brief d.d. 1308 December 2 (zie no 46).
Ghegheven int jaer ons Heren dertien hondert ende tiene des Manendaghes na zente Valentijns daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 78.2 ). Met een schepenzegel en een stuk van een tweede in groene was.
319 1485
De schout van Voirscoten oorkondt, dat Jan die Eedel uter Haghe verkocht heeft aan het klooster Coninckxvelt de helft van 7 en de helft van 1 morgen land aldaar.
Int jaer ons Heren duysent vierhondert vijf ende tachtich.
Oorspr. ( Inv. no. 79 ). Het zegel van den schout verloren.
(reg. no. 319).
(reg. no. 367).
367 1568 Juni 21
Schout en gezworenen van Voorschoten oorkonden, dat proost en priorin van Coninxvelt met Cornelis Symonsz. een perceel land aldaar gekaveld hebben.
Den XXIen Junii anno XVc acht ende tzestich nae tgemeen schryven.
a. Oorspr. ( Inv. no. 80.1 ). Met het zegel van den schout in groene was.
b. Afschrift op papier.
Hierbij bevindt zich een kaart van de kaveling.
32 1299 Juli 11
Symon, persoon van Delf, en schepenen aldaar oorkonden, dat de proost van Conincsvelt met Alebrecht van Ockenberghe, Gherard van Delf, Clais, zoon van Conigond, en Willem van den Kerckhove een overeenkomst heeft aangegaan betreffende de verpachting van den molen in het Ghoetslant van het klooster bij de Made.
In den jaer ons Heren dusent twiehondert ende neghen ende neghentich, des Saterdaghes voer sente Margrieten dach.
Oorspr. ( Inv. no. 81 ). Met het zegel van den persoon en drie schepenzegels in groene was, waarvan het eerste en het laatste geschonden.
"Gedrukt: Suppl. J. de Fremery no. 328. In dorso staat: ""Vriënban, van den molen""."
"Gedrukt: E.C. Dijkhof ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. V, nr. 3485, blz. 1052.
(reg. no. 32).
59 1311 Januari 18
Schepenen en raadsmannen van Delf oorkonden, dat heer Jan, proost van Coninxvelt, voor het klooster heeft gekocht van Lisabeth, dochter van Hadewie, Isebrand, Lisabeths zoon, Jan de Witte diens broeder en Ever Otsiersz. hun zwager, 11 morgen 4 hont land op Hadewies hoeve in den Vriënban.
Int jaer ons Heren dertienhondert ende tiene des Dinxdaghes na Jaersdaghe.
Oorspr. ( Inv. no. 82 ). Met een schepenzegel in groene was, het tweede verloren.
(reg. no. 59).
(reg. nos. 87 en 105).
87 1323 Januari 4
Arnout, proost van Coninxvelt, oorkondt, dat Arnout Nevekijn hem 7 morgen land, die deze van het klooster in erfpacht had, heeft opgedragen, waarop hij ze aan Jan Otsiersz. in erfpacht gegeven heeft.
Int jaer ons Heren dertienhondert drie ende twintich des Dinxdaghes na Jaersdaghe.
Oorspr. ( Inv. no. 83.1 ). Het zegel van den oorkonder verloren. Met transfix d.d. 1332 December 18 (zie regest no. 105).
"In dorso staat: ""Vriënban""."
105 1332 December 18
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan Oudsiersz. aan het klooster Coninxvelt heeft opgedragen het land, vemeld in den brief d.d. 1323 Januari 4, waardoor deze gestoken is (zie no. 87).
Int jaer ons Heren dusent driehondert twie ende dertich des Vridaghes na sente Lucyen daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 83.2 ). Met een schepenzegel in groene was, het tweede verloren.
(reg. nos. 312, 352 en 353).
353 1540 December 10
Schout en gezworenen in Vryenban oorkonden, dat Cornelis Zybrantsz. heeft opgedragen aan proost en convent van Conyncksvelt het land, vermeld in den brief d.d. 1468 Juli 1, waardoor deze gestoken is (zie no. 312), waarna hij het wederom in erfpacht heeft ontvangen tegen 4 pond Hollandsch jaarlijks.
Opten thienden dach van December anno XVc veertich.
"Oorspr. ( Inv. no. 84.3 ). Met de zegels van Aelluwijn Symonsz., schout van Vryenban, en van Michiel Jansz., schepen van Delft, in groene was; dat van Claes Geritsz., eveneens schepen aldaar, verloren,"
312 1468 Juli 1
Harman Jacopsz. verkoopt aan Geryt Honenz. 2 morgen 2 hont 80 gaarden land in den Vriënban.
Gescreven opten eersten dach in Julio int jair ons Heeren dusent vierhondert acht ende tsestich.
Oorspr. ( Inv. no. 84.2 ). Met het zegel van Willem Nagel Adriaensz., schout van den Hof van Delff, van den Vriënban en van Pijnaker, in groene was. Met transfix d.d. 1540 December 10 (zie regest no. 353).
352 1540 Mei 18
Proost en convent van Coninxvelt sluiten een overeenkomst met Cornelis Zybrantsz. te Delft als borg van meester Jan de Jonge, waarbij hij de 2½ morgen land in Tedinger brouck in het ambacht van Zueterwoude, door het gerecht aldaar aan het klooster vervallen verklaard, wegens het niet betalen der pacht door Jan de Jonge, in erfpacht krijgt, waarvoor hij het klooster geven zal 2 morgen 2 hont 80 roeden land in den Vryenban, 12 carölusguldens schadevergoeding en de kosten van het proces.
Dit es gedaen tot Delft in de proestye tsconvents voersz. opten XVIIIen dach van Meye anno XVc ende veertich.
Oorspr. ( Inv. no. 84.3 ). Met de onderteekeningen van den proost, de priorin, subpriorin, costerisse, poertierster, keldresse en den rentmeester.
44 1307 Mei 28
Imme van Leyden, begijn te Delft, geeft aan heer Jan, proost van Coninxvelt, 4 morgen land in Wateringen.
Ghegheven int jaer ons Heren dertienhondert ende zevene des Zondaghes na belokene Pynstere.
"Oorspr. ( Inv. no. 85 ). De zegels van heer Jan van der ""Wateringe, Dirric uten Hoeke, persoon in Wateringe, en Otgier uten Hoeke verloren."
(reg. No. 44)
(reg. no. 14 suppl.).
(reg. no. 264 en no. 15 suppl.)
264 1445 Juli 5
Jan van Poel Jansz. verkoopt aan Aem Heynricz. 2 hont land in Watering.
Int jaer ons Heeren dusent vierhondert vijf ende viertich des Manendaechs opten vijften dach in Julio.
Oorspr. ( Inv. no. 86.3 ). Met de zegels van Garbrant en Jacob Rijc Jacobs zoons in groene was, waarvan het tweede geschonden.
(reg. no. 156, 158 en 166).
Charter inv.nr. 87.3, regest no. 158, is afkomstig uit het archief der gemeente Utrecht, welke het uit de collectie Cheltenham van het Rijk had overgenomen. In 1891 werd liet eigendom van het Algemeen Rijksarchief. Zie Aanw. 1891 no. 6a.
156 1359 Maart 28
Jan van Lewenberch, ridder, en Sophye van Lewenberch verkoopen aan Rembrand Vinken het land, dat zij hebben onder het huis te Rodenburch.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° neghen ende vijftich des Donredaghes na onzer Vrouwen dach annunciatie.
Oorspr. ( Inv. no. 87.1 ). Met de zegels der oorkonders in groene was, zeer geschonden.
"In dorso staat: ""haec littera non est scripta in libro neque spectat ad nos""."
158 1359 December 10
Jan van den Zile getuigt, dat Jan van Lewenberch en Sophye zijn vrouw hebben verkocht aan Rembrand Vinken al het land, dat zij hadden onder het huis te Rodenburch.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° neghen ende vijftich des Dincsdaghes na onser Vrouwen dach verholen.
Oorspr. ( Inv. no. 87.3 ). Met geschonden zegel van Jan van den Zile in groene was.
166 1361 Juli 11
Schepenen in Leyden oorkonden, dat Reymbrant Vinke verkocht heeft aan Aichte van Leyden en Agnyese van den Zile, nonnen te Coninxvelt, 2 morgen land in Zoeterwoude tusschen de Rodenburgher laan ende Rodenburger watering voor 32 pond Hollandsch, waaruit de rente aan de nonnen komen zal gedurende haar leven en daarna aan het klooster.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° een ende tsestich tSonnendaghes na sinte Martijns dach translatio.
Oorspr. ( Inv. no. 87.2 ). Met twee schepenzegels in groene was.
254 1439 December 31
Dirc Florysz. geeft aan Sofvye zijn dochter 7 morgen land, opbrengende 10 pond jaarlijks en gelegen in Soeterwoude in Tedinger broeck, welk land na haar dood zal komen aan het klooster Coninxvelt.
Opten heyligen Jairsavont, int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende dertich.
Oorspr. ( Inv. no. 88 ). Het zegel van Pieter Dirxz. van den Bosch, schout van Soeterwoude, verloren.
(reg. no. 254).
328 1501 Juni 3
Jan Cornelisz. en Claes Pietersz. verkoopen aan proost, priorin en jonkvrouwen van Coninxvelt 5 morgen land in Soeterwou.
Opten derden dach in Junio int jair ons Heren duysent vijffhondert ende een.
Oorspr. ( Inv. no. 89 ). De zegels der oorkonders verloren.
(reg. no. 328).
38 1302 Juni 22
Femensia van Tule, meesterse van het begijnhof van Utrecht, verkoopt aan proost en convent van Coninxvelt een morgen land.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ende twee des Vridaghes vor sente Jans misse te middenzomere.
Oorspr. ( Inv. no. 90 ). Met het zegel van het begijnhof in groene was.
(reg. no. 38).
40 1304 September 13
Jan, heer van der Watheringhe, ridder, Ghoeswijn, pastoor van den Woude, en schepenen van Delf oorkonden, dat Ghasekijn van den Damme aan proost en klooster van Conincsvelt heeft gegeven 5½ morgen land in Vridaghes Hove, wanneer zij niet binnen het jaar terug komt, doch waarvan het anders slechts 1 pond jaarlijks en de geheele rente van een jaar zal ontvangen.
Int jaer ons Heren dertienhondert ende viere des Sonnendaghes voer sente Lambreghts daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 91 ). De zegels der vier oorkonders verloren.
(reg. no 40).
41 1305 Februari 19
Schepenen en raadsmannen van Delf oorkonden, dat heer Jan, proost van Coninxvelt, Lisebet, dochter van Bertelmees Gillemans en Badeloch, als non in het klooster heeft aangenomen met alles wat zij bezit.
Int jaer ons Heren dertienhondert ende viere des Zaterdaghes ???zente Valentijns daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 92 ). Met het zegel van Delft in roode was, een weinig geschonden.
(reg. no. 41).
103 1331 November 25
Niclaes, proost, en convent van Coninxvelt oorkonden, dat Aechte van Leiden, non aldaar, de rente heeft gekocht, die zij jaarlijks ontvangen zal uit ¼ van 4 morgen land, die het klooster gekocht heeft van Alart Codden, welke rente na haar dood aan het klooster komen zal.
Int jaer ons Heren dertienhondert een ende dertich op zente Katrinen dach.
Oorspr. ( Inv. no. 93 ). Met de zegels van den proost en het klooster in groene was.
340 1513 October 29
Burgemeesters, schepenen, raden en ingezetenen van Delft oorkonden, dat zij verkocht hebben aan het klooster Coninckxvelt een rente van 10 schellingen Vlaamsch jaarlijks, losbaar met 9 dergelijke ponden.
Dit was gedaen int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende derthien opten negen ende twintichsten dach in Octobri nae tscriven der voirsz. stede.
Oorspr. ( Inv. no. 93 ). Met het groot zegel in groene was.
(reg. no. 103).
114 1344 April 7
Willem, graaf van Heynegouwen enz., beveelt aan alle schouten, schepenen en rechters ter plaatse, waar land van Coninxvelt gelegen is, waaruit de nu overleden non Bairte een lijfrente had gekocht en waarop haar erfgenamen aanspraak maken, niemand dan alleen het klooster daarvan recht te doen.
Ghegheven in den Haghe des Woensdaghes na Paesdach int jaer ons Heren M°CCC° vier ende viertich.
Oorspr. ( Inv. no. 94 ). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
(reg. no. 114).
252 1435 Mei 9
Kathrijn en Kathrijn Herman Jacobs dochters verkoopen aan Berthelmees Jacobsz., hun oom, alles, wat zij geërfd hebben van hun oom Claes Jacobsz.
Opten neghenden dach in Meye, int jair ons Heren MCCCC vive ende dertich.
Oorspr. ( Inv. no. 95 ). Het zegel van Aelbrecht Beukelsz. verloren.
"In dorso staat: ""Delf."""
(reg. no. 252).
308 1464 Maart 21
De notaris Arnoldus Nycolausz. instrumenteert, dat Cristina Heynricsdr. alles wat zij bezit bij testament vermaakt, heeft aan het klooster Coninxvelt.
Acta fuerunt hec in infirmitiorio prenominati monasterii anno indictione mensis die hora ac pontificatu quibus supra (anno a nativitate Euisdem millesimo quadringentesimo sexagesimo quarto indictione duodecima mensis Martii die vicesima prima hora tertiarum vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno suo sexto.
Oorspr. ( Inv. no. 96 ). Met signatuur van den notaris.
(reg. no. 308).
334 1504 November 26
Burgemeesters, schepenen, raden en ingezetenen van Delff oorkonden, dat zij verkocht hebben aan het klooster Conincxvelt een rente van 4 pond Vlaamsch jaarlijks, losbaar met den penning 20.
Dit was gedaen int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende vier opten ses ende twintich dach in Novembry.
Oorspr. ( Inv. no. 97 ). Het groot zegel verloren.
(reg. no. 334).
(reg. no. 340).
(reg. nos. 337 en 345).
337 1508 November 26
Burgemeesters, schepenen, raden en ingezetenen van Delff oorkonden, dat zij verkocht hebben aan het klooster Coeninxvelt een rente van 4 pond 7 schellingen 6 penningen Vlaamsch jaarlijks, losbaar met den penning 18.
Dit was gedaen int jair ons Heeren duysent vijfhondert ertde acht opten ses ende twintichsten dach in Novembri.
a. Oorspr. ( Inv. no. 99.1 ). Met geschonden groot zegel in groene was.
b. Gevidimeerd in den brief d.d. 1530 September 19 (zie regest no. 345).
345 1530 September 19
Schout, burgemeesters, schepenen en raden Delf geven vidimus van den brief d.d. 1508 November 26 (zie no. 337).
Den neghentiensten dach van Septembri anno vijftienhondert ende dertich.
Oorspr. ( Inv. no. 99.2 ). Met zeer geschonden zegel ten zaken in groene was.
343 1528 April 1
Burgemeesters, schepenen enz. der steden Dordrecht, Hairlem, Delft, Leyden en Goude oorkonden, dat zij verkocht hebben aan het klooster Conincxvelt een rente van 25 pond Vlaamsch jaarlijks, losbaar met den penning 16.
Opten eersten dach van Aprille, anno XVc acht ende twintich naer tscriven des bisdoms van Uuytrecht.
Oorspr. ( Inv. no. 100 ). Met de zegels ten zaken der steden in groene was, alle eenigszins geschonden.
(reg. no. 343).
(reg. nos. 317, 325-327 en 329).
317 1475 October 31
Hoogheemraden van Delfland doen uitspraak in een geschil tusschen de voogden van Bertelmees Claesz. kinderen en den ambachtsbewaarder of molenmeester en buren van Ackersdijck, zoodanig, dat dezen 20 morgen land van genoemde kinderen in erfpacht nemen tegen 7 pond Vlaamsch jaarlijks.
Gedaen opten lesten dach in Octobri int jair ons Heren duysent vierhondert vijf ende tseventich.
Gevidimeerd in den brief d.d. 1493 Februari 7 (zie regest no. 325).
325 1493 Februari 7
Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Delf geven vidimus van den brief d.d. 1475 October 31 (zie no. 317).
Opten VIIen dach in Februario anno XIIIIc twe ende tnegentich na beloop sHoofs van Holland.
Oorspr. ( Inv. no. 101.4 ). Het stadszegel verloren. Met transfix d.d. 1498 Februari 10 (zie regest no. 326).
327 1500 Mei 29
Pieter Cornelisz. verkoopt aan Adriaen Dirxz. te Leyden ? van 7 pond Vlaamsch, vermeld in den brief d.d. 1493 Februari 7, waardoor deze gestoken is (zie no. 326).
Int jair ons Heren MCCCCC opten XXIX dach in Mey.
Oorspr. ( Inv. no. 101.2 ). Met de geschonden zegels van Pieter Arent Rutgairstz. en Costijn Jansz. in groene was. Met transfix d.d. 1502 April 7 (zie regest no. 329).
326 1498 Februari 10
Cleyman Dircxz. geeft aan Govert Cornelisz. zijn schoonzoon ? van de rente van 7 pond Vlaamsch, vermeld in den brief d.d. 1493 Februari 7, waardoor deze gestoken is (zie no. 325).
