Hierbij stambomen, kwartierstaten, wapentekeningen enz.van de volgende geslachten: Baalde; gem. 44 Berg, van den Bongart; gem 32 Bosch Brants Brienen, van; gem 29,41,45 Bruinstein De Pagniet; gem 27 Dullaert Engelen; gem 15,35,40 Greef, de; gem 28, 31 Hasselt, van; gem 17 Huyghens; gem 22 Casembroot; gem 18 Kempenaer, de Kievit Coymans; gem 3 Crayvanger; gem 5 Lange, de Lokemans; gem 7 Mispelblom Beyer Molewater; gem. 20 Moor, de Normandie, de; gem 14 Oorschot, van; gem 24 Paspoort; gem 10 Riebeeck, van; gem 39 Scheltus Scholten Sluyskens; gem 42 Steenhouwer; gem 9 Sweerts; gem 5,11,15,3 Toll, van Tromp Willink Wijnen; gem 8,12,21,2,43,4
Met aantekeningen van later tijd.
De wapentekeningen zijn merendeels uitgesneden. Blijkens het handschrift geschreven door Mr. Marcellus Emants (1706-1792)
Vervaardigd door Mr.Marcellus Emants in 1823 en verbeterd in 1851.
Bevat wapens van diverse geslachten, uit andere manuscripten geknipt.
Advocaat en essayour-generaal van de munten der Vereenigde Nederlanden en in 1708 weesmeester te 's-Gravenhage.
Van de stellingen zijn twee exemplaren aanwezig.
Mr. Johan Emants was executeur.
Johan Emants was één der executeurs.
Mr. Johan Emants was één der executeurs.
De genealogische aanteekeningen werden vervolgd door zijn zoon Marcellus en anderen; voortgezet tot 1849.
Een deel van de nalatenschap bleef aanvankelijk onverdeeld, n.l. het 4e part in de brouwerij de Rode Leeuw, de helft van het recht van de bierwagens, enige obligaties en een grafkelder: zie nr. 26f en 52a.
Hij promoveerde in de rechten aan de Leidsche Hoogeschool en bekleedde de ambten van advocaat aan het Hof van Holland en essayeur van de munten der Vereenigde Nederlanden.
Hierbij een ongedateerd stuk betreffende zijne studiën aan het gymnasium te 's-Gravenhage. Van de stellingen, waarop hij promoveerde, zijn drie exemplaren aanwezig.
(Verwant via Bruinstein)
Mr. Marcellus Emants was executeur.
Marcellus Emants was een der executeuren.
Marcellus Emants was executeur.
Mr.Marcellus Emants was universeel erfgenaam.
Zie nr. 15B en 52A.
Marcellus Emants was een der executeuren.
Marcellus Emants was één der executeuren.
Marcellus Emants was voogd over haar minderjarige erfgenamen.
Zie ook n°. 28.
Mr. Marcellus Emants was één der executeurs.
Hij promoveerde in de rechten aan de Utrechtsche hoogeschool, werd gepostuleerd tot advocaat bij het Hof van Holland en werd in 1772 aangesteld tot rentmeester van de exploiten van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland.
Afkomstig uit het Oud-archief van de Gemeente 's-Gravenhage (nr.T.R.2692). Door de Gemeente-archivaris van 's-Gravenhage aan het Rijk in bewaring gegeven.
Johan E. was één der executeuren.
Hij promoveerde in de rechten aan de Utrechtsche Hoogeschool en bekleedde de ambten van advocaat, pensionaris van den Briel 1768, van Dordrecht 1770, van Delft 1772, en van secretaris van de Staten van Holland en West Friesland. (1791-1795).
Eén bijbehorend charter wordt bewaard in de charterdoos.
De brieven zijn vroeger geliasseerd geweest.
Hij promoveerde in de rechten aan de universiteit te Harderwijk, bekleedde de ambten van klerk en Eersten klerk bij de Staten-Generaal, advocaat aan het Hof van Holland, Tweeden essayeur-generaal der munten der Vereenigde Nederlanden.
Van de stellingen zijn vier exemplaren aanwezig.
Gerard Emants was belast met de verkoop: zie ook nrs. 15B en 26F.
Hij promoveerde in de rechten aan de Utrechtsche hoogeschool, bekleedde de functie van lid van den Raad van 's-Gravenhage (1813-1816), secretaris van 's-Gravenhage (1816-1851), rentmeester van het Burgerweeshuis en de fundatie van Renswoude, plaatsvervangend vrederechter. Hij was Ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Door aankoop was hij heer van Noord-Nieuwland.
De bul van de Utrechtsche universiteit, waarbij hij bevorderd werd tot doctor, bevindt zich bij de stukken betreffende zijne juridische loopbaan.
Dit register is onvolledig.
Gerard E. was exec. test., na zijn dood voortgezet door Mr. Marcellus E.
de charters bevinden zich in de Charterdoos.
De uithangende zegels ontbreken.
Hierbij stukken betreffende zijn eigen dood, ontvangen door zijne weduwe H. I. van der Feen, waarbij een eigenhandige brief van Prins Frederik.
Hij studeerde aan de Universiteit te Leiden, nam als lid van het corps der vrijwillige jagers deel aan den veldtocht tegen België.
Deze stukken zijn hem eerst na zijn dood toegezonden en kunnen dus ook tot het archief van een ander familielid behooren.
Hij promoveerde in de rechten aan. de Leidsche Universiteit, bekleedde het ambt van kantonrechter te Voorburg en was lid van den gemeenteraad aldaar, werd rechter-plaatsvervanger en rechter in de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, hoofdingeland, hoogheemraad van Delfland, rentmeester van het Burgerweeshuis en der Fundatie van Renswoude te 's-Gravenhage, lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland.
Hierbij eene lijst van de verschillende ambten, waartoe hij werd voorgedragen, buiten de reeds genoemde ambten.
Hare zuster Agatha was de eerste echtgenoote van Johan Berntsz. Emants (1648-1720).
Gerardus Wouter Verwey Mejan huwde H. J. Reede van Oudshoorn. Zijne dochter Anna Elisabeth Petronella huwde G. B. Emants (1818-1870).