Van de familie de Ruyter de Wildt.
Bescheiden afkomstig van den luitenant-admiraal-generaal Michiel Adriaanszoon de Ruyter en van enige andere leden zijner familie.
Dit register bevat mede het Journaal gehouden op het schip Vlissingen door denzelfde, schipper in dienst van de Heeren Lampsens, varende naar Fernambuc in Brazilië en West-Indiën, 26 November 1640 - 1 Mei 1641, eigenhandig, benevens aanteekeningen van administratieven aard.
Dit register bevat mede copie-missiven en -acten van De Ruyter, waarvan enkele in het register van uitgaande missiven, acten enz. ontbreken, 11 Mei en 11 Augustus - 28 September 1652, rol van het scheepsvolk op 5, 7 en 8 Augustus 1652 door De Ruyter aangenomen en aanteekeningen van administratieven aard.
Aan het slot van beide registers staan opgeteekend eenige aanteekeningen van administratieven aard.
Op 1 April 1676 schijnt de Ruyter dit Journaal in een ander register vervolgd te hebben.
In dit register zijn mede ingeschreven copieën van missiven aan De Ruyter.
Uit dit register zijn mede ingeschreven copieën van missiven aan de Ruyter.
In dit register zijn mede ingeschreven copieën van missiven aan De Ruyter en copie van de Engelsche artikelen van vrede met de regeering van Algiers enz.
In dit register zijn mede ingeschreven de minuut-missiven van de Gedeputeerde en Gevolgmachtigden van Hun Hoog Mogenden "tot uytpressingen en overt employ van 's lants vlote", 9 Mei - 8 Juni 1672.
Dit register bevat mede aanteekeningen over de missiven, welke De Ruyter aan boord ontvangen heeft.
Dit register bevat mede eenige aanteekeningen van administratieven aard.
In dit register zijn mede ingeschreven minuut-missiven van De Ruyter.
In dit register is mede ingeschreven een privilegie verleend door den Sultan van Turkije aan de Staten Generaal, 1612.
In dit register zijn mede ingeschreven de artikelen betreffende de overgave van het eiland Goeree door den Gouverneur van de forten op genoemd eiland uit naam van de Koninklijke Afrikaansche Compagnie aan De Ruyter als gemachtigde van de West-Indische Compagnie.
Dit register bvat mede een lijst van de nederzettingen van Hollanders en Engelschen op de kust van Guinea en van de schepen, welke op 9 Mei 1665 op de Engelschen veroverd zijn.
Dit register bevat mede: de arbitrale uitspraak van Adriaan Bankert, Willem Joseph van Gendt en Johan de Witt over de verdeeling der premie gelden, gesteld op de verovering van de Royal Charles op 11 September 1666, Copie-translaat uit het Latijn van den adelsbrief van den Koning van Denemarken voor De Ruyter, etc.
Dit register bevat mede "Notitie vant gebesoigneerde" van de vice-admiralen Van Nes, Banckert, Van Gendt en Meppel gedurende de ziekte van De Ruyter, en verklaringen van hoofdofficieren van de vloot over het salueeren van de vlag voor Fransche en Engelsche eskaders.
Dit register, hetwelk van 18 Juni - 20 Augustus journaalsgewijze is gehouden bevat mede een opgaaf van de schepen van de vloot met de monture en benamming, lijst van de schepen, welke veroverd of verbrand zijn in de rivier van Chattam op 22 en 23 Junie 1667 met opgaaf van dooden en gekwetsten, enz.
In dit register is mede ingeschreven een rapport van een kolonel Van Utenhoven over een onderhoud, hetwelk hij gevoerd had met zekeren Charles de Birac, die zijn diensten aangeboden had voor den aanslag op het eiland Martinique, 28 Juni 1674.
Dit register bevat mede een lijst van de geloste slaven.
In dit register zijn verschillende brieven ingeschreven, welke in originali niet aanwezig zijn o.a. van den Prins de Monte Sarchio, den Marquis de Villa Franca e.a.
Het journaal gehouden op het schip Vlissingen door denzelfde in gelijke hoedanigheid, varende nar Fernambuc in Brazilië en de West-Indiën, 26 November 1640 - 1 Mei 1641, staat vermeld als noot onder no. 1.
Het Journaal van 1643 bevat slechts aanteekeningen van administratieven aard, voornamelijk betreffende den verkoop van goederen.
In het Journaal van 11-30 Mei 1648 zijn de eersten en laatsten bladzijden uitgescheurd.
zoon van Michiel de Ruyter, als bevelhebber in dienst der Vereenigde Nederlanden.
