Datum | Gebeurtenis |
---|---|
1939 | geboren te Breda, 15 augustus |
1945-1951 | H. Hartschool, Breda (lager onderwijs) |
1951-1957 | Onze Lieve Vrouwe Lyceum (gymnasium bèta), Breda |
1957-1964 | studie economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH), Rotterdam |
1964-1965 | militaire dienst bij de Intendance |
1965-1970 | ambtenaar op de Generale Thesaurie, ministerie van Financiën |
1969 | promotie aan de NEH, Rotterdam |
1971 | huwelijk met Renée V.M. Hekking |
1971-1976 | (onder)directeur bij AMRO Bank, Amsterdam |
1976-1980 | bewindvoerder (executive director) bij het IMF, Washington |
1981-1982 | lid van de raad van bestuur van AMRO Bank, Amsterdam |
1982-1989 | minister van Financiën |
1985-1989 | voorzitter van het Interim Committee van het IMF |
1989 | benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau, 20 november |
1990-1992 | voorzitter van het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond (NCW) |
1990-1992 | voorzitter van de Committee of Independent Experts on Company Taxation |
1990-2003 | bestuurslid en, vanaf 2000, voorzitter van de International Christian Union of Business Executives (UNIAPAC) |
1990-2003 | bestuurslid en, vanaf 2000, voorzitter van de International Christian Union of Business Executives (UNIAPAC) |
2002-2012 | vice-president van Citibank/Citigroup, New York |
2002-heden | lid/voorzitter van het Centre for European Policy Studies (CEPS), Brussel |
2006-2013 | voorzitter van de Raad van Toezicht van Stichting Nationaal Museum Paleis Het Loo |
2007-2008 | voorzitter van de Commissie Private Financiering van Infrastructuur |
2020 | publicatie van zijn memoires Balans. Het ging om meer dan geld alleen |
Bevat naast correspondentie (met bijlagen) onder meer (gespreks)notities, aantekeningen en memoranda van Ruding.
Bevat Rudings arbeidsovereenkomsten bij het ministerie van Financiën.
Bevat inleiding van Ruding bij de interpellatie naar aanleiding van het ‘Tante Truus’-interview met hem in Het Vrije Volk van 18 oktober 1984.
Bevat een brief met bijlage van Lubbers naar aanleiding van een artikel van Ruding waarin hij zou hebben voorgesteld te korten op het minimumloon en de sociale voorzieningen.
Bevat aantekeningen van Ruding uit de periode 14 mei-10 juni 2002 over de Tweede Kamerverkiezingen, onder meer van gesprekken met Jan-Peter Balkenende en andere CDA-politici.
Bevat gespreksnotities uit maart-april 2003 over de kabinetsformatie en Rudings mogelijke rol als informateur en correspondentie uit 2006 over het verkiezingsprogramma van het CDA.
Bevat Rudings aantekeningen van een bijeenkomst van de CDA-partijraad van 31 oktober 2009.
Bevat aantekeningen van gesprekken met onder anderen toenmalig minister van Financiën Jan Kees de Jager en Jan-Peter Balkenende over onder meer de opvolging van Nout Wellink als DNB-president en de kabinetsformatie.
Bevat Rudings aantekeningen van gesprekken met toenmalig minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem, Klaas Knot (DNB) en Jan Kees de Jager.
Ruding kreeg de beantwoording van de Kamervragen ter accordering voorgelegd omdat deze ook de periode van zijn ministerschap betroffen. In 2000/2001 was Ruding lid van het bestuur van de ACEA (New York).
Bevat een geprinte versie van het Evangelii Gaudium , de eerste apostolische exhortatie van paus Franciscus, over de verkondiging van het evangelie.
Ruding trad vanaf 1959 jarenlang op als Sinterklaas bij de landelijke inkomsten. Bevat krantenknipsel uit 1961 over Ruding die, in het kader van TV-opnamen, inscheept als Sinterklaas in Spanje.
