Terug naar zoekresultaten

3.18.17.02 Inventaris van de charters afkomstig van de abdij Leeuwenhorst, 1261-1571

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.18.17.02
Inventaris van de charters afkomstig van de abdij Leeuwenhorst, 1261-1571

Auteur

J. Bruggeman en J.A.M.Y. Bos-Rops

Versie

24-05-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2016 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Abdij van Leeuwenhorst: Charters
Leeuwenhorst: Charters

Periodisering

archiefvorming: 1261-1571
oudste stuk - jongste stuk: 1261-1571

Archiefbloknummer

35016.2

Omvang

822 inventarisnummer(s)

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Een gedeelte in het.
Nederlands
Latijn

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefdienst

Nationaal Archief, Den Haag

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Abdij Leeuwenhorst te Noordwijkerhout

Samenvatting van de inhoud van het archief

De stukken van het archief (onderdeel charters) van de abdij Leeuwenhorst betreffen vrijwel uitsluitend de administratie en financiën van de rentmeesters uit de periode tussen 1261 en 1571. De charters gaan over verwerving van, inkomsten uit en verlies van onroerende goederen, hoofdzakelijk gelegen in Noordwijk en Noordwijkerhout en omgeving, door aankoop, vererving, belening, schenking, huur, verhuur, ruil en verkoop, alsmede over het verkrijgen van periodieke ontvangsten en het doen van periodieke betalingen.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
In 1261 stichtten Aarnout en Waalwijn van Alkamade de abdij. Op St. Thomas-avond in 1262 werd de eerste steen gelegd. De nonnen werden omstreeks 1273 opgenomen in de orde van de cisterciënzers en onder toezicht gesteld van het mannenklooster te Kamp (Duitsland). De nonnen verwierven uitgebreid landbezit, voornamelijk in Rijnland en Delfland. Rentmeesters droegen voor het verpachten daarvan en het beheer daarover de verantwoordelijkheid, zodat de nonnen zelf zich aan een contemplatief leven konden wijden.
Zeker in de beginperiode was de abdij Leeuwenhorst een instelling die in aanzien stond. In eerste instantie werden er alleen adellijke jonkvrouwen uit Holland opgenomen, later ook uit andere gewesten, en bovendien kwamen er steeds meer dochters uit patriciërsgeslachten bij. Door deze vertegenwoordigers van lagere standen en de grotere geografische afstand nam de betrokkenheid van familieleden af. Hetzelfde gold op den duur ook voor het aanzien dat de abdij genoot.
Begonnen met acht tot twaalf zusters waren er later gemiddeld dertig zusters in het klooster. Na de landing van de watergeuzen bij Katwijk in 1571 vluchtten zij naar Leiden. In 1573, tijdens het beleg van Leiden, werd de abdij, inclusief de kerk, door Leidenaars vernietigd om gebruik door de Spanjaarden te voorkomen. Op dezelfde plek werd later een adellijke hofstede aangelegd.
In 1572-'73 werden met de komst van de Reformatie de kerkelijke goederen onteigend. Het gros van deze goederen werd bestemd voor het onderhoud van de publieke kerk. Met de abdijen van Rijnsburg en Leeuwenhorst stond het anders. In eerste instantie werden ze door de Staten van Holland geconfisqueerd en onder beheer van een rentmeester gesteld, die aan de nonnen een alimentatie uitbetaalde. De Staten wilden de goederen te gelde maken en de opbrengst gebruiken voor de strijd tegen Spanje en de Leidse universiteit. De edelen betoogden echter dat veel van de bezittingen van adellijke herkomst waren. De abdijen waren destijds gesticht door de graven en gravinnen van Holland om adellijke jonkvrouwen op te nemen. Bovendien had de adel ook later nog goederen geschonken voor hun onderhoud. Daarom beschouwden de edelen de geestelijke goederen min of meer als familiebezit, dat nog steeds moest dienen voor de verzorging van adellijke dames. Uiteindelijk lieten de Staten in 1586 de goederen van deze twee abdijen geheel aan de Ridderschap.
Nominaal bleven de abdijen ook na 1572 onder leiding van abdissen staan, die de Ridderschap tot in de zeventiende eeuw benoemde. In 1620 werd besloten voor Rijnsburg geen nieuwe abdis meer te benoemen en voor Leeuwenhorst werd eenzelfde besluit in 1634 van kracht. Nadien waren het oudste en het op een na oudste lid van de Ridderschap respectievelijk abt van Rijnsburg en Leeuwenhorst. Naast de abdissen werden rentmeesters aangesteld. Vanaf 1624 nam een lid van de Ridderschap voor Leeuwenhorst het rentmeesterschap waar. De eigenlijke werkzaamheden werden door commiezen uitgevoerd, aan wie veel verantwoordelijkheden werden toevertrouwd.
G. de Moor wijdde verschillende studies aan de abdij, waarvan de belangrijkste zijn:en. Zie voor de latere geschiedenis uitvoeriger de inleiding van inventaris 3.01.06 (het archief van de Ridderschap en edelen van Holland en West-Friesland, 1572-1795) en, de Verborgen en geborgen. Het cisterciënzerklooster Leeuwenhorst in de Noordwijkse regio (1261-1574) (Hilversum 1994) Lonen en prijzen in het cisterciënzerinnenklooster Leeuwenhorst bij Noordwijkerhout tussen 1410/11 en 1570/71 (Amsterdam 2000) Leeuwenhorst, een Hollandse buitenplaats editie 2003 van het Jaarboek van de Kastelenstichting Holland en Zeeland onder redactie van E. den Hartog, R.H.M. van Immerseel en A. Coops.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Over de archivalia van Leeuwenhorst na 1572 zijn weinig gegevens voorhanden. Vermoedelijk hebben ze evenals die van de abdij van Rijnsburg in de zeventiende eeuw lange tijd op het Huys te Rijnsburg berust. Vanaf 1660 bevonden de archivalia zich in een gehuurde kamer van de commiezenfamilie Havius, later Heeneman. In de loop van de tijd vonden tal van aanvullingen plaats. Hoewel de Ridderschap eind achttiende eeuw werd opgeheven, bleef het archief in handen van dezelfde commies, D.J. Heeneman. Zie uitvoeriger de inleiding van inventaris 3.01.06, van het archief van de Ridderschap en edelen van Holland en West-Friesland, 1572-1795.
Pas in 1816 is het archief van de Ridderschap, met daarin opgenomen het archief van de Abdij Leeuwenhorst, vanuit het huis van commies Heeneman overgebracht naar het Rijksarchief.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat voornamelijk akten betreffende de verwerving privileges en van renten en landerijen, welke dienden als inkomsten voor het beheer en onderhoud van de abdij en voor het levensonderhoud van de kloosterlingen. Veel van de landerijen liggen in Noordwijk en Noordwijkerhout en omgeving.
Selectie en vernietiging
Uit het archief is bij de bewerking niets vernietigd. Wel zijn er in de loop der eeuwen archiefbescheiden verloren gegaan.
Aanvullingen
Aanvullingen op het archief worden niet verwacht worden.
Verantwoording van de bewerking
Als enige toegang op de charters heeft decennia lang de regestenlijst gefungeerd. In die lijst, in 1935 vervaardigd door J. Bruggeman, zijn niet alleen regesten opgenomen van alle charters, maar ook van akten waarvan de tekst in een ander charter is overgenomen (bijvoorbeeld in een vidimus) en van akten die in enkele registers zijn overgeschreven, maar die niet altijd in origineel in het archief van Leeuwenhorst aanwezig zijn. Een regestenlijst is een lijst met korte samenvattingen van alle akten in chronologische volgorde. De regesten bevatten gegevens over personen en ligging van de landerijen, in de akten genoemd, alsmede over de gebruikte zegels die aan de charters bevestigd zijn of waren.
In 2016 heeft Yvonne Bos-Rops op basis van de regestenlijst een archiefinventaris vervaardigd, welke technisch noodzakelijk is om de charters te kunnen raadplegen. Deze toegang is een uittreksel uit de regestenlijst. In de primaire webversie (in 2021) van de archiefinventaris worden de regesten direct onder de beschrijving van de charters vermeld, waartoe ze behoren. In de PDF-versie van de inventaris zijn de regesten in een chronologische lijst opgenomen.
Een gedeelte van de regesten heeft betrekking op akten die zijn afgeschreven in registers. Deze registers zijn wel in de inventaris vermeld, onder de inventarisnummers 1001 en hoger, maar moeten worden aangevraagd met behulp van een andere archiefinventaris, nl. 3.18.17.01.
Ordening van het archief
De charters zijn zoveel mogelijk in chronologische orde beschreven. Sommige charters vormen fysiek een eenheid met een ander charter, omdat ze er aan zijn vastgemaakt (transfix of als aangehecht charter) of omdat de inhoud in een ander charter is overgeschreven (vidimus, transsumpt). In dergelijke gevallen staat de beschrijving van die gecombineerde charters of akten geordend op de datum van het jongste document. In deze toegang loopt de nummering van 1 tot 938, met hiaten. De ontbrekende nummers betreffen akten of charters die fysiek met een ander charter zijn gecombineerd.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Abdij van Leeuwenhorst: Charters, nummer toegang 3.18.17.02, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Leeuwenhorst: Charters, 3.18.17.02, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
3.18.17.01 - archief Abdij Leeuwenhorst: Registers en stukken
3.01.06 - Ridderschap en edelen van Holland en West-Friesland, 1572-1795
Publicaties G. de Moor, Verborgen en geborgen. Het cisterziënzerinnenklooster Leeuwenhorst in de Noordwijkse regio (1261-1574) , Hilversum 1994

