Ingedeeld naar de districten waaruit de lichtingen afkomstig zijn.
Indeling volgens het KB van 17 oktober 1913 S. 32.
Opgericht in 1850 (KB 21.11.1850).
Opgericht in 1877. Opgeheven in 1895.
Opgericht in 1850 (KB 21.11.1850).
Zie voor de eskadrons Wielrijders de stamboeken van de regimenten Cavalerie.
De inschrijvingen zijn opgenomen in inv.nr. 4339.
De inschrijvingen zijn opgenomen in inv.nr. 4339.
De inschrijvingen zijn opgenomen in inv.nr. 4339.
De inschrijvingen zijn opgenomen in inv.nr. 4339.
Bevat ook de stamboekinschrijvingen uit 1921-1922 van de 1e (nrs. 1747-1889), 2e (nrs. 1751-1847), 3e (nrs. 1750-1885) en 4e (nrs. 1732-1870) Compagnie Wielrijders.
Opgericht in december 1813 te Utrecht als Korps Rijdende Artillerie onder commando van Kuitenbrouwer. Van 1841 tot 1881 was de naam Regiment Rijdende Artillerie.Vanaf 1881 wederom Korps Rijdende Artillerie, na afsplitsing van de 3e en de 4e batterij ten behoeve van de veldartillerie.
Opgericht november 1813 onder commando van luitenant-kolonel C.C.P. Steinmetz te Delft. In 1819 omgezet in het 1e bataljon Veldartillerie. Zie ook inv.nr. 514 voor de periode 1813-1819.
Opgericht januari 1814 onder commando van majoor Von Schmidt auf Altenstadt. In 1819 omgezet in het 2e bataljon Veldartillerie. Zie ook inv.nr 552 voor de periode 1814-1819.
Opgericht januari 1814 onder commando van Van Imbyse van Batenburg. In 1819 omgezet in het 3e bataljon Veldartillerie. Zie ook inv.nr. 528 voor de periode 1814-1819.
Opgericht november 1813 onder commando van G.C. Küchel te Amsterdam. Per 15 april 1815 opgeheven (KB 31.3.1815 nr.3); de 6e, 7e en 8e compagnie zijn geworden het Bataljon West-Indische Artillerie nr. 6.
Opgericht 1814 in de Zuidelijke Nederlanden als Corps d'artillerie à pied onder commando van luitenant-kolonel Verkouteren. In 1819 omgezet in het 4e bataljon Veldartillerie. Zie ook inv.nr. 555 voor de periode 1814-1819.
Artillerie-bataljon bestemd voor de Oost-Indische koloniën. Zie bij de troepen bestemd voor de koloniën. Zie ook inv.nrs. 677-678, voor de periode 1814-1816.
Artillerie-bataljon bestemd voor de West-Indische koloniën. Zie bij de troepen bestemd voor de koloniën. Zie ook inv.nr. 686 voor de periode 1814-1815.
In 1819 ontstaan uit het Bataljon Artillerie van Linie nr. 1. In 1841 opgegaan in het 1e Regiment Artillerie. Zie ook inv.nrs. 514-520 voor de periode 1819-1841.
In 1819 ontstaan uit het Bataljon Artillerie van Linie nr. 2. In 1830 opgeheven: de manschappen overgegaan naar het 1e en 3e Bataljon Veldartillerie.
In 1819 ontstaan uit het Bataljon Artillerie van Linie nr. 3. In 1841 opgegaan in het 2e Regiment Artillerie. Zie ook inv.nrs. 528-532 voor de periode 1819-1841.
In 1819 ontstaan uit het Bataljon Artillerie van Linie nr. 4. In 1830 opgeheven: de (Noord-Nederlandse) manschappen overgegaan naar het 1e en 3e Bataljon Veldartillerie. Was een Zuid-Nederlands bataljon.
In 1814 opgericht als Bataljon artillerie landmilitie nr. 1. in de noordelijke Nederlanden. In 1830 opgeheven: de (Noord-Nederlandse) manschappen overgegaan naar het Bataljon Vrijwillige Artilleristen.