Opten Xen dach in Februario int jair ons Heren MCCCC seven ende tnegentich na beloop sHoofs van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 101.3 ). Met de zegels van Pieter Arent Rutgairstz. en Dirc Huge die Grotenz. in groene was, waarvan het laatste geschonden. Met transfix d.d. 1500 Mei 29 (zie regest no. 327).
329 1502 April 7
Schepenen in Delf oorkonden, dat Adriaen Dircxz. van Leyden heeft verkocht aan proost, priorin en gemeen convent van Conynxvelt ? van 7 pond Vlaamsch, vermeld in den brief d.d. 1500 Mei 29, waardoor deze gestoken is (zie no. 327).
Gedaen int jair ons Heren MCCCCC ende twee opten zevensten dach in Aprill.
Oorspr. ( Inv. no. 101 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het tweede geschonden.
80 1315 Mei 2
Jan van Hodenpil, raadsman, en schepenen van Delf oorkonden, dat Nelle Jacob Vincouts wed. aan proost en klooster van Coninxvelt heeft gegeven een rente van 1 pond jaarlijks uit 1½ huis.
Int jaer ons Heren M°CCC° ende vijftiene des Vridaghes na zente Marcus' daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 102 ). Met drie schepenzegels in groene was, waarvan twee geschonden.
(reg. no. 80).
99 1329 October 27
Nycholaus, proost, priorin en convent van Campus Regis verklaren, dat Ynwannus de Gravia,. burger in Buscho Ducis, zijn dochter Hilla als non aan het klooster heeft gegeven, en dat zij 80 pond heeft meegekregen, waarvoor het klooster haar een rente van 8 pond jaarlijks zal koopen, welke na haar dood aan het klooster komen zal tot wijngeld.
Datum anno Domini millesimo CCC° vicesimo nono in vigilia beatorum Zymonis et Jude apostolorum.
Oorspr. ( Inv. no. 103 ). De zegels van proost en convent verloren.
(reg. no. 99).
102 1331 November 25
Niclaes, proost, en het convent van Coninxvelt, verklaren vernomen te hebben, dat Lise van Cameric 8 morgen land heeft gekocht ten Noorden van Delf, waaruit de rente gedurende haar leven aan haar, en na haar dood aan het klooster komen zal voor wijngeld.
Int jaer ons Heren dertienhondert dertich ende een op zente Katerinen dach.
Oorspr. ( Inv. no. 104 ). Het zegel van proost en convent verloren.
(reg. no. 102).
69 1313 November 9
"Jan, proost van Coninxvelt, en het gemeen convent verklaren schuldig te zijn aan den abt van het klooster zente Maria van Bern een rente van 3 pond Hollandsch jaarlijks voor broeder Pauels van Delf, kanunnik in genoemd klooster, welke rente na zijn dood aan zijn zuster Berte, non te Coninxvelt, zal komen en na haar dood aan dat klooster; en sterft Berte eerder dan Pauels, dan zal het klooster Coninxvelt den abt jaarlijks 1 pond betalen, zoolang Pauels leeft."
Int jaer ons Heren dertienhondert ende dertiene des Vriendaghes vore sente Martijns dach in den winter.
Gevidimeerd in den brief d.d. 1332 Juli 11 (zie regest no. 104).
104 1332 Juli 11
Heynrick, abt van sinte Marienweerd, geeft vidimus van een brief d.d. 1313 November 9 (zie no. 69).
Ghegheven opt jaer ende op den dach voerscreven (dusent driehondert ende twie ende dertich des Saterdaghes voer sinte Margrieten dach.
Oorspr. ( Inv. no. 105 ). Het zegel van den abt verloren.
(reg. no. 69 en 104).
(reg. nos. 130 en 143).
130 1353 Januari 15
Schepenen in Delf oorkonden, dat Everaerd Hughenz. heeft gekocht van Jan Broeder Doedenz. ten behoeve van het klooster Coninxvelt een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit twee huizen met erf op de Oudelf.
Int jaer ons Heren dusent driehondert twee ende vijftich des Dinxdaghes na sinte Pontiaens daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 106.1 ). Met een schepenzegel in groene was, het tweede verloren.
143 1356 Februari 22
Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, oorkondt, dat hij uit de nalatenschap van zuster Ermengaerde Roelof Bettenzns. dochter van Dordrecht 37 pond heeft ontvangen, die hij aan het klooster schenkt en waarvoor hij het een jaarrente van 1 pond Hollandsch uit twee huizen met erf aan de Oudelf, gekocht van Jan Broeder Doedenz, ½ morgen land op Ockenberch en ½ morgen in Vlaerdinger Broec bewijst.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ses ende vijftich op sunte Pyeters dach in den Lenten.
Oorspr. ( Inv. no. 106.2 ). Met een stuk van liet zegel van den proost in groene was.
148 1358 Januari 26
Jan van Woudrichem, proost, priorin, onderpriorin en gemeen convent van Coninxvelt veroorloven zuster Lizabeth van Zerixe haar leven lang te gebruiken een rente van 14 schellingen Hollandsch jaarlijks uit twee huizen met erf te Delf op den Gheer, welke rente door haar zelf gekocht is en na haar dood aan het klooster zal komen.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° acht ende vijftich des anders daghes na sente Pouels' dach conversio.
Oorspr. ( Inv. no. 107 ). Met de zegels van den proost en van het convent in groene was, het tweede geschonden.
(reg. no. 148).
161 1360 Augustus 9
Schepenen in Delf oorkonden, dat het klooster Coninxvelt is gepacht van verschenen rente en in panding heeft ontvangen 15 schellingen 8 penningen Hollandsch jaarlijks uit 1½ roede ? voet land in het Noordende.
Int jaer ons Heren dusent driehondert ende tsestich op sinte Louwerys' avond.
Oorspr. ( Inv. no. 108 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. no. 161).
162 1360 Augustus 9
Schepenen in Delf oorkonden, dat het klooster Coninxvelt is gepacht van verschenen rente en in panding heeft ontvangen 12 schellingen Hollandsch jaarlijks uit 1½ roede land in het Noordende, welk land eertijds aan Jan Coudsmit toebehoorde.
Int jaer ons Heeren dusent driehondert ende tsestich op sinte Louwerys' avond.
Oorspr. ( Inv. no. 109 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. no. 162).
163 1360 Augustus 31
Jan Vosz. en Jan Butsiel verklaren er bij tegenwoordig te zijn geweest, toen heer Dammaes Huynoud, priester, en Alijd, Jan Huynoudszoons wed. het klooster Coninxvelt bij testament 30 schellingen Hollandsch jaarlijks vermaakten, waarvan 20 uit een perceel land en 10 uit een huis met erf in de Volrestraet, van welke rente Lisebet van Zerickszee 5 schellingen jaarlijks zal ontvangen gedurende haar leven.
Int jaer ons Heren dusent driehondert ende tsestich op sinte Gelys' avond.
Oorspr. ( Inv. no. 110 ). Met de geschonden zegels der oorkonders in groene was.
(reg. no. 163).
164 1360 December 15
Schepenen in Delf oorkonden, dat Philips Hughenz. is gepacht ten behoeve van het klooster Coninxvelt wegens verschenen rente en in panding heeft ontvangen 2£ schelling Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf aan de Oudelf.
Int jaer ons Heren dusent driehondert ende tsestich des Dinxdaghes na sinte Luciën daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 111 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. no. 164).
(nos. 168 en 185).
168 1362 Januari 17
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jacob Pieter Costersz. heeft gekocht van Coppaerd Gheyen een rente van 40 schellingen Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf aan de Houtmarct.
Int jaer ons Heren dusent driehondert twie ende tsestich des Dinxdaghes na sinte Poncyaens dach.
Oorspr. ( Inv. no. 112.2 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1375 Juli 17 (zie regest no. 185).
185 1375 Juli 17
Schepenen in Delf oorkonden, dat jonkvrouw Rickaird van Groenenvelde, non te Coninxvelt, heeft gekocht van Jacob Pieter Costersz. de rente, vermeld in den brief d.d. 1362 Januari 17, waardoor deze gestoken is (zie no. 168).
Int jair ons Heren dusent driehondert vijf ende tseventich tsDinxdaghes na sinte Margrieten dach.
Oorspr. ( Inv. no. 112.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.
195 1382 November 25
Schepenen in Delf oorkonden, dat Lijsbet Adaems wed. en Ysebrand en Gheryd Adaemszns. hebben verkocht aan het klooster Coninxvelt een rente van 25 schellingen Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf aan de Oudelf.
Int jair ons Heren dusent driehondert twie ende tachtich tsDinxdaghes op sinte Katrinen dach.
Oorspr. ( Inv. no. 113 ) Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het eerste geschonden.
(reg. no. 195).
(reg. no. 10 suppl.).
206 1397 Mei 8
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan Colle heeft verkocht aan jonkvrouw Machteld van Wijc een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf in Hamburch.
Int jaer ons Heren dusent driehondert zeven ende tneghentich tsDinxdaghes na sinte Jans dach ante portam Latinam.
Oorspr. ( Inv. no. 114 ). Met een schepenzegel in groene was en een verloren.
"In dorso staat: ""Hamberch Nyport Delff""."
(reg. no. 206).
(reg. nos. 203 en 210).
203 1390 Juli 19
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan Post Jansz. heeft verkocht aan Clays Heinrixz. een huis met erf aan de Noordzijde van den Zac, waaruit hij een rente van een pond Hollandsch jaarlijks behoudt.
Int jair ons Heren dusent driehondert ende tneghentich tsDinxdages na sinte Margrieten dach.
Oorspr. ( Inv. no. 115.2 ). Met twee geschonden schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1399 Juli 15 (zie regest no. 210).
Beide charters zijn beschadigd door vocht.
210 1399 Juli 15
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan Post Jansz. heeft verkocht aan het klooster Coninxvelt de rente, vermeld in den brief d.d. 1390 Juli 19, waardoor deze gestoken is (zie no. 203).
Int jair ons Heren [dusent] driehondert neghen ende tneghentich tsDinxdages na sinte Margrieten dach.
Oorspr. ( Inv. no. 115.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. nos. 207 en 212).
207 1397 Juli 17
Schepenen in Delf oorkonden, dat Pieter Jansz. de Smit heeft verkocht aan Bruun Daemsz. een rente van 40 schellingen Hollandsch jaarlijks uit zijn huis en erf aan de Zuidzijde van de Gheryt Naghelsteghe.
Int jaer ons Heren dusent driehondert zeven ende tneghentich tsDinxdaghes na Divisyo apostolorum.
Oorspr. ( Inv. no. 116.2 ). Met een schepenzegel in groene was, een verloren. Met transfix d.d. 1399 September 23 (zie regest no. 212).
212 1399 September 23
Schepenen in Delf oorkonden, dat Bruun Daemsz heeft verkocht aan jonkvrouw Lijsbet van Antvorst 1) de rente, vermeld in den brief d.d. 1397 Juli 17, waardoor deze gestoken is (zie no. 207).
Int jaer ons Heren dusent driehondert neghen ende tneghentich tsDinxsdaghes da sinte Mauricius' dach.
"Oorspr. ( Inv. no. 116.1 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het eerste geschonden. In dorso staat: ""mr. Symon Aelwijnsz""."
217 1401 April 5
Schepenen in Delf oorkonden, dat jonkvrouw Tuyle, non te Coninxvelt, heeft gekocht van Jan Ruter Jacobsz. een rente van 4 pond Hollandsch jaarlijks uit diens huis en erf in de Voirstraet.
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende een tsDinxdages na sinte Ambrosius' dach.
Oorspr. ( Inv. no. 117 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het tweede geschonden.
(reg. no. 217).
(reg. nos. 209 en 219).
219 1405 Maart 3
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan Spoir Jacobsz. heeft verkocht aan jonkvrouw Kathrijn van Beveren, non, de rente, vermeld' in den brief d.d. 1399 Januari 14, waardoor deze gestoken is (zie no. 209).
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vier tsDinxdages na sinte Mathijs' dage.
Oorspr. ( Inv. no. 118.1 ). Met een geschonden schepenzegel in groene was, een verloren.
209 1399 Januari 14
Schepenen in Delf oorkonden, dat Boudijn van den Velde heeft verkocht aan Heynric Jansz. die Wantsnyder een rente van 10 schellingen Hollandsch jaarlijks uit zijn huis en erf in het Noirtende aan de Oostzijde van de Oudelf.
Int jair ons Heren dusent driehondert acht ende tneghentich tsDinxdaghes op sinte Poncyaens dach.
Oorspr. ( Inv. no. 118.2 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het tweede geschonden. Met transfix d.d. 1405 Maart 3 (zie no 219).
(reg. nos. 201 en 220).
220 1405 Juli 21
Schepenen van Delf oorkonden, dat Beernt Jacobsz. heeft verkocht aan jonkvrouw Jan van den Wiel, non te Coninxvelt, de rente, vermeld in den brief d.d. 1388 September 22, waardoor deze gestoken is (zie no. 201).
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vive tsDinxdages op sinte Marien Magdalenen avont.
Oorspr. ( Inv. no. 119.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.
201 1388 September 22
Schepenen in Delf oorkonden, dat Baernt Jacopsz. heeft gekocht van Gheryd Poelenz., een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit diens huis en erf aan de Westzijde van de Voirdelf.
Int jair ons Heren dusend driehondert acht ende tachtich tsDinxdaghes op sinte Mouricius' dach.
Oorspr. ( Inv. no. 119.2 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1405 Juli 21 (zie regest no. 220).
224 1408 October 27
Schepenen in Delf oorkonden, dat Dirc Ysebrantsz. van Alcmade is gepacht voor 18 schellingen Hollandsch aan verschenen rente den 3en penning meer, en dat hij in panding heeft ontvangen, ten behoeve van het klooster Coninxvelt, een rente van 2 schellingen 3 penningen Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf in het Noirteynde aan de Oostzijde van de Oudelff.
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende achte tSaterdages op sinte Symon ende Juden avont apostelen.
Oorspr. ( Inv. no. 120 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. no. 224).
226 1409 Mei 24
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Dirc Bertelmeesz., priester, is gepacht voor 12 pond 7 schellingen 8 penningen Hollandsch den 3en penning meer wegens verschenen landhuur, ten nadeele van Aernt Wiggersz., waarvoor hij in panding heeft ontvangen een rente van 32 schellingen jaarlijks uit een huis en erf aan de Westzijde van de Oudelf ten behoeve van het klooster Coninxvelt.
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende negen tsFrydages op sinte Urbanus' avont.
Oorspr. ( Inv. no. 121 ). Twee schepenzegels verloren.
(reg. no. 226).
228 1410 November 29
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Dirc Bertelmeesz., priester, is gepacht voor 32 schellingen Hollandsch den 3en penning meer wegens verschenen rente en in panding heeft ontvangen 5 schellingen Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf aan de Westzijde van de Oudelf, ten behoeve van het klooster Coninxvelt.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tien tsFrydages1) op sinte Andrijs' avont.
Oorspr. ( Inv. no. 122 ). Met twee geschonden schepenzegels in groene was.
(reg. no. 228).
230 1411 Mei 21
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Dirc Bertelmeesz., priester, is gepacht voor 1 pond Hollandsch den 3en penning meer wegens verschenen rente, waarvoor hij ten behoeve van het klooster Coninxveld in panding heeft ontvangen 3 schellingen Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf op de Zuid-Westhoek van het Marctveld.
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende elve tsFrydages opten een ende twintichsten dach in Meye.
Oorspr. ( Inv. no. 123 ). Met twee geschonden schepenzegels in groene was.
(reg. no. 230).
229 1411 Mei 21
Schepenen in Delf oorkonden, dat heer Dirc Bertelmeesz., priester, is gepacht voor 4 pond 6 schellingen Hollandsch den 3en penning meer, en dat hij in panding heeft ontvangen, ten behoeve van het klooster Coninxveld, een rente van 12 schellingen Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf in het Noirteynde aan de Westzijde van de Ouden Hinderdam.
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende elve tsFrydages opten een ende twintichsten dach in Meye.
Oorspr. ( Inv. no. 124 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. no. 229).
(reg. no. 13 suppl.).
231 1411 September 22
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan die Groot Claysz. heeft verkocht aan jonkvrouw Machteld van Alckemade een rente van 21 schellingen 4 penningen Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf aan de Westzijde van den Kercweg.
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende elve tsDinxdages op sinte Mauricius' dach.
Oorspr. ( Inv. no. 125 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. no. 231).
(reg. nos. 221, 222, 225, 237 en 238).
222 1407 Februari 15
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan Everairt heeft verkocht aan Zyburch Symonsdr. de rente, vermeld in den brief d.d. 1406 Maart 2, waardoor deze gestoken is (zie no. 221).
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende zesse tsDinxdages na sinte Valentijns dage.
Oorspr. ( Inv. no. 126.1 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het tweede geschonden.
