Curaçao: Vrij van Slavernij (manumissies) 1722 - 1863

Zoekt u informatie over vrijgelaten slaafgemaakte personen op Curaçao? Gebruik dan deze zoekhulp en bijbehorende index. 

Alles uitklappen

Manumissie is de juridische term voor het vrijlaten van mensen uit slavernij. Manumissie is afgeleid van het Latijnse manumissio dat letterlijk ‘zending uit de hand [van de eigenaar]’ betekent. Al sinds de oudheid wordt dit woord gebruikt voor het vrijlaten van in slavernij gehouden personen.

Ook op Curaçao kwam het regelmatig voor dat mensen uit slavernij werden vrijgelaten. Bij een manumissie werd een vrijbrief opgesteld met de naam van de vrijgelaten persoon (gemanumitteerde) en de datum van vrijlating. Afschriften van deze vrijbrieven uit de periode 1722-1863 zijn bewaard in drie verschillende archieven in het Nationaal Archief. Gegevens hieruit zijn via de index Curaçao: Vrij van Slavernij (manumissies) te doorzoeken.

In de index Curaçao: Vrij van slavernij (manumissies) kunt u zoeken op jaartal en op de naam van de vrijgelatene. Bedenk dat u in de periode tot 1832 op de voornaam moet zoeken. Pas in 1832 werd een voor- en achternaam voor vrijgelaten personen verplicht.

Na een zoekopdracht krijgt u een overzicht met één of meer samenvattingen (regesten) van vrijbrieven waar de opgegeven naam of het jaartal in voorkomt. Wanneer u het regest dat u wilt bekijken aanklikt, vindt u de volgende gegevens:

  • Naam van de vrijgelatene;
  • Datum waarop de vrijlating plaatsvond;
  • Een bronverwijzing (link) naar het archiefstuk waar de gegevens uit afkomstig zijn.

Verder kunnen de volgende gegevens voorkomen: 

  • Naam van de (voormalige) eigenaar;
  • Namen van familieleden;
  • Het bedrag dat voor de vrijlating is betaald.

Voor de index zijn vrijbrieven uit de volgende archieven gebruikt:

Online inzien

De archiefstukken uit Curaçao, Bonaire en Aruba, 1828-1845  (1.05.12.02) en Ministerie van Koloniën van 1814-1849 (2.10.01) zijn online te bekijken.

Hoe gaat u te werk?
Klik vanuit het overzicht van gevonden resultaten op een indexrecord dat u wilt bekijken.
Er verschijnt een indexrecord waarin naast de gegevens ook een bronverwijzing met een link staat.
Noteer het nummer aan het eind van die link. Dit is het folionummer (paginanummer) of het inschrijfnummer waar de gegevens in het archiefstuk zijn terug te vinden. U heeft dit nummer nodig om de juiste bladzijde te vinden. 
Klik nu op de link die gegeven wordt bij bronverwijzing
Klik vervolgens op het geel gemarkeerde inventarisnummer. Het archiefstuk opent daarna in een viewer.
U kunt nu door het archiefstuk bladeren naar het juiste folio- of inschrijfnummer. De folionummers staan meestal in de rechterbovenhoek van een bladzijde en de inschrijfnummers staan steeds midden (met witruimte er omheen) op de  bladzijden.

Reserveren archiefstuk (inzien in de studiezaal)

De archiefstukken uit Curaçao, Bonaire en Aruba, 1707-1828 (1.05.12.01) zijn nog niet online te bekijken.
U kunt deze archiefstukken in komen zien in de studiezaal van het Nationaal Archief.
Reserveer het archiefstuk door op de link bij bronverwijzing te klikken.
In het volgende scherm klikt u op het geel gemarkeerde inventarisnummer.
U kunt nu het archiefstuk reserveren. U heeft hiervoor een account bij het Nationaal Archief nodig, dat u online kunt aanmaken.

Downloaden en bestellen scans 

Archiefstukken die online zijn te bekijken, kunt u downloaden via het downloadicoontje in de linker kolom van de viewer.
Van archiefstukken die alleen in de studiezaal zijn in te zien, kunt u ook (tegen betaling) een scan bestellen door op de blauwe knop Bestel Scan te klikken. U heeft hiervoor een account bij het Nationaal Archief nodig, dat u online kunt aanmaken.

In deze index zijn alleen manumissies opgenomen van slaafgemaakten die tussen 1722 en 1863 op Curaçao zijn vrijgelaten. Voor de Surinaamse manumissies is een aparte zoekhulp gemaakt.

Weet u zeker dat de door u gezochte persoon in deze periode op Curaçao is vrijgelaten en kunt u de persoon toch niet vinden? Probeer dan een aantal spellingsvarianten van de naam.
Nog steeds niet gevonden wat u zocht? Raadpleeg dan de zoekhulp Inwoners van Curaçao.

In 1634 veroverde de West-Indische Compagnie (WIC) het eiland Curaçao op de Spanjaarden. Vanaf dat moment gebruikte de WIC het eiland vooral om slaafgemaakte Afrikanen te verhandelen. Een deel van hen bleef op het eiland. Zij werden gekocht door lokale handelaars en plantagehouders.
Tot 1863, toen de slavernij op Curaçao werd afgeschaft, kwam het voor dat eigenaars slaafgemaakten vrijlieten. Bij een vrijlating (manumissie) werd een vrijbrief opgesteld. Dit was een schriftelijk bewijs van de vrijlating dat door de gouverneur van het eiland werd afgegeven.

