Echtscheidingen Zuid-Holland in de periode 1838-1939

Zoekt u een echtscheiding in de provincie Zuid-Holland, uitgesproken tussen 1838-1939? Maak dan gebruik van deze zoekhulp.

Alles uitklappen
  • Gaat het om een echtscheiding buiten Zuid-Holland? Zoek dan in het Regionaal Historisch Centrum (RHC) van de provincie waar de echtscheiding is uitgesproken. Op de pagina Archieven in Nederland treft u een overzicht van alle RHC's aan.
  • Gaat het om een echtscheiding uitgesproken door de rechtbank van Den Haag of Leiden? Deze archieven zijn door oorlogsbombardementen verloren gegaan. 
  • Gaat het om een echtscheiding in Zuid-Holland van ná 1939? Kijk dan in de zoekhulp: Ik zoek het vonnis van mijn echtscheiding.
  • Gaat het om een echtscheiding in Zuid-Holland vóór 1838? Bekijk dan de archieven van Rechtbanken van Eerste Aanleg in Zuid-Holland en het archief van het Hof van Holland in het Nationaal Archief.

Om een echtscheiding in een rechtbankarchief te vinden, achterhaalt u eerst welke rechtbank de echtscheiding uitsprak en op welke datum het echtscheidingsvonnis de uitspraak was. Wanneer u deze uitspraakdatum niet weet kunt u bijvoorbeeld zoeken in gedigitaliseerde kranten via www.delpher.nl. Zoek daar op de volledige naam van de man of van de vrouw, tussen dubbele aanhalingstekens. Ook kan er in WieWasWie een scan zitten van:

  • de huwelijksakte, met in de kantlijn de datum van inschrijving van het echtscheidingsvonnis bij de burgerlijke stand;
  • de echtscheidingsakte met vermelding van de rechtbank en de datum van het echtscheidingsvonnis. 

Levert dit niets op, zoek dan in de originele aktes van de burgerlijke stand:

  • Voor de jaren 1915-1994 vindt u een echtscheidingsakte in het lopende register van huwelijken en echtscheidingen van de gemeente waar het huwelijk plaatsvond.
  • In de periode vóór circa 1915 vindt u de echtscheidingsakte in het lopende register van huwelijken en echtscheidingen van de woonplaats van het echtpaar.

Het Nationaal Archief bewaart het archief van de burgerlijke stand van Zuid-Holland. Maar een deel ligt ergens anders. Bekijk de zoekhulp Ik zoek een inschrijving in de burgerlijke stand van Zuid-Holland vanaf 1811.

Gegevens over een echtscheiding vindt u in de burgerlijke stand en in rechtbankarchieven. Voordat u in een rechtbankarchief gaat zoeken moet u eerst de betrokken rechtbank en de datum van het echtscheidingsvonnis achterhalen. U kunt de rechtbank bepalen als u de woonplaats van het echtpaar weet. Het rekest (verzoekschrift) om tot echtscheiding te mogen overgaan, werd ingediend bij de arrondissementsrechtbank waar de woonplaats van de man onder viel. De overige stukken van de echtscheiding zijn ook in het archief van deze rechtbank te vinden.

Hier vindt u per vestigingsplaats van de betrokken rechtbank in Zuid-Holland informatie hoe u meer kunt vinden over de echtscheiding in de rechtbankarchieven:

Wie onderzoek doet naar een echtscheiding in het archief van de arrondissementsrechtbank Dordrecht 1838-1939 (3.03.12.01) moet op zoek naar het rekest (het officiële verzoekschrift) en naar het vonnis. Hier wordt uitgelegd hoe u deze kunt vinden. 

Rekest

De rekesten zitten in de zogenaamde echtscheidingsdossiers. Naast het rekest, vindt u hierin ook processen-verbaal van bijvoorbeeld getuigenverhoren en bewijzen van onvermogen. De dossiers zijn niet nader ontsloten. Daarom kunt u niet zoeken op de naam van de partijen. De echtscheidingsdossiers vindt u in de inventarisnummers 1037-1062. De dossiers over scheiding van tafel en bed zitten in de inventarisnummers 1026-1028 en 1030-1036.

In inventarisnummer 1025 bevindt zich nog een zeer klein aantal dossiers over scheiding van goederen. Het gaat dan vaak om zaken waarbij de ene echtgenoot de andere betichtte van verspilling.

Vonnis

Weet u op basis van de echtscheidingsakte de datum van het vonnis? Dan is dat vonnis snel te vinden in de serie audiëntiebladen, inventarisnummers 417-549. Deze serie is op datum ontsloten. 

