Ingedeeld naar de districten waaruit de lichtingen afkomstig zijn.
met bijgebonden namenklapper.
Ingedeeld naar de districten waaruit de lichtingen afkomstig zijn.
Feitelijk in december 1813, formeel in maart 1814 geformeerd uit de oudgedienden van de voormalige Hollandse Garde te 's-Gravenhage. In oktober 1829 opgeheven en manschappen overgegaan naar de garnizoenstroepen van Vilvoorde.
Feitelijk in december 1813, formeel in maart 1814 geformeerd uit de Compagnie Garde Veteranen te Amsterdam en op 't Loo. In oktober 1829 opgeheven en manschappen overgegaan naar de garnizoenstroepen van Brielle.
In april 1814 geformeerd. In oktober 1829 opgeheven en manschappen overgegaan naar de garnizoenstroepen van Amsterdam.
In mei 1814 geformeerd uit veteranen uit Frankrijk. In juli 1823 verdeeld over 1e, 2e, 3e en 5e garnizoenscompagnieën.
In dit stamboek zijn ook de officieren vermeld.
Was 5e compagnie tot 1823 en 7e compagnie tot 1819. Zie inv.nrs. 440 en 446 voor de periode 1823-1829.
In augustus 1814 geformeerd uit veteranen uit Frankrijk. In juli 1819 opgeheven en manschappen overgegaan naar de 4e compagnie.
In dit stamboek zijn ook de officieren vermeld.
Was 7e compagnie tot 1819 en is vernummerd tot 4e compagnie in 1823. Zie inv.nrs. 440 en 446 voor de periode 1819-1823.
Geformeerd uit de artillerie-compagnie van het Bataljon van Luxemburg nr. 35. Tot juli 1823 6e compagnie. In oktober 1829 opgeheven en overgegaan naar de garnizoenstroepen van Hellevoetsluis. Zie inv.nrs. 442, 458 en 596 voor de periode 1823-1829.
In augustus 1814 geformeerd uit de 4e en 1e compagnie. In juli 1819 opgeheven en manschappen overgegaan naar de 3e compagnie.
Tot 1 juli 1819 genummerd 11e compagnie. Opgeheven in juli 1822 en manschappen overgegaan naar de 1e en 4e compagnie. Zie inv.nrs. 445 en 450 voor de periode 1819-1822.
Geformeerd uit de artillerie-compagnie van het Bataljon van Luxemburg nr. 35. In juli 1823 vernummerd tot 5e compagnie. Zie inv.nrs. 442, 458 en 596 voor de periode 1822-1823.
In augustus 1814 geformeerd uit de 4e en 1e compagnie. Wordt 5e compagnie per 1 juli 1819 en 4de compagnie in 1823. In oktober 1829 opgeheven en manschappen overgegaan naar de garnizoenstroepen van Nieuwpoort.
In september 1814 geformeerd uit de 1e compagnie. In mei 1819 opgeheven. (manschappen naar ?).
In september 1814 geformeerd uit de 1e compagnie. In juli 1819 opgeheven en manschappen overgegaan maar de 5e (ex 7e) compagnie.
In dit stamboek zijn ook de officieren vermeld.
In mei 1815 geformeerd uit marechaussees. Opgeheven in 1819.
In dit stamboek zijn ook de officieren vermeld.
In juni 1816 geformeerd uit de 1e, 2e en 3e compagnie. Per 1 juli 1819 vernummerd in 6e compagnie. Opgeheven per 1 juli 1822 en manschappen overgegaan naar de 1e en 4e compagnie.
In juni 1816 geformeerd uit de 5e, 6e, 7e, 8e en 9e compagnie. Opgeheven in 1819.
KB van 7 juli 1829 nr. 104.
Garnizoensbataljon 1841-1843.
Garniezoensbataljon 1841-1843.
Geformeerd uit de 5e artillerie-garnizoenscompagnie. In juni 1841 opgegaan in het Garnizoensbataljon.
Opgericht bij KB van 21 oktober 1818, La. Y2.
Bevat ook: gegratieerde manschappen die abolitie van de misdaad van desertie hebben gekregen door dienst te nemen in de Oost-Indische bezittingen, stamboeknummers 1- 129, 1817.
Geformeerd in 1815 t.b.v. de veldtocht tegen Napoleon uit de flankeurscompagnieën van de Bataljons Oost-Indische Infanterie nrs. 19, 20 en 25. (Zie de stamboeken van deze bataljons) periode 1815
Geformeerd in 1815 t.b.v. de veldtocht tegen Napoleon uit het Depotbataljon voor de Koloniën nr. 33. (Zie de stamboeken van dit bataljon) periode1815.
Vertrokken naar Suriname.
Dit bataljon kreeg later het nummer 28. Genummerd per compagnie.
Tot april 1815 de 6e, 7e en 8e compagnie van het 4e bataljon Artillerie van Linie. Per compagnie genummerd.
Hierbij ook de namen der officieren. Met bijgebonden klapper.
Hierbij ook de namen der officieren. Met bijgebonden klapper.
Opgericht in maart 1815, opgegaan in het Algemeen Depot der Landmacht nr. 33 in 1822.
Ontstaan uit het Depotbataljon voor de Koloniën in 1822; opgegaan per 1 januari 1844 (KB 19.10.1843) in het Koloniaal Werfdepot te Harderwijk.
Ontstaan per 1 januari 1844 (KB 19.10.1843) uit het Algemeen Depot der Landmacht; opgeheven in 1907.