Datum | Gebeurtenis |
---|---|
1939 | geboren te Breda, 15 augustus |
1945-1951 | H. Hartschool, Breda (lager onderwijs) |
1951-1957 | Onze Lieve Vrouwe Lyceum (gymnasium bèta), Breda |
1957-1964 | studie economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH), Rotterdam |
1964-1965 | militaire dienst bij de Intendance |
1965-1970 | ambtenaar op de Generale Thesaurie, ministerie van Financiën |
1969 | promotie aan de NEH, Rotterdam |
1971 | huwelijk met Renée V.M. Hekking |
1971-1976 | (onder)directeur bij AMRO Bank, Amsterdam |
1976-1980 | bewindvoerder (executive director) bij het IMF, Washington |
1981-1982 | lid van de raad van bestuur van AMRO Bank, Amsterdam |
1982-1989 | minister van Financiën |
1985-1989 | voorzitter van het Interim Committee van het IMF |
1989 | benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau, 20 november |
1990-1992 | voorzitter van het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond (NCW) |
1990-1992 | voorzitter van de Committee of Independent Experts on Company Taxation |
1990-2003 | bestuurslid en, vanaf 2000, voorzitter van de International Christian Union of Business Executives (UNIAPAC) |
1990-2003 | bestuurslid en, vanaf 2000, voorzitter van de International Christian Union of Business Executives (UNIAPAC) |
2002-2012 | vice-president van Citibank/Citigroup, New York |
2002-heden | lid/voorzitter van het Centre for European Policy Studies (CEPS), Brussel |
2006-2013 | voorzitter van de Raad van Toezicht van Stichting Nationaal Museum Paleis Het Loo |
2007-2008 | voorzitter van de Commissie Private Financiering van Infrastructuur |
2020 | publicatie van zijn memoires Balans. Het ging om meer dan geld alleen |
Ruding was betrokken bij de fusie als lid van de Raad van Commissarissen van Nationale-Nederlanden.
Een deel van de stukken betreft Rudings periode bij Citibank. Bevat tevens correspondentie en een ingezonden krantenartikel van Ruding met betrekking tot een initiatiefnota van de SP uit 2009 over oprichting van een nieuwe nationale investeringsbank.
Ruding was namens Nederland, als minister van Financiën, lid van de board of governors van de ADB en de Interamerican Development Bank (IDB). Zie ook inventarisnummer 467.
Bevat correspondentie en (ongedateerde) aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires, waaronder een door Ruding samengesteld overzicht van besprekingen in de ministerraad met betrekking tot exportkredietverzekeringen.
De zaak-Hollandia Kloos was omstreden vanwege vermeende bevoordeling door de Nederlandse regering van het bedrijf, dat eigendom was van de familie Lubbers. Minister-president Lubbers zelf was grootaandeelhouder van HKI.
Zie (onder meer) rubriek D3.3 voor stukken over Europese integratie en Europees beleid uit de periode na Rudings ministerschap.
Bevat het ‘Report on economic and monetary union in the European Community’ van de Committee for the Study of Economic and Monetary Union (commissie-Delors).
Bevat recentere (ongedateerde) aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires.
Reciprociteit houdt in dit verband in dat autoriteiten de maatregelen van een ander land toepassen voor de activiteiten van de eigen banken in dat land.
Het interview staat bekend als het ‘Tante Truus’-interview, vanwege Rudings opmerking dat mensen ‘liever dicht bij tante Truus wonen’ dan elders een baan te accepteren. Het overgrote deel van de brieven werd beantwoord met een standaardbrief. Van de verschillende variaties hierop zijn steeds slechts enkele exemplaren bewaard.
Bevat een overzicht van binnengekomen (telefonische) reacties en enkele afschriften van (boze) brieven aan PvdA-politici Joop den Uyl en Marcel van Dam.
Reacties met opmerkingen over de werking van de arbeidsmarkt werden doorgestuurd naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met als doel het inzicht in deze problematiek te vergroten.
