De familie Van Toulon was verwant aan de familie Van der Koog door het huwelijk van Johanna Paulina Jacoba van Toulon, dochter van mr Lodewijk van Toulon en Johanna van Nispen, met Maarten van der Koog in 1822 en door het huwelijk van Petronella Vincentie van Toulon, jongste zuster van Johanna Paulina Jacoba, in 1841 met mr Anthony Jan Cornelis van Bijnkershoek van der Koog, zoon van Maarten van der Koog en zijn eerste vrouw Esther Sara Elisabeth Rijgerbos. Anthony Jan Cornelis van der Koog kreeg in 1821 toestemming de naam "Van Bijnkershoek" bij de naam "Van der Koog" aan te nemen (zie inventarisnummer 521).
Door het huwelijk van Johanna Paulina Jacoba van Toulon met Maarten van der Koog vererfden archivalia, afkomstig van de familie Van Toulon en aanverwante families en personen in de familie (Van Toulon) van der Koog.
Het archief-Van Toulon bestaat uit enige portefeuilles stukken, afkomstig van mr Lodewijk van Toulon en Johanna van Nispen, en enige stukken afkomstig van zijn broers, zusters en van twee van zijn dochters, alsmede van zijn ouders mr Martinus van Toulon en Adriana Maria van Eyck en van zijn oom en tante mr Lodewijk van Toulon en Johanna Hélèna van der Graaf de Vapour, heer en vrouwe van Wulven, terwijl het oudste gedeelte gevormd wordt door de stukken van Ludovicus van Toulon, grootvader van mr Lodewijk van Toulon, en van Henrica Magdelina Verboom, diens derde echtgenote.
Een aantal stukken en aantekeningen, waarvan niet meer is na te gaan van wie van de leden van de familie Van Toulon ze afkomstig waren, zijn in een aparte afdeling bijeengebracht. De afstamming van de familie Van Toulon is historisch terug te voeren tot Louys Ventelon en Anne Masson, die in 1627 in de Waalse kerk te Dordrecht in het huwelijk traden. Uit de lijst van lidmaten van de Waalse kerk blijkt, dat in die tijd de meeste van hen afkomstig waren uit Luik en omgeving, misschien kwam Louys Ventelon daar ook vandaan. Zijn naam komt op deze lidmatenlijst echter niet voor.
Ook de volgende generaties woonden in Dordrecht en de naam Ventelon (of Fantelon) verhollandste tot Van Telon en Van Toulon, welke laatste versie definitief de familienaam werd. Later ontstond een familielegende als zou de familie Van Toulon afstammen van de Franse Hugenoot Louis de Toulon, die na de opheffing van het Edict van Nantes in 1685 naar de Republiek gevlucht zou zijn.
In de laatste afdeling van dit hoofdstuk zijn stukken opgenomen door huwelijk in het bezit van de familie Van Toulon gekomen. Het zijn enige stukken betreffende het overlijden van mr Vincent van Eyck, schoonvader van Martinus van Toulon, genealogische aantekeningen betreffende de families Hofkens en Verbeeck, verwant aan de familie van Eyck en een stuk van mr Hendrik van der Graaf de Vapour, heer van Wulven, schoonvader van Lodewijk van Toulon, heer van Wulven.
Het archief van de familie van Nispen, door huwelijk verwant aan de familie Van Toulon, is met verdere verwanten opgenomen in hoofdstuk III van deze inventaris.
Zoals de familie Van Toulon van der Koog afstammend van Johanna Paulina Jacoba van Toulon in het bezit was gekomen van het hieronder beschreven archief Van Toulon, zo erfde jkvr Vincence Adrienne Rethaan Macaré enige archivalia-Van Toulon van Petronella Vincentia van Toulon, haar grootmoeder van moederszijde. Na haar overlijden heeft haar echtgenoot mr Hendrik Kronenberg deze stukken met andere aangeboden aan mr Lodewijk Johan (jr) van Toulon van der Koog, die toen het familiearchief-Van Toulon van der Koog onder zijn beheer had. De stukken zijn opgenomen in hoofdstuk I van het tweede deel van de inventaris.
Behalve het hieronder beschreven archief-Van Toulon en de archivalia-Van Toulon opgenomen in hoofdstuk I van deel II, die eigendom zijn van de familie Van Toulon van der Koog, zijn er nog andere stukken afkomstig van de familie Van Toulon en aanverwante families.
Een aantal archivalia-Van Toulon behoort tot het familieararchief-Des Tombe, gedeponeerd op het Rijksarchief te Utrecht. Zoals er door het huwelijk van Johanna Paulina Jacoba van Toulon met Maarten van der Koog archivalia-Van Toulon in de familie Van Toulon der Koog vererfden, zo zijn er enige archivalia-Van Toulon in het bezit van de familie Des Tombe gekomen door het huwelijk van mr Jacob des Tombe met jkvr Henriëtte Johanna Martina Beeldsnijder, die een dochter was van de oudste zuster van Johanna Paulina Jacoba van Toulon: Martina Adriana Maria van Toulon, gehuwd met jhr Gerard Johannes Beeldsnijder, heer van Voshol en Vrije Nes.
Op het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage bevindt zich een portefeuille met brieven van ministers-plenipotentiarissen der Bataafse Republiek, gedecodeerd door mr Lodewijk van Toulon toen hij secretaris van het "cijffer" was, in 1950 geschonken door jhr mr Adrien Jacques Corneille Rethaan Macaré, jongere broer van jkvr Vincence Adrienne Rethaan Macaré en kleinzoon van Petronella Vincentia van Toulon.
Zie V.R.O.A. 1950, 2e serie XXIII, 's-Gravenhage, 1951. blz. 19, aanwinsten.
A.R.A.: Inventaris 64. Buza. nummer 204-A.
Martina Adriana Maria van Toulon werd 20 augustus 1792 te Gouda geboren als oudste dochter van Lodewijk van Toulon, toen klerk der Gemene Middelen van Holland, en van Johanna van Nispen. Aldaar huwde zij 12 maart 1818 met Gerard Johannes Beeldsnijder, heer van Voshol en Vrije Nes, kapitein van de schutterij te Amsterdam, geboren te Amsterdam 30 mei 1791 als zoon van mr Johannes Beeldsnijder, eertijds schepen van Amsterdam, en van Henriëtte Everdina Beeldsnijder, beiden reeds overleden.
Bij K.B. d.d. 3 mei 1828, nummer 17 werd Gerard Johannes Beeldsnijder verheven in de Nederlandse adel en nam als lid van de ridderschap zitting in de Provinciale Staten van Utrecht. Hij overleed 19 april 1853 te Utrecht. Martina Adriana Maria van Toulon schilderde, aanvankelijk onder leiding van Willem Hekking, veelal stillevens. Zij was vanaf 1828 lid van de Koninklijke Academie te Amsterdam en vanaf 1833 van het genootschap "Arti Sacrum" te Rotterdam. Tussen 1828 en 1836 exposeerde zij ook. Zij overleed te Utrecht op 2 oktober 1880.