Weet u de vonnisdatum niet precies? Dan moet u door de rolregisters, inventarisnummers 385-413 bladeren, op zoek naar de juiste inschrijving. De zaken zijn hierin per jaar op nummer ingeschreven. Als u de zaak vindt dan kunt u met de data waarop de zaak heeft gediend en de datum van het vonnis verder zoeken in de audiëntiebladen. 

Hulpmiddelen bij het zoeken

Over de periode 1925-1938 zijn er alfabetische klappers, in de inventarisnummers 415 en 416. U kunt hierin per jaar, op alfabet zoeken. Let wel op, er is alleen gerangschikt op de eerste letter van de achternaam van de man en/of de vrouw. Verder staan de namen op de volgorde waarin hun zaken werden aangediend.

In inventarisnummer 414 zit een serie rolkaarten over de periode 1930-1939. Deze is verre van compleet. De rolkaarten zijn geordend op de datum waarop de zaak werd ingeschreven. Mocht u de juiste rolkaart vinden, dan verwijst deze naar het rolnummer. Met dit rolnummer kunt u zoeken in de procesdossiers, inventarisnummers 618-766. Deze zijn bijgehouden van 1919-1939, maar zijn niet volledig. In de procesdossiers bevinden zich naast vonnissen ook andere stukken over het gevoerde proces.

Overige echtscheidingsstukken

Vindt u een zaak uit de periode 1909-1929 niet  in de audiëntiebladen of de procesdossiers? Zoek dan in de Conclusies van verschillende aard, inventarisnummers 550-583. Hierin zitten allerlei uitspraken in burgerlijke zaken op datum. 

Tenslotte zijn er over de periode 1919-1939, niet volledig, nog procesdossiers bewaard gebleven. Deze zijn ontsloten op rolnummer. In deze procesdossiers kunnen ook nog vonnissen zitten.

Wie onderzoek doet naar echtscheidingen in het archief van de arrondissementsrechtbank Rotterdam 1838-1939 (3.03.17.01) moet op zoek naar het rekest (officieel verzoekschrift) en naar het vonnis. Hier wordt uitgelegd hoe u deze kunt vinden.

Rekest

De meeste informatie over een echtscheiding is te vinden in het rekest. Hierin geeft de eiser aan waarom hij of zij wil scheiden. In het archief van de rechtbank Rotterdam,  inventarisnummers 2480-2850, zitten alle rekesten met de genomen beschikking.

Om te zoeken, gebruikt u voor de periode 1838-1859 de registers van inschrijving van rekesten, inventarisnummers 2439-2442. Voor de periode 1857-1940 zijn dat de rolregisters van rekestzaken in de inventarisnummers 2443-2469. Voor de periode 1930-1939 zijn er alfabetische rolkaarten aangelegd. Deze zijn te vinden in de inventarisnummers 2470-2479.

Voor alimentatie, voogdij en ouderlijke macht zijn er aparte serie rekestdossiers aangelegd. De rekesten betreffende alimentatie vindt u in de inventarisnummers 2854-2887, en betreffende voogdij en ouderlijke macht in de inventarisnummers 2891-2932.

Vonnis

Bij het Nationaal Archief zijn echtscheidingsakten aanwezig in het archief Burgerlijke Stand van de gemeente Rotterdam: huwelijksakten 1812-1942 en echtscheidingsakten 1883-1942 (3.177.02). In echtscheidingsakten vindt u de datum van het vonnis.

Met de datum van het echtscheidingsvonnis is het vonnis snel vinden in de serie audiëntiebladen, inventarisnummers 1214-1567 en 1958-1982, van het rechtbankarchief. Deze serie is op datum ontsloten. U zoekt de juiste datum op en bladert door de audiëntiebladen tot u het juiste vonnis hebt gevonden.

Gaat het niet om de gemeente Rotterdam maar om een andere gemeente die valt onder de arrondissementsrechtbank Rotterdam en weet u de datum van het vonnis niet? Dan begint u met de klappers op de rolregisters op de burgerlijke en handelszaken in de inventarisnummers 1189-1196 van het rechtbankarchief. Hierin kunt u op naam zoeken. Helaas lopen deze klappers alleen over de periode 1890-1933. De klapper levert u het rolnummer op. Hiermee kunt u in de rolregisters in inventarisnummers 1089-1156 op zoek naar de datum waarop de zaak heeft gediend. Met die datum zoekt u in de audiëntiebladen. Het is mogelijk dat de zaak is verzet of later nogmaals heeft gediend. U vindt dan doorverwijzingen.
Wanneer u geen gebruik kunt maken van de klappers, maar wel ongeveer weet wanneer de zaak heeft voor de rechtbank heeft gediend, kunt u proberen de zaak in de rolregisters te vinden. De zaken werden per jaar op nummer ingeschreven. Wanneer u de zaak vindt, kunt u met de datum verder zoeken in de audiëntiebladen. 