221 1406 Maart 2
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan Voppensz. heeft gekocht van Jan Everairt een perceel land, 4 gaarden en 4 voet breed, aan de Zuidzijde van de Watersloot, waaruit deze een rente van 40 schellingen Hollandsch jaarlijks behoudt.
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vive tsDinxdages na sinte Mathijs' dage.
Oorspr. ( Inv. no. 126.2 ). Met twee geschonden schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1407 Februari 15 (zie regest no. 222).
238 1416 Augustus 4
Schepenen in Delf oorkonden, dat Lijsbeth Claysdr. heeft verkocht aan het klooster Coninxvelt de rente, vermeld in den brief d.d. 1415 October 15, waardoor deze gestoken is (zie no. 237).
Int jair ons Heren MCCCC ende zestien tsDinxdages na sinte Pieters dage ad vincula.
Oorspr. ( Inv. no. 126 ). Twee schepenzegels verloren.
237 1415 October 15
Schepenen in Delff oorkonden, dat Syburch Symonsdr. heeft verkocht aan Lijsbeth Claysdr. de rente, vermeld in den brief d.d. 1409 Mei 24, waardoor deze gestoken is (zie no. 225).
Int jair ons Heren MCCCC ende vijftien tsDinxdages na sinte Victors dage.
Oorspr. ( Inv. no. 126.4 ). Met een geschonden schepenzegel in groene was, het tweede verloren. Met transfix d.d. 1416 Augustus 4 (zie regest no. 238).
225 1409 Mei 24
Schepenen in Delf oorkonden, dat Syburch Symonsdr. is gepacht voor 3 pond Hollandsch en daarvan den 3en penning meer wegens verschenen rente en in panding heeft ontvangen 8 schellingen Hollandsch jaarlijks uit een erf aan de Zuidzijde van de Watersloot.
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende negen tsFrydages op sinte Urbanus' avont.
Oorspr. ( Inv. no. 126.5 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het tweede geschonden. Met transfix d.d. 1415 October 15 (zie regest no. 237).
241 1418 Augustus 16
Schepenen in Delff oorkonden, dat Aernt van Delff heeft verkocht aan jonkvrouwe Clare van den Zijl Willem Gerytsdr., non te Coninxvelt, een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit zijn huis en erf aan de Westzijde van de Oudelf.
Int jair ons Heren MCCCC ende achtien tsDinxdages na onser Vrouwen dage assumpcio.
Oorspr. ( Inv. no. 127 ). Met twee geschonden schepenzegels in groene was.
(reg. no. 241).
(reg. nos. 171, 172, 197, 244 en 245).
171 1365 April 22
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jacob, Griete en Dirc Clays Dirx kinderen hebben opgedragen aan Gheertruud Clays Manghelairsdr. een huis met erf aan den Langendijc, waaruit zij een rente van 40 schellingen Hollandsch jaarlijks behouden.
Int jair ons Heren dusent driehondert vijf ende tsestich tsDinxdaghes op sinte Georgius' avond.
Oorspr. ( Inv. no. 128 ). Twee schepenzegels verloren. Met transfix d.d. 1383 Mei 26 (zie regest no. 197).
"In dorso staat: ""Koestraet""."
197 1383 Mei 26
Schepenen in Delf oorkonden, dat Pieter Woutersz. heeft verkocht aan Dirck Bokel Aerndsz. de helft van de rente, vermeld in den brief d.d. 1365 April 22, waardoor deze gestoken ìs (zie n°. 171).
Int jaer ons Heren dusent driehondert drie ende tachtich tsDinxdaghes na sinte Urbaens dach.
Oorspr. ( Inv. no. 128 ). Twee schepenzegels verloren. Met transfix dd. 1429 October 18 (zie regest no. 245).
245 1429 October 18
Schepenen in Delff oorkonden, dat Pieter Dirc Buekelsz. heeft verkocht aan Deelyaen Jan Vossendr., non te Coninxvelt, de rente, vermeld in den brief d.d. 1383 Mei 26, waardoor deze gestoken is (zie no. 197).
Int jair ons Heren MCCCC neghen ende twintich tsDinxdages op sinte Lucas' dach.
Oorspr. ( Inv. no. 128 ). Twee schepenzegels verloren.
244 1429 October 18
Schepenen in Delff oorkonden, dat Pieter Dirc Buekelsz. heeft verkocht aan jonkvrouw Deelyaen Jan Vossendr., non te Coninxveld, de rente, vermeld in den brief d.d. 1365 April 22, waardoor deze gestoken is (zie no. 172).
Int jair ons Heren MCCCC negen ende twintich tsDinxdages op sinte Lucas' dach.
Oorspr. ( Inv. no. 128.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.
172 1365 April 22
Schepenen in Delf oorkonden, dat Dirc Boekel Aerndsz. heeft opgedragen aan Gheertruud Manghelaersdr. een huis met erf aan den Langendijc, waaruit hij 40 schellingen Hollandsch jaarlijks behoudt.
Int jaer ons Heren dusent driehondert vijf ende tsestich tsDinxdaghes op sinte Georgius' avond.
Oorspr. ( Inv. no. 128.2 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1429 October 18 (zie regest no. 244).
"In dorso staat: ""Koestraet"". Dit is hetzelfde huis als waarvan sprake is in het voorgaande regest."
(reg. nos. 189, 191, 192 en 249).
192 1380 December 11
Schepenen in Delf oorkonden, dat Cleyman Jacobsz is gepacht van verschenen rente, en dat hij in panding heeft ontvangen een jaarlijksche rente van 4 schellingen Hollandsch uit het huis en erf van Heynric Willemsz.
Int jair ons Heren dusent driehondert ende tachtich tsDinxdaghes na onser Vrouwen dach conceptio.
Oorspr. ( Inv. no. 129.2 ). Met een geschonden schepenzegel in groene was, het andere verloren.
Deze brief is door dien van 1432 April 26 vastgemaakt aan die van 1380 Januari 10 en April 3 (zie de nos. 249, 191 en 192).
191 1380 April 3
Schepenen in Delf oorkonden, dat Cleyman Jacobsz. heeft gekocht van Heynric Willemsz. een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit zijn huis en erf aan de Coestraet.
Int jaer ons Heren dusent driehondert ende tachtich tsDinxdaghes na beloken Paeschen.
Oorspr. ( Inv. no. 129.3 ). Met twee geschonden schepenzegels in groene was.
Deze brief is door dien van 1432 April 26 vastgemaakt aan die van 1380 Januari 10 en December 11 (zie de nos. 249, 189 en 192).
189 1380 Januari 10
Schepenen in Delf oorkonden, dat Cleyman Jacobsz. heeft gekocht van Margriet Willem Coekebackers wed. een rente van 7 schellingen Hollandsch jaarlijks uit Heynric Willemsz'. huis en erf aan de Zuidzijde van de Coestraet.
Int jair ons Heren dusent driehondert neghen ende tseventich tsDinxdaghes na Dertienden dach.
Oorspr. ( Inv. no. 129.4 ). Twee schepenzegels verloren.
Deze brief is door dien van 1432 April 26 vastgemaakt aan dien van 1380 April 3 en December 11 (zie de nos. 249,191 en 192).
249 1432 April 26
Schepenen in Delff oorkonden, dat Katrijn Huge Jacobsz. heeft verkocht aan jonkvrouw Marie van Rijsoorde, non te Coninxvelt, de renten, vermeld in de brieven d.d. 1380 Januari 10, April 3 en December 11, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 189, 191 en 192).
Int jair ons Heeren MCCCC twe ende dertich tsDinxdages na sinte Jorys' dage.
Oorspr. ( Inv. no. 129.1 ). Twee schepenzegels verloren.
"In dorso staat: ""Nu Gheryt die Beeldesniër op den hoec van die Oude kerck."""
251 1433 Juli 7
Schepenen in Delff oorkonden, dat Jan van Poel heeft verkocht aan jonkvrouw Marye van Rijsoorde, non te Coninxvelt, een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit zijn huis en erf aan de Zuidzijde van de Koestraet.
Int jair ons Heren MCCCC drie ende dertich tsDinxdages na sinte Martijns dage translacio.
Oorspr. ( Inv. no. 130 ). Twee schepenzegels verloren.
(reg. no. 251).
(reg. nos. 262 en 269).
262 1444 Juli 7
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan die Leew Dircxz. heeft verkocht aan Dirc van Oestgeest een huis en erf naast 't Rietvelt, waaruit hij een rente van 10 schellingen Hollandsch jaarlijks behoudt.
Int jair ons Heren MCCCC vier ende viertich tsDinxdages na sinte Maertijns dach translacio.
Oorspr. ( Inv. no. 131.2 ). Met twee geschonden schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1448 Juli 3 (zie regest no. 270).
269 1448 Juli 3
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan de Leew Dirxz. heeft verkocht aan het klooster Conincxvelt de rente, vermeld in den brief d.d. 1444 Juli 7, waardoor deze gestoken is (zie no. 262).
Int jair ons Heren MCCCC acht ende viertich tsDinxdages na onser Vrouwen dage visitacio.
Oorspr. ( Inv. no. 131.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. nos. 263 en 270).
263 1444 Juli 7
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan de Leew Dircxz. heeft verkocht aan Clais Mathijs' wed. een huis en erf naast het Rietvelt, waaruit hij een rente van 10 schellingen Hollandsch jaarlijks behoudt.
Int jair ons Heeren MCCCC vier ende viertich tsDynxdages na sinte Mertijns dage translacyo.
Oorspr. ( Inv. no. 132.2 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1448 Juli 3 (zie regest no. 269).
270 1448 Juli 3
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan de Leew Dirxz. heeft verkocht aan het klooster Conincxvelt de rente, vermeld in den brief d.d. 1444 Juli 7, waardoor deze gestoken is (zie no. 263).
Int jair ons Heren MCCCC acht ende viertich tsDinxdages na onser Vrouwen dage visitacio.
Oorspr. ( Inv. no. 132.1 ). Met twee sohepenzegels in groene was, waarvan het eerste geschonden.
(reg. no. 235 en 273).
235 1414 Juli 3
Schepenen in Delff oorkonden, dat Aernt Dirxz. heeft verkocht aan het klooster Coninxvelt een erf, geheeten het Campvelt en gelegen in het Noirteynde ten Noorden van de stadsvest.
Int jair ons Heren MCCCC ende viertien tsDinxdages na der octave sinte Jans Baptisten.
Oorspr. ( Inv. no. 133.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.
273 1449 April 8
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan Hugenz. en Willem Jacobsz. hebben gekocht van den proost van Coninxvelt een erf aan de Noord-Westvest geheeten 't Campvelt, waaruit deze een jaarrente van 2 gouden Engelsche nobels behoudt.
Int jair ons Heren MCCCC negen ende viertich tsDinxdages nae den heiligen Palmen Paesdage.
Oorspr. ( Inv. no. 133.2 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het tweede geschonden.
295 1460 Juni 22
Willem van Doyenborch, proost, priorin, onder-priorin en gemeen convent van Coninxvelt verklaren, dat de renten, die zij hadden uit eenige, door de stad Delff afgekeurde en afgebroken huizen, door de stad zijn afgelost.
Opten XXIIen dach in Junio int jair ons Heren MCCCC ende tsestich.
Oorspr. ( Inv. no. 134 ).
"Boven den brief staat: ""Dit is een vidimus""."
(reg. no. 295).
(reg. nos. 330 en 342).
342 1517 Mei 9
Schepenen in Delff oorkonden, dat het klooster Coninxvelt de rente van 4 pond Hollandsch jaarlijks, die het van Ariaen Diricxz. van Leyden gekocht heeft in 1502 April 8, heeft afgelost.
Int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende seventhien opten negensten dach in Mey.
Oorspr. ( Inv. no. 135.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.
Deze brief is vastgenaaid aan dien van 1502 April 8 (zie regest no. 330).
330 1502 April 8
Jacob van Divoorde, proost van Coninxvelt, verkoopt aan Ariaen Diricxz. te Leyden 5 morgen land, een rente van 2 Rijnsche guldens jaarlijks uit een perceel land en een van 4 pond Hollandsch uit een woning met 8 morgen land, alles te Voirscoten, voor ? van 21 morgen te Ackersdijck.
Opten achtsten dach in Aprill int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende twee.
Afschrift op perkament ( Inv. no. 135.2 ).
Deze brief is vastgenaaid aan dien van 1517 Mei 9 (zie regest no. 342).
361 1562 Januari 17
Schepenen in Delft oorkonden, dat Frans Pietersz. Backer heeft verkocht aan heer Abraham van Vanevelt, proost van Conincxvelt, een rente van 10 carolusguldens 10 stuivers jaarlijks, losbaar met den penning 18.
Gedaen den XVIIen Januarii anno XVc een ende tzestich stilo curie Hollandie.
Oorspr. ( Inv. no. 136 ). Met twee schepenzegels in groene was.
In dorso staat, dat hierop ontvangen is 28 Augustus 1565, 8, en 7 Februari 1567, 4 pond.
(reg. no. 361).
174 1368 April 20
Schepenen van der Goude oorkonden, dat Clais Lambrechtsz. verklaard heeft schuldig te zijn aan Jan die Ledighe een rente van 40 schellingen jaarlijks uit zijn huis en erf in Groenendael.
Ghegheven op den twintichsten dach in Aprelle int jaer ons Heren MCCC acht ende tsestich.
Oorspr. ( Inv. no. 137 ). Met drie schepenzegels in groene was.
"In dorso staat: ""een brief van twee schilden sjaers cwige rente sprekende op Dammas Claesz. huis ter Goude""."
(reg. no. 174).
(reg. no. 9 suppl.).
110 1342 April 6
Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Jan Makedoer aan zijn broeder 3½ morgen land aan de Wael achter Scilperoert heeft verkocht voor 30 pond Hollandsch ten behoeve van jonkvrouw Agniese, dochter van heer Heimeric van den Rijn, non te Coninxvelt, die gedurende haar leven de rente daaruit zal ontvangen, welke na haar dood aan het klooster komen zal voor den wijnkelder der vrouwen.
Ghegheven zes daghe in Aprelle int jaer ons Heren duzent driehondert ende twee ende viertich.
Oorspr. ( Inv. no. 138 ). Het gemeen zegel der landschepenen verloren.
(reg. no. 110).
89 1324 Mei 29
Huge van Hekelinghe, ridder, bewijst den proost van Coninxvelt 12 schellingen jaarlijksche rente uit land, dat hij van zijn zuster heeft geërfd in 's-Gravenambacht.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ende vier ende twintich des Dinxdaghes na Ascensiëndaghe.
Gevidimeerd in den brief d.d. 1348 Juni 2 (zie regest no. 122).
"In dorso staat ""tsGrevensand""."
122 1348 Juni 2
Danel van Mathenesse, ridder, geeft vidimus van den brief d.d. 1324 Mei 29 (zie n°. 89).
Ghegheven int jaer ende dach vorscreven (in den jaere ons Heren dusent driehondert acht ende viertich des Manendaghes vor zente Bonifacius' dach).
Oorspr. ( Inv. no. 139 ). Met een stuk van het zegel van den oorkonder in groene was.
(reg. no. 89 en 122).
300 1461 Mei 19
Alijt Jansdr., vrouw van Jacob Vrericz., verkoopt aan Jacop Hugo Roperz. de rente, die hij gekocht heeft van Claes Janz. van Hilgom, uit land te Heemstede.
Int jair ons Heren dusent vierhondert ende LXI opten XIXen dach in Mey.
Oorspr. ( Inv. no. 140 ). Het zegel van Pietor Jordynz. verloren.
"In dorso staat: ""van een gouden noebel sjairs tot Heemstede""."
(reg. no. 300).
205 1396 Mei 23
Schepenen in Maeslandt oorkonden, dat Florys Dirc groote Hannenznszn. heeft verkocht aan jonkvrouw Steffenye van der Does, non te Coninxvelt, een rente van 3 pond Hollandsch jaarlijks uit zijn huis en erf met 13 morgen land.
Int jaer ons Heren dusent driehondert sesse ende tneghentich stDinxdaechs na sinte Valentijns dach.
Oorspr. ( Inv. no. 141 ). Het gemeen zegel der schepenen verloren.
"In dorso staat: ""Crede nunc die Heiligheest, Willem Arentz. ende Jonghe Jan ..... "" (de laatste drie woorden onleesbaar)."
(reg. no. 205).
314 1472 Juli 18
Jan Aernt Rotemuylsz. verkoopt aan Geryt Honenz. een rente van 5 pond Hollandsch jaarlijks uit 2 morgen land in Maeslant in den Ouden Camp.
Gescreven opten XVIIIen dach in Julio int jair ons Heeren MCCCC twee ende tseventich.
Oorspr. ( Inv. no. 142 ). Met de zegels van Dirck van den Dorp, schout van Maeslant, en meester Jan van Velde, rentmeester der memoriën van Coninxvelt, in groene was.
(reg. no. 314).
322 1491 Augustus 19
Margriet Dircsdr. van Duvenoirt verkoopt aan Tyman Jacob Tymansz. een rente van 3 Keurvorstsche Rijnsche guldens jaarlijks uit 2½ morgen land in Maeslant, losbaar met 36 gouden Rijnsche guldens.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende tneghentich opten neghentiensten dach in Augusto.
