Archief
Titel
2.05.03 Inventaris van het archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken: A-Dossiers, 1815-1940
Auteur
J. WoltringVersie
10-04-2024
Copyright
Nationaal Archief, Den Haag
1973 cc0Beschrijving van het archief
Naam archiefblok
Ministerie van Buitenlandse Zaken: A-dossiers BuZa / A-dossiers
Periodisering
oudste stuk - jongste stuk: 1815-1940
Archiefbloknummer
Z21002Omvang
1814 inventarisnummer(s) 245,60 meterTaal van het archiefmateriaal
Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands
Soort archiefmateriaal
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.Archiefdienst
Nationaal ArchiefLocatie
Den HaagArchiefvormers
Ministerie van Buitenlandse Zaken Ministerie van Buitenlandse Zaken / Afdeling Diplomatieke Zaken Ministerie van Buitenlandse Zaken / Afdeling Juridische Zaken Ministerie van Buitenlandse Zaken / Eerste Afdeling Politieke ZakenSamenvatting van de inhoud van het archief
De A-dossiers zijn gevormd door de afdeling Politieke Zaken. Deze afdeling behandelde vooral kwesties die de diplomatieke betrekkingen met andere landen betroffen, de positie van Nederlanders in het buitenland en van vreemdelingen hier te lande. Het archief is geheel op onderwerp geordend, waarbij de omvang van de dossiers sterk uiteen loopt. Het archief bevat onder meer stukken over de volgende onderwerpen: arbitrage, de Boerenoorlog in Zuid-Afrika, internationale conferenties, grensregelingen, naturalisatie, nationaliteitskwesties, Nederlanders in het buitenland, visserij op de Noordzee, uitgifte van paspoorten, slavenhandel, verdragen, vreemdelingen, wapens en oorlogsmaterieel. Een deel van het materiaal handelt over de overzeese gebiedsdelen, speciaal Nieuw-Guinea.
In 2010 is dossier A.250 over de Europese Oorlog 1914-1918 (Eerste Wereldoorlog), toegevoegd aan dit archief. Dit deel bevat onder andere stukken betreffende de neutraliteit, de economie en handel tijdens de oorlog, militaire zaken, schade-eisen van Nederlanders door oorlogsschade, vluchtelingen, geïnterneerden in Nederland en de vredesconferentie.Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Bij Souverein Besluit van 3 maart 1814 werd het departement van Buitenlandse Zaken onderverdeeld in twee bureaux. Het eerste daarvan was belast met de politieke, juridische, protocollaire en geheime financiële zaken en de zogenaamde huishoudelijke dienst, het tweede met de aangelegenheden van consulaire en handelsaard. Deze tweedeling is aan te merken als de oorsprong van de administratieve ordening, welke aanvankelijk alle tot onderwerps- en zaakdossiers geordende bescheiden buiten de zogenaamde numerieke stukken bijeenbracht in de A- en B-dossiers.
In 1824 heeft men de beide bureaux weer tot één bureau verenigd om daarvan echter later - in 1861 - vooral voor de geheime stukken het "Kabinet van de Minister" af te splitsen. Dit laatste behandelde toen ook de kwestiën van protocollaire aard (met name ceremonieel, briefwisseling tussen de Koning en vreemde vorsten én regenten, (zg. protocolbrieven), geloofs- en terugroepingsbrieven, volmachten, bekrachtiging en afkondiging van verdragen, buitengewone zendingen van en naar vreemde mogendheden, zaken van het Koninklijk Huis, ridderorden en adelszaken). Het Kabinet beschikte over een eigen administratie en een eigen archief, dat echter in het begin nog niet zeer omvangrijk was.
Bij een ingrijpende reorganisatie in 1876 heeft men de beide oude bureaux van 1814 respectievelijk als Eerste Afdeling (Politieke zaken) en Tweede Afdeling (Consulaire en Handelszaken) opnieuw ingevoerd. Daarnaast is toen echter een Derde Afdeling in het leven geroepen, die de huishoudelijk-financiële zaken overnam. Tenslotte werd ook een Algemeen Secretariaat gevormd (later tijdelijk aangeduid als Secretarie) met de bureaux A (agenda, archief en index), B (protocol en bibliotheek) en C (expeditie). Het afzonderlijke Kabinetsarchief bleef behouden, al droeg men toen sommige taken daarvan over aan de Eerste Afdeling. Deze regeling is te zien als het uitgangspunt van alle latere wijzigingen. Van toen af kregen voorts de protocollaire stukken, al bleven zij soms tijdelijk in het Kabinetsarchief berusten, hun administratieve indeling van het veel omvangrijker "gewoon archief" (niet-kabinetsarchief), dat daarom ook wel als het "groot-archief" wordt aangeduid. In de dossiervorming veranderde niet veel.
Enkele meer opmerkelijke mutaties van later datum mogen hier nog worden aangestipt.
