Baljuwschappen en baljuwsbenoemingen in Holland 1392-1805

Zoekt u informatie over baljuwschappen? Of bent u op zoek naar benoemingen van een baljuw? Gebruik dan deze zoekhulp.

Alles uitklappen
  • Een baljuwschap was een plattelandsdistrict waar een baljuw de hoge rechtsmacht uitoefende.
  • De baljuw  was als plaatsvervanger van de landsheer voorzitter van het college van welgeboren mannen, dat ook bekend stond als (hoge) vierschaar.
  • De baljuw en de vierschaar berechtten alle misdaden waarop lijf- of doodstraffen stonden.

Bij een strafproces trad de baljuw op als aanklager en de andere leden van het college als rechters. Het berechten van zware vergrijpen waarop een boete stond, viel ook onder de bevoegdheid van de vierschaar. Ook konden veroordeelden bij het college in beroep gaan tegen vonnissen van dorpsgerechten.

Naast hun rechterlijke functie voerden de baljuw en het college ook bestuurlijke taken uit. Ze maakten wetten en hielden toezicht op het naleven van allerlei regels, zoals de periodieke controle van maten en gewichten. Verder nam de baljuw de eed af van personen waardoor zij toestemming kregen een bepaald beroep uit te voeren. Zij kregen dan een ‘akte van admissie’.

Wie stelde de baljuw aan?

Een baljuw was een hoge ambtenaar. De landsheer (graaf van Holland, Bourgondische of Habsburgse vorst) of diens vertegenwoordiger (stadhouder) stelde de baljuw aan. Na 1568 deden de Staten van Holland of de stadhouder dit. Soms gebeurde de voordracht of de aanstelling van een baljuw door een stadsbestuur. Zo bezat Dordrecht het recht van voordracht in het baljuwschap Zuid-Holland. In het baljuwschap Schieland benoemde het stadsbestuur van Rotterdam de baljuw. Sommige gebieden in Holland waren uitgegeven als een zogenaamde ‘hoge heerlijkheid’ (zie hiervoor de zoekhulp Heerlijkheden). Hier stelde de lokale heer of vrouw de baljuw aan.

Een baljuw kreeg meestal een vast salaris en mocht daarnaast vaak een gedeelte van de door hem geïnde boetes houden. De rest diende hij af te dragen aan de grafelijkheid of zijn heer. Veel baljuws stelden een plaatsvervanger (substituut) aan die het ambt geheel of gedeeltelijk waarnam.

Termen

Let op! In archiefstukken worden verschillende termen voor dezelfde rechtspersoon gebruikt. Zo heet de baljuw ook wel drost, drossaard, hoofdofficier, ruwaard of maarschalk. Het college van welgeboren mannen heet naast hoge vierschaar ook wel hof of gerecht, en de welgeboren mannen komen ook voor als mannen, mansmannen en schepenen.

Voor de periode 1450-1580 zijn er registers (commissieboeken) waarin naast baljuws ook andere grafelijke ambtenaren werden ingeschreven, zoals schouten, rentmeesters en dijkgraven: Grafelijkheidsrekenkamer, archiefinventaris 3.01.27.01 inv.nrs. 490-495 (registers van commissies 1450-1580). Deze registers zijn niet compleet: de periodes januari 1477-november 1477 en december 1493-september 1505 ontbreken.

Baljuws zoeken in archieven

De benoemingen van baljuws kunnen op verschillende plekken zijn geregistreerd. Soms bevat de archiefbeschrijving (inventaris) van een baljuwschap een opsomming van de personen die door de eeuwen heen baljuw zijn geweest. Vaak zal er echter uitvoerig onderzoek moeten worden gedaan. Voor dat onderzoek komen veel archieven in aanmerking:

14e eeuw-16e eeuw

Benoemd door de graaf

De benoemingen van baljuws door de graven van Holland werden vanaf de 14e eeuw genoteerd in de grafelijke registers. Oorspronkelijk stonden deze benoemingen tussen allerlei andere aktes, later werden er afzonderlijke registers aangelegd, die niet altijd compleet zijn overgeleverd.

Voor de periode 1392-1453 zijn er speciale registers met aanstellingsakten van grafelijke ambtenaren: Graven van Holland, archiefinventaris 3.01.01, inv.nrs. 892-896.