Oorspr. ( Inv. no. 143 ). Met het zegel van heer Geryt van Zulen van Nyevelt, ridder, in roode was.
(reg. no. 322).
75 1314 October 20
Schout en gezworenen van Pijnacker oorkonden, dat Jan Bochghe aan het klooster Conincsvelt heeft gegeven voor pitancie een rente van 1 pond Hollandsch uit 6 morgen land.
Gegheven int jaer ons Heren dertienhondert ende virtine des Sonendaghes na sente Lucas' dagh des ewangheliste.
Oorspr. ( Inv. no. 144 ). Met een stuk van het gemeen zegel van Pijnakker in groene was.
(reg. no. 75).
82 1315 December 14
De schout van Schyeambacht oorkondt, dat Ysebrant, zoon van vrouw Fou, aan het klooster Conincsvelt een rente heeft gegeven van 9 pond jaarlijks uit 12 morgen land, uit een huis en uit twee perceelen land, ieder 1½ morgen groot, aldaar.
Int jaer ons Heren dertienhondert ende vijftiene des Sonnendages na sente Luciën daghe der maghet.
Oorspr. ( Inv. no. 145 ). De zegels van Jan uten Haghe, provisoren deken van Schyelant, en Gherard van Emskerke Dirricsz., priesters, Outgier van Cralinge, ridder, en Arnout van den Vene, knape, verloren.
(reg. no. 82).
(reg. nos. 51 en 60).
51 1310 Januari 27
Heinric, burggraaf van Leiden, ridder, geeft aan proost en convent van Coninxvelt 2 pond jaarlijks uit land te Valkenborg, losbaar met 20 pond Hollandsch, uit hoofde van zijn nicht Katerine, non in genoemd klooster.
Ghegheven int jaer ons Heren dertienhondert ende tine Dijnstdaghes na zonte Pauwels' daghe in den winter.
"a. Oorspr. ( Inv. no. 146.1 ). Met het zegel van heer Ditderic, ridder, zoon van Heinric, in groene was; dat van Heinric verloren."
b. Gevidimeerd in den brief d.d. 1311 Februari 7 (zie regest no. 60).
60 1311 Februari 6
Schepenen in Delf geven vidimus van den brief d.d. 1310 Januari 27 (zie no. 51).
Int jaer ons Heren dertienhondert ende tiene des Zaterdaghes na zente Agheten daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 146.2 ). Met drie schepenzegels in groene was.
(reg. nos. 281 en 310).
281 1455 Februari 3
Symon Veerman Jansz. verklaart schuldig te zijn aan Voppe Dircsz. 2 pond Hollandsch jaarlijks uit een stuk land te Voirburch, welke rente hij kan aflossen met 25 pond mits binnen 6 jaar.
Int jair ons Heren dusent CCCCLV op sinte Blasius' dach.
Oorspr. ( Inv. no. 147.2 ). Met het zegel van Philips Jansz. van Berghen, schout van Voirburch, in groene was. Met transfix d.d. 1466 November 28 (zie regest no. 310).
"Onderaan staat: ""Int jair van LVIII so heeft Symon voirnt. dit een £ voirsz. ghelossent"". In dorso: ""voir die getiden""."
310 1466 November 28
Burgemeesters, schepenen en raden van Delff oorkonden, dat de zangmeesters der zeven getijden in de Oude kerk aldaar hebben verkocht aan het klooster Coninxvelt een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks, vermeld in den brief d.d. 1455 Februari 3, waardoor deze gestoken is (zie no. 281).
Int jair ons Heren MCCCC zessende tsestich.
Oorspr. ( Inv. no. 147.1 ). Met het stadszegel ten zaken in groene was.
(reg. nos. 45 en 50).
45 1308 Augustus 23
Ogier van Voorscoten, ridder, geeft het klooster Conincsvelt voor de ziel van zijn ouders, zijn vrouw en hemzelf 3 pond jaarlijks .uit 3j morgen land aldaar bij de Borgh, 6 morgen in Schyeambacht, 2 morgen en 5 gaarden in Yselmonde en een erf te Risewijc.
Ghegheven ende ghemaket int jaer ende op den dagh als hijr tevoren (int jaer ons Heren dertienhondert ende achte up sente Bartholomeus' avont).
"Oorspr. ( Inv. no. 148.2 ). Met de zegels in groene was van den oorkonder, Jan Maertijn, pastoor van Schye, en Ogier uten Hoeke; dat van Gilys, pastoor van Schyedamme, verloren. Met tranfix d.d. 1309 Augustus (zie regest no. 50)."
50 1309 Augustus 23
Guydo, bisschop van Trajectum, approbeert en bevestigt de gift, vermeld in den brief d. d. 1308 Augustus 23, waardoor deze gestoken is (zie no. 45).
Datum anno Domini M°CCC° nono in vigilia beati Bertholomei apostoli.
Oorspr. ( Inv. no. 148.1 ). Met geschonden zegel van den bisschop in groene was.
58 1310 December 26
Schout, asige en de bank der buren van Vorscoten oorkonden, dat heer Jan, proost van Coninxvelt, voor het klooster heeft ontvangen uit 10 morgen land van Wouter den asige een rente van 8 pond jaarlijks.
Int jaer ons Heren dertien hondert ende tiene des Zaterdaghes na Kersdaghe.
Oorspr. ( Inv. no. 149 ). De zegels van Dirric van Wassenare, ambachtsheer, Costijn, zoon van Lisabeth, en Willaem van den Velde, schepenen in Delf, verloren.
Het stuk is beschadigd.
(reg. no. 58).
63 1311 Augustus 22
Schout, asige en bank der buren te Vorscoten, oorkonden, dat heer Jan uten Haghe, kapelaan van Conincsvelt, heeft ontvangen een rente van 3 pond jaarlijks uit 7 morgen land aldaar in de bezitting van Wouter den asige.
Int jaer ons Heren dertienhondert ende elve des Sonendaghes vor sente Bartholomeus' daghe des apostels.
Oorspr. ( Inv. no. 150 ). Met het zegel van Dirrick van Wassenaer, ambachtsheer, in groene was.
(reg. no. 63).
(reg. nos. 87 en 81).
37 1302 Februari 18
Dirric van Wassenaer oorkondt, dat Pieter, zoon van Aneld, aan het klooster Conincsvelt 5 pond jaarlijks uit zijn huis en erf te Vorschoten schuldig is.
Int jaer ons Heren dertienhondert ende twee des Zonendaghes na sinte Valentijns daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 151.1 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
81 1315 October 23
Dideric, heer van Wassenaer, oorkondt, dat Jan van den Pole verklaard heeft schuldig te zijn aan het klooster Coninxvelt een rente van 5 pond jaarlijks uit zijn huis en erf te Vorscoten, dat vroeger aan Pieter, zoon van Aneld, behoorde.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ende vijftiene op sente Severijns dach.
Oorspr. ( Inv. no. 151.2 ). Met een stuk van het zegel van den oorkonder in groene was.
29 1297 October 10
Jacob, pastoor van Wateringhe, Jan, heer van Wateringhe, Philips van der Poedelwike, Harman van den Woude en Dirryc die Roede oorkonden, dat Jacob, schout aldaar, heeft gegeven aan het klooster Coninxvelt een rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks uit een land geheeten Dyhen Campe en gelegen in Wateringhe.
In den jaer ons Heren dusent twie hondert ende seven ende neghentich in sente Vechters daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 152 ). De zegels der beide eerstgenoemden verloren.
Gedrukt: Suppl. J. de Fremery no. 318.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl III, nr. 1745, blz. 863-864.
(reg. no. 29).
(reg. no. 277 en 303).
277 1452 Augustus 4
Clays Anxschemsz. verkoopt aan Willem Jacob Olyviersz' kinderen een rente van 1 gouden Wilhelmsschild jaarlijks uit 12½ hont land in Wateringe.
Opten vierden dach in Augusto int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende vijftich.
Oorspr. ( Inv. no. 153.2 ). Met de zegels van Geryt Dirxz., schout van Wateringe, en van Kerstant van Alkemade in groene was, waarvan het laatste geschonden. Met transfix d.d. 1462 Mei 31 (zie regest no. 303).
303 1462 Mei 31
Jacob Willem Olyviersz. verkoopt aan Dammaes Sijsman Pietersz., rentmeester van Coninxvelt, de rente, vermeld in den brief d.d. 1452 Augustus 4, waardoor deze gestoken is (zie no. 277).
Int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende tsestich opten laetsten dach van Meye.
Oorspr. ( Inv. no. 153.1 ). Met de zegels van Joost Jansz en Pieter Claeysz. in groene was.
(reg. nos. 178, 181 en 187).
187 1378 October 2
De schout van Zoeterwoude oorkondt, dat Jacop Pietersz. heeft verkocht aan het klooster Coninxvelt de rente, vermeld in den brief d.d. 1369 Februari 8, waardoor deze gestoken is (zie no. 181).1378.
Int jaer ons Heren duysent driehondert acht ende tseventich des Saterdaghes na sente Baven dach.
Oorspr. ( Inv. no. 154.1 ). Met het zegel van den schout in groene was.
181 1371 Dececember 30
De schout van Zoeterwoude oorkondt, dat Kerstand van Alkemade heeft verkocht aan Jacob Pietersz. de rente, vermeld in den brief d.d. 1369 Februari 8, waardoor deze gestoken is (zie no. 178). 1371
Int jaer ons Heren dusent driehondert een ende tseventich des Dinxdaghes na Alrekinderdach.
Oorspr. ( Inv. no. 154.2 ) Met het zegel van den schout in groene was. Met transfix d.d. 1378 October 2 (zie regest no. 187).
178 1369 Februari 8
De schout van Zoeterwoude oorkondt, dat Aernt Schout Gherydszn. van Vlaerdinghen heeft verkocht aan Kerstant van Alcmade een rente van 40 schellingen jaarlijks, uit 3 morgen land in Tedingher Broec.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert neghen ende tsestich des Donredaghes na sinte Aechten dach.
Oorspr. ( Inv. no. 154.3 ). Met het zegel van den schout in groene was. Met transfix d.d. 1371 December 30 (zie regest no. 181).
179 1369 Maart 22
De schout van Zoeterwoude oorkondt, dat Aernd Schout Gheridszn. van Vlaerdinghe heeft verkocht aan Jacob Pietersz. een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit 3 morgen land in Tedingher Broec.
Int jaer ons Heren dusent driehondert neghen ende tsestich des Donredaghes na sinte Gheertruden dach.
Oorspr. ( Inv. no. 155 ). Het zegel van den schout verloren. Met transfix d.d. 1378 October 2 (zie regest no. 188).
Het transfix is losgeraakt.
188 1378 October 2
De schout van Zoeterwoude oorkondt, dat Jacop Pietersz. heeft verkocht aan het klooster Coninxvelt de rente, vermeld in den brief d.d. 1369 Maart 22, waardoor deze gestoken is (zie no. 179).
Int jaer ons Heren duysent driehondert acht ende tseventich des Saterdaghes na sente Baven dach.
Oorspr. ( Inv. no. 155 ) Het zegel van den schout verloren.
(reg. nos. 179 en 188).
266 1446 Juli 1
Sehepenen in Leyden oorkonden, dat Heynric en Pieter Florys' zoons en Kerstant Nannenz. beloofd hebben Fie Dirc Florysdr., hun nicht, non te Coninxvelt, na overlijden van Dirc Florysz. haar vader, een rente van 20 pond Hollandsch jaarlijks te zullen uitkeeren, waarvoor zij 3 perceelen land in Tediger broec verbinden.
Int jair ons Heeren duysent vierhondert sess ende veertich opten eersten dach in Julio.
Oorspr. ( Inv. no. 156 ). Met overblijfselen van twee schepenzegels in groene was.
(reg no. 266).
71 1314 Maart 11
Schepenen in Delf oorkonden, dat Machteld Isebrantsdr. non in het klooster Coninxvelt is geworden, waarbij ze als vaderlijk erfdeel heeft meegekregen 3 pond 7 schellingen jaarlijks uit verschillende perceelen land en uit eenige huizen en 20 pond 15 schellingen Hollandsch.
Int jaer ons Heren dertienhondert ende dertiene des Maendaghes na Oculi mei.
Oorspr. ( Inv. no. 157 ). Met een schepenzegel in groene was en een verloren.
In dorso staat: III £ VII sc. van Megteld van Pinaker.
(reg. no. 71).
Waar deze landerijen en huizen liggen, is onbekend.
15 1276 Juli 31
Theodericus, heer van Wassenare, geeft voor het zieleheil van zich en zijn vader aan de kerk van Campus Regis 20 schellingen Hollandsch jaarlijks uit de tolgelden te Vlardinghe.
Datum in Delf anno Domini M°CC°LXXVI° in vigilia sancti Petri ad vincula.
a. Gevidimeerd in den brief d.d. 1312 Februari 16 (zie regest no. 64).
b. Gevidimeerd in den brief d.d. (c. 1312) (zie regest no. 68).
Gedrukt: Suppl. J. de Fremery no. 188.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III, nr. 1745, blz. 863-864
64 1312 Februari 16
Schepenen van Delf geven vidimus van een brief .d.d. 1276 Juli 31 (zie no. 15).
Datum anno Domini M°CCC° undecimo feria quarta post Valentini martyris.
Oorspr. ( Inv. no. 158 ). Drie schepenzegels verloren.
68 (c. 1312)
Symon, persoon in Delf, geeft vidimus van den brief d.d. 1276 Juli 31 (zie no. 15).
"Oorspr. ( Inv. no. 158 ). Het zegel van den persoon verloren. Gedrukt: Suppl. J. de Fremery no. 188. Symon, persoon van Delf, komt in de oorkonden van 1299-1311 voor; en daar er door schepenen een vidimus van dezen zelfden brief in 1312 werd gegeven, (zie regest no. 64) zal dit waarschijnlijk van denzelfden tijd zijn."
(reg. nos. 15, 64 en 68).
(reg. nos. 157 en 250).
250 1432 November 18
Philips, hertog van Bourgongiën enz., vernieuwt ten behoeve van het klooster Coninxvelt de schenking van 20 schilden jaarlijks uit de baljuwschappen Delfland en Schieland, door zijn grootvader Albrecht gedaan.
Gegeven in den Hage opten XVIIIen dach van Novembri int jaer ons Heren MCCCC twee ende dertich.
Oorspr. ( Inv. no. 159.2 ). Het zegel van Philips verloren.
157 1359 December 7
Aelbrech, paltsgraaf op den Rijn, hertog in Beyeren, ruwaard van Henegouwen, Holland, Zeeland en Vriesland, gelast den baljuw van Delfland en Scieland de priorin van Coninxvelt jaarlijks 20 Bruxe schilden van 24 Vlaamsche grooten het schild, uit te betalen tot een aalmoes.
Ghegheven in den Haghe op onser Vrouwen avond concepcio int jair ons Heren MCCC neghen ende vijftich.
Oorspr. ( Inv. no. 159.1 ). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
248 1431
Jan Baeck Jansz. verklaart gedurende acht jaar schuldig te zijn aan het klooster Coninxvelt 4½ Philipsschild en 1 pond jaarlijks.
Int jaer ons Heren MCCCC een ende dertich.
Oorspr. ( Inv. no. 160 ). Met het zegel van Ariaen Jan Heinrixz., broeder van den oorkonder, in groene was.
(reg. no. 248).
8 1261 Januari 15
Henricus, bisschop van Trajectum, gelast broeder Gerardus te Dordracum, heer Ghibo, priester, en Jacobus, muntmeester aldaar, aan proost en convent van Campus Regis de gift uit te keeren, die Telemannus, vroeger echtgenoot van Hildegund, non aldaar, hun gegeven heeft voor de armen.
Datum Trajecti anno Domini M°CC°LXI° in crastino Pontiani.
Oorspr. ( Inv. no. 161 ). Met een stuk van het zegel van den oorkonder in witte was.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III, nr. 1279, blz. 289-290 .
(reg. no. 8).
20 1281 Juni 8
Jacobus, deken der kerk van St. Johannes te Trajectum, ontvanger van wege den paus van de tienden voor het Heilige land in de stad en de diocees van Trajectum, verklaart ontvangen te hebben van broeder Jacobus, proost van Campus Regis, wat deze hem voor het klooster en de kerken van Pinacker en Scidamme over 4 jaar schuldig was.
Datum anno Domini M°CC°L°XXX primo in octava Pentecostes.
Oorspr. ( Inv. no. 162 ). Met geschonden zegel van den deken in groene was.
Gedrukt: v. d. Bergh Oorkb. II no. 550 en Suppl. J. de Fremery no. 212.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. IV, nr. 1963, blz. 157-158 .
(reg. no. 20).
27 1290 September 18
Broeder Wilhelmus, gardiaan van de broeders te Dordracum, en het klooster, verklaren dat zij van den proost van Campus Regis 10 schellingen Hollandsch, die deze hun jaarlijks schuldig was, ontvangen hebben en dat die verplichting hiermede is geeindigd.