Petronella Jacoba Louise van Toulon werd 11 januari 1800 te 's-Gravenhage geboren als dochter van mr Lodewijk van Toulon, commies-generaal der posterijen van Holland, en Johanna van Nispen. Zij overleed ongehuwd te Utrecht op 29 mei 1877.
Hieronder zijn enige aantekeningen en stukken beschreven, waarvan niet meer is na te gaan van wie van de leden van de familie Van Toulon ze afkomstig waren.
Overgeschreven van inventarisnummer 142.
Clara Cornelia van Eyck huwde in 1781 met Pieter Marret, Vincent van Eyck huwde in 1786 met Margaretha de Kets Houtman.
Zie genealogische tabel D.
Adriaan van der Werff was een broer van Barbera van der Werff, zie genealogische tabel 3.
In enige codicillen treft Martinus van Toulon schikkingen ten aanzien van "alle mijne papieren specterende de regeringszaaken der stad Gouda of de commissiën, die ik de eer gehad heb vanwegens Hun Edele Groot Mogenden [namelijk de Staten van Holland en West-Friesland] te bekleeden", zie inventarisnummer 158. Het staat niet vast welke stukken hij bedoelde.
Overdruk, zie het betreffende register; de gedrukte registers der resoluties van de Staten van Holland en West-Friesland bevinden zich op het A.R.A., 3e afdeling en in de gemeentearchieven der voormalige stemhebbende steden in de Staten van Holland.
Overdruk, zie A.R.A., 3e afdeling, Archieven van de Staten van Holland en West-Friesland en hun gecommitteerde Raden, inventarisnummer 3281.
Het is mogelijk, dat dit stuk afkomstig is van Lodewijk van Toulon, heer van Wulven, die van 1784-1787 Gecommitteerde Raad was. zie blz. 67-68.
Zie bij inventarisnummer 411.
Zie A.R.A., 1e afdeling, Archief der Staten-Generaal, inventarisnummer 3755, Secreet Register 1700. f.o. 386.
Zie bij inventarisnummer 411.
Overdrukken, zie A.R.A., 2e afdeling, Archief der Staten-Generaal, inventarisnummers: 4671, f.o 173; 4743, f.o 52; voor de bijlagen, behalve de brief van de graaf van Rechteren, ambassadeur aan het Spaanse Hof met bijlage, nummers: 11324, 11745, 11800 en 11819.
Willem Jacob van Renesse tot Lochorst, Domdeken, was in 1731 gekozen tot Geëligeerde, als één der vier edelen.
R.A. Utrecht: Archief der Staten van Utrecht, inventarisnummer 722: "Resolutiën der Heeren Geëligeerde Raden van 1753 tot 1762 incluis", f.o 6.
Gerard Willem van Blijdenbergh geboren te Calcar in 1731, 1751-1762 in dienst van de W.I.C. aan de kust van Guinea, opgeklommen tot oppercommies en raad, en goeverneur van het fort Crevecoeur te Acera; 5 december 1763 het burgerschap der stad Gouda verkregen. 25 maart 1764 te Gouda gehuwd met Clara Cornelia van Eyck (6 november 1740 gedoopt te Gouda, zuster van Adriana Maria), sinds 1770 raad in de vroedschap der stad Gouda, in 1785 gecommitteerd in het College ter Admiraliteit te Amsterdam, 20 augustus 1819 overleden te Utrecht: Clara Cornelia van Eyck 11 februari 1801 te Alphen.
Originelen in het Rijksarchief in Zuid-Holland, archief Hof van Holland inventarisnummer 442 en 3649.
Vincent van Eyck werd 13 februari 1708 te Gouda gedoopt als Fiesent zoon van mr Huibert van Eyck, raad in de vroedschap der stad Gouda, en Catharina Boudens. Hij studeerde rechten te Leiden en werd in 1727 secretaris der stad Gouda, naast mr Gerard van Brantwijk, heer van Bleskensgraaf, en in 1776 kwam hij in de vroedschap, bovendien was hij in 1754 tot ontvanger der gemene-landsmiddelen binnen Gouda benoemd.
8 november 1733 trad hij te Gouda in het huwelijk met Catharina Hofkens, gedoopt 28 februari 1703, dochter van Matthias Hofkens. Uit het huwelijk werden geboren: Hubertus Catharina, Clara Cornelis en Adriana Maria. Catharina Hofkens overleed te Gouda op 30 maart 1768 en Vincent van Eyck eveneens te Gouda op 2 juli 1788.
In 1764 huwde hun dochter Adriana Maria met mr Martinus van Toulon.
De onder de bekendmaking vermelde personen waren waarschijnlijk degenen, die "aangezegd" moesten worden.
Een tweede exemplaar bevond zich bij de stukken van jkvr Vincence Adrienne Rethaan Macard, zie inventarisnummer 524.
De families Hofkens en Verbeeck waren door verscheidene huwelijken aan elkaar verwant: Johanna Clazina Hofkens huwde in 1731 met Willem Verbeeck, zoon van Willem Verbeeck en Catharina Hofkens, dochter van Isaak Hofkens en Maria Verbeeck.
Catharina Hofkens, zuster van Johanna Clazina, huwde in 1733 met mr Vincent van Eyck, hun dochter Adriana Maria van Eyck huwde in 1764 met mr Martinus van Toulon.
Het is mogelijk dat de hierboven beschreven stukken bladen zijn, losgescheurd uit familiebijbels.
Hendrik van der Graaf de Vapour werd 26 juli 1709 te Benthuizen geboren als zoon van Hendrikus van der Graaf van Vapour, predikant te Herwijnen en Benthuizen, en Johanna Praam. Hij studeerde rechten en kwam in 1734 in de vroedschap der stad Gorinchem. 23 juli 1743 huwde hij te Gorinchem met Adriana de la Barre, geboren 1 januari 1723 (op Ternate ?). Uit het huwelijk werden geboren: Johanna Helena en Adriana Henrica.
18 oktober 1724 was Hendrik van der Graaf de Vapour door de Staten van Holland, beleend met ridderhofstad en heerlijkheid Wulven, bij Houten (Utrecht), na het overlijden van zijn oudere broer Arent.
Hendrik van der Graaf de Vapour overleed 8 december 1778. Adriana de la Barre had hij de ridderhofstad en heerlijkheid Wulven vermaakt en zij werd erop 16 september 1779 mee beleend. Zij overleed 27 januari 1780.
In 1774 was hun dochter Johanna Helena gehuwd met Lodewijk van Toulon.
Voorin gekleurde afbeelding van de ridderhofstad en van het wapen van Wulven.
De familie Van Nispen was verwant aan de familie Van Toulon door het huwelijk van Johanna van Nispen, dochter van Johan van Nispen en Paulina Jacoba Croiset, met Lodewijk van Toulon in 1791, en zo vererfden stukken afkomstig van leden van de familie Van Nispen en verdere verwanten in de familie Van Toulon.