De navolgende reeks met lezingen en publicaties van Ruding is niet exclusief. Verspreid over het archief zijn stukken van vergelijkbare aard aanwezig, vaak gesignaleerd. Bovendien zijn in verschillende rubrieken inventarisnummers opgenomen met lezingen e.d. over een specifiek onderwerp. Een deel hiervan zit ook in deze aparte reeks, maar de gebruiker zij zich ervan bewust dat dit niet per definitie zo is.
Bevat nota van Ruding over ‘de interpretatie van het begrip liberalisatie in internationale overeenkomsten’.
Bevat stukken betreffende een bezoek van de Amsterdam Business Delegation aan Japan in september 1974.
Bevat tevens teksten van redes van Ruding op (verkiezings)bijeenkomsten van het CDA, jaarvergaderingen van het IMF en de Wereldbank en presentaties van Miljoenennota’s.
Bevat redevoering van Ruding als voorzitter van de jaarvergadering van de Asian Development Bank (ADB) op 25 april 1984 in Amsterdam.
Bevat een memorandum en artikel van Ruding over evenredigheid bij bezuinigingen tussen het Rijk en lagere overheden.
Bevat toespraak van Ruding bij de dankdienst voor de overleden Pieter Lieftinck.
Zie rubriek D1.1 voor lezingen van Ruding in de hoedanigheid van voorzitter van het NCW.
Inventarisnummer 472 bevat een chronologisch overzicht van artikelen en speeches van Ruding in de periode april 1990-mei 2003. Daaropvolgende nummers bevatten overzichten die overeenkomen met de betreffende periode.
Bevat acceptance speech van Ruding bij de ontvangst van de ‘J. William Middendorf Award for excellence in the furtherance of relations between the Netherlands and the United States’ van de Netherlands-American Amity Trust (NAAT).
Bevat Rudings aantekeningen van een gesprek met Februari.
De ‘Verantwoordingsdag’ staat ook bekend als ‘derde woensdag in mei’. In 2001 stond deze in het teken van de zogeheten VBTB-operatie (van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording).
Op het symposium reikte Ruding een bundel uit aan scheidend staatsraad Hans Borstlap over de dertien Miljoenennota-adviezen uit diens periode als lid van de Raad van State.
Voornamelijk met betrekking tot Rudings bijdrage aan het symposium in 2016 met als titel ‘De deugden -liefde, hoop en geloof- in governance, organisatie en bij arbeidsmarktvraagstukken’ (ERGO IV).
Bevat notitie van Ruding uit (september) 1996 met ‘gedachten over de belastingpolitiek in Nederland in de volgende kabinetsperiode’.
De serie interviews is - net als de reeks lezingen - niet exclusief. Verspreid over het archief zijn interviews aanwezig, waarvan niet altijd een exemplaar is opgenomen in de navolgende aparte reeks.
Bevat ‘Hollands dagboek’ van Ruding in NRC Handelsblad van 29 februari 1992 over zijn laatste week als NCW-voorzitter.
Bevat correspondentie met NRC Handelsblad en een brief van Ruding aan Van Haersma Buma in verband met een niet-geplaatst interview met Ruding in 2012 over het CDA. Ruding verweet de krant een anti-CDA houding en partijdidigheid voor een bepaalde vleugel van de partij.
Bevat profielen van Ruding en enkele stukken met betrekking tot de benoeming van Hans Hillen tot directeur Voorlichting bij het ministerie van Financiën, waaronder een lijstje met mogelijke kandidaten.
Bevat profielen van Ruding
Met uitgeschreven teksten van radio- en TV-interviews (met derden).
Met uitgeschreven teksten van radio- en TV-interviews (met derden).
Bevat Rudings aantekeningen van een telefoongesprek met het ministerie van Financiën in verband met uitspraken van ambtenaren in een artikel in Vrij Nederland van 17 augustus 1996, waaruit twijfels aan Rudings integriteit als minister zou blijken.
Het betreft de uitzendingen ‘Het geheim van Lubbers’, ‘Ambtenarenstaking 1983’, ‘De bezuinigingskampioen’ (onderwijsminister Deetman) en ‘De val van het kabinet-Lubbers II’.
Bevat Rudings recensie van H.M.H.A. van der Valks Het internationale monetaire stelsel in een vernieuwingsfase uit 1972.
