Van de talrijke goederen, die Jan II van Polanen kreeg door toedoen van Willem van Duvenvoorde
Een uitvoerige beschrijving van de politieke en financieele manipulaties van W. van Duvenvoorde vindt men in J. Cuvelier, Les origines de la fortune de la maison d'Orange-Nassau, 1921
, was het land van Breda het voornaamste. Omtrent het ontstaan is weinig bekend. Van het land van Strijen, dat begrensd werd door de Striene, de Maas, de Donge en het graafschap Rijen, kwam het noordelijke deel, dat den naam Strijen behield, aan Holland; in het zuidelijke, dat aan Brabant bleef, trad in 1125 een heer van Breda op. De grens tusschen beide deelen liep over Oosterhout, dat Brabantsch, en Zevenbergen, dat Hollandsch was, naar Steenbergen en Bergen op Zoom. Omstreeks 1190 droeg Godfried van Schoten de burcht van Breda met zijn daar omheen liggende allodia op aan den hertog van Brabant, die er Godfried mede beleende onder uitbreiding van het gebied met de vennen aan de noordwestzijde tot aan het land van Strijen. Dit land van Breda werd in 1287 tusschen twee zusterszoons gesplitst in het land van Breda en dat van Bergen op Zoom; een gedeelte waarin Steenbergen, Gastel, Oudenbosch, Standaardbuiten, Fijnaart en Heiningen lagen, bleef gemeenschappelijk eigendom van beiden tot 1458. Een omschrijving van hetgeen tot het land van Breda behoorde, geeft de deelingsakte van 1287 evenmin als de akte van 1350, waarbij de hertog van Brabant de heerlijkheid aan Jan II van Polanen verkocht. Eerst van het jaar 1474 is een denombrement bekendNass. Dom. toegang 1.08.11, inv. no. 7938, fol. 38
, waarin wordt opgesomd wat het land omvatte, n.l. de stad Breda met het slot, de stad Steenbergen (d.w.z. sinds 1458, in welk jaar Breda van het gemeenschappelijk gebleven land, Steenbergen met het Kruisland kreeg), voorts Rozendaal, Nispen, Etten, de Haghe (= Princenhage), Terheiden, Zonzeel (het tegenwoordige Langeweg), Oosterhout met het slot (het zogenaamde huis te Strijen), Gilze, Ginneken, Alfen, Baarle, Rijsbergen, Groot en Klein Zundert en Dongen, Hier bezat de heer de hooge heerlijkheid. Verder had hij, zooals het denombrement zegt, een smalheerlijkheid in Groot Zundert, de smalheerlijkheid van het goed Gageldonk benevens een andere smalheerlijkheid met "wat cijnzen en renten in de parochies Rosendaal, Nispen, Woude en de Haghe gelegen". Met het laatste zijn onderdeelen bedoeld van het gecompliceerde goed van Gageldonk-Hambroek, waartoe ook goederen te Sprundel behoordenZie over Gageldonk mr. F. F. X. Cerutti in Jaarboek van den Oudheidkundigen kring "De Ghulden Roos" te Roosendaal, V (1945)
Dat de heerlijkheid Gageldonk-Hambroek en een deel van Zundert in een andere verhouding tot den heer stonden, vindt zijn reden in de omstandigheid, dat zij niet tezamen met het overige land van Breda door den hertog in leen zijn uitgegeven
Zie Kleyn a.w. blz. 67
. Deze had bij de uitgifte een uitzondering gemaakt voor de goederen, die reeds door ministerialen van hem in leen werden gehouden en waarvan de hooge heerlijkheid aan den hertog was verbleven. In PrincenhageZie over Princenhage G. C. A. Juten, De parochiën in het bisdom Breda
had Gageldonk-Hambroek een eigen leenhof en laathof. Het ressort van genoemde hoven vormde dat gedeelte van Hage, dat later Hage onder den Hertog werd genoemd in tegenstelling met Hage-Nassau of PrincenhageOok van Zundert
Zie prof. mr. van der Hoeven a.w. en G. C. A. Juten als boven. Een denombrement van Zundert-hertog van 1440 is te vinden in Nass. Dom. toegang 1.08.11, inv. no. 7938, blz. 112