De archivalia-Van Nispen zijn afkomstig van mr Johan van Nispen (sr) en Petronella Suzanna Cabeljau en mr Johan van Nispen (jr), grootouders en vader van Johanna van Nispen, en van Louise Egbertina, Theodora Bartha en Catharina van Nispen, jongere zusters van Johanna van Nispen. Een aantal genealogieën-Van Nispen en genealogische aantekeningen omtrent de afkomst en afstamming van de familie Van Nispen, alsmede van een niet-verwante familie Van Nispen, waarschijnlijk verzameld en opgesteld door Johan van Nispen (jr), zijn in een aparte afdeling bijeengebracht.
De afstamming van de familie van Nispen is terug te voeren tot Claas van Nispen, in 1328 schout en drossaard van stad en Lande van Breda. Later ontstond een familie-legende als zou deze Claas van Nispen de zoon zijn van Albrecht van Voorne, heer van Bergen op Zoom, oudere broer van Machtelt van Voorne, de laatste afstammelinge uit het huis Voorne, burggraven van Zeeland.
Verder zijn nog enige stukken beschreven, die Louise Egbertina van Nispen in eigendom gekregen had door haar huwelijk met Pieter Jacob de Huybert de Beaufort in 1794. Het zijn enige stukken van Jacoba de Huybert, grootmoeder van moeders zijde van Pieter Jacob de Huybert de Beaufort, en een stuk van Pieter Boddaert, schoonvader van Jacoba de Huybert.
Door het kinderloos overlijden van Louise Egbertina van Nispen zullen deze stukken terecht gekomen zijn bij de nakomelingen van haar zuster Johanna, gehuwd met Lodewijk van Toulon. Behalve het hieronder beschreven archief-Van Nispen, dat het eigendom werd van de familie van Toulon van der Koog door het huwelijk van Maarten van der Koog met Johanna Paulina Jacoba van Toulon, dochter van Johanna van Nispen, zijn er ook nog stukken van de familie Van Nispen en verdere verwanten in het bezit van de familie Des Tombe gekomen door het huwelijk van Jacob des Tombe met jkvr Henriëtte Johanna Martina Beeldsnijder, een dochter van Martina Adriana Maria van Toulon, oudste dochter van Johanna van Nispen. Deze stukken zijn met andere gedeponeerd op het Rijksarchief te Utrecht.
Johan van Nispen werd 26 april 1700 gedoopt als zoon van Johan van Nispen, advocaat bij het Hof van Holland, en Anna Maria van der Gracht. Hij studeerde rechten te Leiden en vestigde zich in 1723 als advocaat in Den Haag, waar hij 5 november 1727 in het huwelijk trad met Petronella Suzanna Cabeljau, gedoopt te Den Haag 8 oktober 1702 als dochter van Samuel Cabeljau, geneesheer te Den Haag, en Anna Ruyl.
Uit het huwelijk werden geboren: Johan, Anna Maria en Samuel Rodulphus.
In 1731 werd Johan van Nispen benoemd tot pensionaris van de stad Purmerend en in 1741 tot raadsheer in de Hoge Raad van Holland en Zeeland.
Petronella Suzanna Cabeljau overleed 11 april 1768 en Johan van Nispen 12 januari 1776.
Johan van Nispen werd 13 augustus 1728 te 's-Gravenhage geboren als zoon van Johan van Nispen, toen advocaat, en Petronella Suzanna Cabeljau. Na zijn rechtenstudie vestigde hij zich als advocaat in Den Haag, waar hij 11 juni 1770 huwde met Paulina Jacoba Croiset, geboren te 's-Hertogenbosch 28 oktober 1739 als dochter van Pierre Jacques Croiset, koopman, en Louise Buddingh.
Uit het huwelijk werden geboren: Johanna, Louise Egbertina, Theodora Bartha, Jan Samuel en Catharina.
Eveneens in 1770 werd Johan van Nispen benoemd tot raad-ordinaris in het Hof van Holland en Zeeland en van 1795 tot 1796 was hij raad-ordinaris in het Hof Provintiaal van Holland en Zeeland. Hij overleed 16 oktober 1804 te 's-Gravenhage en Paulina Jacoba Croiset 28 februari 1825 te Gouda.
Louise Egbertina van Nispen werd 15 januari 1773 te 's-Gravenhage geboren als dochter van Johan van Nispen, raad in het Hof van Holland, en Paulina Jacoba Croiset. 13 april 1794 huwde zij te 's-Gravenhage met Pieter Jacob de Huybert de Beaufort, vanaf 1782 tot zijn huwelijk raad der stad Veere, geboren te 's-Gravenhage 18 augustus 1759, zoon van Jacobus Marinus de Beaufort, drossaard van stad en baronie van Steenbergen, en Barbara Theodora Boddaert. Hij overleed 6 februari 1843 op huize "Goude Stein" bij Maarsseveen en Louise Egbertina van Nispen 25 november 1855 te Utrecht.
Theodora Bartha van Nispen werd 3 februari 1777 te 's-Gravenhage geboren als dochter van Johan van Nispen, raad in het Hof van Holland, en Paulina Jacoba Croiset. 9 november 1815 huwde zij te 's-Gravenhage met mr Wilhelm Godard Johan van Gendt, raadsheer in het Hoog Gerechtshof, geboren te Nijmegen 30 januari 1754, zoon van Gerlach van Gendt en Helena Theodora Gerlagh. Hij overleed te 's-Gravenhage 18 juli 1830 en Theodora Bartha van Nispen 29 juni 1862 te Utrecht.
In deze afdeling zijn enige genealogieën opgenomen en andere aantekeningen over de afstamming van de familie Van Nispen, die waarschijnlijk grotendeels bijeengebracht zijn door Johan van Nispen (jr), raad in het Hof van Holland en Zeeland, voor zijn pogingen de adellijke afkomst van de familie van Nispen aan te tonen en de verwantschap met een andere familie Van Nispen, zie hieronder inventarisnummers 452 en 453. Het gaat er om of bewezen kan worden dat Claas van Nispen in 1328 schout en drossaard van stad en Lande van Breda een zoon is van Albrecht van Voorne, heer van Bergen op Zoom, de laatmannelijke telg uit het huis Voorne. Mathijs Balen en Simon van Leeuwen beweren dat eigenlijk ook niet, maar suggereren het wel.
Zie hieronder inventarisnummers 447 en 448. Zie ook inventarisnummers 242 en 255, over de afstamming van de beide families Van Nispen: zie artikel van jhr mr A.J.H. van Nispen tot Pannerden in Nederlandse Leeuw, 1947, pagina 346 en 378 en volgende.
Over het huis Voorne: artikel van dr H. Obreen in Nederlandse Leeuw, 1928, pagina 291.
De op de omslag vermelde genealogie door de luitenant-generaal van Nispen en door mr Johan van Nispen (jr) ontbreekt.