Dit journaal is behoudens kleine afwijkingen in de redactie gelijkluidend met dat van Michiel de Ruyter.
Dit journaal is uitvoeriger als het voorgaande en met meer zorg bewerkt.
In dit register zijn mede ingeschreven lijsten van oorlogschepen met opgaaf der montuur en bemanning onder de verschillende Admiraliteiten ressorteerende.
In dit register zijn mede ingeschreven: copie-acten van den luit. admiraal Van Gendt 17 April - 30 September en resolutiën van den Krijgsraad 25 Mei - 3 September 1670, instructie van de Admiraliteit te Amsterdam voor Van Gendt, benevens lijsten van schepen, ressorteerende onder de verschillende Admiraliteiten.
In dit register aan de andere zijde ingeschreven: acten van De Ruyter en resolutiën en sententiën van den Krijgsraad: copie-missiven van en aan De Ruyter, lijst van de door hem geenvoyeerde koopvaardijschepen enz., 21 December 1674 - 13 Mei 1676.
In dit register zijn mede ingeschreven copie-missives van en aan De Ruyter, 18 Maart 1676 - 10 Augustus 1677.
In dit register is mede ingeschreven: lijst van de officieren en schepen, welke uit de respectieve eskaders van de vloot gedetacheerd zijn onder het commandement van Engel de Ruyter, missive van Engel de Ruyter aan de Admiraliteit te Amsterdam, 25 Juni 1674, copie-resolutie van den Krijgsraad, 26 maart en copie-instructie van den luit.-admiraal Cornelis Tromp, 25 Mei 1674.
In het Journaal van Engel de Ruyter van 31 October 1674 - 2 Juli 1676 (zie no. 199)
zijn mede ingeschreven: copie-missiven van de Admiraliteit te Amsterdam, Matthias Hazewindius gedeputeerde in Texel, den admiraal Tromp, scheepskapiteinen, den ambassadeur Van Beuningen te Londen en de residenten Coljer te Constantinopel en Heemskerk te Madrid, 27 December 1674 - 6 Mei 1676; benevens acten, copie-missiven van De Ruyter, resolutiën van den Krijgsraad, enz., welke behalve copie van eenige stukken reeds in dit register voorkomen.Dit register bevat mede: copie-extract-resolutie van de Admiraliteit te Amsterdam, 2 Februari 1679, pas van den Franschen ambassadeur d'Estrades voor De Ruyter om van Nijmegen naar Cleef te reizen. 18 Augustus 1677, en copie-uitgaande brieven van De Ruyter over particuliere onderwerpen, 28 Maart 1678 - 19 October 1682.
schoonzoon van Michiel de Ruyter, als fiscaal van de vloot en kapitein in dienst der Vereenigde Nederlanden.
Den 16den November is het schip op de terugreis van Gothenburg voor Petten vergaan, waarbij Jean de Witte en zijn zoon Michiel den dood in de golven vonden.
In dit register zijn mede ingeschreven: orders van den overste Van Utenhove voor de drie brigades, welke gedurende den tocht naar de West-Indiën onder zijn bevel stonden, 9 Juli 1674, lijst van de officieren, die de expeditie hebben medegemaakt enz.
Dit register bevat voor het meerendeel brieven aan en copie-brieven van verschillende personen over particuliere aangelegenheden, benevens copie-rapport van den Predikant van wijlen Michiel de Ruyter over het gepasseerde binnen Palermo op 19 Juni 1676 en copie-relaes vant gepasseerde in het vermeesteren van een Turckx barckye ent rapport van ses Mooren met deselve gevangen", 8 October 1676 enz.
Dit register bevat voornamelijk brieven aan verschillende personen over particuliere aangelegenheden.
Volgens eene aanteekening op de achterzijde van deze schuldbekentenis werd genoemd bedrag afgelost.
Scheepskapitein in dienst der Vereenigde Nederlanden.
In dit register zijn mede ingeschreven copie-missiven van Kint aan de Admiraliteit te Amsterdam en aan den ambassadeur Van Beuningen te Londen en eene copie-missive van laatstgenoemde aan Kint.
Dit register bevat mede copie-missiven aan de Admiraliteit te Amsterdam, copie-missive van Tomas Tobiassen aan Kint en lijsten van de schippers, die zich op beide reizen onder het convooi bevonden.
Secretaris van de vloot in dienst der Vereenigde Nederlanden.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, no. 1.
Enkele brieven zijn onderschreven "vader en moeder" en gedeeltelijk zijn die ook door Anna van Gelder onderteekend. In den familie-inventaris aangegevens als port. A, nos. 1-15.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, no. 8.
