Stichting 1940-1945

Zoekt u informatie over een verzetsdeelnemer, oorlogsgetroffene, of een lid van zijn of haar familie die bij Stichting 1940-1945 een aanvraag voor hulp of pensioen heeft gedaan? Bekijk dan deze zoekhulp.

Onthulling monument voor Hannie Schaft
Alles uitklappen
  • Stichting 1940-1945 verleende na de Tweede Wereldoorlog (financiële) hulp aan gezinnen van verzetsdeelnemers en andere oorlogsgetroffenen. Het archief van de stichting bevat ruim 83.000 persoonsdossiers met vooral veel aanvragen voor een uitkering in het kader van de Wet buitengewoon pensioen (Wbp) 1940-1945. De dossiers kunnen veel gegevens over verzetsdaden bevatten.
  • Het archief is vanwege privacywetgeving beperkt openbaar (B-beperking). Dit betekent dat u niet zelf in dit archief kunt zoeken of dossiers uit het archief kunt aanvragen. Een medewerker van het Nationaal Archief kan voor u uitzoeken of er een dossier is van de persoon over wie u informatie zoekt. Hiervoor moet u een inzageverzoek indienen. 
  • Het Nationaal Archief bewaart alleen de dossiers uit de periode 1945-2020. Dossiers van na 2020 bevinden zich nog bij de Stichting. Het is nog altijd mogelijk om een aanvraag in te dienen bij Stichting 1940-1945.

Klik op onderstaande knop 'Formulier Stichting '40-'45' en vul het formulier in dat verschijnt. Om het formulier in te kunnen vullen moet u inloggen op de site van het Nationaal Archief. Als u nog geen account bij het Nationaal Archief heeft, kunt u online een account aanmaken.

Lees dit voordat u het formulier invult:

De meeste dossiers van Stichting 1940-1945 staan op één persoonsnaam. Dit kan een verzetsdeelnemer of een oorlogsgetroffene zijn, maar ook een gezinslid (partner, kind(eren) of ouders). Het komt regelmatig voor dat na het overlijden van de eerste aanvrager het dossier op naam is gezet van de erfgenaam (bijvoorbeeld de partner) die ook aanspraak kon maken op de uitkering. 

Daarnaast zijn er dossiers die op meerdere namen staan, zoals de beide namen van een echtpaar en/of de namen van (één van) hun kinderen. Het is daarom van belang dat u op het formulier, naast de gegevens van de verzetsdeelnemer of oorlogsgetroffene, ook de gegevens invult van andere gezinsleden. Dit maakt het voor de onderzoeker van het Nationaal Archief eenvoudiger om het juiste dossier te vinden. 

Dossiers kunnen op naam staan van:

  • De verzetsdeelnemer of oorlogsgetroffene zelf. Als de verzetsdeelnemer of oorlogsgetroffene tijdens de oorlog is omgekomen, zijn aanvragen meestal door gezinsleden gedaan. In een aantal gevallen is postuum een aanvraag voor een verzetsdeelnemer ingediend, of staat het dossier op naam van de omgekomen persoon. 
  • De partner, weduwe of weduwnaar van de verzetsdeelnemer. Als de weduwe is hertrouwd, kan het dossier ook op haar nieuwe achternaam staan.
  • Een kind of de kinderen van de verzetsdeelnemer. Het dossier kan dan staan op de eigen naam van het kind, maar ook op de naam van de voogd van het kind. Is een dochter getrouwd, dan kan het dossier ook staan op haar nieuwe achternaam.
  • Een ouder van de verzetsdeelnemer. Als de moeder is hertrouwd, kan het dossier ook staan op haar nieuwe achternaam.

Als de persoon (of personen) van wie u het dossier wilt bekijken geboren is ná 1 januari 1924, dan hebben we vanwege privacywetgeving soms nog wat documenten nodig. In dat geval ontvangt u een e-mail van ons met uitleg over het document (de documenten) die we nog nodig hebben om het onderzoek te kunnen uitvoeren.

Formulier Stichting '40-'45

Behandeltermijn

U ontvangt een bevestiging wanneer uw verzoek bij het Nationaal Archief is binnengekomen. We laten u vervolgens binnen zes weken weten of we een dossier gevonden hebben en zo ja, hoe u een afspraak voor inzage kunt maken.

Wilt u de dossiers bekijken van meer dan één persoon? 
Stuur dan een e-mail naar: info@nationaalarchief.nl met de vermelding dat u inzage wilt in dossiers uit het archief van Stichting 1940-1945.   
Neem in uw e-mail de volgende gegevens op:

  • de namen van de personen van wie u de dossier zoekt, met de volledige voornamen;
  • de geboortedata van deze personen en bij voorkeur ook de geboorteplaatsen;
  • (bij voorkeur) de namen en geboortedata van gezinsleden, zoals de partner, de kinderen of de ouders. Geef als de weduwe is hertrouwd ook haar nieuwe familienaam;
  • uiteraard mag u altijd extra gegevens toevoegen aan uw inzageverzoek.

