4. 1320 juni 28
Gheraet, heer van Hoerne, van Althena, van Parveys en van Haerlaer, beleent heer Dederic van Riede, ridder met 20 gaarden land in Barendrecht, die van Heynnen van Waes zijn, en met het ambacht van Berendrecht, zóó, dat de rechter van de heer van Hoerne de boeten van 2 schellingen mag kwijtschelden, maar van de betaalde boeten 2/3 deel aan heer Dedric moet geven, die bovendien 30 schellingen 's jaars van de bede van Berendrecht krijgt, terwijl heer Gheraet lossen zal het derde deel van het ambacht Berendrecht, door heer Dederic verkocht aan Gelis van Berendrecht, in wins plaats hij, heer Dederic, een man zal zetten
Dertienhondert ende twintich des Zaterdaghes na Sinte Jans dach te middezomer.
Oorspr. ( Inv. no. 1 ). Met zeer geschonden zegel van den heer van Hoerne (?); met contrazegel in groene was.
Aschrift in ( Inv. no. 112 ) fol 9 v.
(Reg. no. 4.)
5. 1320 juli 14.
Gheraet, heer van Hoerne, van Altena, van Parweis en van Heerlaer, beleent heer Didderic van Riede, ridder, met vijf viertel lands in het ambacht Barendrecht, die Heine van Waes van heer Didderic in leen houdt.
Dertienhondert ende twintich des Manendaghes na Sinte Margriten dach.
1. Oorspr. Inv. no. 2. Met resten van het zegel van den heer van Hoerne in groene was.
2. Afschrift in Inv. no. 112, fol. 9 vo.
(Reg. no. 5.)
7. 1321 mei 17..
Gheeraet, heer van Hoerne, van Altena, van Perveys en van Haerlaer, beleent Jan heren Gillys' zoon, poorter in Dordrecht, met het ambacht van Barendrecht, zooals heer Dideric van Riede, ridder, het hem opgedragen heeft, met de manschap van Heinen van Waes voor de vijf viertel lands.
MCCC ende een ende twintich des Sondaghes na Sinte Servaes' daghe.
Oorspr. Inv. no. 3. Met resten van het zegel van den heer van Hoerne in groene was.
(Reg. no. 7.)
8. 1321 augustus 6.
Willem, graaf. van Heynnegouwen etc., bekrachtigt den koop van het ambacht Barendrecht door Jan heren Gillys' zoon.
Dordrecht des Donredaghes na Sinte Pieters daghe ten ingaenden oest in 't jaer ons heren MCCC ende een ende twintich.
1. Oorspr. Inv. no. 4. Met geschonden zegel van graaf Willem in groene was.
2. Afschrift in Inv. no. 10 en in Inv. no. 112, fol. 10 ro.
Afgedrukt bij Oudenhoven: Zuydt Hollandt, p. 275.
(Reg. no. 8.)
10. 1326 april 4.
Broeder Barnaert, gardiaan der Minderbroeders in Dordraech, vidimeert de oorkonde d.d. 1321 Mei 17. (regest no. 7).
MCCC ende seisestwintich des iersten Vridaghes in Aprille.
1. Oorspr. Inv. no. 5. Het zegel van broeder Barnaert verloren.
2. Afschrift in Inv. no. 112, fol. 10 ro.
(Reg. no. 10.)
18. 1346 juli 25.
Margriete, keizerin van Romen etc., bekrachtigt den koop van het ambacht Barendrecht ten behoeve van jonkvrouw Machteld Gillys heren Jans zoon dochter, dat bij Gillys' dood weer aan den heer van Hoerne was gekomen, benevens den koop van andere leengoederen, door Machtelds ouders van eenig heer van der Lecke gekocht.
In die Haghe in 't jaer ons Heeren MCCC ses ende viertich op Sinte Jacobs dach.
1. Oorspr. Inv. no. 6. Met geschonden zegel van de Keizerin in roode was.
2. Afschrift in Inv. no. 112, fol. 10 vo.
(Reg. no. 18.)
35 1492 november 2
Maximiliaen, Roomsch koning etc., en Philips, aartshertog van Oistenrijck etc., verbieden Gheryt ter Heerenhoven, deken van Reys en kanonnik van den Dom te Utrecht, zich krachtens zijn ambt van delegaat te bemoeien met geschillen tusschen den heer van Wassenaer, heer van Barendrecht de vrouwe van Moerkerke, vrouwe van Kernisse, en Jacob Jacobs zoon van Minnebelke, heer van West-Barendrecht.