Overdruk van: "Batavia Illustrata, ofte verhandelinge van den oorspronk, voortgank, zeden, eere, staat en godtsdienst van Oud-Bataviën, mitsgaders van den adel en regeringe van Hollandt, .... , te samengesteldt door mr Simon van Leeuwen", 's-Gravenhage. 1685 .... de oorkonde onder letter A ten name van Albert van Nispen, heer van Bergen op Zoom, (in plaats van op naam van Albert van Voorne) is een vervalsing, zie het artikel genoemd op pagina 152 en 153.
Waarschijnlijk klad voor het voorgaande inventarisnummer
Het betreft hier de familie Van Nispen, die afstamt van Conrad van Nispen, heer van Eldernisse, vermeld in 1389, of ook: Coenraad van Nispen, beer van Elderhuizen.
In bruikleen gegeven aan het Nederlands Postmuseum te 's-Gravenhage.
Pieter Boddaert werd 4 augustus 1659 gedoopt als zoon van Pieter Boddaert en Cornelia van der Helm. Hij studeerde rechten en was raad in de vroedschap, schepen en burgemeester der stad Middelburg. 6 september 1695 huwde hij met Anna Maria Kien, dochter van mr Cornelis Kien, raad in de vroedschap en schepen der stad Vere, en Anna Geertruida Somer. Uit het huwelijk werden geboren: Cornelis, Cornelia en Susanna Maria.
Anna Maria Kien overleed 24 maart 1729 en Pieter Boddaerd 14 maart 1732.
Hun zoon Cornelis huwde in 1734 met Jacoba de Huybert.
Jacoba de Huybert was een dochter van mr Pieter (de) Huybert, heer van Burgh en Kraaienstein, raad in de vroedschap en burgemeester der stad Middelburg, bewindhebber der V.O.C., kamer Zeeland, en van Barbara Theodora van Willigen. Zij werd vermoedelijk in 1716 te Middelburg geboren. Op 17 mei 1734 huwde zij te Souburg met mr Cornelis Boddaert, schepen, raad in de vroedschap en burgemeester der stad Middelburg, gedoopt te Middelburg 12 december 1703, zoon van mr Pieter Boddaert, raad in de vroedschap, schepen en burgemeester der stad Middelburg, en Anna Maria Kien. Hij overleed 8 januari 1750 te Middelburg. Jacoba de Huybert hertrouwde en overleed 11 mei 1798 waarschijnlijk te 's-Gravenhage. Hun dochter Barbara Theodora was de moeder van mr Pieter Jacob de Huybert de Beaufort in 1794 gehuwd met Louise Egbertina van Nispen.
De akte van 3 mei 1729, waarbij rekening wordt afgelegd van de administratie van de boedel van Catarina Henriëtta en Jacoba de Huybert, waarover gerept wordt in bovengenoemde akte, ontbreekt. De akte van 17 januari 1731, waarbij eerder een gedeelte van de gemeenschappelijk gebleven boedel van Catarina Henriëtte en Jacoba de Huybert gescheiden en gedeeld werd, waarover eveneens gerept wordt in bovengenoemde akte, ontbreekt eveneens.
De familie Wijndels was verwant aan de familie (Van Toulon) van der Koog door het huwelijk van Martha Kinnema Wijndels, dochter van David George Wijndels en Johanna Geertruida de Swart, met Lodewijk Johan van der Koog in 1849, en zo vererfden stukken afkomstig van leden van de familie Wijndels en verdere verwanten in de familie (Van Toulon) van der Koog.
De archivalia-Wijndels bestaan uit een portefeuille stukken van David George Wijndels en enige stukken van zijn broer Hendrik Dirk, van zijn zuster Maria Adriana en van zijn zwager jhr mr Augustinus Georg Lycklama à Nijeholt, de echtgenoot van zijn zuster Hillegonda, en verder van zijn ouders Jan Hendrik Wijndels en Catharina Johanna Escher.
De vader van Jan Hendrik Wijndels werd in 1730 te Delfzijl gedoopt als Arnoldus, zoon van Willem Arents en Fennegijn Jans. Als jonge man vestigde hij zich in de stad Groningen en vanaf die tijd noemde hij zich Arnoldus Willems (later Willem) Wijndels, Wijndels, het patronymicum van Wijndelt, als achternaam voerend. Zijn vader, Willem Arents, was waarschijnlijk een zoon van Arent Ottes, schipper en Hilke Willems. Dit echtpaar gaf een van hun kinderen de naam Wijndelt en een ander noemden ze Wijndeltje; de naam kwam in de familie dus voor. Ook andere familieleden namen in die tijd Wijndels als achternaam aan. In dit hoofdstuk zijn ook stukken opgenomen, die door huwelijk in het bezit van de familie Wijndels gekomen waren.
Door het huwelijk van Catharina Johanna Escher met Jan Hendrik Wijndels in 1791 kwam een stuk van David George Escher en Geertruida Adriana Mattheus, de ouders van Catharina Johanna Escher, in het bezit van de familie Wijndels.
Door het huwelijk van Johanna Geertruida de Swart met David George Wijndels in 1823 kwam de familie Wijndels verder nog in het bezit van stukken afkomstig van Isaac de Swart en Martha Kinnema van Glinstra en van Eritia Martha van Glinstra, de ouders en een tante van Johanna Geertruida de Swart.
Jan Hendrik - oorspronkelijk Jan Hendriks - Wijndels werd 4 december 1767 te Groningen gedoopt als zoon van Arnoldus Willem Wijndels en Hillegjen Jans. Hij studeerde geneeskunde aan de Groningse academie. Op 26 mei 1791 trad hij eveneens te Groningen in het huwelijk met Catharina Johanna Escher, waarschijnlijk op 24 januari 1762 geboren te Negapatnam, aan de kust van Coromandel (Voor-Indië), dochter van David George Escher, chirurgijn in dienst van de V.O.C., en Geertruida Adriana Mattheus, beiden reeds overleden. Enige jaren na hun huwelijk vestigden zij zich te Heerenveen, waar Jan Hendrik Wijndels behalve geneesheer ook vrederechter was van het betreffende kanton.
Uit het huwelijk werden geboren: Arnoldus Willem, David George, Hendrik Dirk, Hillegonda en Maria Adriana.
Jan Hendrik Wijndels overleed te Heerenveen 13 september 1835 en Catharina Johanna Escher 9 december 1842 eveneens te Heerenveen.
Van hen zijn slechts enkele stukken aanwezig.
Een stuk afkomstig van de ouders van Catharina Johanna Escher, eveneens vererfd in de familie Van Toulon van der Koog, is opgenomen in de laatste afdeling van dit hoofdstuk, bevattende stukken van aangehuwde familieleden.