Bevat band 2 van het eindrapport van de enquêtecommissie, dat handelt over de neergang en ontbinding van het RSV-concern (1977-1984).
Met name de affaire rondom Slavenburg’s bank deed veel stof opwaaien vanwege verdenkingen dat minister van Justitie Korthals Altes en Ruding het fraude-onderzoek zouden hebben stopgezet in verband met persoonlijke betrokkenheid van eerstgenoemde bij deze bank.
Bevat aantekeningen en correspondentie ten behoeve van Rudings memoires.
Bevat recentere (ongedateerde) aantekeningen en documentatie ten behoeve van Rudings memoires.
Bevat Rudings conceptantwoorden op Kamervragen met betrekking tot de verwachte toename van het aantal bijstandsuitkeringen in relatie tot de rijksbegroting.
Het kabinetsbesluit hing samen met een stuk van Brandt Corstius (onder het pseudoniem Piet Grijs) in Vrij Nederland van 8 november 1984, waarin hij Ruding ‘de Eichmann van onze tijd’ had genoemd.
Bevat recentere (ongedateerde) aantekeningen en documentatie ten behoeve van Rudings memoires.
De stukken hebben betrekking op zowel Rudings ministerschap als zijn functie van voorzitter van het Interim Committee van het IMF, die hij bekleedde van 1985 t/m 1989.
Bevat Rudings aantekeningen van een bijeenkomst in Cannes in juni 1982, waarover verdere contextinformatie ontbreekt.
Bevat teksten van diverse voordrachten over internationale economische samenwerking van Emile van Lennep, voormalig secretaris-generaal van de OECD en minister van Staat.
Bevat een brief van de Amerikaanse president Ronald Reagan aan Ruud Lubbers in verband met het niet benoemd worden van Ruding tot Managing Director.
Bevat correspondentie ten behoeve van Rudings memoires uit 2019, onder meer met betrekking tot (naar eigen zeggen) onjuiste berichten dat hij bij zijn bezoek aan de paus zou hebben gepleit voor geboortebeperking in ontwikkelingslanden. Zie rubriek D.2.5 voor meer stukken over de commissie Justitia en Pax.
Bevat de Nederlandse vertaling en een gedrukte Engelse versie van de nota.
Bevat enkele stukken over het derde sociaal-economische beraad van de KRKS in 1988 met als thema de morele aspecten van het schuldenprobleem van Derde Wereldlanden.
Bevat de reactie van Ruud Lubbers op een notitie van de secretaris van het CIO over externe financiering van kerkelijke activiteiten, alsmede latere documentatie over Hirsch Ballin en stukken betreffende diens Thomas More Lezing uit 2011.
Bevat correspondentie ten behoeve van Rudings memoires en een e-mail uit 2019 aan minister van Financiën Wopke Hoekstra waarin Ruding zijn steun uitspreekt voor de aankoop van aandelen AirFrance KLM door de Nederlandse staat.
Bevat aantekeningen en correspondentie ten behoeve van Rudings memoires.
Onder beschermingsconstructies worden maatregelen verstaan die beursgenoteerde bedrijven beschermen tegen vijandige overnames. Zie ook inventarisnummers 204-205.
Bevat stukken betreffende een door Ruding geleide bijeenkomst op 21 december 1989 in het kader van de uitgave van het boek Competitie en bescherming van de Stichting Maatschappij en Onderneming (SMO), over het Nederlands bedrijfsleven in de Europese concurrentiestrijd.
Deze rubriek bevat de nodige stukken met betrekking tot (bijeenkomsten van) het CDA. Over het algemeen wordt de aanwezigheid hiervan vermeld in de beschrijving of nota bene.
Bevat notitie uit 1984 over de werkrelatie tussen de voorzitter en de algemeen directeur.
Bevat twee opinie-artikelen van Ruding uit september 1991 over het (zijns inziens schadelijke) inkomensbeleid van het kabinet-Lubbers III en aantekeningen van Ruding met betrekking tot bestuurs- en fractiebijeenkomsten van het CDA.