Archiefbestanddelen

  • De in deze rubriek vermelde bestanddelen moeten worden aangevraagd via archiefinventaris 3.18.17.01, onder hun eigenlijke nummer, 1000 lager. Het betreft regesten die zijn afgeschreven in registers (cartularia). Ze zijn hier vermeld om een zo volledig mogelijke chronologische regestenlijst te vervaardigen.

    • 20 1282 april 13

      Theodericus van Zassenem, ridder, schenkt bij vorm van testament 10 £ Hollands aan de vrouwen van Le in de orde van Cistercium, waarvan de jaarlijkse renten zullen dienen voor wijn op zijn jaargetij; aan de Predicaren in Traiectum en andere stichtingen vermaakt hij 5 £ en aan zijn nicht Cille het vruchtgebruik van 12 morgen land tussen Marne en Sile bij Leyden.

      Datum anno Domini M.CC.LXXXII. ferid secunda post Dominicam qua cantatur Misericordia Domini.

      Kopie in cart. f. 212.

      Inv.nr. 1001

      46 1312 juni 26

      Johan Hone en Mr. Simon, schepenen in Harlem, oorkonden dat Hughe Bartradez. en Katrine, zijn vrouw, aan het klooster ter Lee ter memorie geven 16 1/2 scelling Hollands 's jaars op twee hofsteden, die Rissend heeft over het Sparne, en 3 1/2 schelling op Arnouts Ziburghensz. hofstede.

      Ghegheven int jaer ons Heren M.CCC ende twalijf des Manendaghes na sente Johannesdach te mid-zomere.

      Notariële kopie in cart. f. 105 vs. Vgl. Regesta Hannonensia p. 46.

      Inv.nr. 1001

      87 1329 februari 16

      Daniel, schout in Noertich, oorkondt dat Oetgheer aan het godshuis ter Lee een kamp land gaf tussen Claes Bennen en Witbroets.

      Ghegheven int Jaer ons Heren dusent driehondert ende neghenentuintich des Donresdaghes na Valentijn.

      Notariële kopie in cart. f. 10 vs.

      Inv.nr. 1001

      90 1329 december 15

      Diric van Alphen verkoopt heer Aelbrecht Terninc 4 morgen 4 hond land in Monster aan de kloosterlaan van der Lee, waar 14 hond heten: Molenkamp.

      Ghegheven int jaer ons Heren M.CCC ende neghen ende tuintich des Vridaghes na sente Luciendaghe.

      Notariële kopie in cart. f. 115 vs.

      Inv.nr. 1001

      93 1330 oktober 28

      Willem, graaf van Holland etc., vergunt het vrije bezit van de goederen, die voorheen Alijd Scrivers en haar kinderen Jan en Niclais, priester, voor de stedegerechten gaven aan abdis en convent van der Lee.

      Ghegheven in den Haghe des Manendaghes na sente Symon Judendaghe int jaer ons Heren M.CCC ende dertich.

      Notariële kopie in cart. f. 127. Vermeld in Regesta Hannonensia p. 192.

      Inv.nr. 1001

      113 1333 juni 30

      Symon, kapelaan in Wassenaer, en Dirc Broders Jans kinderen veren Battenszoens oorkonden, dat hun vader Jan aan abdis en convent van Liewenhurst in eigendom gaf een kamp in Norticherambacht, genaamd Badeloghenweide, vroeger van Dirc van Dierscote, en bevestigen die schenking.

      Ghegheven int jaer ons Heren dertienhondert ende drie ende dertich des anders daghes na sinte Pieters ende sinte Pouwelsdach.

      Kopie in cart. f. 7.

      Inv.nr. 1001

      150 1342 juni 15

      Christina, abdis, maakt met toestemming van het convent bepalingen voor de memorie van haar en haar ouders en vestigt verschillende fondsen van 1 £ voor licht, jaargetij, pitancie etc.

      Datum Viti martyris anno Domini M.CCC.XLII.

      Kopie in cart. f. 78 vs.

      Inv.nr. 1001

      175 1549 december 4

      Raymundus, bisschop van Sutri, en 14 anderen geven aan bezoekers en begunstigers van hospitaal en kerk in Noirtich, gesticht door Albertus Tairninc, investitus der kerk in Voirhout, 40 dagen aflaat, mits met goedkeuring van de diocesaan.

      Datum Avinione IIIIa die mensis Decembris anno Domini millesimo trecentesimo quadragesimo nono.

      Notariële kopie in cart. f. 223. Vgl. regest nr 443.

      Inv.nr. 1001

      177 1350 januari 22

      Hobbe Katerinens. geeft het godshuis van der Lee 1 £ Holl. 's jaars op 2 1/2 morgen land in Voirhoute bij Elsgheesterven, gekocht van Florens Symoen Olislagherss., van welke rente iedere kloostervrouw per jaar heeft 1 pint wijn buiten haar prebende te zijner memorie en van zijn vrouw Katerine. Op verzoek bezegeld door Dirc, parochiepaap van Rijnsborch, en Jan van Minden, baljuw aldaar.

      In den jare ons Heren als men screef dusent driehondert vijftich des Vridaghes na sente Angnietendach.

      Notariële kopie in cart. f. 55 vs.

      Inv.nr. 1001

      183 1352 oktober 7

      Jan van Minden verkoopt zijn neef Clais Grietens. een kamp, die Martijn van den Vliete in huur had, gelegen op de Vliet.

      Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert two ende vijftich des Sonendaghes na sente Bavendach.

      Kopie in cart. f. 13.

      Inv.nr. 1001

      217 1360 februari 10

      Ghisebrecht van der Buechurst scheldt de eigendom kwijt van zijn aandeel in de Roestkamp in Noertich, die zijn oom Maessijn Niesens. van zijn broeder Florens (van der Buechurst) gekocht heeft, en bekent dat zijn broeder Florens hem zijn aandeel weder aan andere goederen bewezen heeft.

      Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ende tsestich des Manendaghes nae sinte Aechtendach.

      Notariële kopie in cart. f. 30 vs.

      Inv.nr. 1001

      246 1374 augustus 20

      Dirc Bloec en Claes Groys maken een akkoord met hun zusters en broeders over de erfenis van hun oom Jan Bloecx in Noertich over de Maessloot.

      Int jaer ons Heren dusent driehondert vier ende tseventich des Sonnendaghes na Onser Vrouwendach in den Oest.

      Notariële kopie in cart. f. 9 vs.

      Inv.nr. 1001

      320 1403 april 17

      Badeloghe van der Does, abdis in Lewenhorst, en Gherijt Kercman, schout van Noirtich, oorkonden, dat Voirhout vergund heeft, dat die van Noirtich en Noirtighergout in het jaar twee een steenbrug maakten tot de noorderlangheest over de banwatering, en dat Voirhout zijn kerkweg op hun verlangen daarover genomen en ook 8 £ tot de brug gegeven heeft,-waarop Noirtich en Noirtigherhout de ingelanden van Voirhout beloven van de brug vrij te houden, terwijl die van der Lee beloven de brug buiten kosten van het ambacht te "hoofden".