David George Wijndels werd 24 maart 1796 te Groningen geboren als zoon van Jan Hendrik Wijndels en Catharina Johanna Escher. In 1816 kwam hij als surnumerair bij het kantoor der registratie te Heerenveen en bleef steeds werkzaam aan deze dienst. Achtereenvolgens werd hij ontvanger te Lemmer (benoemd in 1817) en te Franker (in 1822), verificateur in Drente te Assen (ingaande 1 januari 1826) en in Friesland te Heerenveen (met ingang van 4 augustus 1827), vervolgens was hij inspecteur (benoemd in 1843 eveneens te Heerenveen, tot zijn overlijden aldaar op 11 september 1850. Zijn loopbaan is gedeeltelijk te volgen aan de hand van een staat van dienst door hemzelf opgemaakt in 1828, (inventarisnummer 487). Daarnaast werd hij in 1846 benoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger te Heerenveen, terwijl hij in 1834 tot administrerend kerk- en pastorievoogd van de Hervormde gemeente Aengwirden was aangesteld. In deze functie ondervond hij veel moeilijkheden door een klacht tegen hem van een mede-kerk- en pastorievoogd, waarbij zijn verhuizing in 1843 naar een ander gedeelte van Heerenveen, dat niet onder Aengwirden viel mede als aanleiding gebruikt werd. In 1848 droeg hij zijn administratiewerkzaamheden aan een andere kerkvoogd over.
14 november 1823 trad David George Wijndels te Franeker in het huwelijk met Johanna Geertruida de Swart, geboren 28 april 1797 te Leeuwarden, dochter van Isaak Marcelisses de Swart en Martha Kinnema van Glinstra.
Uit het huwelijk werden geboren: Martha Kinnema, Arnoldus Willem (op vijfjarige leeftijd overleden) en een dochter, die bij haar geboorte Catharina Johanna werd genoemd. Johanna Geertruida de Swart overleed reeds op 14 december 1828 te Heerenveen. Daarna liet David George Wijndels de namen van het jongste dochtertje veranderen in: Johanna Geertruida.
De archivalia afkomstig van David George Wijndels zijn gedeeltelijk van persoonlijke aard, terwijl er ook enige overheidsbesluiten bewaard zijn gebleven, waarbij hij benoemd werd in enkele van de door hem bij de dienst der Registratie en Domeinen beklede rangen, en andere stukken voortkomend uit zijn verschillende functies. Door het huwelijk in 1849 van zijn dochter Martha Kinnema met Lodewijk Johan van der Koog vererfden deze stukken in de familie Van Toulon van der Koog.
Archivalia nagelaten door familie van Johanna Geertruida de Swart, de moeder van Martha Kinnema Wijndels, eveneens vererfd in de familie Van Toulon van der Koog, zijn opgenomen in de laatste afdeling van dit hoofdstuk, bevattende stukken van aangehuwde familieleden.
Arnoldus Willem was de oudste broer van David George Wijndels; 5 september 1794 gedoopt te Groningen; studeerde aldaar geneeskunde, en was als geneesheer gevestigd te Heerenveen, waar hij 28 juni 1821 overleed, 25 juni 1820 was hij te Onderdendam (gemeente Bedum) gehuwd met Anna Wilhelmina Henriëtte Hoving, 17 april 1796 te Groningen gedoopt. Enige maanden na zijn overlijden werd een dochter geboren, die jong overleed.
Zie inventarisummer 479.
In het begeleidend schrijven wordt 113 als nummer van het Koninklijk Besluit genoemd.
Willem Twiss was de echtgenoot van Johanna Geertruida Wijndels.
Gabriël Hendrik Auffmorth overleed 14 juli 1827. (Stamboek Auffmorth, getijpte copie, aanwezig op Centraal Bureau voor Genealogie te 's-Gravenhage).
Concept (of copie) van een brief aan mr B. ten Zijthoff Auffmorth, broer van wijlen G.H. Auffmorth, gewezen verificateur in Friesland, o.a. over het ruilen van standplaats tussen G.H. Auffmorth en D.G. Wijndels, 8 december 1827. Met copie van een brief aan de administrateur van de registratie te den Haag, o.a. over het huis te Oranjewoud bewoond geweest door G.H. Auffmorth, 13 januari 1828. (zie ook inventarisnummer 466).
Waarschijnlijk van jhr mr J.J. de Rovère van Breugel, inspecteur-generaal voor de registratie, over de bezoldiging en het kantoor van D.G. Wijndels als inspecteur, 21 november 1843. De heer Stam te den Haag, (waarschijnlijk J. Stam, inspecteur der registratie en domeinen, gedetacheerd bij het hoofdbestuur te 's-Gravenhage) over de betaling aan de Provincie Friesland van de slikgelden der veengraverijen te Ter Idzard, 9 maart en 7 april 1847. Met concepten voor uitgaande brieven. 11 en 12 maart en 18 april 1847.
Brief van David George Wijndels waarschijnlijk aan de advocaat mr J.W. Tromp over de slikgelden-kwestie. 26 april 1849. Waarschijnlijk concept.
Voor de in de brief genoemde verklaring van de Grietman van Aengwirden, zie inventarisnummer 495.
De werkzaamheden begonnen per 12 mei 1822.
De werkzaamheden begonnen met ingang van 1 januari 1826.
De werkzaamheden begonnen 4 augustus 1827.
Zie ook inventarisnummer 57.
Hendrik Dirk Wijndels werd te Heerenveen op 23 november 1798 geboren als zoon van Jan Hendrik Wijndels en Catharina Johanna Escher. Hij studeerde geneeskunde aan de Groningse academie en vestigde zich te Leeuwarden als heel- en vroedmeester. Hij was verder secretaris bij de Provinciale Commissie van Geneeskundig onderzoek en toezicht in Friesland. Op 19 september 1868 overleed hij ongehuwd te Leeuwarden.
Augustinus Georg Lycklama à Nijeholt werd 8 september 1794 te Leeuwarden geboren als zoon van Tinco Martinus Lycklama à Nijeholt, toen grietman van Utingeradeel, en Elisabeth Helena thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg. In 1815 beëindigde hij zijn studie in de rechten aan de Leidse universiteit, in hetzelfde jaar werd hij lid van de Provinciale Staten van Friesland en het jaar daarop grietman van Utingeradeel. Tevens was hij als advocaat gevestigd te Heerenveen.
Bij Koninklijk Besluit van 20 december 1817, nummer 65, werden Tinco Martinus Lycklama à Nijeholt, toen lid der Staten-Generaal vanwege de provincie Friesland, en zijn nakomelingen verheven in de Nederlandse Adel. Op 6 januri 1822 trad jhr mr Augustinus Georg Lycklama à Nijeholt te Heerenveen in het huwelijk met Hillegonda Wijndels, geboren te Heerenveen 23 september 1800, dochter van Jan Hendrik Wijndels en Catharina Johanna Escher. Hij overleed te Leeuwarden 29 oktober 1828 en Hillegonda Wijndels te Heerenveen 25 mei 1854, zonder kinderen na te laten.
Maria Adriana Wijndels werd op 4 april 1803 te Heerenveen geboren als dochter van Jan Hendrik Wijndels en Catharina Johanna Escher en overleed aldaar ongehuwd 30 december 1879.