De stukken hebben betrekking op Rudings functies als ambtenaar van het ministerie van Financiën en bewindvoerder van het IMF.
Enkele stukken betreffen Rudings functie als ambtenaar op het ministerie van Financiën.
Uit de periode 1996-2003 betreft het enkel krantenartikelen.
Bevat artikel van Ruding ‘Reserve-diversificatie, recycling, IMF en de SDR’s’ uit maart 1981, geschreven in de hoedanigheid van bestuurder bij de AMRO Bank.
De vergoeding hing samen met de afspraak dat Ruding voor maximaal vier jaar bij het IMF zou blijven en betrof onder meer de kosten voor zijn huis in Amsterdam.
Bevat twee publicaties (van derden) uit 1972 over arbeiderszelfbestuur in Joegoslavië.
Bevat aantekeningen van Ruding voor zijn afscheidsrede.
Ruding weigerde en bleef bij het IMF in Washington. Bevat Rudings notities van adviesgesprekken met Nout Wellink, Joost van Iersel, Jelle Zijlstra, Roelof Nelissen en Pieter Lieftinck.
Bevat aantekeningen, correspondentie en concepten ten behoeve van Rudings memoires en Rudings verslag van gesprekken met Lubbers op 7 mei 1989, vlak na de kabinetscrisis, en 18 oktober 1989.
Onder meer met betrekking tot het constituerend beraad, waarin door Ruding afgedwongen afspraken werden gemaakt over terugdringing van het financieringstekort in 1983 en daaropvolgende jaren (‘tijdpad 1986’).
Bevat een ‘politiek testament’ van Ruding, waarin hij een overzicht geeft van de onderwerpen (en oplossingen) die volgens hem bij de kabinetsformatie aan de orde moesten komen.
Bevat lange brief (d.d. 11 april 1989) van Ruding voor de ministerraad over het NMP.
Bevat stukken betreffende de plannen voor lastenverlichting uit de wetsvoorstellen-‘Oort’ en de mogelijk ‘denivellerende’ uitwerking hiervan.
Bevat documentatie met betrekking tot de langdurige discussie omtrent de opvolging van Ruud Lubbers als politiek leider van het CDA door één van de zogenoemde ‘kroonprinsen’ (Brinkman, Ruding, Van den Broek).
Bevat veel documentatie, waarvan niet altijd met zekerheid is vast te stellen op welk begrotingsjaar die betrekking heeft. Aangeraden wordt ook aangrenzende inventarisnummers te raadplegen.
De stukken dateren van vóór Rudings ministerschap en hebben vooral betrekking op de CDA-commissie Miljoennenota, waarvan Ruding lid was.
Deels met betrekking tot Rudings hoedanigheid van bestuurder van AMRO Bank en lid van de CDA-commissie Miljoennenota. Bevat aantekeningen van Ruding over de gevolgen van de dalende olieprijzen.
Bevat stukken betreffende de nota ‘In het goede spoor’ van CDA’ers P. Bukman en A.H.A. Veenhof over het te volgen sociaal-economische beleid in de periode 1985-1990.
Met stukken betreffende het rapport ‘Controle grote projecten’ van de Commissie voor de Rijksuitgaven en de Algemene Rekenkamer en een enquête onder bestuurders van de 400 grootste Nederlandse ondernemingen naar de staat en vooruitzichten van de Nederlandse economie, onder meer met betrekking tot arbeidsduurverkoting (adv).
Bevat veel persoonlijke correspondentie (‘blauwe brieven’) met onder meer Lubbers en Bert de Vries. Geordend per begrotingsjaar, op basis van de inhoud van de stukken. Bijvoorbeeld: stukken met betrekking tot de zogeheten ‘kaderbrief 1987’, waarin vroeg in 1986 vooruitgekeken wordt naar de volgende begroting, zijn te vinden in het dossier over 1987.
Bevat dictaat van een door Ruding gehouden gastcollege aan de Universiteit Leiden over openbare financiën.
Bevat stukken betreffende CDA-topberaad over de herijking van het regeerakkoord 1986.
Bevat stukken over de mogelijke afschaffing van de Wet Investeringsrekening (WIR) en de aanwending van de hierdoor vrijkomende gelden.
