Datum | Gebeurtenis |
---|---|
1939 | geboren te Breda, 15 augustus |
1945-1951 | H. Hartschool, Breda (lager onderwijs) |
1951-1957 | Onze Lieve Vrouwe Lyceum (gymnasium bèta), Breda |
1957-1964 | studie economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH), Rotterdam |
1964-1965 | militaire dienst bij de Intendance |
1965-1970 | ambtenaar op de Generale Thesaurie, ministerie van Financiën |
1969 | promotie aan de NEH, Rotterdam |
1971 | huwelijk met Renée V.M. Hekking |
1971-1976 | (onder)directeur bij AMRO Bank, Amsterdam |
1976-1980 | bewindvoerder (executive director) bij het IMF, Washington |
1981-1982 | lid van de raad van bestuur van AMRO Bank, Amsterdam |
1982-1989 | minister van Financiën |
1985-1989 | voorzitter van het Interim Committee van het IMF |
1989 | benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau, 20 november |
1990-1992 | voorzitter van het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond (NCW) |
1990-1992 | voorzitter van de Committee of Independent Experts on Company Taxation |
1990-2003 | bestuurslid en, vanaf 2000, voorzitter van de International Christian Union of Business Executives (UNIAPAC) |
1990-2003 | bestuurslid en, vanaf 2000, voorzitter van de International Christian Union of Business Executives (UNIAPAC) |
2002-2012 | vice-president van Citibank/Citigroup, New York |
2002-heden | lid/voorzitter van het Centre for European Policy Studies (CEPS), Brussel |
2006-2013 | voorzitter van de Raad van Toezicht van Stichting Nationaal Museum Paleis Het Loo |
2007-2008 | voorzitter van de Commissie Private Financiering van Infrastructuur |
2020 | publicatie van zijn memoires Balans. Het ging om meer dan geld alleen |
Ruding was betrokken bij de fusie als lid van de Raad van Commissarissen van Nationale-Nederlanden.
Een deel van de stukken betreft Rudings periode bij Citibank. Bevat tevens correspondentie en een ingezonden krantenartikel van Ruding met betrekking tot een initiatiefnota van de SP uit 2009 over oprichting van een nieuwe nationale investeringsbank.
Ruding was namens Nederland, als minister van Financiën, lid van de board of governors van de ADB en de Interamerican Development Bank (IDB). Zie ook inventarisnummer 467.
Bevat correspondentie en (ongedateerde) aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires, waaronder een door Ruding samengesteld overzicht van besprekingen in de ministerraad met betrekking tot exportkredietverzekeringen.
De zaak-Hollandia Kloos was omstreden vanwege vermeende bevoordeling door de Nederlandse regering van het bedrijf, dat eigendom was van de familie Lubbers. Minister-president Lubbers zelf was grootaandeelhouder van HKI.
Zie (onder meer) rubriek D3.3 voor stukken over Europese integratie en Europees beleid uit de periode na Rudings ministerschap.
Bevat het ‘Report on economic and monetary union in the European Community’ van de Committee for the Study of Economic and Monetary Union (commissie-Delors).
Bevat recentere (ongedateerde) aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires.
Reciprociteit houdt in dit verband in dat autoriteiten de maatregelen van een ander land toepassen voor de activiteiten van de eigen banken in dat land.
Het interview staat bekend als het ‘Tante Truus’-interview, vanwege Rudings opmerking dat mensen ‘liever dicht bij tante Truus wonen’ dan elders een baan te accepteren. Het overgrote deel van de brieven werd beantwoord met een standaardbrief. Van de verschillende variaties hierop zijn steeds slechts enkele exemplaren bewaard.
Bevat een overzicht van binnengekomen (telefonische) reacties en enkele afschriften van (boze) brieven aan PvdA-politici Joop den Uyl en Marcel van Dam.
Reacties met opmerkingen over de werking van de arbeidsmarkt werden doorgestuurd naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met als doel het inzicht in deze problematiek te vergroten.
Bevat band 2 van het eindrapport van de enquêtecommissie, dat handelt over de neergang en ontbinding van het RSV-concern (1977-1984).