David George Escher was afkomstig uit Kerkenheim (in het hertogdom Kleef), waar hij 7 december 1728 geboren zou zijn. In 1756 vertrok hij naar Ceylon, en was jarenlang als chirurgijn in dienst van de V.O.C. werkzaam aan de kust van Coromandel (Voor-Indië). Op 1 april 1759 huwde hij, waarschijnlijk te Negapatnam, (aan de kust van Coromandel), met Geertruida Adriana Mattheus, die op 12 september 1744 te Negapatnam zou zijn geboren als dochter van Petrus Mattheus en Catharina Johanna Keizer. Uit dit huwelijk werden geboren: Johan Petrus, Catharina Johanna, Geertruyda en David George. David George overleed op de terugreis naar Holland, op 14 mei 1768. Geertruida Adriana Mattheus overleed te Amsterdam op 31 juli 1768. In 1791 huwde hun dochter Catharina Johanna met Jan Hendrik Wijndels.
Ontleend aan de aantekeningen van M.A.A.J. van Neck, zie inventarisnummer 567, er worden geen bronnen meer vermeld. Acte van liquiditeit, 26 december 1769 voor notaris Justus van der Mey jr te Rotterdam (aanwezig op het gemeente archief te Rotterdam). Naar deze akte wordt verwezen in de akte van boedelscheiding in de volgende noot.
In een eerdere akte van boedelscheiding, waarnaar in de hier beschreven akte wordt verwezen (aanwezig op het gemeentearchief te Haarlem), wordt vermeld dat David George Escher op 18 januari 1768 op Ceylon een akte liet opstellen en dat Geertruida Adriana Mattheus bij haar overlijden weduwe was.
Isaac de Swart werd 19 juli 1765 te Gulpen geboren, als zoon van Marcelis de Swart en Johanna Geertruida Croon. 2 juli 1788 trad hij te Zweins in het huwelijk met Martha Kinnema van Glinstra, geboren in 1767, dochter van Vincentius van Glinstra, grietman van Ooststellingwerf, griffier van het Hof van Friesland, en Amelia Wiskia Lycklama à Nijeholt. Uit het huwelijk werden geboren: Amelia Wiskje, Vincentius van Glinstra, Johanna Geertruida en Eritia Martha.
In 1790 werd Isaac de Swart, die reeds vaandrig der grenadiers was, volmacht ten Landdage van Friesland wegens de grietenij Ooststellingwerf en het volgende jaar lid van Gecommitteerde Staten van het 'Mindergetal'.
Martha Kinnema van Glinstra overleed 4 januari 1803 te Leeuwarden. 7 mei 1805 hertrouwde Isaac de Swart te Schingen met Aemilia Wiskje van Scheltinga, geboren 23 april 1780 als dochter van Martinus van Scheltinga, toen grietman van Schoterland, en Wisckje van Bouricius. Uit het huwelijk werd geboren: Aemilius Marcellus. Aemilia Wiskje van Scheltinga overleed te Zweins op 24 maart 1810.
In 1814 werd Isaac de Swart lid van de vroedschap van Franeker en in 1824 burgemeester van deze stad. Hij overleed aldaar 10 september 1838.
Een dochter van Isaac de Swart en Martha Kinnema van Glinstra, Johanna Geertruida de Swart, huwde in 1823 met David George Wijndels.
Eritia Martha van Glinstra werd op 13 juni 1764 te Leeuwarden gedoopt als dochter van Vincentius van Glinstra, toen griffier van het Hof van Friesland, later grietman van Ooststellingwerf, en Amelia Wiskia Lycklama à Nijeholt. Op 18 juni 1801 huwde zij te Friens met Johannes Galenus baron van Sytzama, luitenant-generaal, provinciaal commandant van Friesland, geboren te Driesum 2 augustus 1767, zoon van Maurits Pico Diederik van Sytzema, commies-generaal der financiën, en Catharina Maria van Heemstra. Eritia Martha van Glinstra overleed kinderloos te Leeuwarden op 1 april 1804.
Johannes Galenus baron van Sytzama werd bij Souverein Besluit van 28 augustus 1814 benoemd onder de Edelen van Friesland, en was lid der Provinciale Staten; bij Koninklijk Besluit van 23 september 1822 nummer 25 werd de titel van baron erkend. Hij overleed 9 december 1839 te Leeuarden. Eritia Martha van Glinstra was als zuster van Martha Kinnema van Glinstra een tante van Johanna Geertruida de Swart, die in 1823 huwde met David George Wijndels.
In dit deel van de inventaris zijn stukken opgenomen, die de familie Van Toulon van der Koog als beheerders van de familiearchieven, beschreven in het eerste deel van de inventaris, verzameld hebben omdat deze stukken min of meer betrekking hadden op de families of een bepaald familielid, voorkomende in het eerste deel. Bij deze stukken, bevinden zich, behalve een groot aantal losse stukken, ook twee kleine archieven. Dit tweede deel is eveneens ingedeeld in hoofdstukken. De twee gedeponeerde archiefjes zijn elk opgenomen in een eigen hoofdstuk, de losse stukken zijn in het laatste hoofdstuk bijeengebracht. De hoofdstukken en de indeling ervan worden verduidelijkt door opschriften en inleidende commentaren.
In dit hoofdstuk zijn een aantal stukken beschreven, die door mr Hendrik Kronenberg in 1942 ten geschenke werden aangeboden aan mr Lodewijk Johan van Toulon van der Koog die toen het familiearchief Van Toulon van der Koog onder zijn beheer had (Zie inventarisnummer 117).
De echtgenote van mr Hendrik Kronenberg, jkvr Vincence Adrienne Rethaan Macaré, overleden in 1927, was verwant aan de familie Van Toulon van der Koog. Haar grootvader van moederszijde mr Anthony Jan Cornelis van Bijnkershoek van der Koog was de zoon van Maarten van der Koog uit diens eerste huwelijk met Esther Sara Elisabeth Rijgerbos. En haar grootmoeder (van moederszijde), Petronella Vincentia van Toulon, was de jongste zuster van Johanna Paulina Jacoba van Toulon, met wie Maarten van der Koog een tweede huwelijk was aangegaan. Lodewijk Johan van der Koog, de zoon uit het huwelijk, nam in 1854 de naam "Van Toulon" bij de naam "Van der Koog" aan.
De door mr Hendrik Kronenberg geschonken stukken waren gedeeltelijk direct afkomstig van hemzelf en jkvr Vincence Adrienne Rethaan Macaré. Hierbij zijn o.a. genealogische aantekeningen van zijn hand betreffende de families Van der Koog (Van Bijnkershoek van der Koog en Van Toulon van der Koog), Van Toulon, en aangehuwde families.
