zoon van Michiel de Ruyter, als bevelhebber in dienst der Vereenigde Nederlanden.
schoonzoon van Michiel de Ruyter, als fiscaal van de vloot en kapitein in dienst der Vereenigde Nederlanden.
Den 16den November is het schip op de terugreis van Gothenburg voor Petten vergaan, waarbij Jean de Witte en zijn zoon Michiel den dood in de golven vonden.
In dit register zijn mede ingeschreven: orders van den overste Van Utenhove voor de drie brigades, welke gedurende den tocht naar de West-Indiën onder zijn bevel stonden, 9 Juli 1674, lijst van de officieren, die de expeditie hebben medegemaakt enz.
Dit register bevat voor het meerendeel brieven aan en copie-brieven van verschillende personen over particuliere aangelegenheden, benevens copie-rapport van den Predikant van wijlen Michiel de Ruyter over het gepasseerde binnen Palermo op 19 Juni 1676 en copie-relaes vant gepasseerde in het vermeesteren van een Turckx barckye ent rapport van ses Mooren met deselve gevangen", 8 October 1676 enz.
Dit register bevat voornamelijk brieven aan verschillende personen over particuliere aangelegenheden.
Volgens eene aanteekening op de achterzijde van deze schuldbekentenis werd genoemd bedrag afgelost.
Scheepskapitein in dienst der Vereenigde Nederlanden.
In dit register zijn mede ingeschreven copie-missiven van Kint aan de Admiraliteit te Amsterdam en aan den ambassadeur Van Beuningen te Londen en eene copie-missive van laatstgenoemde aan Kint.
Dit register bevat mede copie-missiven aan de Admiraliteit te Amsterdam, copie-missive van Tomas Tobiassen aan Kint en lijsten van de schippers, die zich op beide reizen onder het convooi bevonden.
Secretaris van de vloot in dienst der Vereenigde Nederlanden.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, no. 1.
Enkele brieven zijn onderschreven "vader en moeder" en gedeeltelijk zijn die ook door Anna van Gelder onderteekend. In den familie-inventaris aangegevens als port. A, nos. 1-15.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, no. 8.
In den familie-inventaris aangegeven als port. B. no.1.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, nrs. 2 en 3.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, no.7.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, no. 5.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, no. 4.
In den familie-inventaris aangegeven als port. C, no. 6.
Deze brieven zijn verzonden door: Willem III, prins van Oranje. 1676 Juni 8 (in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 1); de Staten van Zeeland. 1676 Juni 15 (in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 3); Frederik Willem, keurvorst van Brandenburg. 1676 Juni 7/17 (in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 2); Christiaan V, koning van Denemarken. 1676 Juni 21 (in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 4);
Alleen de brief aan den prins van Oranje is geteekend (1676 Juni 6) - in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 15
in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 6.
in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 5.
in den familie-inventaris aangegeven als port. D, nos. 7 - 13, en de doos met quitanties als E, no. 9. De quitanties zijn meerendeels genummerd, enkele nummers komen meermalen voor
in den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 14.
Niet raadpleegbaar
Van het tweede testament zijn 2 afschriften voorhanden. - In den familie-inventaris aangegeven als port. E, nos. 1 en 2.
In den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 16 en port. E, nos. 3 en 4.
In den familie-inventaris aangegeven als port. E, no. 7.
Cornelia de Ruyter was eene dochter van den luitenant-admiraal-generaal.
In den familie-inventaris aangegeven als port. E, no. 8.
In den familie-inventaris aangegeven als port. D, no. 17.
Luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland. Trouwde 16 maart 1631 te Vlissingen met Maekien Velters, hertrouwde na haar overlijden in december 1631 op 1 juli 1636 te Vlissingen met Neeltje Engels. Na het overlijden van zijn tweede echtgenote in 1650 huwde hij op 9 januari 1652 met Anna van Gelder eveneens te Vlissingen .
Michiel de Ruyter tekent als “Machijel Adryaensen Ruijter”.
De brief vermeld dat De Ruyter een kopie van het stuk kreeg voordat hij ‘straatwaarts’ ging.
Dit document werd door De Ruyter in beslaggenomen toen hij de ‘Victory’ eind oktober buit maakte bij kasteel Elmina (Ghana).
Het rode waszegel is losgeraakt en apart verpakt. Aan de ene zijde is de koning op zijn troon afgebeeld met de tekst “Carolus Henricus Rosas Regna Jacobis Corda” . Aan de andere zijde flankeren twee figuren gekleed in lendendoek een schild waarop een olifant is afgebeeld. Het randschrift luidt “Sigillum Societas Regal Africa”.
Dit document werd door De Ruyter in beslaggenomen toen hij de ‘Martha’ eind oktober buit maakte bij kasteel Elmina (Ghana).
Het rode waszegel toont aan de ene zijde de koning op zijn troon met de tekst “Carolus Henricus Rosas Regna Jacobis Corda” . Aan de andere zijde flankeren twee figuren gekleed in lendendoek een schild waarop een olifant is afgebeeld. Het randschrift luidt “Sigillum Societas Regal Africa”.
In slechte materiële staat.
Zegel ontbreekt.
Van 1 exemplaar is de materiële staat slecht (inktvraat).
In tweevoud.
In viervoud.
In het Latijn.
In tweevoud.
Aan de achterzijde staat een notitie over verlening door de Spaanse koning van de titel baron aan Engel de Ruyter en de broers Michiel en Cornelis de Witte met verwijzing naar de biografie van Brandt.
Zie ook nr. 304.