Upten tweesten dach van Novembry in 't jaer ons Heeren duysent vierhondert twee ende tnegentich.
Oorspr. ( Inv. no. 7 ). Het signet van Maximiliaan verloren.
Aschrift in ( Inv. no. 112 ) fol 12.
(Reg. no. 35.)
43. 1525 september 12.
Karel, Roomsch keizer etc., beleent zijn nicht Maria van Wassenaer met de heerlijkheid Barendrecht, sluis, visscherij, vogelarij. smaltienden in Carnisse en in den polder, een deel in Tyselinxwaert, den uiterdijk van Barendrecht, de korentienden van Barendrecht, Muesinckbroeck en Bolnisse, haar aangekomen door den dood van haar vader.
XII in Septembri XV C vijffentwintich.
1. Extracten uit het leenregister van Holland van 1623 en 1643. Inv. no. 9.
2. Afschrift in Inv. no. 112, fol. 11 ro.
(Reg. no. 43.)
8. 1321 augustus 6.
Willem, graaf. van Heynnegouwen etc., bekrachtigt den koop van het ambacht Barendrecht door Jan heren Gillys' zoon.
Dordrecht des Donredaghes na Sinte Pieters daghe ten ingaenden oest in 't jaer ons heren MCCC ende een ende twintich.
1. Oorspr. Inv. no. 4. Met geschonden zegel van graaf Willem in groene was.
2. Afschrift in Inv. no. 10 en in Inv. no. 112, fol. 10 ro.
Afgedrukt bij Oudenhoven: Zuydt Hollandt, p. 275.
22. 1369 juli 8.
Willem, heer van Hoorne en van Altena, beleent Wouter van den Wale, zijn neef, met de goederen, waarmee diens ouders beleend zijn geweest, nl. alle visscherjen, stalen, zegenworpen voor Barendrecht, en voorts het land, ambachten, tienden, vogelarijen en verder toebehooren, strekkende van Willems lande van Wilnesse in de Mile tot aan het goed van Schobben en van Everacken tot Heynkensoert toe, met een stuk land, genaamd De Nesse, met zijn visscherijen bij Swindrecht tusschen den Devel en den Wale.
MCCC neghen ende tsestich des Sonnendage nae Sinte Maertyns dach translatio.
Afschrift van een extract uit het leenregister van Holland. Inv. no. 10.
2. Afschrift in Inv. no. 112, fol. 25.
Afgedrukt bij Oudenhoven: Zuidt-Hollandt, p. 275.
23. z.d.
Wouter van der Wael erkent in leen ontvangen te hebben van den heer van "Oestvant" alle goederen, genoemd in de oorkonde d.d. 1369 Juli 8. (Reg. no. 22.)
1. Afschrift van een extract uit het leenregister van Holland. Inv. no. 10.
2. Afschrift in Inv. no. 112, fol. 25 ro.
Afgedrukt bij Oudenhoven: Zuydt-Hollandt, p. 276.
(Reg. nos. 8, 22 en 23.)
Niet raadpleegbaar
32. 1487 September 21.
Johan, heer van Wassenaer, van Catwijck, van Voorschoten en burggraaf van Leyden beleent Pieter Dammas' zoon met de vogelarij en visscherij van zijn land in de heerlijkheid Oost-Barendrecht.
Opten XXIen dach Septembris int jaer veerthienhondert seven ende tachtich.
Afschrift in Inv. no. 77.
44. 1526 maart.
Schepenen van Dordrecht oorkonden, dat de erfgenamen van Pieter Dammas' zoon, burgemeester van Dordrecht, voor hen verschenen zijn ter verdeeling der erfenis, waarbij Cornelia Aert Kernstens, weduwe van Pieter Dammas' zoon gekregen heeft de helft van de uiterlanden en aanwassen, die hij had in Oost-Barendrecht, West-Barendrecht, Carnisse, Veerenambacht, Wassenaersambacht en daaromtrent.
Duysent vijffhondert ses ende twintich op den ...... dach van Meerte.