De Afdeling Politieke Zaken herdoopte men in 1919 in Directie Diplomatieke Zaken. Deze was in het bijzonder belast met de "behartiging van de betrekkingen met vreemde mogendheden", met vragen betreffende staatsvorm en souvereiniteit en met de politieke berichtgeving van de Nederlandse gezantschappen in het buitenland, welke laatste berichtgeving overigens doorgaans administratief bij het Kabinet was ingedeeld.
De verhouding tussen het kabinet van de minister en de afdeling politieke of de latere diplomatieke zaken was trouwens steeds van bijzondere aard. De chef van het kabinet, die de geheime stukken in handen kreeg en een belangrijk aandeel had in de briefwisseling met de diplomatieke vertegenwoordigers van Nederland in het buitenland, verving in latere jaren het hoofd van de Afdeling Diplomatieke Zaken, waaronder hij heette te ressorteren, bij diens afwezigheid. Het nauwe contact tussen het kabinet van de Minister en de Afdeling Politieke of Diplomatieke Zaken valt ook duidelijk waar te nemen in het voorkomen van kabinetsstukken in de A-dossiers en van A-stukken in die van het kabinet.
In 1919 zijn de juridische en administratieve zaken -tot dan toe behandeld door de Afdeling Politieke Zaken - afgehaakt en overgedragen aan een nieuwe afdeling Juridische (een tijdlang ook Juridische en Administratieve) Zaken. Voorts is na de Eerste Wereldoorlog een afdeling Volkenbondszaken in het leven geroepen, waarvan de bescheiden eveneens berusten in de A-dossiers. Voor de indeling van de documenten hebben ook deze wijzigingen niet zeer veel betekenis gehad. Men placht de nummers, die voor de behandelde zaken reeds waren aangewezen, onveranderd voort te zetten. In het geval van de Volkenbond heeft men de kwestie opgelost door een aantal ondernummers toe te voegen aan de bescheiden over de beide Haagse Vredesconferenties van 1899 en 1907 (A-194-). Zij vormen daar aldus een soort sub-archief, hetwelk afzonderlijk is beschreven.
De vorming van zulke sub-archieven komt méér voor in de A-dossiers. Ook de nummers A-37 (Internationaal Privaatrecht), A-175 (Internationale Arbeidsorganisatie) en A-250 (Oorlog 1914-1918) zouden wel als zodanig kunnen worden aangemerkt.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud
De hier geïnventariseerde A-dossiers over de jaren 1871-1918 ( Het archief van vóór 1871 berust reeds bij het Algemeen Rijksarchief en is daar, na de overdracht, beschreven in één inventaris (1813-1830) met twee supplementen (1831- 1848 en 1849-1870). Daarbij heeft men toen echter alle zaakdossiers dooreengemengd, uitgaande van een soort trefwoordenschema, dat niet nader is gepreciseerd. Op deze wijze hebben in dit oude fonds de A- en B-dossiers hun vroegere indeling en volgorde verloren. Bij het aanleggen van inventarissen van de stukken ná 1871 is daarentegen de oude indeling in reeksen en series èn de volgorde van de afzonderlijke dossiers aldaar gehandhaafd. Hierbij is met name overwogen dat een belangrijk administratief hulpmiddel als de oude agenda naar de vindplaats van de ingeschreven stukken (d.w.z. naar een dossier als dat er is) pleegt te verwijzen. ) bevatten de separate dossiers van het aanvankelijke Eerste Bureau, of beter van zijn uitlopers en vertakkingen in deze periode. In het kort samengevat bevat het hier geïnventariseerde archiefbestanddeel dus over de periode 1871-1918 alle stukken van politieke, administratieve en juridische aard, die niet berusten in het kabinetsarchief, niet in de numerieke reeksen, niet in de later gevormde comptabele dossiers en niet in de diverse reeksen (B- en andere) van de economische en consulaire bescheiden.
Mét een aantal onderverdelingen in bepaalde nummers lopen deze dossiers door van A-2 tot A-281. Dit echter met dien verstande dat men in die cijferreeksen ook lacunes heeft. Doorgaans zijn zij te verklaren uit het feit, dat een zaak in deze jaren niet meer speelt. ( Het ontbrekend nummer A-1 b.v. moet men zoeken in de oudere dossiers bij het Algemeen Rijksarchief. Het bevat correspondentie van J.G. baron Verstolk van Soelen met betrekking tot de regeling der inbezitneming van het Belgische gedeelte der Overmaasche departementen in 1815. ) In een enkel geval ontbreken nummers ook, omdat de betreffende zaakdossiers krachtens de hiervoor vastgestelde richtlijnen in hun geheel konden worden vernietigd. Dit is echter slechts hoogst zelden het geval geweest. De dossiers zijn doorgaans wel gezuiverd, maar niet geheel verdwenen. Vermeld zij nog, dat alle stukken van het "groot-archief", inclusief dus de hier geinventariseerde A-bescheiden, ieder jaar opnieuw doorlopend genummerd werden naar de volgorde van inkomst en verzending. In het kabinets-archief begon men daarentegen met de nummering iedere dag opnieuw. Een korte periode slechts (1-1-1878 - 1-7-1879) heeft men dit systeem ook in het groot-archief gevolgd. Hier, in een collectie die zoveel omvangrijker is dan het kabinetsarchief, heeft het kennelijk niet zeer voldaan.
