Binnenhof slopen of toch maar behouden?

Binnenhof, ca. 1875. Foto M. Verveer. 4.RGD 1631.4
12 september 2025

Dat Den Haag een Binnenhof heeft zoals we het nu kennen, is eigenlijk het resultaat van een gelukkige samenloop van omstandigheden. Het parlement staat sinds 2021 in de steigers voor renovatie. Tijdens deze werkzaamheden komt een schat aan nieuwe informatie over de geschiedenis van het Binnenhof aan het licht. Dat varieert van gebruiksvoorwerpen, benen tandenstokers en Italiaans aardewerk tot nieuwe kennis over de achthonderdjarige geschiedenis van het centrum van de Nederlandse democratie. 

Discussie

Bij die renovatie barstte ook een lange discussie los over kosten, nut en noodzaak van het miljoenenproject. Als het gaat om dit erfgoed, is die discussie niet nieuw. Zo’n honderdvijftig jaar geleden kwam diezelfde vraag op. Het Binnenhof verkeerde rond 1870 in slechte staat. Daken waren beschadigd en door achterstallig onderhoud en onzorgvuldig gebruik waren sommige delen van het complex gevaarlijk. Het Ministerie van Oorlog gebruikte een deel van het complex voor militaire doeleinden. 

Uitstraling

Volksvertegenwoordigers en regering vroegen zich af wat ze moesten met die verzameling gebouwen, in verschillende stijlen, in matige tot slechte staat. Had dit nu wel de juiste uitstraling voor een land als Nederland, met zijn koloniën in Azië en Zuid-Amerika?
Het idee ontstond om de boel te slopen en voor nieuwbouw te kiezen. Dat kon dan op dezelfde locatie of het Malieveld. Een van de voorstanders van de vernieuwingsdrang was de liberaal en grondlegger van het parlementaire stelsel, Johan Thorbecke. Jarenlang sleepte de discussie zich voort. Ondertussen zette het verval van het Binnenhof door. 

Sloopkogel

De frustratie daarover zette het katholieke Kamerlid Victor de Stuers in 1873 uiteen in het artikel 'Nederland op zijn smalst'. Met succes. In 1874 werd De Stuers de eerste secretaris van het College van Rijksadviseurs voor de Monumenten en Geschiedenis en Kunst. Dankzij hem kwam er een Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst en bood de Universiteit Utrecht als eerste de studie kunstgeschiedenis aan.
Uiteindelijk bleef het Binnenhof gespaard van de sloopkogel. De Stuers rekende voor dat renovatie en restauratie goedkoper zou zijn dan sloop. Hij wordt daarom gezien als de grondlegger van de erfgoedbescherming in Nederland.  

In de collectie van het Nationaal Archief zit het archief van de Rijksgebouwendienst. Twee Haagse fotografen legden de bedroevende staat van het Binnenhof vast: de bekende Haagse schilder, portret- en hoffotograaf Maurits Verveer en Heinrich Wilhelm Wollrabe. De foto’s die zij maakten van het Binnenhof liggen bij het Nationaal Archief, in het archief van de Rijksgebouwendienst. Gedigitaliseerd zijn de foto’s te vinden onder de volgende nummers: 
4.RGD inv. nr. 1631.1 t/m 1631.4; (Verveer)
4.RGD inv. nr. 1632.1 t/m 1632.4; (Wollrabe)