Vanwege privacywetgeving moet u voor personen die geboren zijn ná 1 januari 1924 enkele bewijsstukken meesturen. Kies voor meer uitleg een van onderstaande mogelijkheden.

Is de persoon van wie u het dossier wilt bekijken geboren ná 1 januari 1924 én inmiddels overleden, dan moet u een bewijs van overlijden meesturen. Wij accepteren als bewijs van overlijden:

  • een vermelding op de website Oorlogsgravenstichting, of (als de verzetsdeelnemer Joods was) op de website Joods Monument (geef de link naar die vermelding);
  • een foto of scan van een uittreksel uit het overlijdensregister van de burgerlijke stand;
  • een foto of scan van een rouwkaart, rouwadvertentie of bidprentje (de website Mensenlinq  bevat veel rouwadvertenties die sinds 2005 in regionale dagbladen verschenen);
  • een foto of scan van de persoonskaart (op te vragen bij het CBG|Centrum voor Familiegeschiedenis);
  • een foto van de grafsteen met daarop de volledige naam, geboorte- en sterfdatum (goed leesbaar).

Let op: vermeldingen op genealogische websites worden niet geaccepteerd als bewijs van overlijden!

Als u het dossier wilt bekijken van een persoon die nog in leven is, dan hebben we drie documenten nodig:

  • een ondertekende toestemmingsverklaring. Hiermee geeft de persoon u toestemming om archiefstukken over hem/haar op te vragen en te bekijken.
  • een kopie van het identiteitsbewijs van deze persoon. Meer informatie over het maken van een veilige kopie van een identiteitsbewijs vindt u op de website van de Nederlandse overheid.
  • een kopie van uw eigen identiteitsbewijs.

Inhoudelijk kunnen de persoonsdossiers erg van elkaar verschillen. De inhoud kan variëren van één velletje met een verzoek om financiële ondersteuning, tot uitvoerige psychologische rapporten over meerdere gezinsleden en rapporten van gezinsmaatschappelijk werk.

Vaak bevatten de dossiers waardevolle informatie over verzetsactiviteiten.

Een persoon kan meerdere dossiers hebben, of in meerdere dossiers voorkomen:

  • Een persoon kan zich rechtstreeks tot Stichting 1940-1945 hebben gericht met een hulpvraag. In die gevallen is er een districtskantoor-dossier (DK-dossier). Er kunnen meerdere dossiers zijn, als de persoon verhuisde naar een ander district en er een nieuwe aanvraag werd ingediend.
  • Als een persoon een aanvraag heeft gedaan in het kader van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 (Wbp), dan is er een zogenoemd 'sociaal dossier'. Deze dossiers werden aangemaakt door het hoofdkantoor van Stichting 1940-1945.
  • Als meerdere leden uit een gezin een aanvraag hebben gedaan bij Stichting 1940-1945, dan kunnen ze in elkaars dossier voorkomen.

Het archief van de Stichting 1940-1945 bestaat uit drie onderdelen:

Persoonsdossiers 1944-2020, ruim 83.000 dossiers (B-beperkt)
ArchiefnummerNaam
2.19.330Amsterdam
2.19.331 Amsterdam/Noord-Holland/Overleden(OVL)
2.19.332Algemeen Lopend Archief
2.19.333  Eindhoven
2.19.334  Friesland
2.19.335  Gelderland
2.19.336 Groningen
2.19.337  Noord-Holland
2.19.338Overijssel
2.19.339Putten
2.19.340Rotterdam
2.19.341Reg.dossiers
2.19.342Sociaal Lopend
2.19.343Sociaal Oud
2.19.344  Utrecht
2.19.345  Kaartenbakken
Bestuursarchief (B-beperkt)
ArchiefnummerNaamOmschrijving
2.19.347Bestuurs- en organisatiearchiefVergaderstukken en notulen, bevat veel bijzondere persoonsgegevens van personen die in de vergadering behandeld werden. 
Schade Eigen Verzet (A-beperkt tot 2030)
ArchiefnummerNaamOmschrijving
2.19.348Archief 'Schade Eigen Verzet'De regeling 'Schade Eigen Verzet' kwam voort uit de Wet op de Materiële Oorlogsschaden. Het archief bevat korte persoonsdossiers met beknopte rapporten over verzetswerk en geleden financiële schade.

Een referent is een persoon die gevraagd werd om een verklaring af te leggen over het verzetswerk van een ander. Op basis van deze verklaringen bepaalde Stichting 1940-1945 of een persoon recht had op (financiële) steun. Van deze referenten is voor bepaalde districten een referentenbestand aangelegd, ondergebracht in archiefnummer 2.19.345

Het referentenbestand bestaat uit kaarten met de naam van de referent en de namen van de personen voor wie hij of zij als referent heeft opgetreden. Het referentenbestand kan een inkijkje bieden in het netwerk van een verzetsgroep. 