Bevat bundel ‘Vragen en antwoorden Nota financieel-sociaal-economisch beleid 1988-1990’.
De Studiegroep Begrotingsruimte bestond uit ambtenaren van diverse ministeries en vertegenwoordigers van de Nederlandsche Bank en het Centraal Planbureau.
Bevat een interne notitie over milieuheffingen en collectieve lastendruk.
Bevat correspondentie uit 2017 met betrekking tot de desbetreffende publicaties.
Bevat enkele (originele) stukken uit de jaren ’80
Bevat een beknopte weergave van het begrotingsbeleid en een door Ruding samengesteld overzicht van in de ministerraad besproken onderwerpen met betrekking tot het begrotingsbeleid in de periode 1982 nov-1989 okt.
OW staat voor het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.
Bevat nota ‘Op weg: naar gelijke fiscale behandeling van de (werkende) gehuwde vrouw en haar man, en van deelgenoten van vormen van samenleven en samenwonen’ uit 1979.
Bevat notitie over het CDA-rapport ‘Herziening belastingwetgeving’ uit 1981.
Bevat enkele stukken van na Rudings ministerschap, waaronder notulen van de vergadering van de Raden van Commissarissen en Bestuur van Nationale-Nederlanden van 29 mei 1991.
Bevat documentatie uit 1985, waaronder een interview met Ruding over onder meer een mogelijke belastingverlaging.
Bevat tekst van een toespraak van Lubbers voor de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond (KNBTB) over het thema ‘Naar de toekomst’.
Bevat correspondentie en aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires.
Voornamelijk inventarisnummers 79 en 82 hebben betrekking op de periode van Rudings ministerschap, inventarisnummers 80 en 81 niet of minder, die zijn met name aangelegd ten behoeve van Rudings memoires.
Uit 1991 en 2012 betreft het uitsluitend enkele krantenknipsels.
Bevat stukken betreffende Rudings pleidooi voor afschaffing van de hypotheekrenteaftrek in een uitzending van televisieprogramma Buitenhof op 21 januari 2001.
Bevat stukken betreffende Rudings medewerking aan de biografie van Wim Duisenberg (2003), knipsels over diens vrouw Gretta Duisenberg met wie Ruding in 1987 botste, aantekeningen van een gesprek met Lubbers in 2003 en recentere aantekeningen en documentatie ten behoeve van Rudings memoires.
Bevat interne notities met commentaar op kranten- en tijdschriftartikelen en het proefschrift van K.P. Goudswaard ( Doelstellingen en effecten van de schuldpolitiek ).
Ruding was betrokken bij de fusie als lid van de Raad van Commissarissen van Nationale-Nederlanden.
Een deel van de stukken betreft Rudings periode bij Citibank. Bevat tevens correspondentie en een ingezonden krantenartikel van Ruding met betrekking tot een initiatiefnota van de SP uit 2009 over oprichting van een nieuwe nationale investeringsbank.
Ruding was namens Nederland, als minister van Financiën, lid van de board of governors van de ADB en de Interamerican Development Bank (IDB). Zie ook inventarisnummer 467.
Bevat correspondentie en (ongedateerde) aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires, waaronder een door Ruding samengesteld overzicht van besprekingen in de ministerraad met betrekking tot exportkredietverzekeringen.
De zaak-Hollandia Kloos was omstreden vanwege vermeende bevoordeling door de Nederlandse regering van het bedrijf, dat eigendom was van de familie Lubbers. Minister-president Lubbers zelf was grootaandeelhouder van HKI.
Zie (onder meer) rubriek D3.3 voor stukken over Europese integratie en Europees beleid uit de periode na Rudings ministerschap.
Bevat het ‘Report on economic and monetary union in the European Community’ van de Committee for the Study of Economic and Monetary Union (commissie-Delors).
Bevat recentere (ongedateerde) aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires.
Reciprociteit houdt in dit verband in dat autoriteiten de maatregelen van een ander land toepassen voor de activiteiten van de eigen banken in dat land.