Afschrift van een extract uit den origineelen vertichtingsbrief in Inv. no. 77.
(Reg. no. 32 en 44)
(Reg. nos. 1 en 12.)
12 1328 Mei 24.
Ghernant van Calinghem, abt van Sinte Pouwels te Utrecht, beleent met het derde deel van de tienden te Berendrecht, opgedragen door heer Diederic van Reyde, ridder, en gelegen in het gerecht van Johan here Gillys' zoon, diens oudsten zoon Gillys, op voorwaarde, dat deze bij den dood van zijn vader het leen weer opdragen zal, waarmee dan zijn oudste broeder of een zijner naaste erfgenamen beleend zal worden.
Dusent drihondert achte ende twintich des Dinsedaghes na Pincterdaghes.
Oorspr. ( Inv. no. 85.1 ). Met rest van het zegel van den abt in groene was
Afschrift in ( Inv. no. 112 ) fol 20r.
1 1264 Februari 18.
Abt en convent van S. Paulus in Traiectum beleenen Theodericus de Reden met het derde deel van de tienden in Berendrech in het ambacht van Theodericus, waarvan het secundaire deel aan Nicholaus de Berendrech behoort, maar behouden aan zich de smaltienden en het patronaatsrecht van de te stichten kerk, waarvoor Theodericus de bijbehoorende goederen en tienden aan het bestuur van den abt overdraagt, terwijl hij voor zich en zijn nakomelingen van alle rechten op die goederen afstand doet.
Datum anno Domini Mo ducentesimo sexagesimo quarto duodecimo Kal. Marcii.
Oorspr. ( Inv. no. 85.2 ).Met geschonden zegel van den abt in groene was; met contrazegel. Het zegel van het convent verloren.
(Reg. nos. 11 en 17.)
11 1327 December 12.
Gheernant van Kalinchem, abt van Sente Pouwels te Utrecht, beleent Jan heren Gillys' zoon, poorter in Dordrecht, met de smaltienden onder Berendrecht en Karnisse, waarmee zijn voorganger Henric hem al beleend had.
Dusent driehondert ende seven ende twintich op den Saterdach na onser vrouwen dach verholen.
Oorspr. ( Inv. no. 86.1 ). Met rest van het zegel van den abt in groene was
Afschrift in ( Inv. no. 112 ) fol 19r.
17 1342 October 12.
Herman Wolf, abt van Sinte Pouwels te Utrecht, beleent jonkvrouw Machteld Gylys heren Jans zoon dochter met de smaltienden in Berendrecht en Karnisse, zooals haar vader die in leen gehad heeft.
Dertienhondert ende twe ende viertich des Saterdaghes na Sinte Victoers dach..
Oorspr. ( Inv. no. 86.2 ). Met rest van het zegel van den abt in groene was
Afschrift in ( Inv. no. 112 ) fol 20v.
21. 1361 september 7.
Johan van Oene, abt van Sinte Pouwels te Utrecht, beleent heer Dyderic van Wassenaer, burggraaf van Leyden, als woogd van zijn vrouw Mechteld met alle tieden, groot en klein, in Berendrecht en Karnesse, welke Mechteld's vader in leen heeft gehad, bij haar dood door haar nakomelingen te verzoeken met dubbele heergewaden.
Dusent dryehondert een ende tsestich op onser vrouwen avond nativitatis.
1. Oorspr. Inv. no. 87. Met geschonden zegel van den abt in groene was.
2. Afschrift in Inv. no. 112, fol. 22 vo.
(Reg. no. 21.)
(Reg. nos. 30, 39, 42, 46.)
30 1486 juli 20.
De abt van Sinte Pouwels te Utrecht beleent Johan, heer van Wassenaer, van Catwijck, van Voorscoeten en burggraaf van Leyden, met de koren- en smaltienden van Barendrecht, die ongeveer 60 jaar onbedijkt hebben gelegen en nu weer bedijkt zijn.
Dusent vierhondert ses ende tachtentich opten twintichsten dach in Julio.
Oorspr. ( Inv. no. 88 ). Het zegel van de abt verloren.
Afschrift in Inv. no. 11 , fol. 23r.
46 1545 October 25.