Datum anno Domini M°CC° nonagesimo, in crastino beati Lamberti.
Oorspr. ( Inv. no. 163 ). Het zegel van het klooster verloren.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. IV, nr. 2524, blz. 893-894 .
(reg. no. 27).
62 1311 Mei 13
Symon, persoon in Delf, en Theodericus Winter, priester, oorkonden, dat Ghiselbertus de Woude verklaart ontvangen te hebben van den proost van Campus Regis 6 pond 12 schellingen Hollandsch hem toegewezen door Cristancius de Raporst.
Datum anno Domini M CCC°XI° in die beati Servatii episcopi.
"Oorspr. ( Inv. no. 164 ). Het zegel van Symon verloren; van dat van Theodericus Winter is nog een stuk over."
(reg. no. 62).
202 1389 Augustus 11
Broeder Fransciscus Kerne, kanunnik van het Premonstratenser klooster van St. Nicolaus te Furnes in de diocees van Morini, nuntius van den abt dier orde, verklaart ontvangen te hebben van den proost van Campus Regis 3 gouden franken, die deze den abt schuldig was aan schatting (taille) over de jaren 1388 en 1389.
Datum in nostro monasterio Campi Regis, anno Domini millesimo CCCo octogesimo nono in crastino beati Laurentii martiris.
Oorspr. ( Inv. no. 165 ). Het zegel van broeder Franciscus verloren.
(reg. no. 202).
(reg. no. 16 suppl.).
(Coll. Beeldsnijder).
371 1571 Juni 22
Burgemeesters van Delff verklaren ontvangen te hebben van Heynrick Vrankenz. van Diemen, rentmeester van Conincxvelt, 38 pond 15 schellingen 4 penningen wegens de plating van een perceel land buiten de Ketelpoort.
Opten XXIIen Junii anno XVc een ende tzeventich.
Oorspr. op papier ( Inv. no. 166 ). Onderteekend door den secretaris der stad.
(reg. no. 371).
372 1571 Augustus 9
Burgemeesters van Delff verklaren ontvangen te hebben van het klooster Coenincxvelt 75 pond wegens de plating van een perceel land.
Gedaen den IXen Augusti anno XVc een ende tseventich.
Oorspr. ( Inv. no. 167 ). Met goschonden zegel ten zaken in groene was.
(reg. no. 372).
De rentmeester had bij het beheer van deze inkomsten de memorievrouwe boven zich. Zij bewaarde de brieven en registers. In zijn "Rekeninghe van de memorie" doet Henrick Vranckenz van Diemen "reeckeningh van alsulcken ontfanck als hij gehadt heeft van de kercke van Coeninxvelt". Blijkbaar behoorde dus het beheer van de kerk in het algemeen hiertoe. De inkomsten waren belangrijk; kochten de nonnen zelf eenig onroerend goed, dan werd haar het gebruik van de rente daaruit gedurende haar leven toegestaan, waarbij dan gewoonlijk bepaald werd, dat het na haar dood aan de memorie zou komen om door zielmissen haar jaardagen te vieren. Niet altijd wordt in de desbetreffende charters uitdrukkelijk vermeld, dat de daarin vermelde goederen of inkomsten voor de memorie bestemd zijn, zoodat het klooster waarschijnlijk zoo noodig zelf uitmaakte, wat daarvoor afgezonderd moest worden; de rekening moet in zulke gevallen uitsluitsel geven. In 1363 bepaalde de abt van Mariënweerd, dat, wat het klooster meer dan 120 pond Holl. aan inkomen had (waarmee het inkomen na aftrek der uitgaven bedoeld zal zijn, daar de proost alleen al 200 pond kreeg), aan de kerk komen zou.
Deze "achtiende reeckeninghe" van Henrick Vranckenz. van Diemen, rentmeester van de memorie, houdt in de ontvangsten en uitgaven over 1571 en de uitgaven over 1572. Op het titelblad wordt vermeld, dat zij in Mei 1575 aan Corn. van Bodeghem werd gegeven (De eerste door de Staten van Holland aangestelde ontvanger voor de negen kloosters gezamenlijk.).
318 1482 Juli 23
Dammas Zijsman Pietersz. verkoopt aan Dirc van den Grave, proost van Conincxvelt, ten behoeve der memorie van het klooster, 3 morgen land in Maselant.
Opten XXIIIen dach in Julio int jair ons Heren MCCCC twie ende tachtich.
Oorspr. ( Inv. no. 169 ) Met de zegels van den oorkonder en van Ariaen Heymansz. in groene was.
(reg. no. 318).
(reg. nos. 175, 176 en 190).
175 1368 October 25
Jonkvrouw Willaem van der Woerd verkoopt aan jonkvrouw Katrine van Woudrichem, non te Coninxvelt, de helft van een perceel land in Naeldwijc.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende tsestich des Woensdaghes na der elfdusent Magheden dach.
Oorspr. ( Inv. no. 170.2 .) Met het zegel van Florens Zelantsz. in groene was.
"Aan deze brief is vastgenaaid een brief d.d. 1380 Maart 20 (zie regest no. 190). In dorso staat: ""in de memori""."
190 1380 Maart 20
Harbren van der Woerd, ridder, verkoopt aan jonkvrouw Katrine van Wouderichem, ten behoeve van het klooster Conincsvelt, de helft van een perceel land in Naeldwijc.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ende tachtich des Dinxdaghes na Ghertrudis virginis.
Oorspr. ( Inv. no. 170,1 ). Met de zegels van den oorkonder en van heer Harbren, koster en kanunnik te Naeldwijc, diens neef, in groene was.
Deze brief is vastgenaaid aan dien van 1368 Oetober 25 (zie regest no. 175.)
176 1368 November 14
Jan, proost, priorin, onderpriorin en gemeen convent van Coninxveld geven zuster Katrijn van Woudrichem de opbrengst van de helft van het erf, dat zij gekocht heeft van jonkvrouw Willem van der Waert en gelegen is in Naeldwiker ambacht, tot lijfrente, met de bepaling, dat die rente na haar dood aan het klooster komt voor pitancie en vesterie, waarvoor het klooster jaarlijks jaargetijde voor haar houden zal.
Ghegheven in den jare ons Heren dusent driehonderd ende tsestich des Dinxsdaghes na sinte Martijns dach in den winter.
Oorspr. ( Inv. no. 170.3 ). Met de zegels van den proost en van het convent in groene was, zeer geschonden.
193 1381 Maart 12
Dirc van Mattenesse geeft het klooster Coninxsvelt 5 hont land in Schieambacht om memorie mede te doen voor zijn ouders en zijn broeder.
Int jaer ons Heren dusend driehondert een ende tachtich op zinte Gregorius' dach.
Oorspr. ( Inv. no. 171 ). Met het. zegel van den oorkonder in groene was.
(reg. no. 193).
(reg. nos. 111 en 123).
123 1348 September 18
Jan, proost, en gemeen convent van Koninxvelt bewijzen het klooster 14 hont 38 roeden land in Vlaerdinghe, gekocht van Screvel Filpsz. en 4 hont land van de 4 morgen in Rijswic, gekocht van Willem van Waerdensteyn, beide door vrouw Aechte van Leyden, ter bekostiging der pitancie.
Int jaer ons Heren dusent driehondert achte ende viertich des anders daghes na sente Lambrechts daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 172.2 ). Met de zegels van den proost en van het convent in groene was, het eerste zeer, het tweede weinig geschonden.
111 1342 Augustus 1
Schepenen van den Woude in heer Jans ambacht van Wateringhe te Vlaerdinghe oorkonden, dat Screvel, Gheraert en Bartout Philips' zoons, Jan en Willem, Machtelt Screvels zusters kinderen, Lysebeth, Margriet en de vrouw van Jan Ysebrantsz., Screvels zusters, afstand doen van hun aanspraken op 14 hont 38 roeden land ten behoeve van het klooster Coninxvelt.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° twee ende viertich des Donredaeghs op zente Pieters dach te inghaende oghest.
Oorspr. ( Inv. no. 172 ). Met het gemeen schepenzegel in groene was.
368 1568 December 1
Schepenen van Delf oorkonden, dat Willem Vranckenz. van Diemen heeft verkocht aan jonkvrouw Elysabeth van der Does, memorievrouwe van Coninxvelt, ten behoeve dier memorie, twee renten ten laste van de grafelijkheid, groot 12 pond 10 schellingen Vlaamsch, losbaar met 200 dergelijke ponden, en 9 pond 7 schellingen 6 penningen, losbaar met 150 pond, waarvan de eerste verzekerd is op het overschot der domeinen, die de stad Delf in handen heeft, en de andere op het inkomen van de griffie van het Hof van Holland.
Gedaen den eersten Decembris anno XVc acht ende tsestich.
Oorspr. ( Inv. no. 173 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het eerste geschonden, het tweede afgebroken.
(reg. no. 368).
341 1514 Maart 21
Burgemeesters, schepenen, raden en ingezetenen van Delf oorkonden, dat zij verkocht hebben aan de memorie van Coninxvelt een rente van 13 schellingen Vlaamsch jaarlijks, losbaar met 9 dergelijke ponden.
Dit was gedaan int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende dertien opten een ende twintichsten dach in Maert nae tscriven der voirsz. stede van Delft.
Oorspr. ( Inv. no. 174 ). Met het groot zegel in groene was.
(reg. no. 341).
362 1564 Maart 14
De notaris Cornelis Harmansz. van Naerden instrumenteert, dat Cornelia van Erp, conventuale van Coninxvelt, gewijsde, verklaart geen recht te hebben op den rentebrief, sprekende van 12 gulden jaarlijks ten laste der steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leyden, Amsterdam en Gouda, hoewel die door Heynric Vranckenz., rentmeester der memorie van het klooster, op haar naam is gezet.
Aldus gedaen in den voorsz. convente den XIIIIen Martiianno XVc LXIIII stilo communi.
Oorspr. ( Inv. no. 175 ). Met signatuur van den notaris.
(reg. no. 362).
184 1375 Februari 12
Schout en gemeen gezworenen in der Abdissen recht van Rijnsburch oorkonden, dat heer Dirc Martijnsz., priester, heeft gekocht van Pieter Wende een rente van 19 schellingen Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf.
Int jaer ons Heren dusent driehondert vive ende tseventich des Manendaghes na sinte Aechten dach.
Oorspr. ( Inv. no. 176 ). Met twee zegels in groene was.
In dorso staat, dat na den dood van Machteld van Delf, de kerk van deze rente 9, en het klooster 10 schellingen jaarlijks zal ontvangen voor memorie voor jonkvrouw Clemens van der Does, alles met consent van heer Heynreic Bijl, proost van Coninxvelt.
(reg. no. 184).
(reg. nos. 268 en 280).
268 1448 Maart 4
Schout en gezworenen op de Gheer in der Abdissen recht van Reynsburch oorkonden, dat Pieter Harmansz. verkocht heeft aan Cornelys Jansz. de Haerwever een rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf aldaar.
Des Manendaechs opten vierden dach in Maerte int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende viertich na den loop van onsen Hove van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 177.2 ). Met de zegels van den schout en van het ambacht in groene was, waarvan het eerste zeer, het tweede weinig geschonden. Met transfix d.d. 1453 September 17 (zie regest no. 280).
280 1453 September 17
Schout en gezworenen op de Gheer in der Abdissen recht van Reynsburch oorkonden, dat Dirc Cornelisz. heeft opgedragen aan Oem Dirxz., ten behoeve der memoriën en kosterijen of van de fabriek van het klooster Coninxvelt, de rente, vermeld in den brief d.d. 1448 Maart 4, waardoor deze gestoken is (zie no. 268).
Int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende vijftich tsManendages op sinte Lambrechts dach.
Oorspr. ( Inv. no. 177.1 ). Met het zegel van den schout on het ambachtszegel in groene was.
(reg. nos. 182 en 183).
182 1374 Januari 21
Schepenen van Delf oorkonden, dat Willem Naghel heeft gekocht van Kerstand Willemsz. een rente van 12 schellingen Hollandsch jaarlijks uit zijn huis en erf aan de Zuidzijde van de Pepersteeg.
Int jair ons Heren dusent driehondert drie ende tseventich tsDinxdaghes na sinte Poncyaens dach.
Oorspr. ( Inv. no. 178.2 ). Met een schepenzegel in groene was en een verloren. Met transfix d.d. 1374 Februari 3 (zie regest no. 183).
183 1374 Februari 3
Willaem Naghel verklaart, dat de rente, vermeld in den brief d.d. 1374 Januari 21, waardoor deze gestoken is (zie no. 182), toebehoort aan jonkvrouw Katrijn van Beveren, non in het klooster Coninxvelt, als lijfrente, welke rente na haar dood aan genoemd klooster komen zal, dat daarvoor jaarlijks memorie houden zal voor jonkvrouw Hildegond, vrouw van Dirk van Groenevelt, die dit aldus besproken heeft.
Int jaer ons Heren dusent driehondert drie ende tseventich des Donredaghes na onser Vrouwen dach te Lichtmisse.
Oorspr. ( Inv. no. 178.1 ). Met twee geschonden schepenzegels in groene was.
196 1383 April 20
Schepenen in Delf oorkonden, dat Jacob van Bry heeft verkocht aan het klooster Coninxvelt een rente van 10 schellingen Hollandsch jaarlijks uit zijn huis en erf aan de Zuidzijde van de Pepersteghe.
Int jaer ons Heren dusent driehondert ende tachtich tsDinxdaghes na beloken Paeschen.
Oorspr. ( Inv. no. 179 ). Met twee schepenzegels in groene was.
(reg. no. 196).
215 1400 Juli 13
Schepenen in Delf oorkonden, dat het klooster Coninxvelt heeft gekocht van Jan Post een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf aan den Burchwal.
Int jaer ons Heren dusent ende vierhondert tsDinxdaghes op sinte Margrieten dach.
Oorspr. ( Inv. no. 180 ). Met twee schepenzegels in groene was.
"In dorso staat: ""dit pond tjaers gheeft Jan van den Wiele1) den ghemeynen joncfrouwen, haer jaerghetide mede te doen""."
(reg. no. 215).
(reg. nos. 231 en 242).
242 1421 October 7
Schepenen in Delff oorkonden, dat Louwerys Dirc Louwensz. en Martijn, zijn broeder, hebben verkocht aan Clays van der Horst de helft van de rente, vermeld in den brief d.d. 1414 Mei 29, waardoor deze gestoken is (zie no. 234).
Int jair ons Heren MCCCC een ende twintich tsDinxdages na sinte Baven dage.
Oorspr. ( Inv. no. 181.1 ). Met twee schepenzegels in groene was.
234 1414 Mei 29
Schepenen in Delff oorkonden, dat Clays Heynenz. heeft verkocht aan Dirc van den Hoirne een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit de helft van zijn huis en erf aan den Nieuwen Langen dijc.
Int jair ons Heren MCCCC ende viertien tsDinxdages na sinte Urbanus' dage in Meie.
Oorspr. ( Inv. no. 181.2 ). Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1421 October 7 (zie regest no. 242).
(reg. nos. 258 en 309).
258 1442 Juli 3
Schepenen in Delff oorkonden, dat Jan de Wit Walichsz. heeft verkocht aan jonkvrouw Deliaen Jan Vossendr., non te Coninxvelt, een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf aan den Verwersdijck.
Int jair ons Heren MCCCC twee ende viertich tsDynxdages na der octave van sinte Jan Baptiste.
Oorspr. ( Inv. no. 182.1 ). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het tweede geschonden.
"In dorso staat: ""Elemeys van Enghe heeft dit ghegheven in die memorie mit Dirc Claesz."""
309 1466 April 19
Schepenen in Delff oorkonden, dat Jan Butsiell Heynrixz. is gepacht ten behoeve der memorie van Coninxvelt voor 1 pond Hollandsch jaarlijks den 3en penning meer, en dat hij in panding heeft ontvangen een rente van 18 penningen Hollandsch jaarlijks uit Dirk die Droichscheriaers huis en erf aan den Verwersdijck.
Int jair ons Heren MCCCC zessende tsestich tSaterdages opten XIXen dach in Aprill.
Oorspr. ( Inv. no. 182.2 ). Met twee geschonden schepenzegels in groene was.
"In dorso staat: ""trecht is verloren van achttien pennynck""."
(reg. nos. 323 en 324).
324 1491 November 3
Jacop van Eynde Dircxz. verkoopt aan jonkvrouwe van der Does, kosterin van Conynxvelt, ten behoeve van de kerk een rente van 1 pond Hollandsch jaarlijks, vermeld in den brief d.d. 1491 October 17, waardoor deze gestoken is (zie no. 323), terwijl de 10 stuivers, waarvan dezelfde brief spreekt, zijn afgelost.
Opten derden dach in Novembri anno XIIIIc een ende tneghentich.
Oorspr. ( Inv. no. 183.1 ). Met de zegels van Wigger Pietersz. en Frans Sonderdanck in groene was.