Met name de affaire rondom Slavenburg’s bank deed veel stof opwaaien vanwege verdenkingen dat minister van Justitie Korthals Altes en Ruding het fraude-onderzoek zouden hebben stopgezet in verband met persoonlijke betrokkenheid van eerstgenoemde bij deze bank.
Bevat aantekeningen en correspondentie ten behoeve van Rudings memoires.
Bevat recentere (ongedateerde) aantekeningen en documentatie ten behoeve van Rudings memoires.
Bevat Rudings conceptantwoorden op Kamervragen met betrekking tot de verwachte toename van het aantal bijstandsuitkeringen in relatie tot de rijksbegroting.
Het kabinetsbesluit hing samen met een stuk van Brandt Corstius (onder het pseudoniem Piet Grijs) in Vrij Nederland van 8 november 1984, waarin hij Ruding ‘de Eichmann van onze tijd’ had genoemd.
Bevat recentere (ongedateerde) aantekeningen en documentatie ten behoeve van Rudings memoires.
De stukken hebben betrekking op zowel Rudings ministerschap als zijn functie van voorzitter van het Interim Committee van het IMF, die hij bekleedde van 1985 t/m 1989.
Bevat Rudings aantekeningen van een bijeenkomst in Cannes in juni 1982, waarover verdere contextinformatie ontbreekt.
Bevat teksten van diverse voordrachten over internationale economische samenwerking van Emile van Lennep, voormalig secretaris-generaal van de OECD en minister van Staat.
Bevat een brief van de Amerikaanse president Ronald Reagan aan Ruud Lubbers in verband met het niet benoemd worden van Ruding tot Managing Director.
Bevat correspondentie ten behoeve van Rudings memoires uit 2019, onder meer met betrekking tot (naar eigen zeggen) onjuiste berichten dat hij bij zijn bezoek aan de paus zou hebben gepleit voor geboortebeperking in ontwikkelingslanden. Zie rubriek D.2.5 voor meer stukken over de commissie Justitia en Pax.
Bevat de Nederlandse vertaling en een gedrukte Engelse versie van de nota.
Bevat enkele stukken over het derde sociaal-economische beraad van de KRKS in 1988 met als thema de morele aspecten van het schuldenprobleem van Derde Wereldlanden.
Bevat de reactie van Ruud Lubbers op een notitie van de secretaris van het CIO over externe financiering van kerkelijke activiteiten, alsmede latere documentatie over Hirsch Ballin en stukken betreffende diens Thomas More Lezing uit 2011.
Bevat correspondentie ten behoeve van Rudings memoires en een e-mail uit 2019 aan minister van Financiën Wopke Hoekstra waarin Ruding zijn steun uitspreekt voor de aankoop van aandelen AirFrance KLM door de Nederlandse staat.
Bevat aantekeningen en correspondentie ten behoeve van Rudings memoires.
Onder beschermingsconstructies worden maatregelen verstaan die beursgenoteerde bedrijven beschermen tegen vijandige overnames. Zie ook inventarisnummers 204-205.
Bevat stukken betreffende een door Ruding geleide bijeenkomst op 21 december 1989 in het kader van de uitgave van het boek Competitie en bescherming van de Stichting Maatschappij en Onderneming (SMO), over het Nederlands bedrijfsleven in de Europese concurrentiestrijd.
Deze rubriek bevat de nodige stukken met betrekking tot (bijeenkomsten van) het CDA. Over het algemeen wordt de aanwezigheid hiervan vermeld in de beschrijving of nota bene.
Bevat notitie uit 1984 over de werkrelatie tussen de voorzitter en de algemeen directeur.
Bevat twee opinie-artikelen van Ruding uit september 1991 over het (zijns inziens schadelijke) inkomensbeleid van het kabinet-Lubbers III en aantekeningen van Ruding met betrekking tot bestuurs- en fractiebijeenkomsten van het CDA.
Bevat enkele stukken met betrekking tot het partijbestuur van het CDA.
Bevat jaarrede van Ruding voor het NCW op 2 mei 1991.
Bevat teksten van inleidingen van Ruding op jaarvergaderingen van werkgeversorganisaties in Beieren (‘Die Europäische Gemeinschaft – Ein Europa der Regionen’) en Vlaanderen.
Bevat enkele stukken betreffende het CDA en interviews met, teksten van lezingen van Ruding en zijn artikel in NRC Handelsblad over de top van Maastricht en de EMU.