Gheryt van der Nyekerck, abt van S. Pauwels te Utrecht, beleent Philips van Ligne, heer tot Wassenaer, burggraaf van Leyden etc., met de koren- en smaltienden, groot en klein, van Barendrecht, zooals zijn moeder Maria van Wassenaer die in leen heeft gehad.
Duysent vijffhondert vyve ende veertich opten vive ende twyntichsten dach van Octobri.
Oorspr. ( Inv. no. 88 ). Met rest van het zegel van den abt in roode was.
Afschrift in Inv. no. 112 , fol. 24r.
(regest no. 30) (regest no. 46)
39 1516 April 8.
Willem van Nyerkercke, abt van Sinte Pouwels te Utrecht, beleent Johan van Wassenaere, burggraaf van Leyden, met de koren- en smaltienden, groot en klein, van Barendrecht, zooals zijn vader Johan van Wassenare etc. die in leen heeft gehad.
Duysent vijfhonderd ende sestien opten achten dach van Aprill.
Oorspr. ( Inv. no. 88.2 ). Met het geschonden zegel van den abt in roode was.
Afschrift in Inv. no. 112 , fol. 23r.
(regest no. 39)
42 1525 Mei 19.
Matheus van Goch, abt van Sinte Pouwell binnen Utrecht, beleent Josyne van Egmondt, vrouwe van Wassenaer, burggravin van Leyden etc., weduwe van Johan van Wassenaer, ten behoeve van haar dochter Maria van Wassenaer met de koren- en smaltienden, groot en klein, van Barendrecht tot een onversterfelijk erfleen.
Dusent vijffhondert vijff ende twyntich den negenthienden dach van Mey.
Oorspr. ( Inv. no. 88.3 ). Met het geschonden zegel van den abt in roode was.
Afschrift in Inv. no. 112 , fol. 23v.
(regest no. 42)
(Reg. no. 37a en 37b)
37a 1501 december 1.
Peterus de Accolitis u.j.d., pauselijk kapelaan en auditor, stelt, gezien het verzoekschrift van Johannes van der Does en de pauselijke beschikking daarop, gezien de definitieve sententie van Hieronimus de Porcharius, pauselijk auditor, gezien het verzoek om appèl hiertegen, eveneens van Johannes van der does, met pauselijke beschikking, en gezien tenslotte het verzoekschrift van de tegenstanders Johannes de Wassenaer, ridder, Jacobus de Menebecke en Elizabetha de Loen, vrouwe van Morkercken, met pauselijke beschikking, alles betreffende een geschil over het bezit van de koren- en smaltienden van Oost- en West-Barendrecht en Carnisse, de kosten van dit proces vast en veroordeelt Johannes van der Does deze te betalen.
Sub anno a navitatie domini millesimo quingentesimo primo indictione quarta die vero mercurri prima Mensis decembris pontificatus prefati sancitissimi christo patris et domini Alexandri divina providentia pape sexti anno decimo.
In een notarieel instrument van notari Regnerus Regneri Overhoff ( Inv. no. 88A.1 ).Met de resten van het zegel van Petrus de Accolitis in rode was en de signatuur van de notaris.
Hieraan is gehecht het charter van 1502 oktober 14 (reg. no. 37b).
37B 1502 oktober 14.
Het Hof van Holland geeft aan de vrouwe van Wassenaer toestemming het vonnis, genoemd in reg.no. 37a ten uitvoer te leggen.
Aldus gedaen upten dach ende jair als boven (den XIIIIen dach van october anno vijfthienhonderd ende twee)
Oorspr. ( Inv. no. 88A.2 ). Met de handtekening van de secretaris mr. Vranck van Messe
Gehecht aan het charter van 1501 december 1 (reg. no. 37a).
41. 1525 mei 19.
Matheus van Goch, abt van Sinte Pouwell te Utrecht, oorkondt, daar sommigen zijn recht in twijfel trekken, dat Josyne van Egmondt, vrouwe van Wassenaer etc., de koren- en smaltienden van Barendrecht van de abdij in leen gevraagd heeft. zonder iemands recht daarbij te willen benadeelen.
Duysent vijffhondert vijff ende twyntich den negenthienden dach van Mey.
1. Oorspr. Inv. no. 89. Het zegel van den abt verloren.
2. Afschrift in Inv. no. 112, fol. 23 vo.
(Reg. no. 41.)
Niet raadpleegbaar
51. 1558 april 13.