323 1491 October 17
De Heilige-Geestmeesters van de kerk te Voirburch verkoopen met toestemming van Phillips van Wassenair, ridder, collateur van de kerk, aan Jacop van Eynde een rente van 10 stuivers jaarlijks uit diens land en een van 1 pond jaarlijks ten laste van het klooster Coninxvelt.
Opten seventhienden dach in Octobri int jair ons Heren duysent vierhondert een ende tnegentich.
Oorspr. ( Inv. no. 183.2 ). Met het zegel van Phillips van Wassenair in roode was. Met transfix d.d. 1491 November 3 (zie regest no. 324).
126 1349 Mei 5
Schepenen in die Haghe oorkonden, dat Clays van der Vete verkocht heeft aan jonkvrouw Engelbaer, non te Coninxvelt, een rente van 12 schellingen Hollandsch jaarlijks uit zijn huis en hofstede, welke rente na haar dood aan het klooster komen zal.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent drie hondert neghen ende viertich des Dinsdaghes na Meyendaghe.
Oorspr. ( Inv. no. 184 ). Met het gemeen schepenzegel in groene was.
"In dorso staat ""Opte Spoeystraat, nunc Claes Gel""."
(reg. no. 126).
127 1349 November 23
Schepenen in die Hage oorkonden, dat Wortel Clays Ommeloepsz. verklaart schuldig te zijn aan jonkvrouw Enghelbaere, non te Coninxveld, een rente van 12 schellingen Hollandsch jaarlijks uit zijn huis en hofstede, die na haar dood aan het klooster komen zal.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ende neghen en de viertich des Manendaghes voer sinte Katrinen daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 185 ). Met het gemeen schepenzegel in groene was, geschonden.
"In dorso staat: ""in die Spoyostrate, Willem van Hairlem ende Pieter Reymbrandtsz.""."
(reg. no. 127).
(reg. nos. 141 en 142).
142 1356 Februari 5
Jan, proost, priorin, onderpriorin en gemeen convent van Coninxvelt veroorloven zuster Machtelt Claes Brabandersdr. te gebruiken haar leven lang 1 pond Hollandsch jaarlijks uit het land van vrouw Lijsbet van Zerixe in Hildigaersberch, welke rente na haar dood aan het klooster zal komen.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° ses ende vijftich op sinte Agathen dach.
Oorspr. ( Inv. no. 186.2 ). Met de zeer geschonden zegels van den proost en van het convent in groene was.
141 1356 Februari 5
Jan, proost, priorin, onderpriorin en gemeen convent van Conynxvelt veroorloven aan Lijsbet van Zerixe, non, haar leven lang de rente uit 4 morgen land in Hildegaertsberch te gebruiken behalve 1 pond jaarlijks, dat zuster Machtelt Claes Brabandersdr. zal ontvangen, terwijl de heele rente na Lijsbets dood aan het klooster komen zal.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° ses ende vijftich op sinte Agathen dach.
Oorspr. ( Inv. no. 186.1 ). Met geschonden zegel van het convent en een stuk van dat van den proost in groene was.
(reg. no. 373).
373 1571 October 20
Schepenen van Hodenpijl oorkonden, dat Jan Jansz. heeft verkocht aan Heynrick Vranckenz. van Diemen, rentmeester der memorie van Conincxvelt, een rente van 12 carolusguldens jaarlijks, losbaar met den penning 16, waarvoor hij 7 morgen land verbindt.
Ghedaen den XXen October anno XVc een ende tseventich stilo communi.
Oorspr. ( Inv. no. 187 ). Met het ambachtszegel in groene was.
"Hieraan is vastgenaaid een stuk perkament, waarop staat, dat van de 12 car. gids. er slechts 9 aan de memorie toekomen, terwijl de andero 3, gekocht met de erfenis van Abraham van Vanevelt, in leven proost van het klooster, bestemd zijn voor de ""scamcle buyeren over Coeninxvelt""."
355 1547 Juni 20
Schout en schepenen van Ketel oorkonden, dat Jan Jansz. Broeck, Floris Jorisz. en Katrijn Joris Claes' zoons wed. hebben verkocht aan Vranck Bartholomeesz., rentmeester der memorie van Conincxvelt, een rente van 6 carolusguldens jaarlijks uit 3 morgen land aldaar, losbaar met den penning 16.
Opten vier ende twyntichsten dach in Junio anno XVc seven ende veertich.
Oorspr. ( Inv. no. 188 ). Met het ambachtszegel in groene was.
(reg. no. 355).
(reg. nos. 358, 363, 365 en 366).
366 1567 October 31
Herbert Pietersz., weesmeester te Harderwijck, verklaart ontvangen te hebben van Henrick Vranckenz. van Diemen, rentmeester der memorie van Coeninxvelt, 48 pond Vlaamsch als hoofdsom van een rente van 3 pond jaarlijks, en de rente over 3 maanden en 1 week.
Den lesten Octobris anno XVc sevenentsestich.
Oorspr. ( Inv. no. 189.4 ).
Deze brief is vastgenaaid aan dien van 1557 Juli 28 (zie regest no. 358).
358 1552 September 28
Schepenen van Maeslant oorkonden, dat Anderis Claesz. heeft verkocht aan heer Abraham van Vanevliet, proost van Campus Regis, een rente van 10 carolusguldens jaarlijks, losbaar met 252 dergelijke guldens, waarvoor hij zijn woning verbindt met 28 morgen land.
Gedaen opten XVIIIen Julii anno XVc seven ende vijftich.
Oorspr. ( Inv. no. 189.3 ). Met geschonden ambachtszegel in groene was. Met twee transfixen d.d. 1564 April 7 en 1567 Octobor 26 (zie de nos. 363 en 365), terwijl hieraan is vastgenaaid een brief d.d. 1567 October 31 (zie regest no. 366).
363 1564 April 7
Schepenen van Maeslandt oorkonden, dat Andries Claesz. verklaard heeft van heer Abraham van Vanevelt, proost van Campus Regis, bij de hoofdsom, groot 42 pond Vlaamsch, (= 252 car.-guldens) vermeld in den brief d.d. 1557 Juli 28, waardoor deze gestoken is (zie no. 358), nog 6 pond onvangen te hebben, waarvan hij evenwel niet meer rente betaalt dan de 18 carolusguldens daar genoemd.
Opten VIIen Aprillis anno XVc vyerentzestich na Paeschen.
Oorspr. ( Inv. no. 189.2 ). Met het ambachtszegel in groene was.
365 1567 October 26
Burgemeesters, schepenen en raad van Harderwijck oorkonden, dat de weesmeesters aan Henrick Vranckenz. van Diemen, rentmeester van de memorie van Conyncxvelt, hebben opgedragen een rente van 18 carölusguldens, vermeld in den brief d.d. 1557 Juli 28 (zie no. 358), hun aangekomen door overlijden van Abraham van Vanevelt.
In den jaer ons Heeren duysent vijffhondert soeven end sestich den sessentwyntichsten dach Octobris.
Oorspr. ( Inv. no. 189.1 ). Met het stadszegel in groene was.
313 1470 September 27
Jan van der Hage Gillisz. en Katrijn Philips Odsiersz. de Blotendr., zijn vrouw, verkoopen aan meester Jan van Velde, rentmeester der memoriën van Coninxvelt, een rente van 3 pond Hollandsch jaarlijks uit 2½ morgen land in Ouderschie.
Opten XXVIIen dach in Septembri int jair ons Heeren MCCCC ende tseventich.
Oorspr. ( Inv. no. 190 ). Met de zegels van Jan voornoemd en van Jacob van Velde, schout van Hodenpijl, in groene was, waarvan het laatste geschonden.
(reg. no. 313).
(reg. nos. 116 en 125).
125 1348 September 18
Jan, proost, en het convent van Koninxvelt veroorlooven jonkvrouw Foyse, non, haar leven lang de rente uit 5 hont lant te Rijswic te gebruiken, die zij betaald heeft, en een jaarlijksche rente van 40 schellingen Hollandsch uit een huis met erf te Rotterdam buiten den dijk, welke beide renten na haar dood aan het klooster zullen komen.
Int jaer ons Heren dusent driehondert achte ende viertich des anders dages na sente Lambrechts daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 191.2 ). Met geschonden zegel van het convent in groene was.
116 1345 Maart 16
Schepenen in Rotterdam oorkonden, dat Jacop Pietersz. heeft verkocht aan heer Jan van Woudrichem, proost van Coninxvelt, een rente van 40 schellingen Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf buiten den dijk.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° vijf ende viertich des Woensdaghes voer sint Gheertruden daghe.
Oorspr. ( Inv. no. 191.1 ). Met twee geschonden schepenzegels in groene was.
(reg. nos. 239 en 240).
240 1417 Juni 7
Schepenen in Rotterdam oorkonden, dat Dirc Boudijnsz verklaard heeft schuldig te zijn aan het klooster Conincxvelt een rente van 20 schellingen Hollandsch jaarlijks uit een huis en erf in de Lombaertstraet.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende zeventhien opten zevensten dach in Junio.
Oorspr. ( Inv. no. 192.2 ). Met twee schepenzegels in groene was.
In Inv. nr. 168, fo. IV vo. is alleen sprake van een rente, zoodat het huis (zie reg. no. 239) niet eigendom van het klooster gebleven zal zijn.
239 1417 Mei 27
Schepenen in Rotterdam oorkonden, dat zij aan Elemeynse van Enghe, ten behoeve van het klooster Conincxvelt, hebben overgegeven een erf met daarop staande kamer in de Lombaertstraet, met een rentebrief sprekende van 40 schellingen Hollandsch jaarlijks daaruit d.d. 1398 October 28.
Int jaer ons Heeren dusent vierhondert ende zeventhien opten zeven ende twintichsten dach in Meye.
Oorspr. ( Inv. no. 192.2 ). Met twee geschonden schepenzegels in groene was, drie verloren.
170 1364 Maart 26
Lijsbeth, jonkvrouw van Zwinderch, vermaakt bij testament aan Rijckaert, haar dochter, 1) 3 morgen 2 hont land in het ambacht van Maeslandt met de bepaling, dat die na Rijckaerts dood aan Lijsbets erfgenamen zullen komen, en aan het klooster Coninxvelt 30 schellingen Hollandsch uit 8 morgen land in Rijswijc, geheeten Sculenborch.
Int jaer ons Heren dusent driehondert vier ende tsestich des Dinxdaghes an die Paescheylidaghen.
Oorspr. ( Inv. no. 193 ). De zegels van heer Mattijs van der Borch, persoon van Delf, heer Philips van Pollanen, ridder, en Ysebrant Kaelwaertsz., knape, verloren.
(reg. no. 170).
180 1371 October 10
Willaem van Kessel, pastoor te Sciedam, belooft het klooster Coninxvelt, zoolang hij pastoor is, jaarlijks te geven 8 pond Hollandsch ter bekostiging van pitancie en vesterie en 4 pond Hollandsch, die Jan van den Polle het beloofde uit zijn huis en boomgaard.
Ghegheven in den jaer ons Heren M°CCC° een ende tseventich up sinte Victors dach.
Oorspr. ( Inv. no. 194 ). Het zegel van den pastoor verloren.
(reg. no. 180).
(reg no. 139 en 140).
140 1356 Februari 5
Jan, proost, priorin, onderpriorin en gemeen convent van Conynxvelt veroorloven vrouw Aghet van Leyden gedurende haar leven te gebruiken de helft van de rente uit 7½ hont land en 10 van de 40 schellingen rente jaarlijks uit 5 morgen land op het Hoefstat, alles gelegen in Vlaerdingher ambacht en gekocht van Jan Screvel Philipsz. met het geld van genoemde Aghet, welke renten na haar dood aan het klooster zullen komen.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCC° ses ende vijftich op sinte Aghaten dach.
Oorspr. ( Inv. no. 195 ). De zegels van den proost en van het convent verloren.
139 1356 Januari 4
Schepenen van den Woude oorkonden, dat Jan Screvel Fillipsz. verkocht heeft aan heer Jan, proost van Coennynxvelt, een rente van 40 schellingen Hollandsch jaarlijks uit 5 morgen land op het Hoefstat.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ses ende vijftich des Manendaghes na Jaersdaghe.
Oorspr. ( Inv. no. 195.1 ). Met geschonden schepenzegel in groene was.
147 1357 September 1
Jan van Woudrichem, proost, priorin, onderpriorin en gemeen convent van Coninxvelt veroorloven zuster Margriet van Dordrecht, Ghise Dukincsdr., haar leven lang te gebruiken de rente uit 5 morgen land in den Cleynen Broec te Vlaardinghen door haar gekocht, welke rente na haar dood aan het klooster komen zal, dat daarvoor eenige kerkplechtigheden voor haar en haar ouders jaarlijks zal doen verrichten.
Ghegheven int jaer ons Heren M°CCG° seven ende vijftich op sente Gillys' dach.
Oorspr. ( Inv. no. 196 ). Met stukken van de zegels van proost en convent in groene was.
(reg. no. 147).
356 1549 Maart 5
Schout en schepenen van Vlaerdinger ambacht oorkonden, dat Willem Ariaensz. Strijckoff verkocht heeft aan Vranck van Dyemen Bertholomeesz., rentmeester van de memorie van Conincxvelt, een rente van 3 carolusguldens jaarlijks, losbaar met den penning 16, waarvoor hij 13 hont land aldaar verbindt.
Actum den vijffden dach in Maert anno XVc negen ende veertich nae tgemeen scriven tbisdom van Utrecht.
Oorspr. ( Inv. no. 197 ). Met het ambachtszegel in groene was.
(reg. no. 356).
301 1462 April 29
Margriete Voppendr. verkoopt aan Jan Butsiel Heynrixz., ten behoeve der memorie van Coninxvelt, de renten, vermeld in den brief d.d. 1431 Januari 21, waardoor deze gestoken is (zie no. 247).
Int jaer ons Heren duysent vierhondert twee ende tsestich opten negen ende twintichsten dag in Aprille.
Gevidimeerd in den brief d.d. 1530 September 19 (zie regest no. 344).
247 1431 Januari 21
Pieter Symonsz. huurt van Diedwaer Dirc Voppenzoons wed. een perceel land in Voirburch.
Int jair ons Heren MCCCC ene ende dertich op sinte Agnieten dach.
Gevidimeerd in den brief d.d. 1530 September 19 (zie regest no. 344). Door het oorspr. van dezen brief was gestoken een brief d.d. 1462 April 29 (zie regest no. 301).
344 1530 September 19
Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Delff geven vidimus van de brieven d.d. 1431 Januari 21 en 1462 April 29 (zie de nos. 247 en 301).
Den neghentiensten dach van Septembri anno XVc ende dertich.
Oorspr. ( Inv. no. 198 ). Het zegel ten zaken verloren.
(reg. nos. 247, 301 en 344).
(reg. nos. 159 en 167).
159 1360 Mei 4
Schepenen van den Woude oorkonden, dat Jan Kerstantsz. verkocht heeft aan Vrancke Maenginz. een rente van 3 pond Hollandsch jaarlijks uit 3½ morgen land met daarop staande huizen op het Hoefstat.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ende tsestich des Manendaghes na Meyedaghe.
Oorspr. ( Inv. no. 199.1 ). Met het gemeen schepenzegel in groene was.
Aan dezen brief was vastgenaaid die van 1361 November 14 (zie regest no. 167).
167 1361 November 14
Schepenen van den Woude oorkonden, dat Vrancke Maenkijnsz. verkocht heeft aan Mergriet van den Boesch, non te Conynxvelt, 3 pond Hollandsch jaarlijks uit 3½ morgen land met daarop staande huizen, gelegen op de Hoechstat.
Ghegheven in jaer ons Heren dusent driehondert een ende tsestich des Sonnendaghes na sinte Maertijns daghe in den winter.
Oorspr. ( Inv. no. 199.2 ). Met het gemeen zegel der schepenen in groene was en geschonden.
Deze brief was vastgenaaid aan dien d d. 1360 Mei 4 (zie regest no. 159).
Floris de Voogd schonk in 1258 het patronaatsrecht en de kerk zelf met al haar inkomsten aan het klooster. Willem II moet dat evenwel reeds eerder gedaan hebben, al was het dan slechts mondeling. Machteld, zijn moeder, verklaart tenminste in 1264, dat zij gehoord heeft, dat haar zoon Willem het aan het nonnenklooster geschonken heeft, en dat Floris en na hem Aleid de schenking hebben bevestigd. Een dergelijk getuigenis leggen twee gewezen kapelaans van den Roomsch koning af. Al die bevestigingen (Alle gedrukt bij Van Heussen pag. 418.) waren waarschijnlijk noodig bij den dood van een zekeren Willem, die rector was, toen de schenking gedaan werd, en dat gedurende zijn leven blijven mocht. De proost zelf werd na hem de eerste pastoor.
(reg. nos. 4-7 en 9).
4 1258 Februari 22
Florentius, voogd van Hollandia, schenkt het patronaatsrecht der kerk van Pijnacker en de kerk zelf, bij afstand of overlijden van Wilhelmus, rector dier kerk, aan het klooster Coningesfelt.
Datum apud Hage anno Domini M°. ducentesimo quinquagesimo septimo in cathedra beati Petri apostoli.
