Vluchten voor het Naziregime

20 juni 2025

Op Wereldvluchtelingendag (20 juni) staan we stil bij de mensen die gedwongen op de vlucht zijn. Dat aantal stijgt al jaren. Wereldwijd waren er eind april van dit jaar 122,1 miljoen mensen op de vlucht. Het vluchtelingschap is helaas van alle tijden. In het Nationaal Archief vind je dan ook veel archieven met informatie over vluchtelingen. Een deel van deze archieven vertelt het verhaal van de Joodse vluchtelingen uit Nazi-Duitsland en de door Duitsland bezette gebieden.

Kindertransport 

Het Nationaal Archief bewaart bijvoorbeeld de originele lijsten van de kindertransporten (1938-1940). Deze kindertransporten werden georganiseerd om Joodse kinderen uit Nazi-Duitsland en de door Duitsland bezette gebieden in veiligheid te brengen. Directe aanleiding voor deze transporten was het geweld tegen de Joodse bevolking in Duitsland in de nacht van 9 op 10 november 1938, beter bekend als de Kristallnacht. Als reactie op het geweld en op verzoek van Joodse belangenorganisaties besloot de Britse regering om een vastgesteld aantal Joodse kinderen op te nemen. Voorwaarden waren dat de kinderen alleen reisden en dat ze jonger waren dan 17 jaar. 

Alsnog opgepakt

Rond de tienduizend Joodse kinderen konden via de kindertransporten Duitsland en de door Duitsland bezette landen ontvluchtten. Het grootste deel van deze kinderen werd opgevangen in Groot-Brittannië. Een ander deel kwam terecht in Frankrijk, België, Nederland, Zweden en Zwitserland. Het Nationaal Archief bewaart de lijsten met namen van de Joodse kinderen die met de kindertransporten naar Nederland kwamen. De Nederlandse grenswachten gebruikten de lijsten om onderscheid te maken tussen kinderen die in Nederland bleven en de kinderen die doorreisden naar Groot-Brittannië. De meeste kinderen die in Nederland bleven, overleefden de oorlog niet. Zij werden tijdens de bezetting alsnog opgepakt en vermoord in concentratiekampen. 

Truus Wijsmuller-Meijer 

De Nederlandse Truus Wijsmuller-Meijer (1896-1978) speelde een belangrijke rol bij de kindertransporten. Ze onderhandelde persoonlijk met Adolf Eichmann over het transport van Joodse kinderen naar veilige gebieden. Ook redde ze in de meidagen van 1940 op de valreep 74 Joodse kinderen uit het burgerweeshuis in Amsterdam. Ze wist de kinderen aan boord te krijgen van het schip de SS Bodegraven, dat koers zou zetten naar Engeland. Dit schip wist op 14 mei 1940 de haven van IJmuiden te verlaten. Een dag later capituleerde het Nederlandse leger.

Illegale grensoverschrijding

Er waren nog meer Joodse burgers die naar Nederland probeerden te vluchten. Voor een belangrijk deel ging het om illegale grensoverschrijding. De Koninklijke Marechaussee in de grensprovincies was er druk mee. Een rapport van 4 april 1940 vermeldt de aanhouding van personen, die betrokken waren bij het illegaal smokkelen van Joden uit Duitsland, via Nederland, naar België. In een ander rapport van 18 maart 1940 staat dat een anonieme melder vertelt over een reisroute van Aken via Kerkrade en Bergen op Zoom naar Antwerpen. De vluchtelingen moesten voor hun reis een bedrag van 2000 mark per persoon betalen. Daar kwam nog fl. 70,- bovenop voor de autorit van Bergen op Zoom naar Antwerpen. 

Gertrude van Tijn

In het rapport van 18 maart wordt onder meer Gertrude van Tijn (1891-1974) genoemd. Gertrude was erg actief in onder meer het Comité Joodsche Vluchtelingen, dat al kort na Hitlers’ machtsovername was opgericht. Zij zette zich, vooral na de Kristallnacht, in voor de opvang van en hulp bij doorreis aan Joodse vluchtelingen. In samenwerking met zionisten uit het Britse Mandaatgebied Palestina zorgde ze er in 1939 voor dat 300 illegale vluchtelingen per schip van Amsterdam naar het Mandaatgebied werden gebracht. 

Gertrude wordt in het rapport vrijgepleit van enige betrokkenheid bij het ‘illegaal transittransport van vluchtelingen door Nederland’. Eerder had de Koninklijke Marechaussee nadrukkelijk gevraagd om het Comité Joodsche Vluchtelingen in Amsterdam, waar Gertrude een van de leidinggevenden was, in de gaten te houden. Met de oprichting van de Joodsche Raad in februari 1941 werd Gertrude er het hoofd van de afdeling Emigratie. Na een aantal bewogen jaren met onder meer een deportatie naar Bergen-Belsen, keerde zij na de oorlog voor korte tijd terug naar Nederland. Uiteindelijk vertrok ze naar de Verenigde Staten, waar ze op 7 juli 1974 overleed. 

Zelf onderzoek doen?