Schout, heemraden en eenige inwoners van Oost-Barendrecht getuigen, dat het huis van Gerit Ariens zoon, dat vroeger in IJsselmonde lag, na de overstrooming 6 jaar geleden, verplaatst is en nu onder Oost-Barendrecht behoort.
Duysent vijffhondert acht ende vijftich den XIIIen Aprilis.
Oorspr. ( Inv. no. 99 ). Met opgedrukt zegel van een der heemraden; dat van den schout en een heemraad verloren.
(Reg. no. 51.)
Voorheen inv. nr. 103, aan te vragen als nummer toegang 4.BAF, inv. nr. 103
Voorheen inv. nr. 104, aan te vragen als nummer toegang 4.BAF, inv. nr. 104
Voorheen inv. nr. 105, aan te vragen als nummer toegang 4.BAF, inv. nr. 105
Voorheen inv. nr. 106, aan te vragen als nummer toegang 4.BAF, inv. nr. 106
Voorheen inv. nr. 107, aan te vragen als nummer toegang 4.BAF, inv. nr. 107
Wellicht een copie van een kaart van 1698.
Voorheen inv. nr. 108, aan te vragen als nummer toegang 4.BAF, inv. nr. 108
Voorheen inv. nr. 109, aan te vragen als nummer toegang 4.BAF, inv. nr. 109
Voorheen inv. nr. 110, aan te vragen als nummer toegang 4.BAF, inv. nr. 110
Voorheen inv. nr. 110A, aan te vragen als nummer toegang 4.BAF, inv. nr. 110A
2. 1273 mei 6.
Daniël van der Merwede oorkondt van den abt van S. Paulus in Traiectum het derde deel van de tienden, die deze in Daniels ambacht Kernisse heeft, in leen ontvangen te hebben, tegen belofte om aan het innen van het overige ? deel en het collatierecht van den abt niets in den weg te zullen leggen.
Anno Domini ducentesimo septuagesimo tertio sabbato post inventionem sancte crucis.
Afschrift in Inv. no. 112, fol. 22vo.
3. 1311 mei 30
Geraerdt, heer van Hoorne, van Altena en van Perweys, oorkondt, dat heer Diederick van Rieden en Jan Clauwers zoone van Barendrecht het ambacht van Barendrecht van hem in leen hebben, begrensd door IJsselmonde, Riederambacht en Heer-Damasambacht, op de wijze als onlangs wettelijk is vastgesteld.
Dusent driehondert ende elf in Pinxterdage.
Afschrift in Inv. no. 112, fol. 9 ro.
6. 1320 September 16.
Leenmannen van Gijsbrecht 1), heer van Hoorne, van Altena, van Perveys en van Herlaer, oorkonden, dat Diederich, heer van Riede, opgedragen heeft aan heer Geerade voornoemd het ambacht van Barendrecht, gelegen tusschen Jan-Clauwerszoonsambacht en het ambacht van Riede, en al het andere goed, dat hij van hem in leen hield.
MCCC en twintich op Sinte Lambrechts avont.
Afschrift in Inv. no. 112, fol. 9 ro.
1) lees: Geraerdt.
9. 1324 Augustus 25.
Willem, graaf van Henegouwen etc., pacht met toestemming van zijn neef Johann van Diest, bisschop van Utrecht, voor eeuwig van abt en convent van S. Pouwels te Utrecht al hun goed in Swindrecht en Heer-Heyenland 1) en in het land tusschen de Merwede en de Dubbel, strekkende tot Barendrecht, en tusschen Ryderwaert en Dordrecht, met alle rechten, er aan verbonden, voor 100 pond zwarte tournoysen.
MCCC. XXIIII des andere daegs na Sinte Bartholomeus' dage.
Afschrift in Inv. no. 112, fol. 21 vo.
1) In margine: nu Heerjansdam.
19. 1357 augustus 3.
Daniel van der Merwede, ridder, en Margriet van Steyne, zijn vrouw, oorkonden, dat zij van abt en convent van Sinte Pouwels te Utrecht de korentienden van Barendrecht en Kernisse, zoolang als zij zelf en hun oudste zoon of dochter leven, gepacht hebben.
Duysent driehondert seven en vijftich, des Donredaeghs nae Sinte Peters dach ad vincula.