Bij het bombardement van het Bezuidenhout op 3 maart 1945 zijn de archieven van de rechtbank Den Haag 1838-1939 (met uitzondering van de strafzaken) verloren gegaan. Rekesten en vonnissen van echtscheidingen zijn dus niet bewaard gebleven. 

De arrondissementsrechtbank Leiden heeft bestaan in de periode 1838-1877. Na de opheffing ervan werd het archief overgebracht naar de arrondissementsrechtbank van Den Haag. Bij het bombardement van het Bezuidenhout op 3 maart 1945 zijn ook deze archieven verloren gegaan. 

In de periode 1838-1877 bestond een Arrondissementsrechtbank Brielle (3.03.11.01) en een Arrondissementsrechtbank Gorinchem (3.03.14.01). Gebruik de onderzoeksaanwijzingen voor de rechtbanken van Dordrecht en Rotterdam om onderzoek te doen.

  • P. Brood en M. de Wolde, Scheiden doet lijden. 400 jaar echtscheidingsmisère (Den Haag 2014)
  • Sjoerd Faber, 'Onderzoek naar echtscheidingen in de negentiende en twintigste eeuw: mogelijkheden en gevaren', in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 55 (Den Haag 2001)

In de digitale stamboom van het Gemeentearchief Rotterdam heeft u ontdekt dat uw voorouders Anna Maria de Winter en Johan Peter Joseph Thiel in 1845 in Delfshaven trouwden en in 1849 zijn gescheiden. De echtscheiding is niet aangetekend in de huwelijksakte, maar wel te vinden op de gezinskaart. Als datum van de echtscheiding wordt 4 oktober 1849 vermeld. U kunt er vanuit gaan dat dit de datum is waarop de scheiding in de registers van de burgerlijke stand is ingeschreven. Het is niet de datum van het vonnis. Een echtscheidingsakte is niet aanwezig.

Omdat de woonplaats van uw voorouders Rotterdam was, zal de echtscheiding zijn uitgesproken door de arrondissementsrechtbank van Rotterdam. Het vonnis zal op z'n vroegst uitgesproken zijn op 4 februari 1849. Het vonnis moest immers binnen zes maanden worden ingeschreven in de burgerlijke stand. Het rekest kan al een jaar eerder of nog langer geleden zijn ingediend.

Rekest

U zoekt eerst het archief van de rechtbank Rotterdam 1838-1939 (3.03.17.01) op. Om het rekest te vinden bekijkt u de registers van inschrijving van rekesten (inventarisnummers 2439-2442). Begin in 1849 en werk vervolgens terug in het register. Het zou zonde zijn als u in 1848 begint te zoeken richting 1849 en het rekest niet vindt omdat het in december 1847 was ingediend. U vindt de registers in de inventarisnummers 2441 en 2442.

In inventarisnummer 2441 vindt u op 20 november 1848 het rekest van Anna Maria de Winter met het rekestnummer 397. Het rekest is op 4 december 1848 geaccordeerd. Met die laatste datum kunt u het rekest vinden. De rekesten uit de maand december 1848 bevinden zich in inventarisnummer 2501. In het rekest leest u dat Anna de scheiding heeft aangevraagd omdat Johan al geruime tijd in overspelige gemeenschap leeft met een andere vrouw.

Vonnis

Omdat deze zaak speelde vóór 1890, kunt u helaas geen gebruik maken van de klappers op de rolregisters. U moet daarom de rolregisters doornemen. U begint achterin 1848 in inventarisnummer 1093. Bladerend in het volgende inventarisnummer treft u in 1849 onder rolnummer 2617 de inschrijving van deze zaak aan. Alle stukken die sinds het rekest zijn ingediend, staan op datum in het rolregister ingeschreven. De belangrijkste datum is de datum waarop het vonnis definitief is uitgesproken. Dat was op 29 juni 1849. 

Met deze datum vraagt u de audiëntiebladen van 1849 naam: inventarisnummer 1225. U bladert naar de zitting van 29 juni en vervolgens naar rolnummer 2617. Daar vindt u het vonnis. Omdat er voldoende bewijs is gevonden voor overspel, geleverd door twee getuigen in een gesloten rechtszitting op 30 april, spreekt de rechtbank echtscheiding uit. 

