Na het overlijden van zijn eerste echtgenote Maekien Velters (1604-1631) hertrouwde Michiel Adriaensz de Ruyter in 1636 met Neeltje Engels (1607-1650). Van de zes kinderen van het echtpaar bleven er vier in leven: Adriaan, Cornelia, Alida en Engel. Alleen Cornelia en Alida kregen nakomelingen.
Cornelia trouwde op 4 maart 1659 te Amsterdam met Johan (ook Jean, Joan of Jan) de Witte, zoon van Cornelis de Witte en Johanna (Janneke) Lampsins. Het echtpaar kreeg twee zonen: Cornelis en Michiel de Witte, die beiden kinderloos stierven.
Studeerde rechten in Leiden, promoveerde op 9 oktober 1682 in Orléans tot meester in de rechten. Zoon van Johan de Witte en Cornelia de Ruyter. Op 21 april 1684 werd hem door Karel II, Koning van Spanje, de titel baron verleend.
Blijkens de aanwezige documenten heeft Cornelis de Witte zich intensief bezig gehouden met een aantal erfeniskwesties, die gecompliceerd waren door jong overlijden van ouders en onderlinge huwelijken tussen leden van welgestelde regentenfamilies in Vlissingen, Middelburg en Goes.
De voornaamste kwestie betrof zijn erfdeel van vaderszijde. Daarbij kwam hij in conflict met grootmoeder Johanna Lampsins, weduwe van Johan de Witte (1647) en later van Johan de Jager (1665), wier broers, de reders , kooplieden en eigenaren van de lijnbaan in Vlissingen Cornelis en Adriaan Lampsins tot de rijkste mannen in de Republiek hadden behoord. Het feit dat zij Johan Huydenraet, een kleinzoon in vrouwelijke lijn, tot universeel erfgenaam zou hebben benoemd leidde tot “de grote zaak” die zich jaren zou voortslepen en in hoger beroep bij de Hoge Raad werd behandeld. Na afloop werden de processtukken teruggezonden. Mr Johannes Huydenraet was in 1664 te Leiden tot meester in de rechten gepromoveerd op het proefschrift “Disputatio juridica in auguralis, de jurisdictione …”.
Ook andere familieleden procedeerden, zoals Johanna Lampsins, weduwe van Samuel Schorer (mede namens Johan Schorer) tegen Johanna Lampsins en Thomas Potts en zijn dochters Anna, Alida en Sara tegen Johan Huydenraet.
toegang 3.03.02 inv.nrs. 776 (p. 236v-235), 782 (p. 368-378), 906 (uitspraken 1696 14 juli, 23 oktober, 21 december ), 907 (uitspraak 6 november 1698).
De sententie en bijbehorende memorie ontbreken.
Met notitie “Rosenboom Proc, Reg C fol 283”.
Manuel de Belmonte (joodse naam Isaac Nuñes) was in Amsterdam agent van de firma Coymans en vertegenwoordiger van Franciscus [van] Schonenberg.
Franciscus [van] Scho(o)nenberg(h) was agent in Spanje van de Admiraliteit te Amsterdam en de Staten Generaal. Zijn joodse naam was Jacob de Abraham Belmonte.
Deels in het Spaans met translaat.
In Spaans met vertaling.
Kapitein-ter-zee, zoon van Cornelia de Ruyter en Johan de Witte.
Bijlagen ontbreken. Franciscus [van] Schonenberg(h) was agent in Spanje van de Admiraliteit te Amsterdam en de Staten Generaal. Zijn joodse naam was Jacob de Abraham Belmonte.
Dochter van Michiel Adriaensz de Ruyter en Neeltje Engels. Op 12 juli 1663 gehuwd met Johan Schorer, na diens overlijden in 1664 hertrouwd met Ds. Thomas Potts (ook Pott). Kind uit het eerste huwelijk: Cornelia Schorer 1664-1686. Kinderen uit het tweede huwelijk: Michiel Potts 1669-1669, Sara Potts 1670-1675, Anna Potts 1671-1727, Thomas Potts 1672-1737, Alijda Potts 1674-1743, Sara Potts 1676-1748, Michiel Potts 1677-1678.
Abraham Schorer was een zoon uit een eerder huwelijk van Johan Schorer.
Geschreven door een van de kinderen van Alida de Ruyter en Thomas Potts, waarbij de ik-figuur deels Alida de Ruyter is.
Vergelijk het register met genealogische aantekeningen van Alida in toegang 1.10.72.01, inv.nr.233.
Schepen en raad van Vlissingen, eerste echtgenoot van Alida de Ruyter.