      Int jair ons Heren duysent vierhondert ende drie des Dinxdaghes na Paesdach.

      Notariële kopie in cart. f. 87 vs.

      Inv.nr. 1001

      324 1407 juli 6

      Hoge heemraden van Rijnlant maken op verzoek van de abdissen van Rijnsburg en Lewenhoirst, van Arnt van Duyvoirde, Willem en Florijs van der Bochorst, Jan van Alfen e.a. gelanden in Noortich en Noortigherhout een ordonnantie op de schouw van banwerken door schouten en heemraden aldaar.

      Ghegheven int jair ons Heeren dusent vierhondert ende seven des Woensdaghes na sinte Martijnsdach Translacio.

      Kopie in cart. f. 1 vs. en 35 vs.

      Inv.nr. 1001

      329 1410 april 10

      Engelbrecht, graaf te Nassow, heer ter Ledke en te Breda, scheldt Jan van Alphen de eigendom kwijt van een woning met 4 morgen leenland in Noirtigherhout van de banwatering tot Zuidbroek.

      Ghegheven thien daghe in Aprille int jair ons Heren dusent CCCC ende thien.

      Notariële kopie in cart. f. 24.

      Inv.nr. 1001

      367 1428 juli 8

      Costijn van der Does verkoopt aan jonkvrouw Gheertruut Jan Heynrics' weduwe 8 Beierse gulden 's jaars op land door hem gekocht van zijn neef Claes van Cranenbroec in Leyderdorp, aflosbaar met 130 guldens.

      Int jair ons Heren M.CCCC.XXVIII. opten achtenden dach in Julio.

      Kopie in cart. f. 81 vs. met nota: Dese renten verwandelt in erfrenten etc. Dit is een doorsteken brief. (Vgl. 1452 juni 17 reg. nr. 461).

      Inv.nr. 1001

      384 1435 augustus 28

      Mechtelt van der Does, abdis van Leuwenhurst, machtigt vanwege het convent Jan van der Damme, medebroeder en conventuaal, recht te spreken, te geven en te nemen wegens een zevenzage, waartoe het klooster geroepen is in Maeslandt.

      Gegeven tSonnendages na sente Bertelmeusdach apostel int jaer ons Heren M.CCCC. vive ende dertich.

      Kopie in cart. f. 128.

      Inv.nr. 1001

      413 1442 maart 28

      Jan Dalinck, schout van Noertigherhout, oorkondt dat Willem Claesz. aan het klooster van der Lee verkoopt 5 1/2 hond land van de groenen- tot de gaweg.

      Ghegheven int jair ons Heren dusent vierhondert twie ende viertich des Woensdages nae Palmen Paeschen.

      Notariële kopie in cart. f. 42 vs.

      Inv.nr. 1001

      424 1444 juli 6

      Jan Dalinck, schout van Noertigherhout, verkoopt aan abdis en convent van der Lewenhorst 7 hond land in Noertigherhout.

      Gegeven up den sesten dach in Julio int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende veertich.

      Notariële kopie in cart. f. 43.

      Inv.nr. 1001

      427 1445 januari 17

      Jan Dalino, schout in Noirtigherhout, oorkondt dat Symoen Florijsz. van der Duyn aan het klooster van der Lee verkoopt een tijns van 9 schellingen 4 penningen 's jaars op kloosterland, gelijk zijn ouders hadden.

      Int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende viertich opten seventienden dach in Januarius.

      Notariële kopie in cart. f. 40.

      Inv.nr. 1001

      437 1448 september 17

      Aelbrecht Jacobsz. die Vyselair, schout in Noirtich, oorkondt dat Dirc Woutersz. erkent aan het klooster van der Lee 4 schelling 's jaars schuldig te zijn op 1 hond geestland aan de banwatering.

      Int jair ons Heren M.CCCC. achtenviertich opten seventyenden dach in September.

      Kopie in cart. f. 19 vs.

      Inv.nr. 1001

      441 1449 december 22

      Het Hof van Holland wijst vonnis in een geschil tussen Aem Jansz. en de schout van Hodenpijl tegen de provisor van Delfland, betreffende de aanspraak van Willem Bertoen als rentmeester van Lewenhorst op hen van verschenen renten, welke zaak Willem voor de provisor van Delfland in plaats van voor de wereldlijke rechter gebracht had, waarop het Hof beslist dat zij ten onrechte klagen en hun zaak naar de geestelijke rechter verwijst.

      In den Hage up den XXIIen dach van Decembri int jair XIIIIc neghen ende veertich.

      Kopie in cart. f. 50.

      Inv.nr. 1001

      443 1450 mei 20

      Rodolphus (van Diepholt), bisschop van Traiectum, bevestigt de aflaatbrief waardoor deze gestoken is (reg. nr. 175) en verleent een aflaat van 40 dagen.

      Datum anno Donini millesimo quadringentesimo quinquagesimo mensis Maii die vicesima.

      Notariële kopie in cart. f. 223 vs.

      Inv.nr. 1001

      445 1450 juli 9

      Aem Jansz erkent aan het klooster van der Lee in eeuwige erfpacht schuldig te zijn op 10 1/2 morgen land in Houdenpijl op het Wout, gemeen met 28 morgen, waarvan er 7 toekomen aan Jan Florijez. van Swieten' vrouw en kinderen, van elke morgen 1/4 gouden Engelse nobel en 4 penningen Holl.

      Int Jaer ons Heren M.CCCC. ende vijftich opten neghensten dach in Julio.

      Notariële kopie in cart. f. 106 vs.

      Inv.nr. 1001

      447 1450 juli 22

      Hyllegont Jan Florijsz.' weduwe van Swieten erkent aan het klooster van der Lee erfpacht schuldig te zijn op 7 morgen land in Hodenpijl opt Wout, gemeen met 28 morgen, van elke morgen 1/4 gouden Engelse nobel en 4 penningen.

      Int jair ons Heren M.CCCC. ende vijftich opten twe ende twintichsten dach in Julius.

      Notariële kopie in cart. f. 109.

      Inv.nr. 1001

      448 1450 augustus 17

      Dirc Jansz. verkoopt aan Baert van Buyren, non ter Lee, 8 hond broekland in Lys, dat hij van zijn schoonvader Jacob Dircsz. ten huwelijk ontving en nu Dirc Andryess. gebruikt voor 2 £ 's jaars.

      Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijftich opten seventyenden dach in Augusto.

      Notariële kopie in cart. f. 98 vs.

      Inv.nr. 1001

      456 1451 december 30

      Duve Symeon Pietersz. weduwe erkent aan het klooster van der Lee aan erfpacht op 7 morgen land in Hodenpijl opt Wout, gemeen met 28 morgen, schuldig te zijn 1/4 gouden Engelse nobel en 4 penningen Holl.

      Int jaer ons Heren M.CCCC. een ende vijftich des Donredaghes na des heylich Kersdach.

      Notariële kopie in cart. f. 108.

      Inv.nr. 1001

      461 1452 juni 17

      Gherijt Rijswijc en Paidze Pietersz., schepenen in Leyden, oorkonden dat jonkvrouw Geertruut Jan Heynrioxzs' weduwe aan Willem Berthoen, rentmeester van der Leede, een brief overdraagt, waardoor deze gestoken is (reg. nr. 367), bezegeld door Claes van Oranenbroeck op verzoek van Costijn van der Does.

      Int jair ons Heren M.CCCC. twie ende vijftich opten seventienden dach in Junio.

      Kopie in cart. f. 82.

      Inv.nr. 1001

      462 1452 juli 8

      Jan van Noorde en Paidze Pietersz., schepenen in Leyden, oorkonden dat Mouwerijn Hermansz. aan abdis en convent van der Lee verkoopt 4 hond broekland in Lisse in de Puelkamp der abdis en nu gebruikt door Jacop Phillipsz. kinderen.

      Int jair ons Heren M.CCCC. twie ende vijftich upten achten dach in Julio.

      Notariële kopie in cart. f. 98.