De Bilderberg-bijeenkomsten van het NCW zijn niet te verwarren met de mede door prins Bernhard georganiseerde internationale Bilderbergconferenties.
Bevat vergaderstukken van het CDA-bestuursweekend van 17-18 januari 1992 en documentatie en aantekeningen van Ruding over christelijk sociaal denken.
Zie inventarisnummers 202-203 voor stukken betreffende beschermingsconstructies tijdens Rudings ministerschap.
Bevat enige correspondentie uit latere jaren en aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires
Met artikelen uit de periode na Rudings voorzitterschap van het NCW.
De stellingen hangen samen met de in mei 1991 gepubliceerde pauselijke encycliek Centesimus Annus .
Bevat correspondentie tussen Ruding en Theo Quené over hun afscheid als, respectievelijk, bestuurslid (in 1992) en voorzitter (in 1996) van de SER.
Bevat recentere (ongedateerde) aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires.
Van Rudings standaard afscheidsbrief zijn enkele exemplaren bewaard. De verzendlijsten en ingekomen reacties zijn allemaal bewaard.
Bevat memorandum van Ruding met suggesties voor veranderingen in het internationale financiële stelsel en de rol van het IMF.
Bevat enkele kranteninterviews met Ruding en stukken betreffende berichtgeving over Citicorp/Citibank in Nederlandse en Amerikaanse kranten.
Bevat stukken over de Glass Steagall Act, een in 1999 afgeschafte wet die beperkingen oplegde aan samenwerkingsverbanden tussen commerciële banken en verzekeringsmaatschappijen.
Met stukken betreffende de fusie tussen Citicorp/Citibank en The Travelers Group in 1998.
Ruding maakte deel uit van de Credit Task Force. Bevat Rudings aantekeningen van een reeks gesprekken die hij in het kader hiervan voerde.
Bevat stukken betreffende Rudings bijdrage aan een ‘Senior risk seminar’ in 1994.
Bevat stukken betreffende uitspraken van Ruding in de media over de in zijn ogen laakbare rol van ABN AMRO bij de mislukte beursgang van het internetbedrijf World Online (WOL).
Bevat instructies van Ruding met betrekking tot zijn eigen (telefonische) contacten met klanten en een notitie van zijn hand uit 1995 over een nieuwe focus op ‘target customers’.
Rudings brief ontbreekt.
Bevat verslag van een door Ruding namens Citibank bijgewoonde bijeenkomst in 2001 tussen Philips en de Zuid-Koreaanse joint venture LG.Philips LCD.
Bevat notitie van Ruding van een gesprek met de president van de Zwitserse centrale bank (SNB), onder meer met betrekking tot de negatieve publiciteit voor beide banken.
De lezing van Ruding op de genoemde conferentie ging specifiek over de implicaties van door de commissie-Ruding (zie rubriek D2.4) gedane aanbevelingen voor de activiteiten van Amerikaanse bedrijven in Europa.
Zie rubriek F voor overige nevenfuncties van Ruding uit zijn gehele loopbaan.
Ruding was vanaf juni 1990 tot begin 1992 lid van de Commissie Buitenland van het CDA. Van november 1990 tot eind 1991 trad hij op als voorzitter.
Bevat een resolutie van het partijbestuur met betrekking tot Midden- en Oost-Europa en een advies van de Commissie Buitenland aan het CDA-partijbestuur over de Europese Politieke Unie.
De conferentie van 28 oktober werd georganiseerd in samenwerking met de Konrad Adenauer-Stiftung en de EVP.
Het onderwerp werd besproken in de vergadering van de Commissie Buitenland van 12 maart 1991.
De Committee for the European Monetary Union was een Europese commissie onder leiding van V. Giscard d’Estaing en Helmut Schmidt. Ruding was (plaatsvervangend) lid van eind 1990 tot eind 1992. Sommige stukken zijn (uitsluitend) in het Frans.
Ruding was lid van het bestuur van UNIAPAC vanaf zijn voorzitterschap van NCW en voorzitter van 2000 t/m 2003.
Bevat tevens een inleiding van Ruding op een bijeenkomst van UNIAPAC in 1991 ter gelegenheid van het ‘eeuwfeest’ van de pauselijke encycliek Rerum Novarum .