Tijdens de inlijving bij Frankrijk (1811-1813) was het vrij eenvoudig te scheiden. Wanneer beide partijen toestemming gaven, kon de echtscheiding met een minimum aan formaliteiten worden afgewikkeld. Daarmee werd scheiden in Nederland echter nog niet gebruikelijk. Toen in 1838 het Burgerlijk Wetboek de Code Civil verving, werden de mogelijkheden weer ingeperkt. Er waren vier gronden om een echtscheiding aan te vragen:

  1. overspel, dat moest worden aangetoond;
  2. kwaadwillige verlating van minstens vijf jaar; 
  3. veroordeling wegens een misdrijf tot een straf van vier jaar of langer, na het huwelijk uitgesproken;
  4. zware mishandeling van de ene echtgenoot jegens de andere, met zware verwondingen of levensgevaar tot gevolg.

In artikel 263 van het Burgerlijk Wetboek stond nog eens nadrukkelijk vermeld dat echtscheiding door 'onderlinge toestemming'niet kon. Dat werd pas mogelijk in 1971. Tot die tijd werd de Grote Leugen van (niet gepleegd) overspel meestal aangevoerd als reden om te scheiden. Vanaf 1883 was een bewijs van overspel niet meer nodig. Een bekentenis van overspel was voldoende. Als een van echtgenoten de schuld op zich nam, werd het zo toch mogelijk om te scheiden.

Scheiding van tafel en bed

Als een echtpaar, om bijvoorbeeld religieuze redenen, niet wilde overgaan tot echtscheiding dan konden ze kiezen voor een scheiding van tafel en bed. Dit kon op dezelfde gronden als waarmee tot echtscheiding kon worden overgegaan. Maar ook buitensporigheden, mishandelingen of grove beledigingen konden een reden zijn om te scheiden van tafel en bed. Wel moesten beide partijen achter het verzoek staan. Bij een verzoek om echtscheiding hoefde dat niet. Als de rechtbank de scheiding van tafel en bed toewees, hoefden de partijen niet meer samen te wonen. Een scheiding van tafel en bed werd niet ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Wanneer men vijf jaar van tafel en bed gescheiden was, kon een rechter alsnog een echtscheiding uitspreken. Dan werd het vonnis wél ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

Procedure

Wie wilde scheiden moest bij de arrondissementsrechtbank een rekest (verzoekschrift) indienen om tot scheiden te mogen overgaan. Dit rekest moest altijd worden ingediend bij de rechtbank van het arrondissement waar de woonplaats van de man onder viel. Daarbij werd de trouwakte overgelegd. In het rekest zette de eisende partij uiteen op welke gronden hij of zij tot scheiding wilde overgaan.

Terwijl de zaak in behandeling was, mocht de vrouw de echtelijke woning verlaten. Daarbij mocht ze van haar man een uitkering eisen voor haar levensonderhoud.

Op basis van het rekest besloot de rechtbank of de vordering tot echtscheiding mocht worden doorgezet. Pas bij de behandeling van de zaak hoefde het bewijs gepresenteerd te worden. Dat bewijs bestond meestal uit getuigenverklaringen.

Op de rol

Wanneer de rechtbank besloot dat de vordering tot echtscheiding mocht worden doorgezet, kreeg de zaak een rolnummer toegekend en kon de zitting worden voorbereid. Toch kon er ook daarna nog een kink in de kabel komen. Bijvoorbeeld wanneer het overspel niet kon worden aangetoond. Maar ook wanneer na een periode van vijf jaar kwaadwillige verlating de vertrokken echtgenoot besloot terug te keren in de echtelijke woning. Als de rechtbank een mogelijkheid zag beide partijen te verzoenen, werd het vonnis zes maanden aangehouden. Kwam het in die zes maanden  tot een verzoening kwam, dan verviel het recht tot echtscheiding over te gaan.

Inschrijving in de burgerlijke stand

Als de rechtbank het vonnis tot het ontbinden van het huwelijk had uitgesproken, moest dit echtscheidingsvonnis binnen zes maanden worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Pas met ingang van de datum van inschrijving was de echtscheiding officieel. Als dit niet gebeurde, werd het vonnis ongeldig verklaard. De inschrijving van de echtscheiding, of de definitieve ontbinding van het huwelijk na aanvankelijk alleen van tafel en bed gescheiden te zijn, vond in de periode ca. 1915-1994 plaats in het lopende register van huwelijken en echtscheidingen van de gemeente waar het huwelijk gesloten was. In grotere gemeenten werd wel een speciaal en uitsluitend voor echtscheidingsakten bestemd register ingericht. Vóór een wetswijziging van 27 maart 1915 vond inschrijving plaats in het register van de woonplaats van de partijen. 

Voogdij en alimentatie

Kinderen bleven meestal bij de partij die de echtscheiding had geëist. De echtgenoot die niet in zijn of haar eigen levensonderhoud kon voorzien, kon alimentatie toegewezen krijgen. Van voogdij- en alimentatiezaken kunnen ook rekesten en vonnissen bewaard zijn gebleven.