      Inv.nr. 1001

      466 1452

      Koert Pietersz. erkent aan het klooster van der Lee aan erfpacht schuldig te zijn op 3 1/2 morgen land in Hodenpijl opt Wout, gemeen met 28 morgen, 1/4 gouden Engelse nobel en 4 penningen Holl.

      Int jair ons Heren M.CCCC. twe ende vijftich.

      Notariële kopie in cart. f. 107.

      Inv.nr. 1001

      497 1461 november 30

      Lijsbet van Rijswijck, abdis in Lewenhorst, en het convent verzekeran de pacht van 1 stuiver per morgen, die de graaf van Holland heeft op 15 morgen Mosveen in Noirtigherhout, welke zeer verdolven zijn, op andere kloostergoederen.

      Int jaer ons Heeren dusent vierhondert een ende tsestich opten lesten dach in Novembry.

      Kopie in cart. f. 138 vs.

      Inv.nr. 1001

      501 1462

      Jan van Leyden oorkondt, dat hij in oude regieters gevonden heeft, dat wijlen heer Pieter van Leyden, oudoom van zijn grootvader, aan het klooster ter Lee voor memorie en jaargetij besprak 5 schellingen 's jaars op 1/3 van 11 morgen en 1 1/2 hond land op de Barle in Aernts sGravenweer, gemeen met heer Aelwijns kapellanieland van Rijsoerde in Soeterwoude en Haezerwoude, waarvan hij nu bewaarder is als bezitter van het stenen huis op de hoek van S. Pieterskerksteeg aan de Bredestraat te Leyden, en welke renten hij aan het klooster zal betalen.

      Int jair ons Heeren duysent vierhondert twieentsestich.

      Notariële kopie in cart. f. 110 VB. Vgl. 100 vs.

      Inv.nr. 1001

      514 (14)66

      Notitie van een losrente van 45 schellingen 's jaars aan het klooster van der Lee op 2 morgen broekland in Voerhout weet van de weg van Teylinghe naar Sassenem, welk land nu behoort Willem van Wou volgens de brief, die hij aan het klooster gegeven heeft, welke rente oude Jan van Wou ter memorie geschonken heeft.

      In cart. f. 138 vs.

      Inv.nr. 1001

      547 1474 maart 18

      Jan Duycker, rentmeester van der Lee, en Dirc Gerijt Pouwelsz. gaan een ruiling aan, waarbij de laatste van het klooster krijgt alle landen, die het in zijn land heeft, dat voor in zijn kroft ligt aan de oude weg, terwijl het klooster een akker krijgt van 4 roeden breed en 2 viertel land, en alle landen, die Dirc hebben mocht binnen het vierkant van de kroft, waar de kloostermolen op staat.

      Dit is gesciet int jair ons Heeren dusent vierhondert vier ende tseventich opten achtienden dach in Maert.

      Notariële kopie in cart. f. 38 vs. en 141.

      Inv.nr. 1001

      560 (1476-1477) januari 19

      De hertog van Boirgongen beveelt de abdis van der Leede om de 200 nieuwe schilden, waarop zij getaxeerd is tot de 75.000 schilden, die het gemene land hem gegeven heeft, te betalen aan Jan van der Buychorst.

      Ghescreven tot Leyden den XIXsten dach in Januario.

      Notariële kopie in cart. 1 f. 218.

      Inv.nr. 1001

      562 1478 juni 14

      Wouter Willem Jonckerz. verkoopt aan het klooster van der Lee 4 hond land in Lijs in Roversbroeck aan de meer.

      Int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende tzeventich opten viertienden dach van den maent Junii.

      Notariële kopie in cart. f. 97 vs.

      Inv.nr. 1001

      576 1482 mei 17

      Cornelis bastaard van Beloys, schout in Noirtigerhout, oorkondt dat Jan Symonsz. aan Pieter Jan Maertsz. verkoopt 3 £ 's jaars op 2 morgen land en 2 hond, waar hij nu woont, aan de uitersloot en de hoogeberg.

      Int jair ons Heeren duysent vierhondert twee ende. tachtich upten seventhienden dach in Mey.

      Notariële kopie in cart. f. 79 vs. Vgl. reg. nr. 680).

      Inv.nr. 1001

      586 1483 april 20

      Ysbrant Dircxz., schout in Catwijck en Valckenburch, oorkondt dat Jan Vernes aan Jan Symonsz. verkoopt 2 morgen land in Noirtigherhout.

      Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende drie ende tachtich op den twintichsten dach in Aprille.

      Kopie in cart. f. 65.

      Inv.nr. 1001

      594 1484 december 19

      Ysbrant Dircxz., schout in Valckenburch en Catwijck, oorkondt dat Gherijt Symonsz. aan kerkmeesters der parochie te Catwijck op Zee verkoopt 2 morgen land in Noirtigerhout.

      Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende vier ende tachtich op den neghentienden dach in Decembri.

      Kopie in cart. f. 64 vs.

      Inv.nr. 1001

      604 1487 december 17

      Florijs Florijsz. geeft Mr. Jan Hughez., vicarius van het gasthuis te Noirtich, in ruil 5 1/2 hond land in Noirtich en 1 akker van 1 hond daarnaast aan de Bronsgeesterweg.

      Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende tachtich opten seventienden dach in Decembry.

      Notariële kopie in cart. f. 225.

      Inv.nr. 1001

      612 1489 april 22

      Burgemeesters, schepenen en raden van Hairlem oorkonden, dat zij aan Jonkvrouw Ghijsbrecht Ghijsbrechtsdr. van Vyanen, non ter Lee, oud 48 jaar, wier moeder was Jan Jansdr. van Yselsteyn, en aan Machtelt Gherijt Mulaertsdr., oud 20 jaar, wier moeder was Machtelt Govaert de Conincxdr., een lijfrente van 9 Rijnsgulden 's jaars tot beider leven verkocht hebben.

      Opten acht ende twijntichsten dach in April int jair ons Heren duysent vierhondert neghen ende tachtich.

      Notariële kopie in cart. f. 219.

      Inv.nr. 1001

      627 1493 april 23

      Roelant bastaard van der Boechorst, schout in Noirtigherhout, oorkondt dat Pieter Gherijtsz. van Ruyven aan Jan van de Water, rentmeester van der Lee, 2 1/2 morgen land verkoopt bij Espeldam of laan.

      Int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende tneghentich up den drie ende twintichsten dach in Aprill.

      Kopie in cart. f. 86 vs. met notitie: Opten rugghe dat Jan van de Water tenden mijn doet desen brief gegeven heeft aan het klooster in aalmoes.

      Inv.nr. 1001

      631 1493 september 9

      Jan Claesz. en Dirck Symonsz., schepenen in Leyden, oorkonden dat gasthuiemeesters van Onser Vrouwen gasthuis in Leyden aan Heynrick Jansz. verkopen 1/2 huis en erf, aangekomen van Claes van Ruyven, op de Hoeygracht naast Bouwen Claesz., priester. (Vgl. reg. nr. 693).

      Int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende tneghentich upten neghenden dach in Septembri.

      Notariële kopie in cart. f. 209.

      Inv.nr. 1001

      638 1495 februari 3

      Warneer van Zuulen mede voor zijn dochter Joest oorkondt, dat hij met abdis en convent van Leuwenhorst een akkoord gemaakt heeft over de erfenis van Lutgart van der Buchorst, conventualin, waarbij het klooster behoudt 2/3 van 5 morgen land aan 2 kampen in Noirtigerhout, waarvan Jan van Vliet het derde deel behoort, belend aan Doenschoeten, Boechorstland en Varenschoeten, waartegen het convent hem een lijfrente van 10 £ 's jaars geeft.

      Int jair XIIIIc vijff ende tneghentich upten derden dach in Februario.

      Kopie in cart. f. 149.

      Inv.nr. 1001

      642 1496 juni 7

      Dirck van Weerdenborch Zweersz. als momber van zijn onmondige broers en zusters maakt een akkoord met zijn tante Gijsbert van Vyanen over opneming in ter Lede van zijn zusters Ghijsbert en Johanna, waarvoor die tante voor het klooster hebben zal 300 gulden Holl. uit renten in Utrecht of Ghelre in 5 jaar. Mede bezegeld door Goessen van Varijck, Jan van Balveren en Jacop van Ryemsdijck.