De inv.nrs. 892-894 zijn in beknopte vorm uitgegeven:

  • inv.nr. 892, zie: J.H. Scheffer, Grafelijke commissie- of beveelboeken, deel I: 1392-1404. Het Nederlands Familiearchief (Rotterdam 1883)
  • inv.nr. 893, zie: J.H. Scheffer, Grafelijke commissie- of beveelboeken, deel II: 1408-1418. Het Nederlands Familiearchief (Rotterdam 1883)
  • inv.nr. 894, zie: J.H. Scheffer, ‘Bevelboek 5. 22 juni 1417-1421’, De Wapenheraut 11 (1907) 102-127

Gepacht baljuwsambt

Naast de baljuws die werden aangesteld door de graaf waren er ook baljuws die hun ambt pachtten. Zij deden dit steeds voor de termijn van enkele jaren. Deze verpachting werd gedaan door de Grafelijkheidsrekenkamer. De akten hiervan staan ingeschreven in de zogenaamde ‘registers van verpachting van de officiën’ (‘officium’=ambt). Zie voor de registers over de jaren 1539-1576: Grafelijkheidsrekenkamer, archiefinventaris 3.01.27.01, inv.nrs. 507-509 (registers van verpachting van de officiën, oude serie, 1539-1576).

1568-1795

Vlak na het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog (1568) werden de aanstellingsakten nog uitgegeven op naam van Filips II, als graaf van Holland. Al snel ging men ertoe over om de benoemingen te doen uit naam van Willem van Oranje. Na zijn dood in 1584 werden de aanstellingen gedaan door de Staten van Holland en West-Friesland. De Staten maakten hiervan aantekening in hun resoluties, maar ook op andere plaatsen. Tegelijkertijd bleef ook de Grafelijkheidsrekenkamer de benoemingen registreren. Wie dus op zoek is naar een bepaalde benoeming, kan op heel veel verschillende plaatsen gegevens vinden.

1795-1805

Door de vele bestuurswijzigingen is de periode na 1795 erg ingewikkeld. Er waren verschillende provinciale autoriteiten bij baljuwsbenoemingen betrokken. Achtereenvolgens waren dat: de Provisionele Representanten van het Volk van Holland (1795-1796), het Provinciaal Bestuur van Holland (1796-1798), het Intermediair Administratief Bestuur van het voormalig gewest Holland (1798-1799), de Financiële Commissie van het voormalig gewest Holland (1799-1802), het Departementaal Bestuur van Holland (1802-1806). Kijk voor deze periode in de volgende archieven:

 

Het Nationaal Archief bewaart diverse archieven van baljuwschappen en hoge vierscharen, maar let op: het Nationaal Archief beheert alleen de archieven van de baljuwschappen gelegen op het grondgebied van Zuid-Holland. Archiefmateriaal van baljuwschappen in Noord-Holland wordt bewaard in het Noord-Hollands Archief in Haarlem.

Belangrijke archieven over baljuwschappen in het Nationaal Archief:

Baljuwschapsarchieven die zich in het Nationaal Archief bevonden, maar nu elders zijn ondergebracht:

  • Hoge Vierschaar van Noordwijkerhout, Voorhout, Hillegom en Lisse (voormalig NA-archieftoegang 3.03.08.121), nu in Erfgoed Leiden en Omstreken, archieftoegang 0755;
  • Rechterlijk Archief Valkenburg (voormalig NA-archieftoegang 3.03.08.189), nu in Erfgoed Leiden en omstreken, archieftoegang 0431;
  • Rechterlijk Archief van Oud-Beijerland (voormalig NA-archieftoegang 3.03.08.133), nu in Regionaal Archief Dordrecht, archieftoegang 1359;
  • Rechterlijk Archief van Oud- en Zuid-Beijerland (voormalig NA-archieftoegang 3.03.08.134), nu in Regionaal Archief Dordrecht, archieftoegang 1360.

Daarnaast zijn er de archieven van hoge heerlijkheden, waar een baljuw werd aangesteld door de lokale heer. De verslagen van processtukken zijn in die archieven opgenomen. U kunt verder zoeken naar deze archieven via de zoekhulp Heerlijkheden.

Welke informatie bevatten de archieven van baljuwschappen?