In den familie-inventaris aangegeven als port. B. no.1.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, nrs. 2 en 3.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, no.7.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, no. 5.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, no. 4.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, no. 6.
Deze brieven zijn verzonden door: Willem III, prins van Oranje. 1676 Juni 8 (in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 1); de Staten van Zeeland. 1676 Juni 15 (in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 3); Frederik Willem, keurvorst van Brandenburg. 1676 Juni 7/17 (in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 2); Christiaan V, koning van Denemarken. 1676 Juni 21 (in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 4);
Alleen de brief aan den prins van Oranje is geteekend (1676 Juni 6) - in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 15
in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 6.
in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 5.
in den familie-inventaris aangegeven als port. D, nos. 7 - 13, en de doos met quitanties als E, no. 9. De quitanties zijn meerendeels genummerd, enkele nummers komen meermalen voor
in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 14.
Niet raadpleegbaar
Van het tweede testament zijn 2 afschriften voorhanden. - In den familie-inventaris aangegeven als port. E, nos. 1 en 2.
In den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 16 en port. E, nos. 3 en 4.
In den familie-inventaris aangegeven als port. E, no. 7.
Cornelia de Ruyter was eene dochter van den luitenant-admiraal-generaal.
In den familie-inventaris aangegeven als port. E, no. 8.
In den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 17.
Luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland. Trouwde 16 maart 1631 te Vlissingen met Maekien Velters, hertrouwde na haar overlijden in december 1631 op 1 juli 1636 te Vlissingen met Neeltje Engels. Na het overlijden van zijn tweede echtgenote in 1650 huwde hij op 9 januari 1652 met Anna van Gelder eveneens te Vlissingen .
Michiel de Ruyter tekent als “Machijel Adryaensen Ruijter”.
De brief vermeld dat De Ruyter een kopie van het stuk kreeg voordat hij ‘straatwaarts’ ging.
Dit document werd door De Ruyter in beslaggenomen toen hij de ‘Victory’ eind oktober buit maakte bij kasteel Elmina (Ghana).
Het rode waszegel is losgeraakt en apart verpakt. Aan de ene zijde is de koning op zijn troon afgebeeld met de tekst “Carolus Henricus Rosas Regna Jacobis Corda” . Aan de andere zijde flankeren twee figuren gekleed in lendendoek een schild waarop een olifant is afgebeeld. Het randschrift luidt “Sigillum Societas Regal Africa”.
Dit document werd door De Ruyter in beslaggenomen toen hij de ‘Martha’ eind oktober buit maakte bij kasteel Elmina (Ghana).
Het rode waszegel toont aan de ene zijde de koning op zijn troon met de tekst “Carolus Henricus Rosas Regna Jacobis Corda” . Aan de andere zijde flankeren twee figuren gekleed in lendendoek een schild waarop een olifant is afgebeeld. Het randschrift luidt “Sigillum Societas Regal Africa”.
In slechte materiële staat.
Zegel ontbreekt.
Van 1 exemplaar is de materiële staat slecht (inktvraat).
In tweevoud.
In viervoud.
In het Latijn.
In tweevoud.
Aan de achterzijde staat een notitie over verlening door de Spaanse koning van de titel baron aan Engel de Ruyter en de broers Michiel en Cornelis de Witte met verwijzing naar de biografie van Brandt.
Zie ook nr. 304.
Het betreft: Nieuwe Amsterdamsche Courant /Algemeen Handelsblad 29 september en 29 december 1881, Het Nieuws van de Dag 29 december 1881, Het Vaderland 30 december 1881, Dagblad van Zuidholland en ’s-Gravenhage 30 december 1881, Nieuwe Rotterdamsche Courant 1 januari 1882.
Elk stuk in tweevoud.
In tweevoud.
In tweevoud.
In tweevoud. In het Latijn.
In tweevoud. In het Latijn.
In tweevoud.
In tweevoud. In het Latijn.
In tweevoud. In het Latijn.
In het Latijn.
Met een ingeplakte notitie van [J.W.] De Ruyter de Wildt over Westhovius.
In slechte staat.
Cornelis Johannes Karel van Aalst (1866-1939) was een zoon van Jacoba Maria de Wildt, dochter van J.W. de Ruyter de Wildt.
Na het overlijden van zijn eerste echtgenote Maekien Velters (1604-1631) hertrouwde Michiel Adriaensz de Ruyter in 1636 met Neeltje Engels (1607-1650). Van de zes kinderen van het echtpaar bleven er vier in leven: Adriaan, Cornelia, Alida en Engel. Alleen Cornelia en Alida kregen nakomelingen.