      Int jair ons Heren duysent vierhondert ses ende tneghentich den sevenden dach in Junio.

      Notariële kopie in cart. f. 221.

      Inv.nr. 1001

      645 1496 juli 10

      Jan van Noirtich, ridder, heer te Noirtich en Noirtigerhout, verkoopt aan abdis en convent van Leuwenhorst 1 morgen land aan de Espellaan in Noirtigerhout, waarp 5 schellingen 's jaars tot 's graven erfhuur staan.

      Ghedaen in den jare ons Heeren vierthienhondert ses ende tneghentich opten thienden dach in Julio.

      Kopie in cart. f. 148 vs.

      Inv.nr. 1001

      646 1496 september 11

      Roeloff bastaard van der Buchorst, schout van Noirtigerhout, oorkondt dat Gherijt Symon Brantsz. aan Willem van Adrichem, rentmeester van der Lee, een stuk geestland verkoopt, door hem gekocht van Jan Symonsz. Blat, strekkende van de goeweg tot de schouwsloot 29 roeden lang.

      Int jair ons Heeren XIIII hondert sess ende tneghentich upten elften dach in Septempri.

      Notariële kopie in cart. f. 63 vs.

      Inv.nr. 1001

      649 1497 augustus 29

      Gherijt Mulaert, rentmeester in Sallant, geeft aan zijn twee dochters Machtelt en Lutgaert, die door abdis, priorin en convent van Lewenhorst opgenomen zijn, elk een lijfrente van 6 gouden Rijnsgulden 's jaars, gevestigd op zijn huis, Opten Doern en goederen in Hairsoltermark. Mede bezegeld door Willem van Adrichem, rentmeester van der Lee.

      In den jaren ons Heren duysent vierhondert seven ende tneghentich opten neghen ende twijntichsten dach in Augusto.

      Notariële kopie in cart. f. 221 vs.

      Inv.nr. 1001

      656 1498 april 21

      Roeloff Jansz. bastaard van der Buchurst, schout te Noirtigerhout, oorkondt dat Thomas Willemsz., priester van de Duitsche orde van S. Jan, pastoor van Catwijck aah Zee en de drie kerkmeesters tot het afmaken van het kruiswerk der kerk verkopen aan Jan van Beveren, meesterknaap der houtvesterij, 4 morgen land, gekomen van Gherijt en Jan Symonsz.

      Upten een ende twintichsten dach van April int jair ons Heeren duysent vierhondert acht ende tneghentich.

      Kopie in cart. f. 64.

      Inv.nr. 1001

      661 1498 augustus 27

      Michiel Gherijtsz. te Leyden ontvangt van Adriaen van Roen, abdis van Leuwenhorst, en van het convent in erfhuur 2 percelen land in Zoeterwou, 11 hond aan de Meerburgherwatering en 3 morgen tegen 38 stuivers 's jaars, waarvoor hij 24 morgen aldaar als waarborg stelt.

      Int jair ons Heeren duysent vierhondert acht ende tneghentich opten seven ende twintichsten dach in Augusto.

      Notariële kopie in cart. f. 154.

      Inv.nr. 1001

      665 (15de eeuw)

      Notitie van erfhuur van 5 lood zilver door de monniken van Warmont aan Lee te betalen van enige geest- en broeklanden in Warmont, genaamd Florijs Valkentuin, en van 1/2 hond, waar hun poort en spreekhuis op staat.

      Kopie in cart. f. 75 vs.

      Inv.nr. 1001

      666 1500 februari 8

      De abt van S. Gertrudis in Lovanium, door de paus gedeputeerd rechter, geeft sententie inzake appel tussen abdis en convent in Leeuwenhorst en Johanna van Renesse, profes, dachter van Johannes van Renesse en Lutgarda van Bueren en van Wuelen (Wulven), aan de ene zijde, en Johannes senior en junior, Fredericus en Gerardus van Renesse, erfgenamen van Johannes van Renesse en Margareta van Culemborch aan de andere zijde, over het aandeel van Johanna voor het klooster.

      Sub anno a Nativitate Domini XVc die vero Sabbati VIII. mensis Februarii.

      Kopie in cart. f. 225 bis.

      Inv.nr. 1001

      672 1502 juni 27

      Huyghe van Hout, schout te Lisse, oorkondt dat Katherijn Graeff Amelrijck Gherijtsz.' weduwe en Willem Graeff, haar zoon, aan het klooster Leuwenhorst verkopen 5 à 6 hond land aan de weg naar de wildernis, waarin ook Nijs de kemster deel heeft.

      Int jair ons Heeren vijffthienhondert ende twee upten seven ende twintichsten dach in Junio.

      Kopie in cart. f. 65.

      Inv.nr. 1001

      673 1502 juli 4

      Mary Ewout Willem Bertoensz.' weduwe geeft aan het klooster van der Lee ter memorie een erfrente van 3 schilden 's jaars, waarvan de twee brieven spreken, in dorso van welke zij dit heeft aangetekend (reg. nrs. 408, 566).

      Int jair ons Heeren XVc ende twee upten vierden dach in Julio.

      Kopie in cart. f. 110 vs. en 144.

      Inv.nr. 1001

      675 1502 augustus 11

      Roeloff Jansz. bastaard van der Buchorst, schout van Noirtigerhout, oorkondt dat Jan van Beveren, meesterknaap van de houtvesterij aan abdis en convent van Leuwenhorst verkoopt 4 morgen land, die hij van pastoor en kerkmeesters van Catwijck aan zee gekocht had.

      Upten elften dach in Augusto int jair ons Heeren vijfthienhondert ende twee.

      Kopie in cart. f. 64.

      Inv.nr. 1001

      678 1502 oktober 21

      Roloff bastaard van der Buchorst, schout van Noirtigerhout, oorkondt dat Alfert Jansz. aan Adriaen van Roen, abdis ter Lee, zekere percelen met woning etc., voorheen van Pieter Florijsz., verkoopt met enige stukken geestland, strekkende van lei- tot molenweg.

      Int jair ons Heeren vijfthienhondert ende twee upten XXI ten dach in Octobri.

      Notariële kopie in cart. f. 70.

      Inv.nr. 1001

      680 1502 december 14

      Martijn Pietersz. erkent door het convent van der Lee voldaan te zijn van 3 £ die hij had op 2 morgen 2 hond land van Jan Symonsz. in Noirtigerhout volgens brief, die Martijn hierbij aan het klooster overdraagt (reg. nr. 576).

      Int jaer XVc, ende twee den XIIIIden dach in Decembri.

      Notariële kopie in cart. f. 79 vs.

      Inv.nr. 1001

      682 1503 januari 4

      Roeloff bastaard van der Boechorst, schout van Noirtigerhout, oorkondt dat Adriaen Florijsz. Decker aan Adriaen van Roen, abdis van Leuwenhorst, en aan het convent verkoopt 10 hond broek- en 6 hond teelland in Noirtigerhout.

      Int jair ons Heeren XVc ende drie upten vierden dach in Januario.

      Notariële kopie in cart. f. 141 vs.

      Inv.nr. 1001

      683 1503 januari 11

      Roeloff Jansz. bastaard van der Boechorst oorkondt, dat Wouter Baert Jansz. aan abdis en convent van Leuwenhorst verkoopt 1 morgen weiland.

      Datum int jair ons Heeren XVc ende drie upten elften dach in Januario.

      Notariële kopie in cart. f. 142.

      Inv.nr. 1001

      685 1503 april 11

      Dirck van der Does, baljuw van Noirtich, verkoopt aan Adriaen van Roen, abdis van Leuwenhorst, en aan het convent zekere erfhuren, die wijlen zijn oom Johan van Noirtich, ridder, toebehoorden, en die Dirck gekocht heeft in Noirtigerhout blijkens een oud register, dat hij aan de abdis overdraagt.

      Gheschiet int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende drie upten elften dach in Aprill.

      Notariële kopie in cart. f. 142 vs.

      Inv.nr. 1001

      686 1503 mei 4

      Roeloff bastaard van der Boechorst Jansz. oorkondt, dat Pieter Pietersz. Kers van Adriaen van Roen, abdis van Leuwenhorst, en aan het convent 1 morgen broekland verkoopt.