De commissie-Ruding werd ingesteld door de Europese Commissie naar aanleiding van de publicatie van de 'Guidelines on company taxation' (SEC (90) 601, 20 april 1990). De Française Christiane Scrivener was als Eurocommissaris voor Belastingen verantwoordelijk voor de installatie.
Zie rubriek D.3.4 (‘Europese belastingharmonisatie/Vennootschapsbelasting’) voor meer over dit onderwerp.
Van de Vereniging van de Europese Confederaties van Industrieën en Werkgevers (UNICE) betreft het tevens een reactie op de aanbevelingen uit het rapport van de commissie-Ruding.
De leden van de klankbordgroep adviseerden onder meer over de selectie van commissieleden en de inhoud van het rapport. De meeste van hun commentaren op de teksten zijn te vinden in inventarisnummers 215 en 216.
Bevat een artikel van Ruding in International Economic Insights over de bevindingen van de commissie en enige correspondentie en aantekeningen omtrent (de presentatie van) het eindrapport, onder meer met betrekking tot een interview met Ruding in Het Financieele Dagblad .
Bevat diverse Franstalige teksten ( interventions ) van Scrivener en aantekeningen van Ruding ten behoeve van de persconferentie bij de presentatie van de commissie op 19 december 1990.
Ruding was lid van de pauselijke raad Justitia et Pax van 2002 tot 2012.
Ruding was van 2006 tot 2013 voorzitter van de Raad van Toezicht van Stichting Nationaal Museum Paleis Het Loo.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2034
niet openbaar [geen ontheffing mogelijk]
Bevat verspreid tevens agenda’s en bijlagen van de vergaderingen van de Raad van Toezicht.
De Commissie private financiering van infrastructuur werd in november 2007 ingesteld door de ministers van Verkeer en Waterstaat en Financiën.
De commissie-Elverding werd in november 2007 ingesteld door de ministers van Verkeer en Waterstaat en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Ruding had geen zitting in deze commissie, maar was er (zijdelings) bij betrokken vanwege de raakvlakken met de Commissie private financiering van infrastructuur.
De commissie werd ingesteld door Europese Commissie-voorzitter José Manuel Barroso en geleid door de Fransman Jacques de Larosière. Ruding was één van de zeven overige leden.
Zie rubriek D3.8 (‘Financiële crisis/(Europees) financieel toezicht’) voor meer over dit onderwerp.
Bevat stukken betreffende de samenstelling en het mandaat van de commissie.
Bevat Rudings aantekeningen van de vergaderingen van de commissie-De Larosière en recentere (ongedateerde) aantekeningen ten behoeve van zijn memoires. Zie ook inventarisnummer 320 (rubriek D3.8.3).
Bij sommige van de volgende thema’s was Ruding betrokken vanuit verschillende functies. Rudings onderwerpsgewijze ordening in dezen is grotendeels gehandhaafd; alleen duidelijk afgebakende, met één van deze onderwerpen samenhangende functies, zoals zijn voorzitterschap van de Committee of Independent Experts on Company Taxation, zijn ondergebracht in rubriek D2.
Enkele stukken hebben betrekking op Rudings fuctie als minister van Financiën.
Bevat Rudings aantekeningen van een gesprek met de Oostenrijkse bankier G. Schmidt-Chiari.
Het betreft de mede door prins Bernhard georganiseerde Bilderbergconferenties. Bevat tevens artikelen en voordrachten van toenmalig minister-president Ruud Lubbers en Emile van Lennep, voormalig secretaris-generaal van de OECD en minister van Staat, over de ontwikkelingen in en (economische) samenwerking met Midden- en Oost-Europese landen en de Sovjet-Unie.
Bevat tekst voor een artikel van Ruding in het Handelsblatt over economiche hervormingen in Oost-Europa.
Ruding trad op als moderator van een aan de ontwikkelingen in Centraal- en Oost-Europa gewijde paneldiscussie met als titel ‘Van planeconomie naar sociaal en ecologisch verantwoorde markteconomie’.
Enkele stukken betreffende de CSFB en Rudings werkzaamheden voor deze bank zitten verspreid over de dossiers met betrekking tot specifieke landen.