Het interview staat bekend als het ‘Tante Truus’-interview, vanwege Rudings opmerking dat mensen ‘liever dicht bij tante Truus wonen’ dan elders een baan te accepteren. Het overgrote deel van de brieven werd beantwoord met een standaardbrief. Van de verschillende variaties hierop zijn steeds slechts enkele exemplaren bewaard.
Bevat een overzicht van binnengekomen (telefonische) reacties en enkele afschriften van (boze) brieven aan PvdA-politici Joop den Uyl en Marcel van Dam.
Reacties met opmerkingen over de werking van de arbeidsmarkt werden doorgestuurd naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met als doel het inzicht in deze problematiek te vergroten.
Bevat band 2 van het eindrapport van de enquêtecommissie, dat handelt over de neergang en ontbinding van het RSV-concern (1977-1984).
Met name de affaire rondom Slavenburg’s bank deed veel stof opwaaien vanwege verdenkingen dat minister van Justitie Korthals Altes en Ruding het fraude-onderzoek zouden hebben stopgezet in verband met persoonlijke betrokkenheid van eerstgenoemde bij deze bank.
Bevat aantekeningen en correspondentie ten behoeve van Rudings memoires.
Bevat recentere (ongedateerde) aantekeningen en documentatie ten behoeve van Rudings memoires.
Bevat Rudings conceptantwoorden op Kamervragen met betrekking tot de verwachte toename van het aantal bijstandsuitkeringen in relatie tot de rijksbegroting.
Het kabinetsbesluit hing samen met een stuk van Brandt Corstius (onder het pseudoniem Piet Grijs) in Vrij Nederland van 8 november 1984, waarin hij Ruding ‘de Eichmann van onze tijd’ had genoemd.
Bevat recentere (ongedateerde) aantekeningen en documentatie ten behoeve van Rudings memoires.
De stukken hebben betrekking op zowel Rudings ministerschap als zijn functie van voorzitter van het Interim Committee van het IMF, die hij bekleedde van 1985 t/m 1989.
Bevat Rudings aantekeningen van een bijeenkomst in Cannes in juni 1982, waarover verdere contextinformatie ontbreekt.
Bevat teksten van diverse voordrachten over internationale economische samenwerking van Emile van Lennep, voormalig secretaris-generaal van de OECD en minister van Staat.
Bevat een brief van de Amerikaanse president Ronald Reagan aan Ruud Lubbers in verband met het niet benoemd worden van Ruding tot Managing Director.
Bevat correspondentie ten behoeve van Rudings memoires uit 2019, onder meer met betrekking tot (naar eigen zeggen) onjuiste berichten dat hij bij zijn bezoek aan de paus zou hebben gepleit voor geboortebeperking in ontwikkelingslanden. Zie rubriek D.2.5 voor meer stukken over de commissie Justitia en Pax.
Bevat de Nederlandse vertaling en een gedrukte Engelse versie van de nota.
Bevat enkele stukken over het derde sociaal-economische beraad van de KRKS in 1988 met als thema de morele aspecten van het schuldenprobleem van Derde Wereldlanden.
Bevat de reactie van Ruud Lubbers op een notitie van de secretaris van het CIO over externe financiering van kerkelijke activiteiten, alsmede latere documentatie over Hirsch Ballin en stukken betreffende diens Thomas More Lezing uit 2011.
Bevat correspondentie ten behoeve van Rudings memoires en een e-mail uit 2019 aan minister van Financiën Wopke Hoekstra waarin Ruding zijn steun uitspreekt voor de aankoop van aandelen AirFrance KLM door de Nederlandse staat.
Bevat aantekeningen en correspondentie ten behoeve van Rudings memoires.
Onder beschermingsconstructies worden maatregelen verstaan die beursgenoteerde bedrijven beschermen tegen vijandige overnames. Zie ook inventarisnummers 204-205.
Bevat stukken betreffende een door Ruding geleide bijeenkomst op 21 december 1989 in het kader van de uitgave van het boek Competitie en bescherming van de Stichting Maatschappij en Onderneming (SMO), over het Nederlands bedrijfsleven in de Europese concurrentiestrijd.
Deze rubriek bevat de nodige stukken met betrekking tot (bijeenkomsten van) het CDA. Over het algemeen wordt de aanwezigheid hiervan vermeld in de beschrijving of nota bene.