      Int jair ons Heeren XVc ende drie upten vierden dach in Mey.

      Notariële kopie in cart. f. 142.

      Inv.nr. 1001

      687 1503 mei 24

      Roeloff bastaard van der Boechorst, schout van Noirtigerhout, oorkondt dat Dammas Jansz. met Adriaen van Roen, abdis van Leuwenhorst, een ruil aangaat, waarbij hij een Lyrtschen hengst in eigendom krijgt, en aan het klooster geeft de helft van een stuk land en vogeldel, waarvan de andere helft zijn broer Mees Jansz. toekomt, samen groot 3 1/2 morgen en genaamd Kievitsveld.

      Int jair ons Heeren XVc ende drie upten XXIIIIten dach in Mey.

      Notariële kopie in cart. f. 66 vs.

      Inv.nr. 1001

      690 1503 november 23

      Roeloff Jansz. bastaard van der Boechorst, schout van Noirtigerhout, oorkondt dat Mees Jansz. aan het klooster van der Lee verkoopt de helft van een stuk land en vogeldel in Noirtigerhout, groot 3 1/2 morgen, genaamd Kievitsveld, waarvan de andere helft van zijn broer Dammas aan het klooster gekomen is.

      Int jair ons Heeren vijffthienhondert ende drie upten drie ende twintichsten dach in Novembri.

      Notariële kopie in cart. f. 76 vs.

      Inv.nr. 1001

      693 1504 november 9

      Heynrick van Alcmade en Florijs van Bosch, schepenen in Leyden, oorkonden dat Heynrick Jansz. glazemaker en zijn vrouw Reynselt Claesdr. aan abdis en convent van Lewenhorst een eenvoudige prebende verzoeken, waarvoor zij 1/2 huis en erf in Leyden geven volgens de brief, waardoor deze gestoken is (reg. nr. 631), waarvan de andere helft Alijt Claes Aelwijnss.' weduwe toekomt, met nog 20 Rijnsgulden volgens toestemming der kinderen.

      Int jair ons Heren duysent vijfhondert ende vier upten neghenden dach in Novembri.

      Notariële kopie in cart. f. 208.

      Inv.nr. 1001

      696 1505 maart 3

      Roeloff bastaard van der Buchorst, schout van Noirtigerhout, oorkondt dat Gherijt Petersz. aan Mr. Dirck, kapelaan van de abdis van der Lee, ten behoeve van Anna van Noirtich, profes, of van harentwege ten behoeve van het klooster verkoopt 1 1/2 morgen geestland in Noirtigerhout bij de molen, en het daarop weer in erfhuur neemt voor 20 st. 's jaars.

      Int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende vijff upten derden dach in Maert.

      Kopie in cart. f. 145 vs.

      Inv.nr. 1001

      697 1505 maart 12

      Roeloff bastaard van der Buchorst, schout van Noirtigerhout, oorkondt dat Wouter Baert Jansz. erkent door het klooster ter Lee voldaan te zijn van 2 stukken geestland van 2 morgen en 4 hond met geld en land, waarvan hij een brief van het klooster ontvangen heeft.

      Int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende vijff upten twaleften dach in Maert.

      Kopie in cart. f. 146

      Inv.nr. 1001

      704 1505 juni 24

      Phillips, hertog van Bourgonguen etc. verkoopt van zijn domeinen aan abdis en convent van der Leeden, losbaar tegen de penning 16, 14 hond land in Voirhout, 3 morgen broek- en 1 1/2 morgen geestland, 4. m. broek- en 4 m. geestland, 11 hond geest- en 5 h. broekland, kampen bij het huis Teylinghen, onder de warande, naast Bloemkamp, en voorts erfhuren en tijnsen, die de graaf van kloostergoederen in Noirtigerhout, Voirhout en Lisse heeft, groot 6 £ 14 sch. 4 penn., alles samen opbrengende aan pacht en erfhuur 50 £ 10 sch. 4 p. 's jaars, waarvoor het klooster betaalt 808 £ 6 sch. (Volgens aantekening is dit afgelost in 1512.)

      Ghegheven in onsen legher voir Aernhem den XXIIIIe dach in Junio int jair ons Heren duyst vijfhondert ende vive.

      Kopie in cart. f. 225 bis vs.-228 vs. met consenten van tresorier-generaal en Rekenkamer d.d. juni 25 en juli 1.

      Inv.nr. 1001

      708 1505 augustus 9

      Maritgen Jacop Dirckzs' weduwe verkoopt met haar voogd Claes Jacopsz. aan de abdis van der Lee 4 £ 's jaars erfrente op 5 morgen land, genaamd Renen in Pinaker aan de Vlielantschen- en kerkweg, aflosbaar met 59 £.

      Ghedaen int jair ons Heeren vijffthienhondert ende vijff den neghenden dach in Augusto.

      Notariële kopie in cart. f. 87.

      Inv.nr. 1001

      711 1505 oktober 11

      Huyghe van Hout, schout van Lis, oorkondt dat Lourijs Cornelisz. aan het klooster van der Lee in naam en ten behoeve van de profes Anna van Noirtich en ten behoeve van het convent verkoopt 3 £ 's jaars erfrente op zijn huis en werf, groot 1/2 morgen, en op 11 hond weiland.

      Int jair ons Heeren XVc ende vijff upten elften dach in Octobri.

      Kopie in cart. f. 150 vs. Vgl. reg. nr. 717.

      Inv.nr. 1001

      722 1506 juni 17

      Het Hof van Holland condemneert op zijn verzoek Willem Spierinck van Wel Jansz. tot betaling aan het klooster van der Lede ten behoeve van zijn nicht Jonkvrouw Cornelis Aernt de Cockxdr. van Delwynen, als zij profes wordt en conventuaal blijft, van 150 Rijnsgulden, 6 fijne kussenbladen met haar wapen en een lijfrente van 8 Rijnsgulden 's jaars, waartoe hijzich schuldig erkent.

      Aldus ghedaen in den Haghe upten XVIIen dach in Junio anno XVc ende zes.

      Notariële kopie in cart. f. 233 vs.

      Inv.nr. 1001

      758 1510 april 30

      Burgemeesters, schepenen, raden etc. van Dordrecht verkopen aan jonkvrouw Pieter Geerbrantsdr. van der Coulster, profes ter Lee, oud 17 jaar, wier moeder is Beatrijcx van Brijchoven, een lijfrente van 1 £ Vlaams 's jaars.

      Ghedaen int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende thien opten lesten dach in Aprill.

      Notariële kopie in cart. f. 229 vs. Vgl. reg. nr. 695.

      Inv.nr. 1001

      760 1510 augustus 2

      Claude Carondelet, Jan Banninck en Vincent Cornelisz., commissarissen voor de reparatie van dijken tussen Amsterdam en Sparendam, geven akte van non-prejuditie aan de commandeur van S. Jan te Haerlem, en de abdissen van Rijnsburg en Le over betaalde omslag van 3 st. per morgen.

      Den tweesten in Augusto anno XVc ende thiene.

      Notariële kopie in cart. f. 4.

      Inv.nr. 1001

      771 1512 maart 6

      Gezworenen van Naeldwijck oorkonden, dat zij ten huize van Dirck Woutersz. 'weduwe de rentmeester der abdis van der Lee toegepacht hebben een mesthoop, 2 bergen, voorhuis met kamer en keuken tot de dorsvloer toe voor 46 £ Holl. en 5 etuivers met de derde penning 69 £ 6 schelling 8 penningen voor landhuur. Op verzoek bezegeld door Jan Zuys, baljuw en schout van Naeldwijck.

      In der jair XVc twaleff den sesten dach in Martio.

      Kopie in cart. f. 236.

      Inv.nr. 1001

      774 1512 augustus 27

      Huych Dirxz., schout van Lijs, oorkondt dat Florijs Pieter Jacopsz., brouwer en bakker ter Lee, aan het klooster van der Lee verkoopt 7 Rijnsgulden 's jaars op zijn huis en landen te Lijs, losbaar met 112 Rijnsgulden.

      Int jaer ons Heeren vijffthienhondert ende twaeleff opten XXVIIen dach in Augusto.

      Kopie in cart. f. 236 vs.