Cornelia trouwde op 4 maart 1659 te Amsterdam met Johan (ook Jean, Joan of Jan) de Witte, zoon van Cornelis de Witte en Johanna (Janneke) Lampsins. Het echtpaar kreeg twee zonen: Cornelis en Michiel de Witte, die beiden kinderloos stierven.
In slechte materiële staat.
Eigenhandig.
Zie ook nr. 347.
Dit is een originele lias, compleet met pennetje.
Zie ook nr. 342.
Zie ook 428-440.
Op de omslag staat “G. Rosenboom, Proc.” Zie ook 428-440.
Op het afschrift staat “Rosenboom Proc”. Zie ook 428-440.
Simon Turcq was voogd geweest van Cornelis de Witte na het overlijden van zijn vader.
Het kaartje is gekleurd.
In tweevoud.
Alida en Sarah waren dochters van Alida de Ruyter en ds. Thomas Potts en Margaretha van Margaretha de Ruyter en ds. Bernardus Somer.
Johan (ook Jean/Jan/Joan) de Witte, kapitein-ter zee, echtgenote van Cornelia de Ruyter en zoon van Cornelis de Witte sr. en Johanna Lampsins.
Geadresseerden zijn onder andere:zijn moeder Johanna Lampsins, broers Cornelis, Anthonio en Boudewijn de Witte, oom en neef Cornelis en Gheleijn Lampsins, Pierre Piel, Abraham Charrier, Joan van de Maele, Willem Pedije, Daniel van Haemstede. Vier brieven zijn gericht aan Michiel Adriaansz de Ruyter (1659 juni 14, september 17, oktober 10) en drie aan Paul Bontekoe (1659 september 25, november 6 en 20, december 5 en 1660 januari 15).
Gheleijn Lampsins was de zoon van broer Cornelis Lampsins. Hij trouwde Aletta Coymans, dochter van de Amsterdam koopman Balthasar Coymans.
De brief is mede ondertekend door Sarah van Twist.
De 2e brief is in slechte materiële staat.
Het meegezonden kaartje van Suriname ontbreekt.
Bernardus Somer was de echtgenoot van schoonzus Margaretha de Ruyter.
Studeerde rechten in Leiden, promoveerde op 9 oktober 1682 in Orléans tot meester in de rechten. Zoon van Johan de Witte en Cornelia de Ruyter. Op 21 april 1684 werd hem door Karel II, Koning van Spanje, de titel baron verleend.
In het Latijn.
In het Frans.
De laatste brief heeft een minuut van een antwoordbrief in de marge.
Gilles Thijssen was gehuwd met Cornelia Schorer een dochter van Alida de Ruyter en Johan Schorer.
Deels in het Frans.
Blijkens de aanwezige documenten heeft Cornelis de Witte zich intensief bezig gehouden met een aantal erfeniskwesties, die gecompliceerd waren door jong overlijden van ouders en onderlinge huwelijken tussen leden van welgestelde regentenfamilies in Vlissingen, Middelburg en Goes.
De voornaamste kwestie betrof zijn erfdeel van vaderszijde. Daarbij kwam hij in conflict met grootmoeder Johanna Lampsins, weduwe van Johan de Witte (1647) en later van Johan de Jager (1665), wier broers, de reders , kooplieden en eigenaren van de lijnbaan in Vlissingen Cornelis en Adriaan Lampsins tot de rijkste mannen in de Republiek hadden behoord. Het feit dat zij Johan Huydenraet, een kleinzoon in vrouwelijke lijn, tot universeel erfgenaam zou hebben benoemd leidde tot “de grote zaak” die zich jaren zou voortslepen en in hoger beroep bij de Hoge Raad werd behandeld. Na afloop werden de processtukken teruggezonden. Mr Johannes Huydenraet was in 1664 te Leiden tot meester in de rechten gepromoveerd op het proefschrift “Disputatio juridica in auguralis, de jurisdictione …”.
Ook andere familieleden procedeerden, zoals Johanna Lampsins, weduwe van Samuel Schorer (mede namens Johan Schorer) tegen Johanna Lampsins en Thomas Potts en zijn dochters Anna, Alida en Sara tegen Johan Huydenraet.
toegang 3.03.02 inv.nrs. 776 (p. 236v-235), 782 (p. 368-378), 906 (uitspraken 1696 14 juli, 23 oktober, 21 december ), 907 (uitspraak 6 november 1698).
Op de omslag staat “G. Rosenboom, Proc.”.
Op de omslag staat “G. Rosenboom Proc. “.