Racen in Zandvoort 

5 april 2019

Tot 1985 raceten Formule 1-wagens over het circuit van Zandvoort. De vraag is of de Grand Prix van Nederland in 2020 in Zandvoort terugkomt. In het Nationaal Archief is het een en ander terug te vinden over het Zandvoorts circuit. 


Grote Prijs van Zandvoort    

Op 3 juni 1939 wordt de eerste race met sportwagens op een stratencircuit in Zandvoort gehouden. Prins Bernhard, zelf ‘verwoed autorijder’, reikt de beker voor de Grote Prijs van Zandvoort aan coureur Piet Nortier uit. Deze eerste autowedstrijd was een groot succes en al gauw zijn er plannen voor een apart aangelegd circuit. 

Werkverruiming

De gemeente Zandvoort koopt in 1940 een duingebied ten noorden van Zandvoort. Een jaar later is voor het gebied een ‘Bosplan’ met ringbaan voor auto’s ontwikkeld. Met geld van de Rijksdienst voor Werkverruiming kunnen arbeiders aan de slag. Maar de gedwongen evacuatie van Zandvoort voor de aanleg van de Atlantikwall gooit roet in het eten. Het werk ligt eind 1942 stil.

Wederopbouw

In 1946 wordt de uitvoering van het plan met ‘toerbaan’ weer opgepakt. Voor burgemeester Van Alphen is het circuit een speerpunt voor de wederopbouw van Zandvoort. Het puin van huizen, die voor de aanleg van de Atlantikwall moesten wijken, wordt gebruikt voor de fundering van het circuit. Op een congres in oktober 1947 van de Féderation Internationale de l’Automobile wordt het wedstrijdprogramma voor 1948 vastgesteld. De eerste race op de nieuwe baan van Zandvoort staat genoteerd voor augustus 1948.

Onverantwoorde uitgave

De gemeente Zandvoort wil voor het circuit één miljoen gulden (ruim 10 miljoen euro nu) lenen. De ministers van Binnenlandse Zaken en Financiën vinden het in de sobere naoorlogse tijd ‘niet toelaatbaar grote kapitalen te investeren in werken die economisch niet productief zijn’. Ze stemmen eind 1947 niet in met de wens van de gemeente om zoveel geld in het circuit te investeren. Nog afgezien van het jaarlijks te verwachten nadelig saldo en de vraag of er wel motorbrandstof beschikbaar is. 

Overleg tussen gemeente, provincie en rijk

De provincie Noord-Holland ziet de aanleg van het circuit als dé manier om Zandvoort er weer bovenop te helpen: ‘zo kan het door oorlog geteisterde gemeente haar oude plaats onder Noordzee-badplaatsen weer verkrijgen, het is een gemeentebelang van de eerste orde’. Maar de minister is not amused en laat het positieve besluit van Gedeputeerde Staten schorsen. De gemeente Zandvoort krijgt in januari 1948 van de provincie het bericht dat er geen circuit mag worden aangelegd. 

Maar de gemeente en de provincie laten het er niet bij zitten. De provincie schrijft in februari 1948 aan de minister dat nu al over 4/5 gedeelte van de weg een puinlaag is aangebracht. Stopzetting van het werk is onverantwoord. De onafgewerkte en ontsierende puinmassa zou het grote duingebied bederven. Het verwijderen van overgestoven zand en ontstane plantengroei en het opnieuw walsen zou leiden tot hoge kosten. De gemeente, gesteund door het ministerie van Verkeer en Waterstaat, stelt een beperkter plan voor om het verlies te beperken zodat de al geplande auto-wedstrijden toch door kunnen gaan. 

Druk van buiten helpt

Dan komt er nog steun uit een andere hoek. De Prins Bernhard Stichting die financiële hulp aan veteranen verleent, schrijft in maart 1948 aan de minister van Binnenlandse Zaken dat de stichting 'groot belang heeft bij het doorgaan van automobiel-wedstrijden in Zandvoort’. De burgemeester heeft de Prins Bernhard Stichting namelijk toegezegd ‘deelgenoot te worden in de baten van de toegangskaarten’ wat de stichting fl. 20.000, - kan opleveren. Hiermee ziet de minister hopelijk ‘een meerzijdig landsbelang in de doorgang van de wedstrijden in augustus 1948’. 
De minister zwicht en gaat akkoord met een beperkte investering van fl. 300.000, - voor het afmaken van de weg en de bouw van tribunes, toiletgebouwtjes en werkplaatsen. Op 7 augustus 1948 wordt de Grand Prix van Zandvoort op het nieuwe parcours gereden. 

Nationaal Archief

2.04.57 Ministerie van Binnenlandse Zaken/Binnenlands Bestuur, inv.nr. 2948
2.15.28 Ministerie van Sociale Zaken/Werkverschaffing, inv.nr. 534