Bevat enkele stukken met betrekking tot het partijbestuur van het CDA.
Bevat jaarrede van Ruding voor het NCW op 2 mei 1991.
Bevat teksten van inleidingen van Ruding op jaarvergaderingen van werkgeversorganisaties in Beieren (‘Die Europäische Gemeinschaft – Ein Europa der Regionen’) en Vlaanderen.
Bevat enkele stukken betreffende het CDA en interviews met, teksten van lezingen van Ruding en zijn artikel in NRC Handelsblad over de top van Maastricht en de EMU.
De Bilderberg-bijeenkomsten van het NCW zijn niet te verwarren met de mede door prins Bernhard georganiseerde internationale Bilderbergconferenties.
Bevat vergaderstukken van het CDA-bestuursweekend van 17-18 januari 1992 en documentatie en aantekeningen van Ruding over christelijk sociaal denken.
Zie inventarisnummers 202-203 voor stukken betreffende beschermingsconstructies tijdens Rudings ministerschap.
Bevat enige correspondentie uit latere jaren en aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires
Met artikelen uit de periode na Rudings voorzitterschap van het NCW.
De stellingen hangen samen met de in mei 1991 gepubliceerde pauselijke encycliek Centesimus Annus .
Bevat correspondentie tussen Ruding en Theo Quené over hun afscheid als, respectievelijk, bestuurslid (in 1992) en voorzitter (in 1996) van de SER.
Bevat recentere (ongedateerde) aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires.
Van Rudings standaard afscheidsbrief zijn enkele exemplaren bewaard. De verzendlijsten en ingekomen reacties zijn allemaal bewaard.
Bevat memorandum van Ruding met suggesties voor veranderingen in het internationale financiële stelsel en de rol van het IMF.
Bevat enkele kranteninterviews met Ruding en stukken betreffende berichtgeving over Citicorp/Citibank in Nederlandse en Amerikaanse kranten.
Bevat stukken over de Glass Steagall Act, een in 1999 afgeschafte wet die beperkingen oplegde aan samenwerkingsverbanden tussen commerciële banken en verzekeringsmaatschappijen.
Met stukken betreffende de fusie tussen Citicorp/Citibank en The Travelers Group in 1998.
Ruding maakte deel uit van de Credit Task Force. Bevat Rudings aantekeningen van een reeks gesprekken die hij in het kader hiervan voerde.
Bevat stukken betreffende Rudings bijdrage aan een ‘Senior risk seminar’ in 1994.
Bevat stukken betreffende uitspraken van Ruding in de media over de in zijn ogen laakbare rol van ABN AMRO bij de mislukte beursgang van het internetbedrijf World Online (WOL).
Bevat instructies van Ruding met betrekking tot zijn eigen (telefonische) contacten met klanten en een notitie van zijn hand uit 1995 over een nieuwe focus op ‘target customers’.
Rudings brief ontbreekt.
Bevat verslag van een door Ruding namens Citibank bijgewoonde bijeenkomst in 2001 tussen Philips en de Zuid-Koreaanse joint venture LG.Philips LCD.
Bevat notitie van Ruding van een gesprek met de president van de Zwitserse centrale bank (SNB), onder meer met betrekking tot de negatieve publiciteit voor beide banken.
De lezing van Ruding op de genoemde conferentie ging specifiek over de implicaties van door de commissie-Ruding (zie rubriek D2.4) gedane aanbevelingen voor de activiteiten van Amerikaanse bedrijven in Europa.
Zie rubriek F voor overige nevenfuncties van Ruding uit zijn gehele loopbaan.
Ruding was vanaf juni 1990 tot begin 1992 lid van de Commissie Buitenland van het CDA. Van november 1990 tot eind 1991 trad hij op als voorzitter.
Bevat een resolutie van het partijbestuur met betrekking tot Midden- en Oost-Europa en een advies van de Commissie Buitenland aan het CDA-partijbestuur over de Europese Politieke Unie.