Afschrift in Inv. no. 112, fol. 21 ro.
20. 1361 juli 26.
Jan van Oen, abt van S. Pouwels te Utrecht, beleent heer Jan van Rosendael, ridder, met de tienden in Oost-Barendrecht, welk ambacht aan den heer van Wassenaer behoort, in West-Barendrecht, ook genoemd Clawaerts ambacht van den Poel, en in heer Daniels ambacht van de Merwede, dat men noemt Carnesse.
Dusent driehondert eenentsestich des andere daege na Sinte Jacops dage mit in den zomer.
Afschrift in Inv. no. 112, fol. 21 ro.
Niet raadpleegbaar
De eerst 37 bladzijden ontbreken.
45. 1545 mei 1.
De baljuw van Zuyd-Holland gelast Gerrit Pietersz den schouten aan te zeggen, dat zij hun ambachtsheeren moeten waarschuwen een gewaarden rechter aan te stellen, die iedere veertien dagen ter hooger vierschaer moet komen om aan te brengen wat binnen zijn gebied geschiedt is, hetzij crimineel of civiel.
Dordrecht opten Meydag in 't jaar onses Heeren 1545.
Afschrift uit de 18de eeuw. Inv. no. 130.
(Reg. no. 45.)
27. 1442 (1443?) April 13..
Philips, hertog van Bourgondiën etc., beleent Jacob van Mynnenbeke Dammis, zoon met het ambacht West-Barendrecht, met visscherij enz., opgedragen door Jan van Culenburch en met het korte ambacht van Zwindrecht, opgedragen door Robbrecht van Drongelen.
Den dertienden dach in Aprill int jaer ons Heeren dusent vierhondert twee ende vertich na den loep van onsen hoven.
1. Afschrift gecollationneerd door den notaris Adrianus Braet. Inv. no. 133.
2. Afschrift gecollationneerd door ...... Duyst. Inv. no 133.
(Reg. no. 27.)
(Reg. nos. 33 en 34.)
34. 1491 Mei 4.
Maximiliaen, Roomsch koning etc., en Philips, aartshertog van Oostenrijk etc., beleenen Elisabeth van Loon, vrouwe van Moerkerken, met de ambachtsheerlijkheid West-Barendrecht, opgedragen door Jacob Jacops zoon.
Den vierden dach in Meye in 't jaer XIIIIc een ende tnegentich
Oorspr. ( Inv. no. 134.1 ).Met signet van Maximiliaan in roode was.
Transfix van het charter d.d. 1491 Maart 12. (Reg. no. 33.)
(regest no. 34).
33 1492 November 2.
Maximiliaen, Roomsch koning etc., en Philips, aartshertog van Oistenrijck etc., verbieden Gheryt ter Heerenhoven, deken van Reys en kanonnik van den Dom te Utrecht, zich krachtens zijn ambt van delegaat te bemoeien met geschillen tusschen den heer van Wassenaer, heer van Barendrecht de vrouwe van Moerkerke, vrouwe van Kernisse, en Jacob Jacobs zoon van Minnebelke, heer van West-Barendrecht.
Upten tweesten dach van Novembry in 't jaer ons Heeren duysent vierhondert twee ende tnegentich.
Oorspr. ( Inv. no. 134.2 ).Het signet van Maximiliaan verloren.
Afschrift in Inv. no. 11 , fol. 12
(regest no. 33).
38. 1515? januari 16.
Karel, prins van Spaengnen etc., beleent heer Lodewijck van Praet en van Moerkereken, ridder, met de heerlijkheid West-Barendrecht met toebehooren, uitgezonderd visscherij, vogelarij, stalen, veenen en uitgorzen, koren- en smaltienden binnendijks en die later buitendijks zullen vallen, zooals zij moeder Elizabeth van Loon, vrouwe van Moerkerken, het in leen gehad heeft, en bovendien met de smaltienden van West-Barendrecht, die zijn moeder ook in leen heeft gehouden.
Den XVIe Januario anno XV C vijftien stilo curie Hollandie.
Oorspr. Inv. no. 135. Met geschonden zegel van Karel in roode was.
(Reg. no. 38.)
(Reg. nos. 47 en 48.)
48 1546 November 6.