Oorspr. ( Inv. no. 200.1 ). Met geschonden zegel van den oorkonder in witte was.
Gedrukt: v. d. Bergh Oorkb. II no. 38.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III. nr. 1178, blz. 179.
9 1261 November 2
Aleidis, weduwe van Johannes de Avenis, voogdes van Hollandia en Zelandia, bevestigt de gift van het patronaatsrecht over de kerk van Pinacker en van de kerk zelf, door haar broeder Florentius aan het klooster Campus Regis gedaan.
Datum in Zande anno Domini M°CC°LXI° in die Animarum.
Oorspr. ( Inv. no. 200.4 ). Met stukken van het zegel van Aleidis in witte was.
Gedrukt: v. d. Bergh Oorkb. II no. 79.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III. nr. 1270, blz. 227-228
5 1259 Juli 1
Henricus, bisschop van Trajectum, bevestigt de schenking van het patronaatsrecht over de kerk van Pijnacker en van de kerk zelf, door Florentius, voogd van Hollandia, gedaan aan het klooster Cuningesfelt, en gelast Jacobus, deken van St. Johannes te Trajectum, te zorgen, dat het klooster in dat bezit niet gestoord wordt.
Datum apud Trajectum anno Domini M°CC°L° nono in octavo nativitatis beati Johannis Baptiste.
Oorspr. ( Inv. no. 200.2 ). Met geschonden zegel van den oorkonder in witte was.
Gedrukt: v. Heussen pag. 418.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III. nr. 1217, blz. 221-222.
7 (c. 1259 of 1264)
Laurentius, pastoor van Vorhoyt, vroeger kapelaan van Wilhelmus, Roomsch koning, verklaart, dat deze de kerk van Pynacker en het patronaatsrecht heeft gegeven aan het klooster Coningsvelt.
Oorspr ( Inv. no. 200 ). Met overblijfsels van het zegel van den oorkonder in roode was.
Gedrukt: v. Heussen pag. 419.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III. nr. 1397, blz. 420.
6 (c. 1259 of 1264)
Petrus, gardiaan te Middelburgh, vroeger kapelaan van Wilhelmus, Roomsch koning, verklaart, dat deze de kerk van Pinacker en het patronaatsrecht heeft geschonken aan het klooster Coningsfelt.
Oorspr. ( Inv. no. 200.3 ). Met zeer geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
Gedrukt: v. Heussen pag. 419.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III. nr. 1393, blz. 421-422.
(reg. no. 11-14).
11 1264 Juni 16
Hermannus Albus, kanunnik te Trajectum, officiaal van den proost en aartsdiaken, draagt aan proost en klooster van Coningsvelt de cure van de kerk te Pinacker op.
Datum anno Domini M°CC° sexagesimo quarto Dominica ante vigiliam Johannis Babtiste.
Oorspr. ( Inv. no. 201 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
In vertaling gedrukt bij Van Rijn pag. 731.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III. nr. 1359, blz. 381-382.
13 1264
Megthildis, gravin van Hollandia, moeder van Wilhelmus, Roomsch koning, verklaart gehoord te hebben, dat haar zoon het patronaatsrecht van de kerk van Pinacker en de kerk zelf heeft gegeven aan de nieuwe stichting Coningsvelt, welke schenking Florentius, voogd, en Aleidis, weduwe van Johannes de Avenis, voogdes van Hollandia en Zeelandia, bevestigd hebben.
Datum anno Domini M°CC° sexagesimo quarto.
Oorspr. ( Inv. no. 201 ). Het zegel van Megthildis verloren.
Gedrukt v. d. Bergh Oorkb. II no. 121.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III. nr. 1384, blz. 412-413.
12 1264 Juni 20
Aleidis, zuster van Wilhelmus, Roomsch koning, weduwe van Johannes de Avenis, verklaart het patronaatsrecht over de kerk van Pinacker en die kerk zelf, dadelijk na den dood van den plebaan Wilhelmus, aan de nieuwe stichting Coningsvelt gegeven te hebben.
Datum apud Coningsvelt anno Domini M°CC° sexagesimo quarto feria sexta ante festum beati Johannis Baptiste.
Oorspr. ( Inv. no. 201.1 ). Met geschonden zegel van Aleidis in groene was.
Gedrukt: v. d. Bergh Oorkb. II no. 114.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III. nr. 1358, blz. 380-381.
14 1265 Juni 24
Gobertus de Perwes, proost en aartsdiaken ten Dom te Trajectum, draagt, op voorstel van Aleidis de Hanonia, weduwe van Johannes de Avenis de cure van de kerk te Pinacker op aan den proost van Beata Maria te Koningsvelt.
Datum anno Domini M°CC° sexagesimo quinto in die beati Johannes Babtiste.
Oorspr. ( Inv. no. 201.2 ). Met weinig geschonden zegel van den oorkonder in witte was.
"Gedrukt: v. Heussen pag.419. In dorso staat: ""Item noch hoe dat die proist van Coninxvelt selve in die kerck tot Pynnaker ingeleyt is geweest""."
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III. nr. 1394, blz. 422-423.
84 1321 Juli 14
De officiaal van de aartsdiaken ten Dom te Trajectum gelast den priester te Noetdorp op drie Zon- of feestdagen Alvaldus de Doesburgh, kanunnik van Insula beate Marie, hem door Arnoldus, proost van Campus Regis, voorgedragen tot pastoor der kerk te Pijnacker, vacant door den dood van Remboldus, in die kerk af te kondigen.
Datum anno Domini M°CCC° vicesimo primo feria tercia post beate Margarete virginis.
Oorspr. ( Inv. no. 202 ). Het zegel van den officiaal verloren. Met transfix d.d. 1321 Juli 26 (zie regest no. 85).
In vertaling gedrukt bij Van Rijn, pag. 731.
85 1321 Juli 26
Johannes, cureit te Noetdorp, bericht den officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum, dat hij voldaan heeft aan de opdracht, vermeld in den brief d.d. 1321 Juli 14, waardoor deze gestoken is (zie no. 84), en dat niemand zich verzet heeft.
Datum anno Domini M°CCC° vicesimo primo in crastino Jacobi apostoli.
Oorspr. ( Inv. no. 202 ). Het zegel van den cureit verloren.
(reg. no. 84 en 85).
92 1326 Januari 9
De officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum gelast Johannes, investitus in de kerk te Berkel, en Cristianus, kapelaan te Delf, priesters, om Arnoldus de Herenthals, kanunnik van Insula beate Marie, door den proost van Campus Regis voorgedragen tot pastoor der kerk te Pijnacker, vacant door afstand van Johannes de Beke, in het bezit dier kerk te stellen.
Datum anno Domini M°CCC° vicesimo sexto feria quinta post Epiphaniam Eiusdem.
Oorspr. ( Inv. no. 203 .) Het zegel van den oorkonder verloren.
(reg. no. 92).
100 1330 Januari 29
De officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum gelast Johannes, investitus der kerk te Berkel, en Johannes, cureit te Notorp, priesters, om broeder Gerardus, kanunnik van Insula Sancte Marie, door Nychelaus, proost van Campus Regis voorgedragen tot pastoor der kerk te Pijnacker, vacant door den dood van broeder Theodericus, in het bezit dier kerk te stellen.
Datum anno Domini M°CCC° tricesimo feria secunda post conversionem beati Pauli apostoli.
Oorspr. ( Inv. no. 204 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
(reg. no. 100).
107 1337 November 30
Johannes, investitus der kerk te Noetdorp, bericht den officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum, dat hij gevolg heeft gegeven aan de opdracht, vermeld in den brief d.d. 1337 November 27, waardoor deze gestoken is (zie no. 106).
Datum anno Domini M°CCC° XXXVII° Dominica prima Adventus Domini.
Oorspr. ( Inv. no. 205 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
Het transfix is losgeraakt.
108 1337 December 6
De officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum gelast priesters en kapelaans, die dezen brief zullen ontvangen, broeder Ghoswinus de Loede, door Fredericus, proost van Campus Regis, voorgedragen tot de kerk van Pijnacker, in het bezit dier kerk te stellen.
Datum anno Domini M°CCC° tricesimo septimo Sabbato post beati Andree apostoli.
Oorspr. ( Inv. no. 205 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
106 1337 November 27
De officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum gelast priesters en kapelaans, die dezen brief zullen ontvangen, broeder Ghosvinus de Loede, door Fredericus, proost van Campus Regis, voorgedragen tot pastoor der kerk te Pinacker, een Zon- of feestdag in die kerk te proclameeren en allen voor hem te dagvaarden, die tegen de voordracht bezwaar mochten hebben.
Datum anno Domini M°CCC° tricesimo septimo feria quinta post beate Katrine virginis.
Oorspr. ( Inv. no. 205 ). Het zegel van den oorkonder verloren. Met losgeraakt transfix d.d. 1337 November 30 (zie regest no. 107).
(reg. nos. 106-108).
128 1350 December 29
De officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum gelast den priesters in het dekanaat van Rijnlant om Aelwinus Vriman, door den proost van Campus Regis voorgedragen tot pastoor der kerk te Pijnacker, vacant door den dood van Goeswinus, in die kerk op drie Zon- of feestdagen af te kondigen.
Datum feria quinta post Innocentum anno Domini M°CCC° quinquagesimo primo.
Oorspr. ( Inv. no. 206 ). Het zegel van den officiaal verloren. Met transfix d.d. 1351 Januari 15, dat losgeraakt is (zie regest no. 129).
129 1351 Januari 15
Godefridus de Poel, priester in de kerk van Pijnacker, bericht den officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum, dat hij voldaan heeft aan de opdracht, vermeld in den brief d.d. 1350 December 29, waardoor deze gestoken is (zie no. 128), en dat niemand zich tegen de voordracht verzet heeft.
Datum in crastino Pontiani martyris, anno Domini M°CCC° quinquagesimo primo.
Oorspr. ( Inv. no. 206 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
(reg. nos. 128 en 129).
131 1353 October 20 v.s.
Broeder Johannes de Tongherloe, kanunnik der abdij te Bern, bericht den proost van Campus Regis, dat hij om gezondheidsredenen afstand doet van de voorstelling tot pastoor der kerk te Pijnacker.
Datum anno Domini M°CCC° quinquagesimo tercio mensis Octobris die vicesima.
Oorspr. ( Inv. no. 207 ). Met het zegel van den oorkonder in groene was.
(reg. no. 131).
De kerk te Schiedam, liever gezegd te Nieuwendam, dat later met Ouderschie vereenigd, Schiedam werd, werd in 1276 door Aleid, weduwe van Jan van Avennes, gesticht en dadelijk bij de stichting aan het klooster gegeven. Reeds in 1290 werd het in de uitoefening van zijn recht door den abt van Egmond gestoord, aan welke twist geen einde kwam, voordat in 1314 de bisschop van Utrecht het klooster in zijn bezit gehandhaafd had. De vidimussen, die in 1324 weer noodig waren, doen een herhaling der oneenigheid vermoeden.
Deze kerk is niet zoals in de inventaris onder D 1, 2 vermeld wordt, in 1276, doch in 1262 gesticht. In het daar vermelde charter is sprake van een kapelanie op het huis te Rivier.
16 1276 September 5
Aleydis, weduwe van Johannes de Avenis, sticht een kapelanie op het h[uis] bij de rivier en begiftigt die met 10 pond jaarlijks, te innen uit landhuur te Soutenvene door proost en klooster van Conincsvelt, die ook het patronaatsrecht over de kapelanie zullen hebben met de bepaling, dat wanneer de graaf van Holland het land in Zoutevene wil terugkoopen, het klooster 100 pond Hollandsch zal ontvangen.
Datum anno Domini M°CC°LXX sexto Sabbato ante nativitatem beate Virginis.
Oorspr. ( Inv. no. 208 ). De zegels van Aleydis en van Florentius, haar zoon, verloren.
"In dorso staat: ""cappelri opt huys te Ryver Sciedam""."
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III. nr. 1751, blz. 869-870.
(reg. no. 16).
17 1276 September 5
Aleydis, weduwe van Johannis de Avenis, geeft aan het gasthuis (te Schiedam), dat zij gesticht heeft, de kerk met het patronaatsrecht en begiftigt het met 18 morgen land in Matenesse, waarop het gasthuis, met haar toestemming, genoemde kerk geeft aan proost en convent van Coninxvelt met de opbrengst der tienden, die vroeger aan Theodericus genaamd Bokel behoorden en met andere inkomsten.
Datum anno [Domini M°CC°LXX] sexto Sabbato ante nativitatem beate Virginis.
Oorspr. ( Inv. no. 209 ). Met de zegels van Aleydis en van haar zoon Florentius in groene was, beide geschonden.
"In dorso staat: ""hospitale Sciedam"". Het stuk is beschadigd en de datum is aangevuld naar reg. no. 16."
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. III. nr. 1752, blz. 870-871.
(reg. no. 17).
30 1298 Juli 9
De officiaal van het Hof van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum bepaalt, dat de proceskosten, door den priester Willem Terninck te betalen aan proost en convent van Campus Regis en aan Thomas, kanunnik van Insula beate Marie, rector van de kerk te Novodamme, 50 pond Tournooisch zullen bedragen.
Datum anno Domini M°CC°XC octavo feria quarta post translationem beati Martini.
Oorspr. ( Inv. no. 210 ). Met een stuk van het zegel van den oorkonder in groene was.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. IV, nr. 3409, blz.940-941 (met als datum 10 juli 1298) .
(reg. no. 30).
83 1316 Juli 22
Johannes de Haga, priester, bericht den officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum, dat hij op drie Zon- of feestdagen in de kerk te Novodamme Johannes de Beke, kanunnik, door den proost van Campus Regis voorgedragen tot pastoor der gemelde kerk, vacant door den dood van Johannes de Woudrichem, heeft afgekondigd.
Datum anno Domini M°CC° sexto decimo in die beate Marie Magdalene.
Oorspr. ( Inv. no. 211 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
(reg. no. 83).
(reg. no. 4 en 5 suppl.).
(reg. no. 6 suppl.).
(reg. nos. 22-26, 28, 72, 90 en 91 en 2-3 suppl.)
22 1290 Mei 30
De officiaal van het Hof van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum bepaalt Zaterdag na nativitas beati Johannis Baptiste tot den dag, waarop Henricus, priester, kanunnik van de kerk van Insula beate Marie, en Johannes de Leyden, priester in de kerk van Novodammum, tot welke kerk beide beweren te zijn aangesteld, hun zaak voor hem moeten bepleiten.
Actum anno Domini M°CC° nonagesimo feria tertia post Trinitatis.
a. Oorspr. ( Inv. no. 212 ). Het zegel van den officiaal verloren.
b. Oorspr. Het zegel van den officiaal verloren.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. IV, nr. 1963, blz. 157.
26 1290 Augustus 25
De officiaal van het Hof van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum herroept zijn uitspraak in het proces tusschen Johannes de Leden, priester, en den proost van Campus Regis over de kerk van Novodamme, en wijst die kerk aan genoemden proost toe.
Datum anno Domini M°CC° nonagesimo in crastino beati Bartholomei.
Oorspr. ( Inv. no. 212 ). Het zegel van don officiaal verloren.
Gedrukt: Suppl. J. de Fremery no. 271.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. IV, nr. 2517, blz. 884-885.
72 1314 Juli 16
Guydo, bisschop van Trajectum, bevestigt den proost van Coninxvelt in het bezit van het patronaatsrecht over de kerk en van het bestuur over het hospitaal te Scyedamme, hem gegeven door Aleidis, Guydo's moeder, tegenover den abt van Egmond, die er aanspraak op maakt.
Datum anno Domini M°CCC° quarto decimo feria tercia post beate Margarete virginis.
Gevidimeerd in den brief d.d. 1324 September 11 (zie regest no. 90.)
90 1324 September 11
Gherbrandus, kapelaan te Delf, geeft vidimus van den brief d.d. 1314 Juli 16 (zie n°. 72).
Anno Domini M°CCC° vicesimo quarto in die beatorum Proti et Jacincti martyrum.
Oorspr. ( Inv. no. 212 ). Het zegel van Gherbrandus verloren.
reg.nos. 22, 26, 73, 90, S2 en S3
24 1290 Juli 15
Betto, aartsdiaken van Antwerpium in het bisdom Cameracum, getuigt, dat vrouwe Aleydis, weduwe van Johannes de Avennis, stichtster van de kerk van Novodammum, het patronaatsrecht daarover aan proost en convent van Campus Regis heeft geschonken.
Actum anno Domini M°CC°LXXXX° in die Divisionis apostolorum.
Oorspr. ( Inv. no. 212.2 ). Met geschonden zegel van den aartsdiaken in groene was.
Gedrukt: Suppl. J. de Fremery no. 268.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. IV, nr. 2506, blz. 871.
23 1290 Juli 4
De officiaal van het Hof van Trajectum gelast den geestelijken van Delf en Pinacker den proost van Campus Regis en den pastoor, door dezen aangesteld in de kerk van Novodammum, maar door Johannes Friso, kanunnik van Trajectum als plaatsvervanger van den Domproost, met geweld daaruit verdreven, te handhaven, en den door genoemden Friso aangestelden kapelaan Henricus Kaets die kerk te doen verlaten.
