De rekeningen van de jaren 1704, 1706 en 1711 en 1718 ontbreken.
De rekeningen van de jaren 1706, 1712, 1717 en 1718 ontbreken.
De rekeningen van de jaren 1706, 1712, 1714 ontbreken.
De borderel van het jaar 1712 ontbreekt.
De borderellen van de jaren 1717 en 1720 ontbreken.
Zie Inv. no. 100.
4 1580. Juli 29.
Schout, burgemeester, schepenen en raden van Delft oorkonden, dat Joost van Berendrecht, Aerent Sasboudtsz., uit naam van Sasbout Cornelisz. van der Dussen, zijn vader, en jonkvrouw Cornelia van der Loo machtiging hebben verleend aan Jacob Wittens en Cornelis van Nieurop, wonende in den Haghe, om voor het gerecht van 's-Gravenambacht of elders een accoord te sluiten tusschen de eigenaars van de Hyde en de Kyseten eener- en die van Boudewijn-Hardtland anderzijds betreffende aanleg en onderhoud van een winterdijk.
Gedaen den XXIX July anno XVc LXXX.
Afschrift van. C. Dam. 1850. ( Inv. no. 163 .)
5 1580 Augustus 8.
Cornelis Claesz., schout, Pieter Huybrechtsz. en Adriaen Florisz., schepenen van 's-Gravenambacht, oorkonden, dat Jacob Wittens de goederen van de eigenaars van de Hyde en de Kyseten en die van Boudewijn-Hardtland verbindt wegens een tusschen hen gesloten overeenkomst.
Op huyden desen VIII Augusti XVc. LXXX.
In dorso van reg. no. 4. Afschrift. van C. Dam. 1580. ( Inv. no. 163 .)
(Zie Reg. nos. 4 en 5.)
Willem de Raadt was penningmeester.
3 1574 Juli 7.
Godefroy van Mierlo, bisschop van Haerlem en prelaat van Egmondt, oorkondt, dat hij Hendrich Symonsz. van Strijp verleid heeft met zeventien hond land, te Voirschoten, hem aangekomen bij doode van Damas Symonsz., zijn broeder.
Gegeven tot Haerlem den zevensten dach in Julio in 't jaar ons Heeren duysent vijfhondert vier ende tseventich.
Oorspr. Het zegel is verloren. ( Inv. no. 198 .)
(Zie Reg. no. 3.)
1 1398 October 10.
Pieter Butewech, Gheryt Lams zoon en Willem Aernts, schepenen in Leyden, oorkonden, dat Jan van Alcmade zekere rente overdraagt aan Harmen Bitter en Baernt Jans, gasthuismeesters tot Sinte Katrinen te Leyden, die beloven eene jaarlijksche memorie te doen houden voor zekere Sophie.
Int jair ons Heren duysent driehondert acht en de tnegentich up Sinte Victors dach.
Oorspr. De zegels zijn verloren. ( Inv. no. 216 .)
(Zie Reg. no. 1.)
2 1520 Juli 22.
Pieter Jans, schout in den ambacht tot Voirscoten, oorkondt, dat Jan Willems en Pieter Willems, broeders, verklaard hebben, dat Willem Jansz. en Maritgen Pieters dochter, hunne ouders, aan het godshuis te Voirscoten eene jaarlijksche rente van twee pond Hollandsch hebben vermaakt om daarmee te betalen eene gezongen memorie voor hun beider ziel met uitkeering aan de armen; dat Jan Willems deze rente verzekerd heeft op zes morgen land, gelegen "opte Donct", en al zijne andere goederen, waartegenover Pieter Hugenz., Martyn Claesz. en Jan Claesz., kerkmeesters van Voirscoten, hebben beloofd deze memorie te doen houden.
Int jair ons Heren duysent vijffhondert ende twintich op den XXIIen dach in die maent van Julio.
Oorspr. Het zegel is verloren. ( Inv. no. 217 .)
(Zie Reg. no. 2.)
6 1594 Maart 18.
Gerrit Claess in den Hoorn, schout in het ambacht Voirschooten, oorkondt, dat Lourys Willemsz. aan Marritgen Claes' dochter, weduwe van Joachim Floryss, en hare rechtverkrijgenden voor eene woning en land te Veur in genoemd ambacht het recht van vrijen uitweg geeft door een sloot, strekkende tot aan den Vliet.
Geteekent opten XVIIIen Martij anno XVc vierentnegentich.
Oorspr. Met het beschadigd zegel van den schout in groene was. ( Inv. no. 218 .)
(Zie Reg. no. 6.)
7 1598 April 1.
Adriaen Jansz. van Nyerop, schout in den ban van Stompwijck, oorkondt, dat Cornelis Lourisz., Willem Lourisz. Cornelis Vranckensz., man en voogd van Marytgen Louris’dochter, en Pieter Louris mitsgaders Jan Maertsz., zoon en voogd van Marytgen Louris’dochter, zijn moeder, erfgenamen van Louris Pieter Huygens, verklaard hebben, dat de erflater aan de kerk en aan den Heiligen Geest te Voorschoten elk eene rente van vijftig stuiver ’s jaars heeft vermaakt, tot memorie van Aeltgen Jans’dochter, zijne vrouw, en van zijne kinderen, verzekerd op vier hond land in den ban van Stompwijck, onder verbod van vervreemding, tenzij na vervanging door andere zekerheid, en dan dit land aan Willem Lourisz. is toegekaveld.
Geteekend upten eersten Aprilis anno XVc acht ende tnegentich.
Oorspr. Het zegel is verloren. ( Inv. no. 219 .)
(Zie Reg. no. 7.)
8 1598 April 24.
Gerrit Claesz. In den Hoorn, schout, en Adriaen Pietersz. en Cornelis Huybrechtss, schepenen in het ambacht van Voorschoten, oorkonden, dat Cathrina Duyst van Voorhout, zoowel voor zich zelve als voor haar broeder Christiaen Duyst van Voorhout, en Johanna Duyst van Voorhout overdragen aan Marytgen Claes’dochter, weduwe van Joachim Florysz., twee morgen geestland, gelegen in het Schakenbos bij Veur.
Geteekent opten XXIIIIen April anno XVc acht ende tnegentich.
Oorspr. Met het beschadigd zegel van den schout in groene was. ( Inv. no. 220 .)
(Zie Reg. no. 8.)