Om de vrijlatingen goed te laten verlopen en om te voorkomen dat eigenaren zich gemakkelijk van oudere slaafgemaakten zouden ontdoen, golden in de negentiende eeuw enkele wettelijke bepalingen. Zo moesten vrijgelaten slaafgemaakten hun vrijbrief bij zich dragen en deze brief moest bekend gemaakt worden, door de inhoud te publiceren in De Curaçaosche Courant.

Voormalige eigenaar

De vrijlating van een slaafgemaakte ontsloeg de voormalige eigenaar niet van zijn verplichtingen voor het onderhoud van de vrijgelatene. Ook schuldeisers van de (voormalige) eigenaar moesten op de hoogte worden gebracht van manumissies. Slaafgemaakten waren namelijk deel van het vermogen van de eigenaar. Een eigenaar die zijn slaafgemaakten voor minder dan hun marktwaarde vrijliet, verminderde zijn eigen vermogen. Het bekendmaken van manumissies via een advertentie in De Curacaosche Courant, was dan ook bedoeld om eventuele schuldeisers op de hoogte te stellen van de vrijlating. Zij konden bezwaar maken tegen de vrijlating.  

Vrijlating

Er waren verschillende redenen om slaafgemaakten vrij te laten:

  • Vrijgelaten vanwege de wet. Wanneer slaafgemaakten waarschuwden voor bijvoorbeeld een oorlogsdreiging of tegen het verbergen van voortvluchtige slaafgemaakten konden zij hun vrijlating ‘verdienen’.
  • Vrijgelaten vanwege trouwe dienst. De vrijgelatene moest ondanks de vrijlating zijn of haar meester echter nog diens leven lang dienen. Wanneer iemand bij testament de vrijlating van zijn slaafgemaakte(n) bepaalde, moest de executeur-testamentair de vrijlating uitvoeren.
  • Vrijgelaten omdat de persoon werd vrijgekocht. De vrijkoopsom werd betaald door de vrijgelatene zelf of door iemand, vaak een vrije zwarte, die familie was van de gemanumitteerde. Degene die de slaafgemaakte vrijkocht, moest wel een flinke spaarpot (peculium) hebben.

Reglement van 1832

Op maart 1832 werd in Paramaribo een nieuw reglement op de manumissies gepubliceerd. Het verving alle bestaande regelingen. Het nieuwe reglement bepaalde onder meer de volgende zaken:

  • Naast een voornaam was een achternaam voor elke gemanumitteerde verplicht. Als voornaam konden alleen Nederlandse voornamen worden aangenomen en de achternaam mocht niet de familienaam van de voormalige eigenaar zijn;
  • De notariële akte waarin het verzoek tot manumissie stond, moest binnen drie dagen aan de secretaris van de Raad van Politie worden aangeboden;
  • Het betalen van een borg of het storten van een borgsom of cautie (fl. 300 - fl. 500); 
  • Het drie keer plaatsen van een advertentie in De Curaçaosche Courant. De standaardtekst stond steeds in de manumissie. Wanneer binnen drie weken na de eerste advertentie geen bezwaren waren binnengekomen, dan werden de brieven van manumissie verleend. 
  • Het leveren van een bewijs dat de vrijfgelatene (gemanumitteerde) was aangesloten bij een erkend kerkgenootschap.

De Gouverneur publiceerde in De Curaçaosche Courant dat brieven van manumissie waren verleend. Uit de De Curaçaosche Courant van 21 juni 1834 bleek dat de gemanumitteerde (of vertegenwoordiger) fl. 15,- moest betalen aan de koloniale secretaris. Van dat geld werden de advertenties betaald.
De gemanumitteerden mochten pas na een 'jaar en een dag' de kolonie verlaten. Deze regel werd op 10 mei 1837 op de Benedenwindse eilanden van kracht. In de praktijk hoefde dit vaak niet.
Bij publicatie van 21/22 augustus 1843 en 21 september 1843 kon men de cautie en de borgstelling van het reglement op de manumissie van 1832 afkopen en werd er een maximumbedrag vastgesteld voor manumissiebrieven en advertenties. Vanaf 2 januari 1850 werden de kosten van de manumissies op Curaçao opgeheven.

De index Curaçao: Vrij van slavernij (manumissies) is oorspronkelijk ontwikkeld in 1999 door het bedrijf SOLIPSYS Creative Services en beschikbaar gemaakt op de website van Hic et Nunc. In 2010 is de database overgezet naar de website van het Nationaal Archief. De database is gemigreerd van een MS SQL database naar een MySQL database. De technische details zijn opgeslagen in het Beheersysteem voor Nadere Toegangen van het Nationaal Archief.
Het idee van het oorspronkelijke project was om zoveel mogelijk gegevens te verschaffen over vrijgelatenen (gemanumitteerden) en hun voormalige eigenaren (manumittenten). Deze gegevens waren ontleend aan de vrijbrieven (manumissiebrieven).