  • Stukken over de organisatie van baljuwschappen, bijvoorbeeld notulenboeken van vergaderingen en financiële stukken;
  • Processtukken van criminele en civiele zaken;
  • Stukken over functionarissen van de hoge vierschaar, zoals de baljuw, de substituut-baljuw, de bode/dienaar van justitie en de beul/scherprechter;
  • Stukken over bestuurlijke taken zoals wetten en verordeningen.
  • Er is een overzicht van alle hoge jurisdicties in Holland in de 18e eeuw, met verwijzingen naar archiefbewaarplaatsen. Hierin zijn alle baljuwschappen te vinden die vielen onder de grafelijkheid en Staten van Holland en de hoge jurisdicties waar een baljuw werd aangesteld door een lokale heer. Zie: Florike Egmond, ‘De hoge jurisdicties van het 18e-eeuwse Holland. Een aanzet tot de bepaling van hun aantal, ligging en begrenzingen’, Holland, regionaal-historisch tijdschrift 19 (1987) 129-161.
  • Onderzoek doen in baljuwschapsarchieven is niet eenvoudig. De archieven zijn meestal onvolledig en de ordening van processtukken is vaak slecht. Ook zijn er weinig indexen waardoor gezocht zou kunnen worden op specifieke rechtszaken of persoonsnamen. Als er wel een index is, staat dat in de inventaris van het archief vermeld.
  • De archiefstukken uit de baljuwschapsarchieven zijn veelal handgeschreven. Het lezen van oud schrift vergt oefening.

 

Zoekt u via een inventaris?

Klik binnen de inventaris op het archiefstuk dat u wilt inzien (de vetgedrukte titel met inventarisnummer). Er verschijnt nu een veld waarin u kunt kiezen voor ‘Reserveer’ en ‘Scans bestellen’. Kies de optie die voor u van toepassing is.

Zoekt u via een index?

Een deel van de collectie van het Nationaal Archief is te doorzoeken via indexen (registers gemaakt op bijvoorbeeld persoonsnamen, plaatsnamen of trefwoorden). Zoekt u via een index dan zijn er diverse mogelijkheden om een bijbehorend archiefstuk in te zien:

a) Het bijbehorende archiefstuk is gedigitaliseerd:

Na uw zoekopdracht verschijnt een lijst van zoekresultaten met namen, jaartallen of omschrijvingen. Klik op de naam, het jaartal of de omschrijving die u verder wilt bekijken. Soms komt u daarna in een viewer en kunt u het archiefstuk online inzien en downloaden. In andere gevallen komt u in de archiefinventaris uit. Klik dan op de omschrijving die geel is gemarkeerd. U kunt dan alsnog naar de viewer om het archiefstuk in te zien en te downloaden.

b) Het bijbehorende archiefstuk is niet gedigitaliseerd:

Na uw zoekopdracht verschijnt een lijst van zoekresultaten met namen, jaartallen of omschrijvingen. Klik op de naam, het jaartal of de omschrijving die u verder wilt bekijken. U kunt er nu voor kiezen een scan te laten maken (klik op de knop 'Bestel scans'), of u kunt het archiefstuk in komen zien in het Nationaal Archief. Klik hiervoor op de link achter of onder het woord ‘bronverwijzing’. Op de pagina die verschijnt klikt u op de omschrijving in de archiefinventaris die geel is gemarkeerd om het archiefstuk te reserveren.

c) Er is geen bijbehorend archiefstuk:

Een aantal indexen is gebaseerd op gegevens uit meerdere archiefstukken of bronnen. In die gevallen is er geen bijbehorend archiefstuk.  

Niet raadpleegbaar?

Niet alle archiefstukken zijn in te zien. Sommige archiefstukken verkeren fysiek in slechte staat. Als een archiefstuk niet is in te zien, kunt via de informatiebalie van het Nationaal Archief een verzoek tot inzage indienen.

  • O. van den Arend, Zeven lokale baljuwschappen in Holland (Hilversum 1993) (bibliotheek Nationaal Archief 176 D 28).
  • F. Egmond, ‘De hoge jurisdicties van het 18e-eeuwse Holland. Een aanzet tot de bepaling van hun aantal, ligging en begrenzingen’, in Holland, regionaal-historisch tijdschrift 19 (1987) 129-161 (bibliotheek Nationaal Archief V 1025).
  • G.F. van der Ree-Scholtens en H. Spijkerman, Inventarissen van de archieven van baljuw en hoge vierschaar van Rijnland (1539) 1574-1811, baljuw en hoge vierschaar van Delfland 1556-1811, baljuw en hoge vierschaar van Schieland 1586-1811, baljuw en hoge vierschaar van Zuid-Holland 1574-1811 (1813). Inventarisreeks Rijksarchieven in Holland 53 (’s-Gravenhage 1990) i-xlviii. Dit boek bevat een inleiding waarin de werking van baljuwschappen wordt uitgelegd. Ook is hier een lijst (met uitleg) opgenomen van de belangrijkste in de archieven voorkomende juridische termen (Bibliotheek Nationaal Archief V 284.53).