Uitvoerige toegangen op de correspondentie vindt men in de agenda's, accusatie- en expeditieboeken, indices, kaartsystemen en overige naamklappers, die destijds door de administratie zelf voor het groot-archief in zijn geheel zijn gehouden.
( Zie ook het Jaarboek van het Ministerie' van Buitenlandse Zaken 1962/1963, blz. 151 - 163. ) Augustus 1955 Dr. J. Woltring Verantwoording van de bewerking
Sedert de opstelling van de beschrijving van de zogenaamde A-dossiers over de jaren 1871 - 1940 is, ter uitvoering van artikel 5 van de Archiefwet-1962 een begin gemaakt met een verdere overdracht van dossiers van het departement van Buitenlandse Zaken aan het Algemeen Rijksarchief. De voorbereidende werkzaamheden hiertoe vereisten een opsplitsing van bedoelde A-dossiers in een reeks lopende van 1871 tot en met 1918 en een reeks die begint te lopen op 1 januari 1919. Bij de eerste zijn getrokken de losse afsluitende bescheiden uit later tijd, die zich bezwaarlijk leenden tot de vorming van een afzonderlijk nummer; bij de laatste zullen worden getrokken de bescheiden uit de vroegere periode, waarvoor hetzelfde geldt. Zowel het éen als het ander heeft zich inmiddels slechts sporadisch voorgedaan.
De oude beschrijving is in verband met het bovenstaande herbewerkt en valt thans in twee stukken uiteen.Dit eerste stuk heeft betrekking op de inhoud van het archief onderdeel over de jaren 1871 - 1918, terwijl het tweede te zijner tijd over te dragen deel de jaren 1919-1940 zal beslaan.
Opgemerkt zij, dat de caesuur per 1 januari 1919 overigens voor deze dossiers een anorganisch, kunstmatig karakter draagt en geen verband houdt met essentiële wijziging in de opbouw van het archief bestand. Wèl is van de herbewerking gebruik gemaakt tot mede-opneming van dossiers die pas in later tijd uit de interne circulatie ter plaatse waar zij behoorden zijn teruggekeerd.
De inleiding op de oude inventaris behoefde geen verandering te ondergaan. Zij is derhalve in haar oorspronkelijke vorm gehandhaafd en slechts met dit naschrift aangevuld.
J.W.
Mei 1973
In juni 2010 zijn de toegangen 2.05.03, 2.05.04, 2.05.21 en 2.05.023, die delen van de beschrijvingen van het archief A-dossiers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken bevatten, tot één geheel, de huidige versie, samengevoegd.
Deze archiefinventaris omvat de vervallen archiefinventarissen:
Oud nummer |
Titel |
2.05.03 |
Inventaris van het archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken: A-Dossiers, 1815-1940 |
2.05.04 |
Inventaris van het archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken: A-dossiers dossier A250: Europese Oorlog 1914-1918 |
2.05.21 |
Inventaris van het archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken: A-dossiers, 1919-1940 |
2.05.23 |
Inventaris van dossier A 250 "Europese Oorlog" van het archief A-dossiers 1871-1940 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken |
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van kwetsbare of slechte materiële staat.
Andere toegang
Op de stukken betreffende de afgifte, verlenging en weigering van paspoorten aan vreemdelingen en personen zonder nationaliteit, alsmede naturalisatie van
vreemdelingen tot Nederlands onderdaan [dossier A152 Vr] (inventarisnummers 1206-1250) is een
digitale index beschikbaar.Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
- Creëer een account of log in.
- Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
- Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken: A-dossiers, nummer toegang 2.05.03, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, BuZa / A-dossiers, 2.05.03, inv.nr. ...
Verwant materiaal
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Uitvoerige (eigentijdse) toegangen op de correspondentie zijn te vinden in agenda's, indices, kaartsystemen en naamklappers die zijn ondergebracht in toegang:
2.05.34: Inventaris van de toegangen op de Afdelingsarchieven van het Ministerie van Buitenlandse Zaken 1871-1940.
Verwante archieven van het Ministerie van Buitenlandse Zaken:
- 2.05.01: Inventaris van de afdelingsarchieven van het Ministerie van Buitenlandse zaken 1813-1870
- 2.05.18: Inventaris van het Kabinetsarchief e.a. van het Ministerie van Buitenlandse Zaken 1871-1940
- 2.05.38: Inventaris van het archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken B-Dossiers (Consulaire- en Handelsaangelegenheden) (1858) 1871-1940 (1955)
- 2.05.35: Inventaris van de numerieke serie van het departementsarchief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken 1918-1940
- 2.05.37: Inventaris van de Directie Economische Zaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken 1919-1940
- 2.05.48.01: Inventaris van de restbescheiden behorend tot het archief van het ministerie van Buitenlandse Zaken 1871-1940 welke buiten de chronologische en dossier-ordeningen zijn komen te staan
Oud nummerTitel