De oudere archivalia zal jkvr Vincence Adrienne Rethaan Macaré geërfd hebben van haar moeder Vincentia Louise van Bijnkershoek van der Koog. Het betreffen archivalia afkomstig van leden van de familie (Van Bijnkershoek) van der Koog, en stukken van verre aangehuwde verwanten, waarvan niet vaststaat hoe ze bij deze archivalia terecht zijn gekomen. Tot de archivalia-(Van Bijnkershoek) van der Koog behoren stukken afkomstig van mr Anthony Jan Cornelis (Van Bijnkershoek) van der Koog, vader van Vincentia Louisa, van zijn ouders Maarten van der Koog en Esther Sara Elisabeth Rijgerbos en van zijn zuster Elisabeth Clasina van der Koog. Enkele stukken, afkomstig van Sara Cornelia van Beaumont en mr Theodorus Bergsma, verre verwanten van Esther Sara Elisabeth Rijgerbos van moederszijde, en stukken van enige leden van de familie Van Toulon en een stuk betreffende mr Vincent van Eyck, schoonvader van mr Martinus van Toulon, bevonden zich eveneens bij de archivalia, die mr Hendrik Kronenberg schonk aan mr Lodewijk Johan van Toulon van der Koog.
Maarten van der Koog werd 21 juni 1772 te Dordrecht geboren als zoon van Nicolaas van der Koog en Elisabeth Bonket. Van 1795 tot zijn ontslag in 1829 was hij werkzaam als ambtenaar bij de dienst der in- en uitgaande rechten. Zie verder voor zijn ambtelijke loopbaan; inventarisnummer 26.
20 september 1801 trad hij te 's-Gravenhage in het huwelijk met Esther Sara Elisabeth Rijgerbos, geboren te 's-Gravenhage 7 mei 1780, dochter van mr Anthony Jan Rijgerbos, raadsheer in het Hof van Brabant, en Cornelia Antonia Pauw. Zij overleed te Groningen 29 april 1813. Uit het huwelijk werden geboren: Elisabeth Clasina en Anthony Jan Cornelis.
17 januari 1822 hertrouwde Maarten van der Koog te Gouda met Johanna Paulina Jacoba van Toulon, geboren 24 maart 1894 te 's-Gravenhage, dochter van mr Lodewijk van Toulon, burgemeester van Gouda, en Johanna van Nispen. Uit dit huwelijk werd geboren: Lodewijk Johan. Stukken van hen afkomstig zijn beschreven in hoofdstuk I van de inventaris.
Maarten van der Koog overleed 2 oktober 1839 te Utrecht en Johanna Paulina Jacoba van Toulon eveneens te Utrecht op 3 april 1884. De hieronder beschreven stukken zijn alle van persoonlijke aard.
De reglementen van de pensioenfondsen, waarover in bovengenoemde stuk sprake is, zijn terechtgekomen bij de familie Van Toulon van der Koog, de nakomelingen van Lodewijk Johan, de jongste zoon van Maarten van der Koog, zie inventarisnummer 30.
Waarschijnlijk bewaard door Elisabeth Clasina van der Koog.
Het is mogelijk dat dit stuk terecht gekomen is bij mr Anthony Jan Cornelis van Bijnkershoek van der Koog, en zijn nakomelingen, doordat hij voogd was over zijn minderjarige halfbroer Lodewijk Johan, de zoon van Maarten van der Koog uit zijn tweede huwelijk met Johanna Paulina Jacoba van Toulon, zie inventarisnummer 3.
Elisabeth Clasina van der Koog werd 6 decmeber 1803 te 's-Gravenhage geboren als dochter van Maarten van der Koog en Esther Sara Elisabeth Rijgerbos, en overleed ongehuwd te Utrecht 28 oktober 1832.
Anthony Jan Cornelis van der Koog werd te Nijmegen geboren op 23 juni 1808 als zoon van Maarten van der Koog en Esther Sara Elisabeth Rijgerbos. Bij Koninklijk Besluit van 17 december 1821 nummer 25 werd hem (toen nog minderjarig) vergunning verleend de geslachtsnaam "Van Bijnkershoek" bij de naam "Van der Koog" aan te nemen. Anthony Jan Cornelis van Bijnkershoek van der Koog studeerde rechten te Leiden, en werd achtereenvolgens substituut-griffier te Amersfoort, rechter te Maastricht en raadsheer in het Provinciaal Gerechtshof van Limburg. Op 12 maart 1841 huwde hij te Maarsseveen met Petronella Vincentia van Toulon, geboren 17 april 1806 te 's-Gravenhage als dochter van mr Lodewijk van Toulon, laatstelijk goeverneur der provincie Utrecht, overleden in 1840, en van Johanna van Nispen, en jongste zuster van Johanna Paulina Jacoba van Toulon, tweede moeder van Anthony Jan Cornelis van Bijnkershoek van der Koog. Uit het huwelijk werden geboren: Johanna Sara Elisabeth, Martina Paulina Louisa, Vincentia Louisa (moeder van jkvr Vincence Adrienne Rethaan Macaré) en Theodora Esther Clasina. Petronella Vincentia van Toulon overleed te Bunde 10 juni 1854, en mr Anthony Jan Cornelis van Bijnkershoek van der Koog 23 november 1866 te Maastricht.
Sara Cornelia was 30 januari 1753 te 's-Gravenhage geboren als dochter van mr Cornelis Joan van Beaumont, advocaat, en van Esther van Bijnkershoek; 16 maart 1784 te Delft gehuwd met Arnoldus Croiset, kapiteiningenieur in het Staatse leger, 8 augustus 1753 geboren te 's-Hertogenbosch, Sara Cornelia van Beaumont overleed te Maastricht 17 november 1822 en Arnoldus Croiset eveneens te Maastricht op 10 december 1838.
Theodorus was op 12 juni 1743 te Dokkum geboren als zoon van Eiso Bergsma, predikant aldaar, en van Sytske van Thuynen; na zijn rechtenstudie advocaat te Dokkum, 8 oktober 1770 benoemd tot raad extra-ordinaris in de Raad van Justitie te Batavia, en 11 januari 1773 aldaar overleden.
Zie over Vincent van Eyck inleiding op blz. 144-145.
De kennisgeving is gericht aan "WelEdelG. Jonkvrouw", mogelijk Petronella Jacoba Louise van Toulon.
Zie over haar de inleiding op blz. 136.
Zie over Petronella Jacoba Louise van Toulon de inleiding op blz. 136.
Jonkvrouwe Vincence Adrienne Rethaan Macaré werd te Haarlem geboren op 28 juni 1878 als dochter van Jonkheer mr Adrien Jonathan Rethaan Macaré, toen officier van Justitie te Haarlem, later advocaat-generaal bij de Hoge Raad en lid Tweede Kamer, en van Vincentia Louisa van Bijnkershoek van der Koog. 21 juni 1908 huwde zij te 's-Gravenhage met mr Hendrik Kronenberg, bankier, geboren te Deventer op 21 juni 1878, zoon van Hendrik Gerhard Kronenberg en Wilhelmina Gerhardina Putman Cramer. Zij overleed te Deventer 31 december 1927. De stukken van jkvr Vincence Adrienne Rethaan Macaré en van hemzelf, die Hendrik Kronenberg aanbood, zijn uitsluitend stukken, die voortkwamen uit hun relatie met de familie van moederszijde van jkvr Rethaan Macaré.