Bevat notitie uit 1984 over de werkrelatie tussen de voorzitter en de algemeen directeur.
Bevat twee opinie-artikelen van Ruding uit september 1991 over het (zijns inziens schadelijke) inkomensbeleid van het kabinet-Lubbers III en aantekeningen van Ruding met betrekking tot bestuurs- en fractiebijeenkomsten van het CDA.
Bevat enkele stukken met betrekking tot het partijbestuur van het CDA.
Bevat jaarrede van Ruding voor het NCW op 2 mei 1991.
Bevat teksten van inleidingen van Ruding op jaarvergaderingen van werkgeversorganisaties in Beieren (‘Die Europäische Gemeinschaft – Ein Europa der Regionen’) en Vlaanderen.
Bevat enkele stukken betreffende het CDA en interviews met, teksten van lezingen van Ruding en zijn artikel in NRC Handelsblad over de top van Maastricht en de EMU.
De Bilderberg-bijeenkomsten van het NCW zijn niet te verwarren met de mede door prins Bernhard georganiseerde internationale Bilderbergconferenties.
Bevat vergaderstukken van het CDA-bestuursweekend van 17-18 januari 1992 en documentatie en aantekeningen van Ruding over christelijk sociaal denken.
Zie inventarisnummers 202-203 voor stukken betreffende beschermingsconstructies tijdens Rudings ministerschap.
Bevat enige correspondentie uit latere jaren en aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires
Met artikelen uit de periode na Rudings voorzitterschap van het NCW.
De stellingen hangen samen met de in mei 1991 gepubliceerde pauselijke encycliek Centesimus Annus .
Bevat correspondentie tussen Ruding en Theo Quené over hun afscheid als, respectievelijk, bestuurslid (in 1992) en voorzitter (in 1996) van de SER.
Bevat recentere (ongedateerde) aantekeningen ten behoeve van Rudings memoires.
Van Rudings standaard afscheidsbrief zijn enkele exemplaren bewaard. De verzendlijsten en ingekomen reacties zijn allemaal bewaard.
Bevat memorandum van Ruding met suggesties voor veranderingen in het internationale financiële stelsel en de rol van het IMF.
Bevat enkele kranteninterviews met Ruding en stukken betreffende berichtgeving over Citicorp/Citibank in Nederlandse en Amerikaanse kranten.
Bevat stukken over de Glass Steagall Act, een in 1999 afgeschafte wet die beperkingen oplegde aan samenwerkingsverbanden tussen commerciële banken en verzekeringsmaatschappijen.
Met stukken betreffende de fusie tussen Citicorp/Citibank en The Travelers Group in 1998.
Ruding maakte deel uit van de Credit Task Force. Bevat Rudings aantekeningen van een reeks gesprekken die hij in het kader hiervan voerde.
Bevat stukken betreffende Rudings bijdrage aan een ‘Senior risk seminar’ in 1994.
Bevat stukken betreffende uitspraken van Ruding in de media over de in zijn ogen laakbare rol van ABN AMRO bij de mislukte beursgang van het internetbedrijf World Online (WOL).
Bevat instructies van Ruding met betrekking tot zijn eigen (telefonische) contacten met klanten en een notitie van zijn hand uit 1995 over een nieuwe focus op ‘target customers’.
Rudings brief ontbreekt.
Bevat verslag van een door Ruding namens Citibank bijgewoonde bijeenkomst in 2001 tussen Philips en de Zuid-Koreaanse joint venture LG.Philips LCD.
Bevat notitie van Ruding van een gesprek met de president van de Zwitserse centrale bank (SNB), onder meer met betrekking tot de negatieve publiciteit voor beide banken.
De lezing van Ruding op de genoemde conferentie ging specifiek over de implicaties van door de commissie-Ruding (zie rubriek D2.4) gedane aanbevelingen voor de activiteiten van Amerikaanse bedrijven in Europa.
Zie rubriek F voor overige nevenfuncties van Ruding uit zijn gehele loopbaan.
Ruding was vanaf juni 1990 tot begin 1992 lid van de Commissie Buitenland van het CDA. Van november 1990 tot eind 1991 trad hij op als voorzitter.