Datum anno Domini MCCLXXXX in translatione beati Martini.
Oorspr. ( Inv. no. 212.1 ). Met stukken der zegels van den officiaal en de geestelijken van Delf en Pinacker in groene was.
Gedrukt: Suppl. J. de Fremery no. 268.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. IV, nr. 2502, blz. 867-868.
25 1290 Augustus 25
De officiaal van het Hof van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum verklaart, dat Johannes de Leden erkend heeft, dat de voordracht van den abt van Egmond tot pastoor van de kerk van Novodamme hem geen recht op die kerk geeft en bevestigt zijn afstand daarvan.
Datum anno Domini MmoCCmo nonagesimo in crastino beati Bartholomei.
Oorspr. ( Inv. no. 212.3 ). Met geschonden zegel van den officiaal in groene was.
Gedrukt: Suppl. J. de Fremery no. 270.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. IV, nr. 2516, blz. 464-465.
28 1294 November 29
Rechter, schepenen, raadsmannen en de gemeente van Sciedamme getuigen, dat Aleydis, weduwe van Johannes de Avennis, met toestemming van Heinricus, bisschop van Trajectum, de kerk te Nuwedam bij de zee gesticht heeft en het patronaatsrecht van genoemde kerk van Sciedam aan proost en convent van Campus Regis heeft geschonken.
Datum anno Domini M°CC° nonagesimo quarto in vigilia beati Andree apostoli.
Gevidimeerd in den brief d.d. 1324 September 11 (zie regest no. 91).
Gedrukt: Suppl. J. de Fremery no. 298.
Gedrukt: J.G. Kruisheer ed., Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, dl. V, nr. 2954, blz. 464-465.
91 1324 September 11
Gherbrandus, kapelaan te Delf, geeft vidimus van den brief d.d. 1294 November 29 (zie n°. 28).
Anno Domini M°CCC° vicesimo quarto in die beatorum Proti et Jacincti martyrum.
Oorspr. (Inv.no. 212.4). Met zegel van den kapelaan in groene was.
Gedrukt: Suppl. J. de Fremery no. 298.
98 1329 Augustus 23
Schepenen in Schyedamme oorkonden, dat Clais Vrankenz. aan de kerkmeesters aldaar het perceel land, dat hij van hen gekocht heeft, betaald heeft.
Int jaer ons Heren dusent driehondert ende neghene ende twintich in zente Bartelmeeus' avende.
Oorspr. ( Inv. no. 213 ). Met drie schepenzegels ia groene was, waarvan de twee laatste geschonden.
(reg. no. 98).
(reg. no. 7, 8 suppl.).
109 1337 December 13
De officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum bericht aan alle priesters en kapelaans in diens aartsdiakonaat, dat broeder Gerardus van Delf, kanunnik van Insula beate Marie. op voordracht van Fredericus, proost van Campus Regis, door den aartsdiaken is geadmitteerd als pastoor van Schyedamme en verzoekt hen, voor zoover daartoe aangewezen, genoemden Gerardus in het bezit der kerk te stellen.
Datum anno Domini M°CCC° tricesimo septimo Sabbato post conceptionem beate Marie virginis.
Oorspr. ( Inv. no. 214 ). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
(reg. no. 109).
354 1546 Januari 29
Abraham Vanevelt, proost, en het klooster Campus Regius presenteeren aan den aartsdiaken ten Dom te Trajectum Johannes Teynagel de Tyla, kanunnik van Insula beate Marie Virginis, als pastoor van de kerk van Johannes Baptiste in Schidam.
Datum in prefato monasterio Regii Campi anno millesimo quingentesimo quadragesimo sexto die vero Januarii vicesimo nono.
Oorspr. ( Inv. no. 215 ). Het zegel van het klooster verloren.
(reg. no. 354).
364 1564 November 21
De prins van Oraengen, graaf van Nassau enz., en raden des konings over Hollandt, Zeelandt en Vrieslandt committeeren den deurwaarder om de gasthuismeesters van het gasthuis van St. Lijsbeth te Haerlem te gelasten aan heer Jan van Hardenberch, pastoor te Schiedam, een half jaar lijfrente uit te betalen, verschenen op Allerheiligen I.I.
Gegeven in den Hage den XXIen Novembris XVc LXIIII.
Afschrift op papier. Gecollationeerd door J. de Dorp, notaris. ( Inv. no. 216 ).
(reg. no. 364).
369 1569 Augustus 30
De notaris Philips Jansz. van Sciedam instrumenteert, dat Johan van Beers, proost, priorin en seniores van het klooster Coninxsvelt hebben gegund aan heer Clemens Jacobsz. van Huckenhorst de cure van Sciedam, op voorwaarde, dat hij het klooster betalen zal de jaarlijksche rente van 3 carolusguldens, die het heeft uit den boomgaard der pastorie.
Ten jare, maent, dach als boven (den dertichsten dach Augusti ten jare XVc negenentsestich).
Oorspr. ( Inv. no. 217 ). Met signatuur van den notaris, het zegel van den proost in roode was en onderteekening van Clemens Jacobsz.
(reg. no. 369).
Aangaande de stichting dezer vicarie is niets te vinden. De fabriekmeesters van de kerk hadden het collatierecht.
359 1559 Juli 24
De officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum gelast priesters, klerken en notarissen om Johannes, zoon van Gijsbertus Lap, hem door de fabriekmeesters van de kerk te Pijnacker als collators voorgedragen voor de vaceerende vicarie van de H. Maria in genoemde kerk, in het bezit van die vicarie te stellen.
Datum anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesimo nono die vero vicesima quarta mensis Julii.
Oorspr. ( Inv. no. 218 ). Met handteekoning van Lamzweerde, notaris.
In dorso staat het getuigenis van Joannis Knijff, dat de inbezitstelling heeft plaats gehad op 1 Augustus 1559 (zie regest no. 360).
360 1559 Augustus 1
De notaris Joannis Knijff getuigt, dat Joannes, zoon van Ghijsbertus Lap, priester, in het bezit is gesteld van de vicarie, vermeld in den brief d.d. 1559 Juli 24, op welks rugzijde dit geschreven is (zie no. 359).
Anno 1559 die vero prima Augusti.
Oorspr. ( Inv. no. 218 ).
(reg. nos. 359 en 360).
Aangaande de stichting dezer vicarie is niets bekend.
243 1427 November 5
Udo, proost van Campus Regis, draagt den proost van Trajectum Wilhelmus Sass voor voor de vicarie op het altaar van st. Petrus in de parochiekerk te Sciedam, vacant wegens overlijden van Johannes Michaelsz.
Datum anno Domini millesimo quadringentisimo vicesimo septimo feria quarta infra octavam omnium Sanctorum.
Afschrift op papier ( Inv. no. 219 ).
(reg. no. 243).
Deze kapelanie werd in 1263 gesticht door Aleid weduwe van Jan van Avennes.
93 1329 Januari 1
Jan van Pollanen, ridder, Enghebrecht van Voirscoten, rentmeester van Northollant, en Henric heeren Diericsz., rentmeester van Kenemairland, oorkonden, dat Bartelmeus, pastoor van Zoeterwoude, door den proost van Coninxvelt begiftigd met de prove van het gasthuis te Delf, die hij evenwel door een ander liet waarnemen, daar hij geen priester is, heeft verklaard, dat heer Gherrit van Ommen, gemachtigd door den bisschop van Utrecht, genoemden proost in zijn patronaatsrecht heeft bevestigd, waarin hij door den persoon van Delf werd gestoord.
Ghegheven in die Haghe op den Jaarsdach int jaer ons Heren M°CCC° neghen ende twintich.
Oorspr. ( Inv. no. 220 ). De zegels der drie oorkonders verloren.
(reg. no. 93).
94 1329 Januari 1
Florens Hoychbuyc, kapelaan van Eykendunen, erkent voor mr. Heynric den Loysen, heer Jan van Pollanen, Wenemer van Brouke, Inghebrecht van Voirscoten, Heynric heeren Dierixz., Willaem den Cuser en Gherard Alewijnsz., dat de proost van Coninxvelt aan Willaem, zijn broeder, de prove in het gasthuis te Delf gegeven heeft, en dat deze er priester geworden zou zijn, als hij in leven gebleven was.
Ghegheven in die Haghe op den Jaersdach int jaer ons Heren dusent drie hondert neghen ende twintich.
Oorspr. ( Inv. no. 221 ). De zegels van Florens, Jan v. Polanen en Heynric heeren Dierixz. verloren.
(reg. no. 94).
223 1407 Juni 30
De notaris Jacobus de Kalkar instrumenteert, dat Garbrandus Johannesz., cureit te Sevenbergen in de diocees van Leodium, Petrus Baldewinusz. en Jacobus de Zande, vicarissen in de kerk te Delf, heeft gemachtigd om zijn kapelanie in het Oude Gasthuis aldaar terug te geven aan den proost van Campus Regis, den collator, wien hij bovendien heeft verzocht om Ghiselbertus Wilhelmusz. priester, in zijn plaats voor te dragen aan den aartsdiaken ten Dom te Trajectum.
Acta fuerunt haec in villa seu opide de Sevenbergen in domo habitationis dicti constituentis domini Garbrandi presbyteri Leodiensis dyocesis sub anno indictione mense die quibus supra hora vesperarum vel quasi (anno Domini millesimo quadringentesimo septimo indictione quarta decima ultima die mensis Junii).
Oorspr. ( Inv. no. 222 ). Met signatuur van den notaris.
(reg. no. 223).
Aangaande de stichting dezer kapelanie is niets bekend.
73 1314 Augustus 6
Johannes, proost van het klooster Campus Regis, geeft als collator de kapelanie van het hospitaal van st. Maria te Schyedamme, vacant door afstand van Johannes de Haghe met 10 pond Hollandsch jaarlijks aan inkomen aan Johannes Uust, priester.
Datum anno Domin[i M°]CCC° quarto decimo feria tertia post vincula Petri.
Oorspr. ( Inv. no. 223 ). Het zegel van den proost verloren. Met transfix d.d. 1314 December 3, dat losgescheurd is (zie regest no. 76).
74 1314 Augustus 6
Johannes, proost van het klooster Campus Regis, geeft als collator de kapelanie van het hospitaal van st. Maria te Schyedamme, vacant door afstand van Johannes de Haghe met 10 pond Hollandsch jaarlijks aan inkomen aan Johannes Uust, priester.
Datum anno Domin[i M°]CCC° quarto decimo feria tertia post vincula Petri.
Oorspr. (Inv no. 223). Het zegel van den proost verloren. Met transfix d.d. 1314 December 31 (zie nr. 77).
76 1314 December 3
De officiaal van het Hof te Trajectum bevestigt de collatie, vermeld in den brief d.d. 1314 Augustus 6, waardoor deze gesteken is (zie no. 73).
Datum anno Domini M°CCC° quarto decimo feria tercia(?) post festum beati Andree apostoli.
Oorspr. ( Inv. no. 223 ). Het zegel van den oorkonder verloren. De brief is losgescheurd van dien van 6 Augustus en is moeilijk leesbaar.
77 1314 December 31
Guydo, bisschop van Trajectum, bevestigt de vergeving van de kapelanie te Sciedamme, vermeld in den brief d.d. 1314 Augustus 6, waardoor deze gestoken is (zie no. 74).
Datum anno M°CCC° quinto decimo in die beati Silvestri.
Oorspr. ( Inv. no. 223 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
(reg. nos. 73, 74, 76 en 77).
Wanneer het gasthuis gesticht werd, is niet bekend. Volgens Meerman
J. Meerman, Geschiedenis van graaf Willem van Holland, Roomsch koning. 1783-1797. II. p. 26.
kort voor dat Richardis haar klooster liet bouwen In ieder geval was het in 1252, blijkens een bul van Innocentius IV, in het bezit van het kloosterD. van Bleyswijck. a. w. II. p. 496.
, zoodat we met Van Heussen mogen zeggen, dat Van Bleyswijck ernstig hallucineert, wanneer hij beweert, dat de proost, naar gewoonte der kerkelijken van die tijden, "dit gezag (van de stad Delft nl.) schijnt onderkropen en sijn klaeuw daarmede in geslagen te hebben." Het is waarschijnlijker, dat het anders om is gegaan. Floris V tenminste machtigde in het jaar 1282 de stad Delft, jaarlijks twee mannen te kiezen om toezicht te houden op het gebouw en de goederen van het hospitaal, opdat die niet onredelijk werden verteerd of doorgebracht.Van Heussen. p. 588.
. Het beheer door het klooster schijnt dus eenig toezicht noodzakelijk te hebben gemaakt. Een pauselijke brief van Johannes XXII van het jaar 1327 doet eveneens vreezen, dat dat beheer te wenschen overlietVan Heussen. p. 589.
. Op verzoek nl. der provisors van het gasthuis, gelast hij den proost van Koningsveld te zorgen, dat teruggegeven wordt, wat hij bevinden zal dat wederrechtelijk aan het gasthuis ontnomen is. Ten slotte regelde graaf Willem III het bestuur nog eens naar aanleiding van een twist tusschen het klooster en de regeering der stad, welke blijkbaar den proost niet gaf, waarop hij recht had, nl. 4 pond Holl. en 15 hoenders jaarlijks. Evenals Floris had gedaan, bepaalde ook hij, dat de stad twee mannen zou aanwijzen voor het toezicht van het gasthuis en zijn bezittingen, met welke beiden de proost ieder jaar een broeder of zuster zou kiezen, die de sleutels in bewaring zou krijgen met de rechten daaraan. verbonden. Hij of zij, met de twee door de stad aangewezen raadsmannen, zouden jaarlijks rekening doen voor den proost en schepenen. De broeder of zuster stond onder speciaal toezicht van den proost.101 1330 Juli 17
Willaem, graaf van Heynegouwen, Holland en Zeeland, heer van Vriesland, doet uitspraak in een geschil tusschen het klooster Coninxvelt en schepenen en raad van Delf aangaande het bestuur van het gasthuis te Delf.
Ghegheven in die Hage des Dinxendaghes na sente Margrieten dach int jaer ons Heren dusent driehondert ende dertich.
Oorspr. ( Inv. no. 224 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
Het stuk is in het raidden doorgesleten, waardoor enkele regels onleesbaar zijn. Gedrukt bij Van Bleyswijck p. 497.
(reg. no. 101).
287 1456 Juni 17
Phillips, hertog van Bourgoengiën enz., belooft heer Jan van Braedbeeck, proost van Coninxvelt, het gerecht van Delff en de gasthuismeesters van het Oude Gasthuis, dat er na overlijden van Zoete Walravensdr., op zijn verzoek als non in dat gasthuis aangenomen, nooit meer dan twee zullen zijn, die door proost, gerecht en gasthuismeesters aangewezen zullen worden.
Gegeven in onsen Hove van den Hage opten zeventiensten dach in Junio int jair ons Heren MCCCC ses ende vijftich.
Oorspr. ( Inv. no. 225 ). Met geschonden zegel van don oorkonder in roode was.
(reg. no. 287).
Voorheen Verspreide Charters inv. nr. 932 / Oud Bisschoppelijke Clerzij IX, 17
Het gasthuis werd evenals de kerk door Aleid van Henegouwen gesticht, waarschijnlijk gelijktijdig. Bij de stichting der kerk, gaf zij die aan het gasthuis, dat haar daarop aan liet klooster overdroeg. In 1315 kwam het klooster met de stad in botsing aangaande het bestuur zoowel als over het aanstellen van een kapelaan, waarop Gwy, bisschop van Utrecht, gelastte, dat men zich aan de stichtingsbrief van zijn moeder houden zou, die evenwel niet bewaard is.
78 1315 Januari 2
Guydo, bisschop van Trajectum, verklaart in overleg met zijn neef den graaf van Haynonia enz., in een geschil tusschen den proost van Campus Regis en schepenen van Zciedamme aangaande het bestuur van het hospitaal en het aanstellen van een kapelaan daarin, dat de stichtingsbrief van zijn moeder Aleydis gehandhaafd moet blijven, en behoudt zich, zijn neef en diens opvolgers de verbetering van dwalingen in het beheer voor.
Datum anno et die predictis et loco (anno Domini millesimo CCC° quinto decimo in crastino circumcisionis Domini apud Hagam.
Oorspr. ( Inv. no. 226 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
(reg. no. 78).
357 1552 September 23
Heer Abraham van Vannevelt, proost, verklaart in het bijzijn van het convent eenig zilverwerk in de conventskist geplaatst te hebben.
Anno XVc LII den XIII Septembris.
Oorspr. op. papier ( Inv. no. 227 ).
(reg. no. 357).
Voorheen Verspreide Charters inv. nr. 922
Voorheen Verspreide Charters inv. nr. 915
Voorheen Verspreide Charters inv. nr. 923
Voorheen Verspreide Charters inv. nr. 917
Voorheen Verspreide Charters inv. nr. 924