. was een deel aan den hertog verbleven. Dit was als lage heerlijkheid aan het geslacht Montenaken en vervolgens aan dat van Schoonhoven als leen gegeven. De hooge heerlijkheid van dit leen werd met die van Hage-Hertog, Sprundel-Hertog en het gedeelte van Nispen onder den Hertog in 1388 door Johanna, hertogin van Brabant aan Jan van Polanen verpand en niet meer afgelost. Wat de heerlijkheden zelve met de lage rechtspraak betreft, Gageldonk-Hambroek werd in 1458 door Willem de Bye, Zundert-Hertog in 1464 door Johanna van Schoonhoven aan den heer van Breda verkochtBuiten den laathof van Gageldonk-Hambroek waren er te Princenhage nog twee andere laathoven, nl. van het goed Ten Houte, dat reeds in de 14de eeuw door den heer van Breda in leen werd uitgegeven, en van het goed Burgst, een al omstreeks 1312 vermeld Brabantsch leen. De vrije rijksabdij Thorn bezat laathoven in Gilze en Baarle, terwijl aan de abdij van St. Bavo te Gent een hof te Sombeke behoorde, dat eenige rechten en inkomsten te Rijsbergen en Zundert genoot
Zie G. C. A. Juten, Het hof Sombeke, in Taxandria XXXV, blz. 284
. Thorn behield zijn rechten tot de opheffing van de abdij in 1797, de rechten van St. Bavo werden in 1523 aan den heer van Breda verkochtDongen, Wagenberg en het huis te Strijen maakten aanvankelijk geen deel uit van het land van Breda al werden zij gaandeweg beschouwd als ertoe te behooren. Met Dongen werd Willem van Duvenvoorde, heer van Oosterhout, in 1329 door Willem van Horne en Altena als met een Brabantsch leen beleend. In 1350 verkocht hij het, met veel terrein vergroot, als leen van Oosterhout aan zijn dochter BEATRIJS, vrouw van Roelof van Dalem. Haar zoon werd er in 1357 door Jan van Polanen mede beleend, nadat Willem van Oosterhout, zoon van Willem van Duvenvoorde, afstand had gedaan van door hem gepretendeerde leenheersrechten. De nakomelingen van Roelof en Beatrijs van Dalem bleven in het bezit van Dongen, totdat het in 1500 door de hoofdbank van Breda verbeurdverklaard werd wegens wangedrag bedreven door Joost van Dongen
Ook het archief van de familie van Dalem kwam in het bezit van den heer van Breda, hetgeen de aanwezigheid verklaart van een aantal personalia en stukken betreffende goederen in het land van Altena en elders, die met de verbeurdverklaring niets uitstaande hadden. Dit archief is, als een geheel beschreven, als aanhangsel geplaatst achter de beschrijving van de stukken, aangaande het land van Breda en Steenbergen
. Daarna werd het niet meer in leen uitgegevenIn 1324 verwierf Willem van Duvenvoorde het bij Oosterhout op de Brabantsch-Hollandsche grens gelegen huis te Strijen, terwijl hij in 1349 beleend werd met de hooge heerlijkheid Wagenberg. Wagenberg evenals Zundert en Gageldonk
Hoewel dit op verzoek van graaf Jan van Nassau in 1460 door den hertog met Breda werd vereenigd tot een "onverscheyden leen" (Regentenlijst no. 1817)
. worden bij de latere beleeningen met stad en land van Breda als afzonderlijke leenen ontvangenDe heerlijkheid Breda was souverein behoudens leenhulde aan Brabant en bezat de gebruikelijke regalia. In het geheele land gold het recht van Breda, uitgezonderd binnen de "Palen van de Hoeven van Etten". Deze palen begrensden een gebied, dat oorspronkelijk uit moeren had bestaan en waar recht gesproken werd volgens het Hoevensche charter, door Hendrik van Breda in 1267 bij de uitgifte dier moeren verleend. Breda had de crimineele rechtspraak over de dorpen in het land behalve over Oosterhout en Roozendaal, die vrije heerlijkheden waren. Van vonnissen, gewezen te Breda, bestond reformatie bij den Raad van Brabant. De pretensie van de bank van Santhoven als zou Breda als deel van het land van Rijen onder haar ressort vallen, werd met goed gevolg afgewezen; wel gold dit voor de bovengenoemde gerechten van Zundert-, Hage-, en Sprundel-Hertog en Nispen