De lening van de Wereldbank was bijzonder vanwege de voorwaarden die werden gesteld aan de ecologische gevolgen van het economische hervormingsprogramma.
Bevat informatie over (de opbouw van) christen-democratische politieke partijen in andere Centraal- en Oost-Europese landen.
Bevat een dankbrief aan Ruding uit 2007 in verband met zijn lidmaatschap van het comité van aanbeveling van de hulpactie voor de christelijke vorming van jongeren in Hongarije van de Beweging van Katholieke Hongaarse Intellectuelen in Nederland ‘Pax Romana’.
Rudings kandidatuur voor het presidentschap van de EBRD leidde uiteindelijk niet tot zijn benoeming. De Fransman Jacques Attali werd de eerste president.
Bevat correspondentie van Ruud Lubbers met buitenlandse staatshoofden/regeringsleiders met betrekking tot Rudings kandidatuur.
Zie rubriek C8 voor stukken betreffende de wereldeconomie en internationale schuldenproblematiek tijdens Rudings periode als minister van Financiën.
Bevat aantekeningen van Ruding uit 1995 met betrekking tot ontmoetingen met onder anderen Wim Kok, Gerrit Zalm en Wim Duisenberg in verband met Rudings mogelijke kandidatuur voor de positie van Managing Director van het IMF.
Bevat een opiniestuk van Ruding uit 2011 in NRC Handelsblad met betrekking tot de opvolging van IMF-directeur Dominique Strauss-Kahn.
Zie rubriek C6 voor Europees beleid tijdens Rudings periode als minister van Financiën.
Een deel van de stukken heeft betrekking op het Centre for European Policy Studies (CEPS). Ruding werd in 2001 lid en in 2002 voorzitter van de board of trustees van deze in Brussel gevestigde denktank. De functie van voorzitter vervulde hij tot 2013, waarna hij aanbleef als lid van de board.
Bevat twee artikelen van Ruding.
De stukken hebben overwegend betrekking op Rudings functie bij Citibank.
Bevat eindrapport van de commissie-Lamfalussy en Rudings bijdrage aan diverse bijeenkomsten.
Zie ook inventarisnummer 227 (rubriek D3.4.2).
Bevat tekst van een inleiding (‘Are there specific European values?’) van Ruding uit 2008 voor een hoorzitting in het Europees Parlement in verband met de presentatie van de ‘European Value Study’ (EVS).
Zie ook rubriek D.2.4, Committee of Independent Experts on Company Taxation (commissie-Ruding).
Een deel van de stukken heeft betrekking op het Centre for European Policy Studies (CEPS). Ruding werd in 2001 lid en in 2002 voorzitter van de board of trustees van deze in Brussel gevestigde denktank. De functie van voorzitter vervulde hij tot 2013, waarna hij aanbleef als lid van de board.
Bevat naast de publicaties/teksten van Ruding in veel gevallen correspondentie en/of concepten.
Bevat één artikel uit 1991 van Ruding in de hoedanigheid van voorzitter van het NCW.
Bevat aantekeningen van Ruding voor een interview op Radio1 in 2016.
Bevat stukken over Amerikaanse belastingpolitiek, onder meer met betrekking tot de verhouding met Europa, en Rudings verklaring bij een hoorzitting voor de Committee on Economic and Monetary Affairs van het Europees Parlement over harmonisatie van vennootschapsbelasting, die plaatsvond op 19 juni 2000.
Bevat stukken betreffende een seminar ter gelegenheid van de presentatie van het liber amicorum van F. Vanistendael, die deel uitmaakte van de Committee of Independent Experts on Company Taxation (commissie-Ruding, rubriek D2.4).
Zie ook inventarisnummer 530 (rubriek D3.3). Bevat rapport van de Europese Commissie 'Company taxation in the internal market', met onder meer een analyse van het rapport van Committee of Independent Experts on Company Taxation (commissie-Ruding).
Bevat aantekeningen voor Rudings voordracht op de conferentie, waaraan hij uiteindelijk niet deelnam.
Bevat aantekeningen van Ruding voor zijn lezing over Wijns belastingplannen vanuit ‘Brussels’ perspectief op een seminar van KPMG Meijburg & Co in 2005 met als titel ‘Brengt de vennootschapsbelasting 2007 Nederland fiscaal weer op de kaart?’
