Werken voor de bezetter - de Arbeidsinzet

10 september 2025

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden honderdduizenden Nederlanders tewerkgesteld in nazi-Duitsland en in de door Duitsland bezette gebieden. Deze dwangarbeid staat bekend als de Arbeitseinsatz (arbeidsinzet). Duitsland gebruikte de dwangarbeiders voor de oorlogsindustrie, maar ook om andere sectoren van de Duitse economie draaiende te houden: veel jonge Duitse mannen vochten immers als soldaat aan het front. Dwangarbeiders werden vooral ingezet in de landbouw en de industrie. Ook werden zij regelmatig tewerkgesteld bij de Organisation Todt, die zich bezighield met het bouwen van militaire installaties. Zo werkten velen aan de Atlantikwall, een verdedigingslinie aan de westkust van bezet Europa. Ook werden eind 1944-begin 1945 ongeveer 45.000 Nederlandse dwangarbeiders ingezet om langs de Rijn in Oost-Nederland de Panther-Stellung aan te leggen.  

Arbeidsbureaus

De arbeidsinzet werd georganiseerd door de Duitse militaire autoriteiten en de Arbeitsämter (arbeidsbureaus). Het Nationaal Archief bewaart archieven met stukken over de organisatie en het personeel van deze arbeidsbureaus. Ook vinden we in deze archieven informatie over de beroepsgroepen die al dan niet vrijgesteld werden van de arbeidsinzet en stukken over de arbeidsbemiddeling in Nederland.

Verplicht of vrijwillig

In de eerste twee oorlogsjaren probeerden de Duitse autoriteiten Nederlandse arbeiders te werven, om vrijwillig in Duitsland te gaan werken. Vaak gebeurde dat met misleidende beloftes over goede arbeidsomstandigheden en hoge lonen. Vanaf 1942 werd echter de verplichte arbeidsinzet ingevoerd, omdat de behoefte aan arbeiders groeide. Dit betekende dat mannen tussen de 18 en 45 jaar verplicht in Duitsland moesten gaan werken. Ook vrouwen konden worden opgeroepen, vooral vanaf 1943, om tekorten in bepaalde sectoren op te vullen. Selectie gebeurde via een oproep en registratie. Wie zich niet aan de oproep hield, kon gestraft worden met boetes, gevangenschap of zelfs deportatie naar concentratiekampen.

Razzia’s

De vraag naar arbeidskrachten bleef toenemen. Het idee van Hanns Albin Rauter, hoofd van de politie in Nederland, in september 1944 om ‘lanterfantende en lummelende jongemannen’ op te pakken, had weinig effect. Ook de oproep aan Nederlandse mannen om zich vrijwillig te melden voor werk in Duitsland, leverde te weinig aanmeldingen op. Daarom ging de Duitse bezetter over tot razzia’s. Vooral in november en december 1944 vonden in de grote steden grootschalige drijfjachten plaats.  

Frontarbeiter

In het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), een archief met informatie over mensen die verdacht werden van samenwerking met de Duitse bezetter, zijn veel namen te vinden van personen die in dienst van de bezetter hebben gewerkt. Soms gebeurde dat niet (helemaal) vrijwillig. Een van hen was een 21-jarige Rotterdamse loodgieter, zoon van een pro-Duitse politieman. Deze jongeman werd in 1943 door tussenkomst van het arbeidsbureau gedwongen voor de bezetter te werken. Hij werd naar Spandau bij Berlijn gestuurd, waarna hij in Estland als ‘Frontarbeiter’ voor de Organisation Todt tewerkgesteld werd.
Toen hij eind 1944 terugkwam in Nederland belandde hij in Doesburg waar hij aan de Panther-Stellung moest werken. Direct na de bevrijding werd hij opgepakt en ruim een jaar vastgehouden op beschuldiging van hulp en steun aan de vijand. Hij zou niet voldoende weerstand geboden hebben. Ook zouden zijn ouders hem er niet van weerhouden hebben voor de Duitsers te werken. Uiteindelijk werd hij voorwaardelijk buiten vervolging gesteld, met verlies van het kiesrecht. Hij werd niet verder vervolgd, omdat de tijd die hij in voorarrest had gezeten overeenkwam met (of langer was dan) de gevangenisstraf die hem zou worden opgelegd. 

Complex

Het verhaal van de jonge loodgieter laat zien dat veel verhalen in het CABR complex zijn en dat het belangrijk is oog te hebben voor de context waarin dingen gebeurden en de keuzes die mensen maakten. Niet alles is zwart-wit, er is veel grijs. De loodgieter is een voorbeeld van een Nederlander die zijn gezin (hij had een zwangere vrouw die in zijn afwezigheid moest bevallen) moest verlaten om onder dwang voor de bezetter te werken. Maar misschien was hij in zijn werk toch iets te ijverig, want na de oorlog moest hij voor de bijzondere rechtspleging hierover verantwoording afleggen.

Zelf onderzoek doen? 

Bekijk dan:

2.15.20 Inventaris van het archief van het Rijksarbeidsbureau in Oorlogstijd, (1938) 1940-1945 (1949)

Zoekhulp Arbeidsinzet 1940-1945

Oorlog voor de Rechter/Digitale CABR-dossiers doorzoeken: Zoek in het digitale CABR naar ‘arbeidsinzet’ en aanverwante termen. Het digitale CABR is in de studiezaal van het Nationaal Archief te doorzoeken (zie de pagina Digitale CABR-dossiers doorzoeken).