Van Floriszone zijn meer rijmwerken bekend.
Predikant te Vlissingen, hertrouwde na het overlijden in 1665 van zijn vrouw Nicoletta Commersteyn op 28 juni 1667 met Alida de Ruyter.
De brief van 28 juni is eigenhandig, die van 13 juli geschreven door een klerk en ondertekend door De Ruyter.
In slechte staat.
Potts had Koelman, die in Sluis was afgezet en aan wie het verboden was te preken of de sacramenten te bedienen, toch toegelaten tot de preekstoel. De Staten van Zeeland ontboden hem daarover tweemaal. Omdat Potts niet verscheen kreeg hij een preekverbod voor drie maanden en werd zijn traktement uitbetaald aan de armen van Vlissingen.
Rekenmeester-generaal van Zeeland, echtgenoot van Anna Potts, een dochter van Alida de Ruyter en Thomas Potts.
In het Latijn.
Schepen, raad en burgemeester van Middelburg en bewindhebber van de West-Indische Compagnie. Echtgenoot van Anna Maria Pottey, een kleindochter van Alida de Ruyter.
Schepen, raad en burgemeester van Middelburg, bewindhebber van de Oost-Indische Compagnie. Zoon van Anna Maria Pottey.
Achterkleindochter van Anna Maria Pottey, dochter van mr. Willem Parker, heer van Saamslag. Ze was eerst getrouwd met René Christian Rocher en later met Jacobus de Wildt.
Met los erin liggend een gedichtje.
Derde kind van Jacoba Maria Parker, Officier van Justitie te Hoorn.
Door de voorzitter van de commissie aangeboden aan mr. Willem Parker de Ruyter Rocher van Renais.
Jacobus de Wildt, gewezen priester, wijnkoper en burgemeester van Nieuwer-Amstel. Tweede echtgenoot van Jacoba Maria Parker.
Met envelop voorzien van opgedrukt zegel.
In tweevoud.
Landhuurder te Gadoengan (Surakarta) op Java. Zoon van Jacoba Maria Parker en Jacobus [de Ruyter] de Wildt.
Marine officier, schout-bij-nacht titulair, zoon van Jacoba Maria Parker en Jacobus de Ruyter de Wildt. Echtgenoot van Catharina Maria Anna Koopman.
Gescheurd.
Het ereteken zelf bevindt zich in het doosje met decoraties van zijn zoon Jan Coenraad de Ruyter de Wildt. Zie: inv.nr. 518.
Lijst A=voorwerpen/cadeaus, lijst B= schilderijen, lijst brieven= A-Z.
De stukken zijn genummerd 1-46.
Zie ook inv.nr. 307-309.
Marine-officier, schout-bij-nacht titulair, inspecteur-generaal van het Loodswezen. Zoon van Johan Wilhem de Ruyter de Wildt en Catharina Maria Anna Koopman.
Portret ontbreekt.
Het betreft de volgende onderscheidingen:1864 Ridder der 4de klasse van de Militaire Willemsorde, 1873 Onderscheidingteken voor langdurige dienst als officier, 1877 Brevet en gesp voor de krijgsverrichtingen in Atjeh 1873/1876, 1879 Ridder in de Orde van de Kroon van Italië.
Niet raadpleegbaar
De Metalen Kruizen zijn toegekend aan leden van de voorgaande generatie.
Doel van de reis was dat de commandant van de Zeemacht [F.L. Geerling] zich persoonlijk op de hoogte wilde stellen van de gesteldheid van deze haven aan de zuidkust in verband met de verdediging van Java.
J.C. de Ruyter de Wildt was in 1884 voorzitter van de Commissie.
De verrekijker ontbreekt.
Luitenant-ter-zee, gezagvoerder plantages Mariënburg en Zoelen (Suriname). Zoon van Johan Wilhem de Ruyter de Wildt en Catharina Maria Anna Koopman.
Niet raadpleegbaar
Scheikundig ingenieur, leraar scheikunde, zoon van Cornelis Frederik de Ruyter de Wildt en Johanna Maria Hissink.
Dochter van Cornelis Fredrik de Ruyter de Wildt en Johanna Maria Hissink, echtgenote van Jacob Boot.
Voorin staat handgeschreven de naam van M. Boot- de Ruyter de Wildt.
Luitenant-ter-zee 2de klasse, chef nautische dienst KPM, Zoon van Cornelis Frederik de Ruyter de Wildt eN Johanna Maria Hissink.
Kapitein-ter-zee, zoon van Maria Anna de Ruyter de Wildt, die een dochter was van Johan Wilhem de Ruyter de Wildt en Catharina Maria Anna Koopman.