De conferentie van 28 oktober werd georganiseerd in samenwerking met de Konrad Adenauer-Stiftung en de EVP.
Het onderwerp werd besproken in de vergadering van de Commissie Buitenland van 12 maart 1991.
De Committee for the European Monetary Union was een Europese commissie onder leiding van V. Giscard d’Estaing en Helmut Schmidt. Ruding was (plaatsvervangend) lid van eind 1990 tot eind 1992. Sommige stukken zijn (uitsluitend) in het Frans.
Ruding was lid van het bestuur van UNIAPAC vanaf zijn voorzitterschap van NCW en voorzitter van 2000 t/m 2003.
Bevat tevens een inleiding van Ruding op een bijeenkomst van UNIAPAC in 1991 ter gelegenheid van het ‘eeuwfeest’ van de pauselijke encycliek Rerum Novarum .
De commissie-Ruding werd ingesteld door de Europese Commissie naar aanleiding van de publicatie van de 'Guidelines on company taxation' (SEC (90) 601, 20 april 1990). De Française Christiane Scrivener was als Eurocommissaris voor Belastingen verantwoordelijk voor de installatie.
Zie rubriek D.3.4 (‘Europese belastingharmonisatie/Vennootschapsbelasting’) voor meer over dit onderwerp.
Van de Vereniging van de Europese Confederaties van Industrieën en Werkgevers (UNICE) betreft het tevens een reactie op de aanbevelingen uit het rapport van de commissie-Ruding.
De leden van de klankbordgroep adviseerden onder meer over de selectie van commissieleden en de inhoud van het rapport. De meeste van hun commentaren op de teksten zijn te vinden in inventarisnummers 215 en 216.
Bevat een artikel van Ruding in International Economic Insights over de bevindingen van de commissie en enige correspondentie en aantekeningen omtrent (de presentatie van) het eindrapport, onder meer met betrekking tot een interview met Ruding in Het Financieele Dagblad .
Bevat diverse Franstalige teksten ( interventions ) van Scrivener en aantekeningen van Ruding ten behoeve van de persconferentie bij de presentatie van de commissie op 19 december 1990.
Ruding was lid van de pauselijke raad Justitia et Pax van 2002 tot 2012.
Ruding was van 2006 tot 2013 voorzitter van de Raad van Toezicht van Stichting Nationaal Museum Paleis Het Loo.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2034
niet openbaar [geen ontheffing mogelijk]
Bevat verspreid tevens agenda’s en bijlagen van de vergaderingen van de Raad van Toezicht.
De Commissie private financiering van infrastructuur werd in november 2007 ingesteld door de ministers van Verkeer en Waterstaat en Financiën.
De commissie-Elverding werd in november 2007 ingesteld door de ministers van Verkeer en Waterstaat en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Ruding had geen zitting in deze commissie, maar was er (zijdelings) bij betrokken vanwege de raakvlakken met de Commissie private financiering van infrastructuur.
De commissie werd ingesteld door Europese Commissie-voorzitter José Manuel Barroso en geleid door de Fransman Jacques de Larosière. Ruding was één van de zeven overige leden.
Zie rubriek D3.8 (‘Financiële crisis/(Europees) financieel toezicht’) voor meer over dit onderwerp.
Bevat stukken betreffende de samenstelling en het mandaat van de commissie.
Bevat Rudings aantekeningen van de vergaderingen van de commissie-De Larosière en recentere (ongedateerde) aantekeningen ten behoeve van zijn memoires. Zie ook inventarisnummer 320 (rubriek D3.8.3).
Bij sommige van de volgende thema’s was Ruding betrokken vanuit verschillende functies. Rudings onderwerpsgewijze ordening in dezen is grotendeels gehandhaafd; alleen duidelijk afgebakende, met één van deze onderwerpen samenhangende functies, zoals zijn voorzitterschap van de Committee of Independent Experts on Company Taxation, zijn ondergebracht in rubriek D2.