Bevat stukken met betrekking tot belastingpolitiek in de Verenigde Staten.
Ruding behandelde tijdens de vergadering de ontwikkelingen rondom belastingharmonisatie sinds de publicatie van het rapport van de commissie-Ruding
Bevat een exemplaar van Rudings artikel ‘The past and the future of EU corporate tax’ uit de EC Tax Review van April 2005.
Bevat enkele stukken uit 1990 over het (negatieve) advies van de SER met betrekking tot de dertiende EG-richtlijn over openbaar bod tot aankoop of ruil van aandelen.
Bevat commentaar van Ruding op het conceptrapport van de commissie en een opiniestuk (met aanvullingen) van Ruding uit NRC Handelsblad van 27 augustus 2003.
Bevat concept voor een artikel van Ruding voor het Economisch Magazine met als titel ‘Corporate governance: pogingen tot verbetering’.
Met krantenartikelen en aantekeningen in verband met mediaoptredens van Ruding met betrekking tot de strijd om overname van ABN Amro in 2007 en de rol hierin van toenmalig minister van Financiën Wouter Bos.
Nederland kende van oudsher het dualistisch model van een bestuur en een raad van commissarissen. Bij het one-tier (of monistisch) bestuursmodel worden taken binnen het bestuur verdeeld over uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders.
COMECE is een in 1980 opgericht contactorgaan voor bisschoppen in de EU, dat hen op de hoogte houdt van ontwikkelingen op het gebied van Europese integratie. Vanaf Rudings vestiging in Brussel in 2000 nam hij deel aan diverse activiteiten van deze aldaar gevestigde organisatie.
‘Seattle’ verwijst naar de derde ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), die aldaar plaatsvond van 30 november t/m 3 december 1999.
De pelgrimstocht stond in het teken van de EU-uitbreiding in 2004 en toetreding van vertegenwoordigers van de Rooms-Katholieke kerk uit de tien nieuwe lidstaten tot COMECE.
De hoorzitting en Rudings betrokkenheid hierbij betrof onder meer na de splitsing te verwachten schadeclaims van buitenlandse investeerders in verband met het ongeldig worden van reeds afgesloten cross-border leasecontracten (CBL-contracten).
Ruding werd niet betrokken bij het onderzoek.
Zie ook rubriek D2.8, ‘High-level expert group on financial supervision in the EU’ (commissie-De Larosière).
Het onderzoek en de parlementaire enquêtecommissie werden ingesteld door de Tweede Kamer op respectievelijk 23 juni 2009 en 16 november 2010. Ruding was geen lid van de desbetreffende commissies, maar werd in beide gevallen bij het onderzoek betrokken als expert.
Bevat onder meer correspondentie met DNB-president Nout Wellink.
Bevat de tekst van Rudings toespraak ‘De toekomst van Europa’, gehouden op een conferentie van de Rabobank op 30 november 2011.
Een verkorte versie van Rudings lezing werd gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 24 oktober 2009.
Bevat enkele artikelen van (econoom) Dirk Schoenmaker over de inrichting en hervorming van het Europese financiële stelsel en het toezicht daarop en een notitie van Schoenmaker uit 1999 over hervorming van het financieel toezicht in Nederland.
Zie ook inventarisnummer 296.
De artikelen van Ruding uit 2003 en 2006 betreffen respectievelijk de zelfregulering van het bedrijfsleven (commissie-Tabaksblat) en de invoering van de euro.
Bevat artikelen van Ruding over een Europese bankenunie en Europees financieel toezicht.
Bevat correspondentie in het kader van een door Ruding te houden lezing bij De Nederlandsche Bank over ‘macro-prudentieel beleid’ en enkele publicaties van het Centre for European Policy Studies (CEPS).
Bevat stukken over de ‘emancipatieproblematiek’ met betrekking tot de belastingplannen omtrent tweeverdieners en het eindverslag van een onderzoek naar de beeldvorming rond het CDA.
Het interview vond plaats vlak vóór de publicatie van het omstreden ‘Tante Truus’-interview met Ruding in Het Vrije Volk van 18 oktober 1984 en werd uiteindelijk niet vrijgegeven omdat het enkele politiek gevoelige uitspraken bevatte.