Op 8 september 1838 richtten enige Utrechtse vrienden, onder wie Lodewijk Johan van der Koog, een literair jongeren-gezelschap op onder de zinspreuk: "Paulatim Floreat". Later werden nog enkele nieuwe leden opgenomen, terwijl sommigen weer na enige tijd voor het lidmaatschap bedankten.
Het gezelschap kwam wekelijks bijeen: men hield lezingen, voordrachten, improvisaties e.d. Op deze wijze hield men het vijf jaar vol; de laatste vergadering had plaats op 20 mei 1843. Men besloot toen de gewone werkzaamheden te staken en om jaarlijks gezamenlijk de dies natalis te vieren. Op 8 september 1878 werd het 40-jarig bestaan feestelijk herdacht. Het archief van het gezelschap was terechtgekomen bij jkvr Joanna M.E. van de Poll, dochter van jhr F.H. van de Poll, een der leden. Zij heeft het archief in 1951 gegeven aan mr L.J. van Toulon van der Koog (zie inventarisnummer 118).
Deze lijst stukken, verder aan te duiden als de 'lijst', is niet volledig.
Nummers 58, 59, 60, 61 (2 ex.) en 76 van de 'lijst'.
Nummer 24 van de 'lijst'.
Nummer 62 van de 'lijst'.
1 stuk in omslag met inventarisnummer 536.
1 stuk in omslag met inventarisnummer 535.
Afzenders:
L.G. Greeve, secretaris, N.H. de Graaf, thesaurier, en L.J.N. Heyligers, bibliothecaris, 31 oktober 1838, nummer 1 van de 'lijst'.
I.De. Musquetier, 28 december 1838, nummer 5 en 6 van de 'lijst'.
E.W.J. Six van Oterleek, 23 november en 31 december 1840, nummers 21 en 22 van de 'lijst'.
W. Roelofs, 2 mei 1841, nummer 28 van de 'lijst'.
A.P.E. Falck, 21 augustus 1841, nummer 31 van de 'lijst'
W. Roelofs, 24 augustus en 26 december 1841, en 31 maart 1842, nummers 33, 40 en 50 van de lijst.
L.G. Greeve, 10 mei 1842, nummer 52 van de 'lijst'.
W. Roelofs, 23 mei, nummer 53 van de 'lijst'.
F.H. van de Poll, 31 augustus 1842, nummer 66 van de 'lijst'. J.C.C. van Scheltinga Bergsma, ongedateerd, nummer 67 van de 'lijst'. L.C. Greeve, 27 augustus en 2 november 1842, nummers 68 en 69 van de 'lijst'.
Afzenders:
W.L. Voorduin. 11 mei 1839, nummer 8 van de ' lijst'
N.H. de Graaf, 19 en 23 mei 1840 en ongedateerd, nummers 10, 12 en 14 van de 'lijst'
G.H.G. Ras, 23 november 1840, nummer 20 van de lijst.
L.G. Greeve, 28 januari 1841, nummer 23 van de 'lijst'.
N.H. de Graaf, 10 april 1841, nummer 26 van de 'lijst'.
Th. Schuurman, 14 september 1841, nummer 34 van de lijst.
L.G. Greeve, 28 februari en 28 maart 1842, nummers 45 en 47 van de 'lijst', (over een nieuwe wet en de benoeming van commissies).
Geadresseerden:
N.H. de Graaf, 19 mei, ... juni en 22 juni 1840, nummers 11, 13 en 15 van de 'lijst'
G.H.G. Ras en E.W.J. Six tot Oterleek, 21 november 1840, nummers 18 en 19 van de 'lijst'.
N.H. de Graaf, 31 maart 1841, nummer 25 van de 'lijst'.
W. Roelofs, 1 mei en 22 augustus 1841, nummers 27 en 32 van de 'lijst'.
A.P.E. Falck, 18 september 1841, nummer 35 van de 'lijst'.
Th. Schuurman, 18 september 1841, nummer 36 van de 'lijst'.
L.G. Greeve, 2 en 30 maart 1842, nummers 46 en 48 van de 'lijst', (over een nieuwe wet en de benoeming van commissies).
W. Roelofs, 30 maart 1842, nummer 49 van de 'lijst'.
Mr J.G.A. Roijaards, 27 april 1842, nummer 51 van de 'lijst'.
W.T.? van de Poll en J.C.C. van Scheltinga Bergsma, 31 augustus 1842, nummer 65 van de 'lijst'.
Nummers 57 en 73 van de 'lijst'.
Nummers 55, 29 en 63 van de 'lijst'.
Nummer 70 van de 'lijst'.
Nummers 56, 30 en 64 van de 'lijst'.
Nummer 71 van de 'lijst'.
Nummers 2 en 54 van de 'lijst'.
Nummer 3 van de 'lijst'.
Nummers 4 en 9 van de 'lijst'; nummer 74 van de 'lijst', over de periode 1839-1843, ontbreekt.
Nummers 7, 16, 17, 37, 38, 39, 43 en 44 van de 'lijst'.
Nummer 41 van de 'lijst'.
Nummer 42 van de 'lijst'.
Nummer 72 van de 'lijst'.
Tezamen met inventarisnummers 567, 587 en 593 verworven. Het staat niet vast of Martinus A.A.J. van Neck zijn aantekeningen zelf heeft aangeboden of zijn erven na zijn overlijden in 1918.
Aan Lodewijk Johan van Toulon van der Koog (sr) toegezonden door A. van Maarseveen, zie inventarisnummer 65, brief van 12 juli 1877.
Aan Lodewijk Johan van Toulon van der Koog (sr) toegezonden door jhr Adrien Jonathan Rethaan Macaré, zie inventarisnummer 65, brief van 21 juni 1879.
Tezamen met inventarisnummers 563, 587 en 593 verworven, zie verder bij inventarisnummer 563.
Tezamen met inventarisnummer 592 door Johanna Philippina de Monté ver Loren, achternicht van Hendrik Boudewijn ver Loren van Themaat, toegezonden aan Lodewijk Johan van Toulon van der Koog (jr), zie inventarisnummer 115.
Hendrik Boudewijk was 30 januari 1884 te Utrecht geboren als zoon van Martha Kinnema van Toulon van der Koog en Reep Boudewijn Ambrosius ver Loren van Themaat, en 28 juli 1924 overleden te Djokjakarta.
Een dochter van Adriaan Verboom, Henrica Machtelina, huwde in 1739 met Ludovicus van Toulon.
Dit artikel is een overdruk van de 5e bundel van de Oudheidkundige Kring "Die Goude", 1947, en werd door J.L. van Eyk aangeboden aan L.J. van Toulon van der Koog, zie inventarisnummer 122.
Het is niet juist, dat Catharina Hofkens, weduwe Willem Anthonisse Verbeeck en moeder van Willem Verbeeck, haar moeder was, en dus ook de moeder van Johanna Clazina Hofkens. (Dan zou Johanna Clazina Hofkens gehuwd zijn met haar halfbroer).
Gebrekkige copieën van inventarisnummers 428, 429 en 430.
Zie voor het origineel inventarisnummer 241.
Zie ook de concepten voor deze toespraak, inventarisnummer 215.