      Inv.nr. 1001

      778 1512 november 7

      Jan bastaard van Noirtich, schout in Noirtich, oorkondt dat Mr. Gherijt van der Laen, man van Diewer Ewoutsdr., aan Mr. Willem van Tetroede, priester, een huis en erf in Noirtich verkoopt, strekkende van de Heerestraat tot de lijweg.

      Int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende twaeleff upten sevenden dach in Novembri.

      Kopie in cart. f. 240 vs. met marginale notitie: Dezen brief en volgende transporteert Jan Aelbrechtsz. timmerman.

      Inv.nr. 1001

      779 1512 november 15

      Jan bastaard van Noirtich, schout in Noirtich, oorkondt dat Mr. Willem van Tetroe, priester, met zijn voogd Gherijt Kerstantsz., aan abdis en convent van der Lee zijn huis en erf in Noirtich verkoopt met de brief, waardoor deze gestoken is (reg. nr. 778), strekkende van Heerestraat tot achterweg, vroeger bewoond door wijlen Ewout Willem Bertoensz., dat Tetroe mag blijven gebruiken, terwijl de abdis de reparatie op zich neemt.

      Int jair ons Heren vijfthienhondert ende twaleff opten vijffthiensten dach in Novembri.

      Kopie in cart. f. 241.

      Inv.nr. 1001

      781 1512 december 18

      Notaris Theodricus Spangert, klerk van Traiectum, instrumenteert dat Margareta van Egmonda, wettige dochter van wijlen Otto van Egmonda en weduwe van Anthonius van Noirtwijck bij testament bepaalt, dat zij begraven wil worden in de kerk ter Lee vóór het altaar van O.L.V. "de noot Goids", waarvoor zij 100 Rijnsgulden aan het klooster vermaakt ter memorie; aan de kerk ter Lee geeft zij een erfrente van 15 stuivers voor licht op het altaar gedurende het octaaf van Sacramentsdag etc. en benoemt tot testamenteurs de abdis van der Lee en Mr. Gerijt van der Laen.

      Acta fuerunt hec in domo inhabitacionis sepedicte testatricis in villa de Noirtwijck sita anno a Nativitate Domini millesimo quingentesimo et duodecimo die vero mensis Decembris decima octava.

      Notariële kopie in cart. f. 241 vs.

      Inv.nr. 1001

      782 1513 maart 9

      Jan bastaard van Noirtwijck, schout aldaar, oorkondt dat Willem Meetersz., Gherijt Woutersz. en Govert Jansz. op verzoek van de abdis van der Lee onder ede verklaren, dat de stoven aan het einde van de zuidbroek in de geest en 3 voeten land aan de abdis horen.

      Actum int jair ons Heeren vijfthienhondert ende derthien opten neghenden dach in Maerte.

      Kopie in cart. f. 245.

      Inv.nr. 1001

      783 1513 maart 10

      Roeloff bastaard van der Boechorst Jansz., schout te Noirtwyckerhout, oorkondt dat Adriaen en Jan Duycker e.a. op verzoek van abdis en convent van der Lee bij ede verklaren, dat de stoven voorgenoemd aan de abdis horen.

      Actum int jair ons Heeren vijffthienhondert ende derthien opten thienden dach in Maerte.

      Kopie in cart. f. 245 vs.

      Inv.nr. 1001

      784 1513 maart 10

      Roeloff bastaard van der Boechorst Jansz., schout te Noirtwyckerhout, oorkondt dat Ewout Wouter Kers en Jan Pietersz. op verzoek van abdis en convent van der Lee bij ede verklaren, hoe er tijdens het onderrentmeesterschap van ter Lee van Claes Pietersz. een geschil bestond tussen Mr.Dirck Spangert, kapelaan en rentmeester, met Pieter Plumyon als eigenaar van Dirck Gherijtsz.' woning in Noirtwyckerhout over stoven en een wal in de geest.

      Actum int jair ons Heeren vijfthienhondert ende derthien opten thienden dach in Maert.

      Kopie in cart. f. 246.

      Inv.nr. 1001

      785 1513 mei 6

      Roeloff bastaard van der Boechorst Jansz., schout van Noirtigerhout, oorkondt dat Willem Reyersz. aan het klooster van der Lee verkoopt een stuk geestland van 125 voet breed van de goweg tot de groene weg.

      Int jair ons Heeren vijffthienhondert ende derthien opten zesten dach in Meye.

      Kopie in cart. f. 243 vs.

      Inv.nr. 1001

      795 1514 september 5

      Johan Mulert, rentmeester van Zallande, erkent ook voor zijn vrouw en erfgenamen aan het convent ter Lede schuldig te zijn 6 Rijnsgulden 's jaars lijf rente voor zijn dochter Agnes, kloosterjuffer, over een jaar af te lossen met 60 Rgld.

      Int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende veerthien des Dinxdages post Egidii.

      Kopie in cart. f. 252.

      Inv.nr. 1001

      807 1518 augustus 31

      Kaerle etc., graaf van Holland, geeft op verzoek van abdis en convent van der Lee tot bescherming van de visserij en vogelarij tussen Noertich en Noertigerhout in grachten, sloten en wateringen aan de eerste deurwaarder last de buren aan te zeggen daar geen inbreuk op te maken en te waken tegen dreigende landlopers.

      Gegeven in onsen huyse in den Hage den lesten dach van Augusto int jaer ons Heeren duyst vijfhondert ende achtien.

      Gewaarmerkte kopie in cart. f. 261.

      Inv.nr. 1001

      821 1522 december 31

      De vroedschappen van Dordrecht, Hairlem, Delft, Leyden en van der Gouda verkopen met consent van de graaf aan de abdis van der Lee een losrente van 50 £ 's jaars, losbaar met 800 £.

      Dit was gedaen int jair ons Heeren duysent vijfhondert twee ende twintich upten lesten dach van December.

      Notariële kopie in cart. f. 270.

      Inv.nr. 1001

      824 1524 september 19

      Voor het Hof van Holland erkennen Cornelis Wouwerixz., tollenaar van Dordrecht, en Willem van Drenckwaert Bouwensz., man van Cornelia Wouwerixdr., aan Adriane van Roen, abdis van Leuwenhorst, een lijfrente van 30 Rijnsgulden schuldig te zijn uit de erfenis van haar broeder Jan Oem Dirixz. en haar zuster Margriet Oems, waarin het Hof hen condemneert.

      Ghedaen in den Haghe upten XIXen dach van Septembri anno XVc vier ende twintich.

      Notariële kopie in cart. f. 271 vs. Zie ook reg. nr. 825.

      Inv.nr. 1001

      Aan te vragen als inv.nr. 1 van archiefinventaris 3.18.17.01.

    • 342 1415 juli 5

      Heylwijf van Oesterwijc, abdis van der Lee, verhuurt met goedvinden van haar neef Jan Heynrix, rentmeester, aan Heynric van Oesten 14 morgen land in Rijswijc.

      Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vijftien des Vridages nae sinte Mertiinsdach Translacio.

      Kopie in huurboek 3 f. 31 vs.

      Inv.nr. 1005

      344 1416 april 1

      Heylwijf van Oesterwijc, abdis van der Lee, verhuurt aan Jan Jacop Louwerenz. 4 morgen land in Voirscoten, genaamd de Blocmaede.

      Int jair ons Heren dusent vierhondert ende sestiene op den eersten dach van April.

      Kopie in huurboek nr 3 f. 18 vs.

      Inv.nr. 1005

      357 1422 mei 10

      Heylwijf van Oesterwijc, abdis van Leewenhorst, verhuurt Anghenyese Heynric Jacobsz.' weduwe 29 1/2 morgen land in Wateringhe voor 27 gouden Engelse nobels 's jaars.

      Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende twintich opten tienden dach in Meye.

      Kopie in huurboek f. 47 vs.

      Inv.nr. 1005

      358 1422 mei 16

      Heylwijch van Oesterwijc, abdis van Lewenhorst, verhuurt aan Dyrc Symonsz. en zijn zoon Jan de uithof in Poeldijc, groot 100 morgen voor 87 Engelse nobels.

      Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende twintich des Saterdaghes na synte Pancrasiusdach.

      Kopie in huurboek 3 f. 47.