Bevat (ongedateerd) program van uitgangspunten van het CDA.
Met stukken betreffende Rudings commentaar op de passages over het financieel en sociaal-economisch beleid uit het concept-verkiezingsprogramma.
Zie inventarisnummer 470 voor enkele lezingen van Ruding over onderstaande onderwerpen.
Zie ook de rubrieken C8 en D3.2 voor stukken over ‘Wereldeconomie en internationale schuldenproblematiek’.
Ruding was van 2003 tot 2011 voorzitter van het Steenkampfonds. Bevat een brief van Piet Steenkamp, naamgever van de stichting, aan Ruding.
Bevat Rudings hoofdstuk over ‘mondiale verschuivingen en interdependentie’ in het boek Thematiek, trends en beleid voor rond de eeuwwisseling .
Bevat Rudings tekst over monetair beleid ten behoeve van het rapport en het Europees manifest van christen-democraten uit 1976.
Bevat verslagen van vergaderingen van het Economisch Comité van de NAVO uit 1990.
Ruding was voorzitter van de Vertrouwenscommissie in 2003/2004. Bevat rapport van de Vertrouwenscommissie uit 1999.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2056
A-beperking
Uiteindelijk werd niet de CDA’er Ruding maar de VVD’er Neelie Smit-Kroes voorgedragen als kandidaat. Bevat enkele krantenartikelen uit latere jaren over Kroes, die verkozen werd tot eurocommissaris voor Mededinging.
Bevat tevens een inleidende verklaring van Ruding over ‘de (Nederlandse) toekomst van de Europese Unie’ bij een hoorzitting voor de Eerste Kamercommissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties.
Bevat correspondentie over het optreden van Wim van de Camp als CDA-lijsttrekker bij de Europese verkiezingen in 2009.
Ruding was lid van de commissie.
Bevat stukken en foto’s van een bezoek van Ruding aan het field office van FPP op de Filipijnen.
Met stukken betreffende de onthulling en uitreiking door Ruding als minister van Financiën van een plaquette ter nagedachtenis van Walraven van Hall aan de MEAO in Amsterdam, in het kader van het project ‘adopteer een monument’ van de Stichting Februari 1941.
Bevat correspondentie ove een concepttekst voor Rudings memoires.
Bevat stukken betreffende een conferentie van Ernst & Young in juni 1991, met een bijdrage van Ruding over ontwikkelingen in de financiële dienstverlening.
Bevat notitie van Ruding uit april 1998 over recente economische ontwikkelingen in Oost-Aziatische landen.
Zie voor stukken betreffende Rudings deelname aan bijeenkomsten van de Trilateral Commission ook inventarisnummers 181 en 316.
Bevat teksten van speeches van Ruding, onder meer op annual meetings in Wenen in 1994 over vijftig jaar Wereldbank en in Tokyo in 1997 over de internationale gevolgen van Europese economische en monetaire eenwording.
Bevat stukken over Rudings deelname aan het jubileumsymposium ‘Europa is één, nu de belastingen nog!’ over belastingharmonisatie in 1993 en over een langlopend conflict omtrent schadeclaims van obligatiehouders bij aan het failliet gegane DAF gelieerde banken.
Bevat correspondentie met prins Constantijn van Oranje-Nassau in verband met de opening van een kantoor in Brussel door RAND Europe in 2008.
Ruding zat van 1992 t/m 2004 in het bestuur van de NAF.
Bevat stukken betreffende een inleiding van Ruding over ‘the European experience on consumption-based taxes (btw)’ op een Economic Policy Evening van de ACCF in 1993.
Bevat stukken betreffende lezingen van Ruding op bijeenkomsten van ICC Nederland in 1994 en de ICC in 2000 en 2003 over respectievelijk globalisering, versterking van het financiële stelsel en liberalisering van de financiële dienstverlening.
Het merendeel van de stukken betreft Rudings bijdrage aan een conferentie aan Hofstra University met als titel ‘US-Netherlands trade, investment and strategic alliances’.
MDB staat voor multilateral development bank.
Een deel van de stukken heeft betrekking op Citibanks corporate membership van The European Institute.
Bevat aantekeningen en teksten voor de bijdragen van Ruding, waaronder een lezing met als titel ‘Korea: the case for continued growth and restructuring’.