Vice-admiraal van Holland en West-Friesland, zoon van Michiel Adriaensz de Ruyter en diens tweede echtgenote Neeltje Engels. De koning van Spanje verleende hem uit dank voor de verrichtingen van wijlen zijn vader op 4 november 1678 de titel ‘baron’.
Deels gedrukt.
In het Spaans.
In het Frans.
Mogelijk heeft dit betrekking op de uitgave van de biografie van Michiel Adriaensz de Ruyter die in opdracht van Engel de Ruyter door Gerard Brandt werd geschreven: ‘Het leven en bedrijf van de Heere Michiel de Ruyter’ (Amsterdam 1687).
In het Frans.
Deels in het Frans.
Deels in het Frans.
In het Spaans met translaat.
De brief van Don Juan zit er niet bij.
Spaanse tekst met translaat.
In het Frans.
In het Spaans.
Deels in het Spaans.
Anna van Gelder, weduwe van Jan Pouwelsz, hertrouwde in 1652 met Michiel Adriaensz de Ruyter. Uit dit huwelijk werden twee dochters geboren, Margaretha en Anna de Ruyter. Anna stierf jong. Margaretha kreeg nakomelingen.
Trouwde op 28 maart 1673 te Amsterdam met Ds Bernardus Somer. Van de zeven kinderen van dit echtpaar blijven er drie leven. Twee daarvan kregen nakomelingen, namelijk Anna en Margaretha Somer.
Kapitein-luitenant ter zee, zoon van een achter-achter-achter-kleindochter van Margaretha Somer, die een dochter was van Margaretha de Ruyter.
Toestemming voor hem en zijn nakomelingen werd verleend bij Koninklijk Besluit van 12 januari 1842.
Eerste echtgenote van Thomas Pott(s), die in 1667 hertrouwde met Alida de Ruyter.
Marine-officer , kapitein-ter-zee, vice-admiraal titulair, vader van Catharina Maria Anna Koopman, die getrouwd was met Johan Wilhem de Ruyter de Wildt.
In slechte materiële staat.
In slechte materiële staat.
Zoon van Cornelis Lampsins en Maria Meunicx, In 1606 getrouwd met Johanna (Janneke) Velters, vader van Johanna Lampsins.
Echtgenote van Johan Lampsins, moeder van Johanna Lampsins.
De opgesomde stukken hebben blijkens een notitie gediend ‘in de grote zaak’.
Echtgenote van Cornelis de Witte sr., na diens overlijden (1647) kort gehuwd (1664) met Johan de Jager, die in 1665 overleed. Bij het overlijden van de eerste echtgenoot waren haar vier kinderen Johan, Cornelis, Anthonie en Boudewijn de Witte respectievelijk 12, `11, 9 en 6 jaar. Haar broer Adriaen Lampsins en zwager Johan Hogesteger (gehuwd met Margaretha de Witte) werden voogd van de kinderen.
Retroacta.
Met notitie op het stuk “G. Rosenboom procureur”.
Lid van de vroedschap van Vlissingen, in 1644 gehuwd met Maria Lampsins (dochter van Johan (Jan) Lampsins en Janneke Velters).
Neef van Johan Lampsins.
Schepen, raad en burgemeester van Goes, vermoedelijk een broer van mr. Willem Parker.
Broer van Cornelis de Witte sr. , secretaris van Goes 1601-1625, Secretaris van de Staten van Zeeland 1626-1630, Raadspensionaris van Zeeland 1630-1641.
Met notities 1616-1617 aan de achterzijde over registratie in het otrooiregister en bij de Zeeuwse Rekenkamer.
Het zegel is beschadigd.
Zoon van Cornelis de Witte sr. en Johanna Lampsins.
Geleyn Lampsins is de zoon van een broer van Johanna Lampsins, Cornelis Lampsins, en Tanneke Geleynse Boers (“Schot”).
Dochter van Cornelis de Witte sr. en Johanna Lampsins.
Johan Hoogesteger was gecommitteerde in de Generaliteits Rekenkamer voor Zeeland.
In slechte staat.
Op de omslag staat “G. Rosenboom procureur”.
Weesmeester en schepen te Goes, echtgenoot van Margaretha de Witte. Naam werd ook geschreven als Hoogesteijger of Hoogesteeger.
Getekend door Boudewijn de Witte.
Met verwijzing naar een pagina van een register (f. 253).
In het Frans.
Luitenant-admiraal van Zeeland.
Vice-admiraal Nederlandse Marine.
Vice-admiraal van Holland en West-Friesland.