Karel, Roomsch keizer etc., beleent Fransoize van Praet, vrouw van Wessel van der Bootselaer, heer van Asperen, met de heerlijkheid West-Barendrecht zonder visscherij etc. (als in reg. no. 15), en met de smaltienden, die er nu zijn of in onbedijkt land komen zullen, en evenzoo de korentienden met de rechten, die Jacob van Minnebeek aan deze tienden buitendijks hebben mag.
Den VIden November in 't jaer ons Heeren duysent vijffhondert ses en viertich.
Oorspr. ( Inv. no. 136.1 ).Met geschonden zegel van het leenhof van Holland in roode was.
Transfix van het charter d.d. 1546 November 5 (reg. no. 47).
(regest no. 48).
47 1546 November 5.
Wessel van Boetseler, heer van Asperen, echtgenoot van de oudste zuster van Lodewijck van Moerkercken, in het Oosten gestorven, koopt voor 25 carolusguldens van den Keizer diens recht op Lodewijcks nalatenschap, nl. de heerlijkheid West-Barendrecht met eenige bijbehoorende goederen.
Opten vijfden in Novembri XVc zessenveertich..
Oorspr. ( Inv. no. 136.2 ).In dorso quitantie voor de koopsom van den ontvanger der exploiten aan het Hof van Hollend, d.d. 1547 Januari 22.
Met transfix, d.d. 1546 November 6 (reg. no. 48).
(regest no. 47).
53. 1563 juli 1.
Phillips, koning van Castilliën etc., beleent jonker Kaerl van Bronchorst en van Battenburch met de heerlijkheid West-Barendrecht zonder visscherij etc. (als in reg. no. 4), opgedragen door zijn moeder Petronella van Praet, douairière van Battenburch en Steyn.
Den eersten Julii in 't jaer ons Heeren duysent vijffhondert drie ende tsestich.
Oorspr. Inv. no. 137 . Met geschonden zegel van het leenhof van Holland in roode was, met contrazegel.
(Reg. no. 53)
De koopakte is sterk door vocht beschadigd.
31. 1487 februari 5.
Maximiliaen, Roomsch koning, en Philips, aartshertog van Oistenrijck etc., beleenen Adriaen Pieters zoon met de visscherij van West Barendrecht, opgedragen door Jacob Jacobszoon van Minnebeke, die of wiens erfgenamen binnen 12 jaar de visscherij kunnen terugkoopen, welke dan weer één leen zal uitmaken met het ambacht West-Barendrecht.
Upten vijften dach van Februario in 't jair ons Heeren duysent vierhondert zeven ende tachtich na de loep van onsen hove.
Oorspr. Inv. no. 163. Met rest van het signet der aarthertogen in roode was, wegens afwezigheid van het grootzegel.
(Reg. no. 31.)
Voorheen inv. nr. 165, aan te vragen als nummer toegang 4.BAF, inv. nr. 165
Carnisse werd in leen gehouden van de heerlijkheid De Merwede, welke in 1604 door den heer Van Boetselaer aan de stad Dordrecht werd verkocht. Zie balen. Beschrijving der stad Dordrecht, I, 38.
Oud nummer 177A.
54. 1572 April 1.
Dijkgraaf, heemraden en hoofdingelanden van de Zyedewy besluiten dezen polder geheel af te scheiden van de waterloozingen van Swindrecht, en een sluis in den zeedijk te maken en sluiten met dijkgraaf en heemraden van Barendrecht een overeenkomst over de afwatering hunner polders.
Den eersten dach van April XVc een ende tseventich naer 't schryven 's hoefs van Holland.
Oorspr. Inv. no. 197. Met resten van 9 zegels in groene was.
(Reg. no. 54.).
Kulken zijn landen, die vroeger den bergboezem vormden. Zie Teixeira de Matthos: Waterkeeringen, waterschappen en polders van Zuid-Holland. VI. blz. 499.
Zeer geschonden.
55. 1586 maart 17
De Staten van Holland staan de ingelanden van de Sydewy in de heerlijkheid Barendrecht, die wegens de afwezigheid van den heer van Linge geconfisqueerd is, tot voor 12 jaar de tienden af te koopen wegens het maken van een nieuwen watermolen.
Den XVIIen Martii XVc sesentachtich
Afschrift van 1669, door vuur geschonden. Inv. no. 203.
(Reg. no. 55.)