Bevat een resolutie van het partijbestuur met betrekking tot Midden- en Oost-Europa en een advies van de Commissie Buitenland aan het CDA-partijbestuur over de Europese Politieke Unie.
De conferentie van 28 oktober werd georganiseerd in samenwerking met de Konrad Adenauer-Stiftung en de EVP.
Het onderwerp werd besproken in de vergadering van de Commissie Buitenland van 12 maart 1991.
De Committee for the European Monetary Union was een Europese commissie onder leiding van V. Giscard d’Estaing en Helmut Schmidt. Ruding was (plaatsvervangend) lid van eind 1990 tot eind 1992. Sommige stukken zijn (uitsluitend) in het Frans.
Ruding was lid van het bestuur van UNIAPAC vanaf zijn voorzitterschap van NCW en voorzitter van 2000 t/m 2003.
Bevat tevens een inleiding van Ruding op een bijeenkomst van UNIAPAC in 1991 ter gelegenheid van het ‘eeuwfeest’ van de pauselijke encycliek Rerum Novarum .
De commissie-Ruding werd ingesteld door de Europese Commissie naar aanleiding van de publicatie van de 'Guidelines on company taxation' (SEC (90) 601, 20 april 1990). De Française Christiane Scrivener was als Eurocommissaris voor Belastingen verantwoordelijk voor de installatie.
Zie rubriek D.3.4 (‘Europese belastingharmonisatie/Vennootschapsbelasting’) voor meer over dit onderwerp.
Van de Vereniging van de Europese Confederaties van Industrieën en Werkgevers (UNICE) betreft het tevens een reactie op de aanbevelingen uit het rapport van de commissie-Ruding.
De leden van de klankbordgroep adviseerden onder meer over de selectie van commissieleden en de inhoud van het rapport. De meeste van hun commentaren op de teksten zijn te vinden in inventarisnummers 215 en 216.
Bevat een artikel van Ruding in International Economic Insights over de bevindingen van de commissie en enige correspondentie en aantekeningen omtrent (de presentatie van) het eindrapport, onder meer met betrekking tot een interview met Ruding in Het Financieele Dagblad .
Bevat diverse Franstalige teksten ( interventions ) van Scrivener en aantekeningen van Ruding ten behoeve van de persconferentie bij de presentatie van de commissie op 19 december 1990.
Ruding was lid van de pauselijke raad Justitia et Pax van 2002 tot 2012.
Ruding was van 2006 tot 2013 voorzitter van de Raad van Toezicht van Stichting Nationaal Museum Paleis Het Loo.
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2034
niet openbaar [geen ontheffing mogelijk]
Bevat verspreid tevens agenda’s en bijlagen van de vergaderingen van de Raad van Toezicht.
De Commissie private financiering van infrastructuur werd in november 2007 ingesteld door de ministers van Verkeer en Waterstaat en Financiën.
De commissie-Elverding werd in november 2007 ingesteld door de ministers van Verkeer en Waterstaat en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Ruding had geen zitting in deze commissie, maar was er (zijdelings) bij betrokken vanwege de raakvlakken met de Commissie private financiering van infrastructuur.
De commissie werd ingesteld door Europese Commissie-voorzitter José Manuel Barroso en geleid door de Fransman Jacques de Larosière. Ruding was één van de zeven overige leden.
Zie rubriek D3.8 (‘Financiële crisis/(Europees) financieel toezicht’) voor meer over dit onderwerp.
Bevat stukken betreffende de samenstelling en het mandaat van de commissie.
Bevat Rudings aantekeningen van de vergaderingen van de commissie-De Larosière en recentere (ongedateerde) aantekeningen ten behoeve van zijn memoires. Zie ook inventarisnummer 320 (rubriek D3.8.3).
Bij sommige van de volgende thema’s was Ruding betrokken vanuit verschillende functies. Rudings onderwerpsgewijze ordening in dezen is grotendeels gehandhaafd; alleen duidelijk afgebakende, met één van deze onderwerpen samenhangende functies, zoals zijn voorzitterschap van de Committee of Independent Experts on Company Taxation, zijn ondergebracht in rubriek D2.