Het referentenbestand is onvolledig en beperkt zich tot de volgende districten:

Districten met een referentenbestand (2.19.345)
InventarisnummerDistrict
69-73Eindhoven
79-84Amsterdam en Noord-Holland
129-135Utrecht
142Arnhem A-N
143Arnhem O-Z, Groningen, Friesland, Drenthe

Wilt u onderzoek doen in het referentenbestand, vul dan het onderstaande formulier 'Verzoek inzage beperkt openbare stukken' in. Bekijk voor meer uitleg hierover het onderdeel 'Zo krijgt u inzage in beperkt openbare archieven voor wetenschappelijk of statstisch onderzoek' in de zoekhulp Inzage in Beperkt openbaar archief.

Verzoek inzage beperkt openbare stukken

Tip! Voor meer informatie over verzetsnetwerken kunt u ook de verzetsrapportages en documentatie van M.M. Oosenbrug bekijken in het Oorlogsarchief van het Nederlandse Rode Kruis (archiefnummer 2.19.303). De heer Oosenbrug was tussen 1980-1999 hoofd Onderzoek van Stichting 1940-1945.

  • Van verzetsdeelnemers die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gearresteerd en naar Duitsland zijn overgebracht, is mogelijk meer informatie te vinden in het Oorlogsarchief van het Nederlandse Rode Kruis (NRK). Bekijk voor meer informatie hierover de zoekhulp Verzet in Nederland, 1940-1945
  • In het NRK-archief zit ook de collectie van M.M. Oosenbrug (archiefnummer 2.19.303). De heer Oosenbrug was tussen 1980-1999 hoofd Onderzoek van Stichting 1940-1945. Zijn archief bevat verzetsrapportages en documentatie over verschillende verzetsdeelnemers en verzetsgroepen, maar ook over collaborateurs. Dit archief is openbaar. U kunt hier zelf onderzoek in doen.

Stichting 1940-1945 werd opgericht in oktober 1944 als Stichting 1940-1944 en wijzigde later haar naam. De stichting begon direct na de bevrijding met hulpverlening aan verzetsdeelnemers en aan gezinnen van overleden verzetsdeelnemers. De stichting kreeg verschillende soorten hulpvragen, zoals verzoeken om kleding, financiële hulp voor het afronden van een opleiding of bemiddeling bij een medische behandeling.

Wanneer iemand een aanvraag indiende, werd een persoonsdossier aangelegd. Meestal staat een dossier op één naam, maar in een flink aantal gevallen staat het dossier op naam van meerdere personen. Bij overlijden werd het persoonsdossier vaak overgezet op naam van de erfgenaam (meestal de partner).

Het grootste gedeelte (circa 80%) van de persoonsdossiers is aangelegd vanwege de aanvragen die binnenkwamen in het kader van de Wet buitengewoon pensioen (Wbp), die in 1947 werd ingesteld. De stichting kreeg toen als taak om de verzetsdaden waarop de aanvragen waren gebaseerd te onderzoeken en de beslissende instanties te adviseren. Ook verzorgde de stichting de uitbetaling van de vergoeding of de uitkering.

In het begin beperkte de stichting haar hulp tot verzetsdeelnemers die deel hadden genomen aan het binnenlandse verzet. Vanaf 1952 werd de groep uitgebreid met personen die oorspronkelijk geen gebruik konden maken van de Wet buitengewoon pensioen. Dit kon via de ACBU-regeling (Adviescommissie Bijzondere Uitkeringen). Hierdoor kwamen ook de volgende personen in aanmerking voor een uitkering uit de Wet buitengewoon pensioen:

  • slachtoffers van wraakacties van de Duitse bezetter
  • gijzelaars
  • Engelandvaarders
  • mensen die door het verzet van anderen lichamelijk letsel hadden opgelopen
  • mensen die in het buitenland verzet hadden gepleegd
  • mensen die al voor de oorlog verzet hadden gepleegd en daarvoor vervolgd waren door de Duitse bezetter.

In 1978 werd deze regeling in de wet vastgelegd (Koninklijk Besluit van 8 juli 1978, Staatsblad 1978, 422). Het werd toen ook mogelijk voor kinderen van verzetsdeelnemers om een aanvraag bij de stichting te doen als ze psychische problemen hadden gekregen die het gevolg waren van de verzetsdeelname van hun ouder(s). 

  • F. Boucher, E. Kalkman en D. Schaap, Woord gehouden. Veertig jaar Stichting 1940-1945 ('s-Gravenhage 1985)
  • J. Driever en O. Sinke, De onderlinge belofte. Zeventig jaar Stichting 1940-1945 (Amsterdam 2015)
  • Wet buitengewoon pensioen 1940-1945