Het betreft: Nieuwe Amsterdamsche Courant /Algemeen Handelsblad 29 september en 29 december 1881, Het Nieuws van de Dag 29 december 1881, Het Vaderland 30 december 1881, Dagblad van Zuidholland en ’s-Gravenhage 30 december 1881, Nieuwe Rotterdamsche Courant 1 januari 1882.
Elk stuk in tweevoud.
In tweevoud.
In tweevoud.
In tweevoud. In het Latijn.
In tweevoud. In het Latijn.
In tweevoud.
In tweevoud. In het Latijn.
In tweevoud. In het Latijn.
In het Latijn.
Met een ingeplakte notitie van [J.W.] De Ruyter de Wildt over Westhovius.
In slechte staat.
Cornelis Johannes Karel van Aalst (1866-1939) was een zoon van Jacoba Maria de Wildt, dochter van J.W. de Ruyter de Wildt.
Na het overlijden van zijn eerste echtgenote Maekien Velters (1604-1631) hertrouwde Michiel Adriaensz de Ruyter in 1636 met Neeltje Engels (1607-1650). Van de zes kinderen van het echtpaar bleven er vier in leven: Adriaan, Cornelia, Alida en Engel. Alleen Cornelia en Alida kregen nakomelingen.
Cornelia trouwde op 4 maart 1659 te Amsterdam met Johan (ook Jean, Joan of Jan) de Witte, zoon van Cornelis de Witte en Johanna (Janneke) Lampsins. Het echtpaar kreeg twee zonen: Cornelis en Michiel de Witte, die beiden kinderloos stierven.
In slechte materiële staat.
Eigenhandig.
Zie ook nr. 347.
Dit is een originele lias, compleet met pennetje.
Zie ook nr. 342.
Zie ook 428-440.
Op de omslag staat “G. Rosenboom, Proc.” Zie ook 428-440.
Op het afschrift staat “Rosenboom Proc”. Zie ook 428-440.
Simon Turcq was voogd geweest van Cornelis de Witte na het overlijden van zijn vader.
Het kaartje is gekleurd.
In tweevoud.
Alida en Sarah waren dochters van Alida de Ruyter en ds. Thomas Potts en Margaretha van Margaretha de Ruyter en ds. Bernardus Somer.
Johan (ook Jean/Jan/Joan) de Witte, kapitein-ter zee, echtgenote van Cornelia de Ruyter en zoon van Cornelis de Witte sr. en Johanna Lampsins.
Geadresseerden zijn onder andere:zijn moeder Johanna Lampsins, broers Cornelis, Anthonio en Boudewijn de Witte, oom en neef Cornelis en Gheleijn Lampsins, Pierre Piel, Abraham Charrier, Joan van de Maele, Willem Pedije, Daniel van Haemstede. Vier brieven zijn gericht aan Michiel Adriaansz de Ruyter (1659 juni 14, september 17, oktober 10) en drie aan Paul Bontekoe (1659 september 25, november 6 en 20, december 5 en 1660 januari 15).
Gheleijn Lampsins was de zoon van broer Cornelis Lampsins. Hij trouwde Aletta Coymans, dochter van de Amsterdam koopman Balthasar Coymans.
De brief is mede ondertekend door Sarah van Twist.
De 2e brief is in slechte materiële staat.
Het meegezonden kaartje van Suriname ontbreekt.
Bernardus Somer was de echtgenoot van schoonzus Margaretha de Ruyter.
Studeerde rechten in Leiden, promoveerde op 9 oktober 1682 in Orléans tot meester in de rechten. Zoon van Johan de Witte en Cornelia de Ruyter. Op 21 april 1684 werd hem door Karel II, Koning van Spanje, de titel baron verleend.
In het Latijn.
In het Frans.
De laatste brief heeft een minuut van een antwoordbrief in de marge.
Gilles Thijssen was gehuwd met Cornelia Schorer een dochter van Alida de Ruyter en Johan Schorer.
Deels in het Frans.
Blijkens de aanwezige documenten heeft Cornelis de Witte zich intensief bezig gehouden met een aantal erfeniskwesties, die gecompliceerd waren door jong overlijden van ouders en onderlinge huwelijken tussen leden van welgestelde regentenfamilies in Vlissingen, Middelburg en Goes.
De voornaamste kwestie betrof zijn erfdeel van vaderszijde. Daarbij kwam hij in conflict met grootmoeder Johanna Lampsins, weduwe van Johan de Witte (1647) en later van Johan de Jager (1665), wier broers, de reders , kooplieden en eigenaren van de lijnbaan in Vlissingen Cornelis en Adriaan Lampsins tot de rijkste mannen in de Republiek hadden behoord. Het feit dat zij Johan Huydenraet, een kleinzoon in vrouwelijke lijn, tot universeel erfgenaam zou hebben benoemd leidde tot “de grote zaak” die zich jaren zou voortslepen en in hoger beroep bij de Hoge Raad werd behandeld. Na afloop werden de processtukken teruggezonden. Mr Johannes Huydenraet was in 1664 te Leiden tot meester in de rechten gepromoveerd op het proefschrift “Disputatio juridica in auguralis, de jurisdictione …”.
Ook andere familieleden procedeerden, zoals Johanna Lampsins, weduwe van Samuel Schorer (mede namens Johan Schorer) tegen Johanna Lampsins en Thomas Potts en zijn dochters Anna, Alida en Sara tegen Johan Huydenraet.
toegang 3.03.02 inv.nrs. 776 (p. 236v-235), 782 (p. 368-378), 906 (uitspraken 1696 14 juli, 23 oktober, 21 december ), 907 (uitspraak 6 november 1698).
Op de omslag staat “G. Rosenboom, Proc.”.
Op de omslag staat “G. Rosenboom Proc. “.