Medewerkers van het Nationaal Archief zijn dagelijks in de weer om (kwetsbare) archiefstukken in goede staat te houden. Toch zijn sommige herstelde documenten niet (meer) in het echt te bekijken, maar meestal wel digitaal. In gesprek met conserveringsadviseur Femke Prinsen. Zij doet onderzoek en geeft trainingen en adviezen over alles wat met conserveren van collecties te maken heeft.
Hoe je met archiefstukken omgaat, is een serieuze zaak. Dat vraagt om gedegen vakkennis. Samen met collega Gabriëlle Beentjes adviseerde Prinsen bijvoorbeeld een andere formulering van de klimaateisen in de nieuwe Archiefregeling. Ze stelden dat strenge toepassing van 18 graden Celsius en een luchtvochtigheid van 50% in de depots niet nodig is. ‘Je kunt daar relaxter mee omgaan en meebewegen met de seizoenen, wat duurzamer is’, stelt Prinsen.

Fotograaf: Erik Jansen
Afdoen is beter
Vaak geeft ze trainingen aan collega’s van het depotbeheer en de studiezaal van het Nationaal Archief. Prinsen: ‘Het is in veel gevallen de mens die schade kan veroorzaken. Meestal onbewust.’ Ze schetst een voorbeeld van het verkeerd omslaan van een bladzijde in een boek in de studiezaal. ‘En als je met een grote armband om je hand door papier bladert, kan dat blijven haken. Dus afdoen is beter’, adviseert ze. In de studiezaal liggen instructiekaarten op tafels. Toezichthouders houden ook een oogje in het zeil en adviseren bezoekers waar nodig.
Het relaas van Tula
Prinsen werkte als restaurator eerder aan een bijzonder project: het Relaas van Tula (1795). In dat relaas is het gesprek beschreven dat pater Jacobus Schinck in 1795 had met Tula, de leider van de grootste slavenopstand in de geschiedenis van de Nederlandse Antillen. Prinsen: ‘Het Relaas is een belangrijk document, omdat hierin voor het eerst in de geschiedenis het verhaal van een tot slaaf gemaakte uit eerste hand te horen is.’

Fotograaf: Erik Jansen
Een kopie bekijken
Papieren uit de tropen - zoals dit boek uit Curaçao – zijn vaak beschadigd door inktvraat (verroeste ijzergallusinkt, red.), omdat die lang bewaard zijn in een erg warm en vochtig klimaat. Bladzijden in het boek die anders verloren gaan, zijn daarom gerestaureerd. ‘Om het boek van 1000 pagina’s te kunnen bekijken, is het gedigitaliseerd. Ook is een facsimile/kopie aan te vragen om in te zien in onze studiezaal. Daarnaast heeft het Nationaal Archief Curaçao een exemplaar’, zegt Prinsen.
Bewustwording
Ze vindt het boek een belangrijk document, omdat het helpt bij bewustwording over het onderwerp slavernij en het koloniale verleden. ‘Als je vanuit je werk zo lang ermee bezig bent geweest, krijg je een band met het object. Dit zijn ook topstukken. Maar ze worden vaak niet zo gezien, omdat Nederlanders vanuit de geschiedenis er anders tegenaan kijken’, zegt de conserveringsadviseur.
Meest voorkomende probleemgevallen
Wat zijn verder de meest voorkomende probleemgevallen bij het goed houden van collecties? Als top drie noemt ze papier van hout, vooral papier uit de Tweede Wereldoorlog, vochtschade en schade door verkeerd gebruik. Prinsen licht toe: ‘Papier in West-Europa was tot 1850 van goede kwaliteit. Dit werd gemaakt van lompen (oude kleren), zoals linnen of hennep. Hierna begon de industriële revolutie in Nederland. Toen maakte men ook papier van houtpulp (1850 – 1950), wat steeds meer machinaal werd gedaan om zo goedkoop mogelijk veel papier te produceren.’
Minder grondstoffen
Een groot deel van het Centraal Archief van de Bijzondere Rechtspleging (CABR) bestaat uit papier van hout. Door bepaalde stoffen in het hout is het papier zuur geworden en brokkelt het makkelijk af. Papier uit de Tweede Wereldoorlog is er vaak extra slecht aan toe, omdat er toen minder grondstoffen waren.
Documenten met vochtschade
Een echte bulk aan beschadigde papieren documenten is die met vochtschade. ‘Denk aan archieven die zijn bewaard in vochtige kelders of door lekkages schimmel hebben gekregen. Zoals het archief van de Graven van Holland, dat in de middeleeuwen slecht bewaard is. En de kleine collectie van de abdijen van Rijnsburg. Daarvan is het papier nu helemaal pluizig, doordat het vochtig en schimmelig is geweest’, zegt Prinsen.
Advies aan Tweede Kamer
In 2024 was ze voor werk ook in het Archief van de Tweede Kamer, om petities en bijbehorende voorwerpen te bekijken. De petities moeten worden overgedragen aan het Nationaal Archief. Prinsen was gevraagd te adviseren wat met de voorwerpen moest gebeuren. Van een ansichtkaart en piepschuimen vliegtuig tot een oliedrum vol handtekeningen. ‘We willen niet elk voorwerp in ons depot. Bijvoorbeeld als het schadelijke of gevaarlijke stoffen bevat.’ Ze maakte een beslismodel over welke voorwerpen over te dragen en waarvoor een alternatieve oplossing nodig is. Prinsen: “Het is soms verrassend - en daarom zo leuk - dat dit soort bijzondere vraagstukken bij mijn werk hoort.’
Meer informatie
- Lees ook het verhaal van restaurator Alexandra Nederlof: ‘Elk object heeft z’n verhaal’.
- En lees aan welk bijzonder stuk restaurator Lieve Meulenbeld werkte in het restauratieatelier.
- Is uw instelling geïnteresseerd in een object van het Nationaal Archief, om deze in bruikleen te nemen? Op de webpagina ‘Bruikleen aanvragen’ vindt u informatie over een aanvraag doen en de voorwaarden.