      Inv.nr. 1005

      360 1(4)23 maart 21

      Heylwijf van Oesterwijc, abdis van Lewenhorst, verhuurt aan de zusters van S. Margriete buiten Leyden aan de nieuwe weg 4 morgen land (in Noirtigherhout) met een noodweg volgens schepenbrief.

      Int jair ons Heren dusent drie ende twintich (sic) op sinte Benedictusdach.

      Kopie in huurboek no 3 f. 41 vs.

      Inv.nr. 1005

      361 1423 november 1

      Heilwijf, abdis, en convent van Leewenhorst geven aan Ghebben Benninch en haar kinderen broederschap en deel aan goede werken.

      Int jaer ons Heren M.CCCC.XXIII. op Alresielendach.

      Kopie in huurboek 3 f. 46 vs.

      Inv.nr. 1005

      370 1429 februari 21

      Machtelt van der Dues, abdis van Lewenhorst, verhuurt door haar rentmeester Jan Simonsz. aan haar neef Jan van Alemade Hugenz. het "scoelant" (in Warmond) voor 9 gouden Wilhelmusschilden, 4 morgen aldaar over de Vliet voor 4 schilden en 4 hond geestland in Sassenem voor 1 schild gedurende 15 jaar.

      Int jair ons Heren duysent vierhondert negen ende dertich up sinte Pietersavont voirsz. (in de lente).

      Kopie in huurboek 3 f. 56 vs.

      Inv.nr. 1005

      373 1430 maart 14

      Mechtelt van der Doess, abdis in Lewenhorst, verhuurt Dirc Gerijtsz. te Oestgheest 3 1/2 morgen land en 2 morgen, die Jan van Noirtich gebruikte, voor 6 gouden Engelse nobels 's jaars.

      Int jair ons Heren dusent IIIIc ende dertich XIIII dage in Marte.

      Kopie in huurboek 3 f. 51.

      Inv.nr. 1005

      376 (14)30 september 17

      Mechtelt van der Does, abdis van Lewenhurst, verhuurt Symon van der Woude het grote weer (in Wermondsrecht) van 9 morgen voor 5 1/2 gouden Engelse nobelen.

      Up sinte Lambrechtsdach int jair XXX.

      Kopie in huurboek 3 f. 54.

      Inv.nr. 1005

      390 1437 februari 21

      Machtelt van der Does, abdis van Leewenhorst, verhuurt door haar rentmeester Jan Simonsz. aan haar oom Jan van den Woude voor 20 jaar een kamp land aan Wermonderdam aan de geest, 2 kampen in Oestgeesterambacht en een stuk geestland voor 7 gouden nobels, en 4 hond land in Wermonderambacht in een kroft.

      Int jair ons Heren duysent vierhondert zeven ende dertich up sinte Pietersavont in de lenten.

      Kopie in huurboek 3 f. 51 vs.

      Inv.nr. 1005

      391 1437 augustus 24

      Jan van den Woude erkent schuldig te zijn aan Machtelt van der Does, abdis van Leewenhorst, of haar rentmeester 20 jaar lang 7 gouden nobelen wegens huur van land.

      Int jair ons Heren duysent vierhondert zeven ende dertich up sinte Bertelmeesdach.

      Kopie in huurboek 3 f. 51 vs.

      Inv.nr. 1005

      Aan te vragen als inv.nr. 5 van archiefinventaris 3.18.17.01.

    • 520 1467

      Schepenen in Monsterambacht oorkonden, dat Gherijt Jansz. erkent gehuurd te hebben van Elysabet van Rijswijck, abdis in Lewenhorst, en van het convent door derentmeester Willem Bartoen de helft van de uithof in Poeldijck 100 morgen voor 45 gouden Engelee nobels 's jaars.

      Int jaer ons Heeren dusent vierhondert seven ende tsestich.

      Kopie in huurboek 4 f. 53.

      Inv.nr. 1006

      521 1467

      Schepenen in Monsterambacht oorkonden, dat Hubrecht Dirxz. erkent gehuurd te hebben van Elysabet van Rijswijck, abdis in Lewenhurst, en van het convent door de rentmeester Willem Bartoen de helft van 100 morgen, die zijn neef Gherijt Jansz. heeft gebruikt tot des kloosters uithof, voor 40 gouden Engelse nobels.

      Int jaer ons Heeren dusent vierhondert seven ende tsestich.

      Kopie in huurboek 4 f. 53 vs.

      Inv.nr. 1006

      536 1471 juli 25

      Jan Symoens. en Vryes Gerijtsz. huren van Willem Bertoen, rentmeester van der Lee, 14 morgen land in Honterlande voor 14 gouden Engelse nobels 's jaars.

      In jair ons Heren duysent vierhondert een ende tseventich opten XXVsten dach in Julyus.

      Kopie in huurboek 4 f. 59 vs.

      Inv.nr. 1006

      Aan te vragen als inv.nr. 6 van archiefinventaris 3.18.17.01.

    • 587 1483 oktober 3

      Agnies van Noirtich en van der Boechorst, abdis van Leewenhorst, Staeds van Brakel, priorin, oorkonden dat Aem Jansz. een brief aanbiedt, waarbij zijn voorouders 9 morgen in Haagambacht in erfhuur hadden voor 5 Eng. nobels 's jaars, welke brief gehavend is als blijkt uit dezelfde, waardoor deze gestoken is (reg.no 328), waarom zij Aem in die erfhuur bevestigen, terwijl hij voor 1 Eng. nobel 4 £ Holl. zal betalen.

      Int jair ons Heeren M.CCCC. drie ende tachtich opten derden dach van Octobri.

      Kopie in register van belendingen f. 90 vs.

      Inv.nr. 1013

      Aan te vragen als inv.nr. 13 van archiefinventaris 3.18.17.01.

    • 504 1463 november 24

      Lijsbeth van Rijswijck, abdis in Leuwenhorst, en Baert van Beest, priorin, en het convent verkopen aan Pieter Jansz, 5 morgen 42 gaarden land in Rijswijck, met hem gemeen en door hem gekocht van S. Lijsbetten zusterhuis.

      Int jaer ons Heeren duysent IIIIc LXIII up sinte Katherinenavond.

      Kopie achterin rekening van 1503 nr 109A.

      Inv.nr. 1109A

      Aan te vragen als inv.nr. 109A van archiefinventaris 3.18.17.01.

    • 626 1493 april 15

      Bernardus van Tyela, deken van S. Marie van Traiectum, conservator der rechten en privelegiën der abten en abdissen van Cistercium, door de paus gedeputeerd krachtens bul van wijlen paus Clemens, hier geïnsereerd, d.d. (1351) febr. 4 (reg. nr. 178) geeft bevel aan Mrs. Jacob Ruysch, deken van het kapittel in Haga, en Petrus de Bruyn, deken van S. Pancratius te Leiden, daar hij zelf verhinderd is, om de abdis van Lewenhorst te verdedigen tegen Wernerus van Zulen, Margareta van Culemborch, weduwe van Johannes van Reness etc.

      Datum et actum Traiecti anno Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo tercio die vero Lune decima quinta mensis Aprilis.

      Orig. met onderschrift van notaris Albertus Schuersac, klerk van Tornacum, en merk, gebruikt als omslag van de rekeningen 1505 nr 112 en 1508 nr 115. Andere fragmenten dienen als omslagen van de rekeningen 1505, 1506 en 1508, nrs. 112 a, 113 en 115.

      Inv.nr. 1112

      Aan te vragen als inv.nr. 112 van archiefinventaris 3.18.17.01.

    • 178 (1351) februari 4

      Paus Olemens (VI) draagt op verzoek van abten en abdissen der orde van Cistercium, van Guillermus, bisschop van Tusculanum (Tusculum, Frascati) en Johannes, koning van Francia, aan de abten van S. Martinus van Tornacum en van S. Michael van Antwerpia,en de deken van S. Marie van Traiectum op de orde te beschermen tegen geestelijke en wereldlijke personen, die haar goederen in beslag namen.

      Datum Avinione secundo Nonas Februarii pontificatus sui anno nono.

      Opgenomen in brief van 1493 april 15 (reg. nr. 626).

      Inv.nr. 1115

      Is gebruikt als omslag van de rekeningen over 1505 (toegangsnummer 3.18.17.01, inv.nr. 112) en 1508 (toegangsnummer 3.18.17.01, inv.nr. 115)