Zie Recueil des anciennes coutumes de la Belgique, Brabant, Santhoven blz. 204, 494
Steenbergen
Zie W. Bezemer. Oude rechten van Steenbergen, Werken der Ver. tot uitgave der bronnen van het O. Vad. Recht 1e reeks no 20)
, dat vóór de verdeeling in 1287 deel had uitgemaakt van het land van Breda en daarna bijna twee eeuwen lang gemeenschappelijk bezit van Breda en Bergen op Zoom bleef, werd, ook nadat het in 1458 aan Breda was toegewezen, als een afzonderlijke heerlijkheid beschouwd. Het werd niet gerekend tot hetgeen later (eind 16e, begin 17e eeuw) de baronie van Breda werd genoemd, hoewel het met Breda tot één leen werd ontvangen en het in het denombrement dier heerlijkheid van 1474 als deel daarvan voorkomt. Van vonnissen in civiele zaken was evenals dat bij de dorpen in de baronie het geval was appèl op de Hoofdbank te Breda en halszaken werden door den drossaard van Breda berecht. De benaming baronie voor het land van Breda komt in de middeleeuwen niet voor; de titel luidt voor prins Willem I evenmin baron doch heer al worden in de 15e eeuw de graven van Nassau door den hertog van Brabant baanrotsen genoemd. Prins Willem evenwel wordt door den keizer baanderheer van Breda geheeten en betitelt zichzelf heer en baron van BredaBreda werd door de Nassaus als hun voornaamste bezitting beschouwd
In zijn Apologie (uitgave 1858, blz. 58) zegt de prins, sprekende van de erfenis van René van Chalon: "Quant á la succession de Nassau qu'on appelle communément de Breda pour estre le lieu principal de mes seigneuries et où moi et mes prédecesseurs avons tenu nos chambres de comptes, conceil et principauls enseignemens" etc
. Wellicht mede door zijn gunstige ligging tusschen noord en zuid, was het hun geliefkoosde verblijfplaats, het middelpunt van de administratie en de centrale bewaarplaats van de archieven hunner verspreide bezittingenZie Th. E. van Goor, Beschrijving der stadt en lande van Breda, 1744; Mr. A. G. Kleyn, Geschiedenis van het land en de heeren van Breda tot het tijdstip der afscheiding van Bergen op Zoom, 1861; Prof. mr. H. van der Hoeven, Bijdragen tot de kennis van de geschiedenis van Zundert en Wernhout 1920, waarin op blz. 74 een rapport van mr. C. C. D. Ebell over den oorsprong van Breda; G. C. A. Juten, De oudste heeren van Breda, Taxandria xii en verder Tax. passim; G. C. A. Juten, De Parochiën in het bisdom Breda, 1935. Jhr. dr. Th. van Rheineck Leyssius, De oudste heeren van Stryen, in De Nederlandsche Leeuw 1931, een antwoord hierop van G. C. A. Juten in Taxandria XXXVIII, repliek in De Ned. Leeuw van 1932 en dupliek in Tax. XXXIX
De kern van dit goederencomplex werd gevormd door de heerlijkheid Hage-Hertog of Gageldonk te Princenhage. Behalve onder deze heerlijkheid gelegen goederen behoorden tot het "goed Gageldonk" een aantal goederen en inkomsten onder Roosendaal, Nispen en Wouw. Het is waarschijnlijk, maar nog niet te bewijzen, dat de beide complexen oorspronkelijk een geheel hebben uitgemaakt. De heerlijkheid te Princenhage
Beschrijvingen van het goed in Inv. no. 105 en Nass. Dom. toegang 1.08.11, inv. no. 7938, blz. 116 en vlg
bestond uit het huis Gageldonk met 2 bunder land binnen de grachten en nog 81 bunder daarbuiten benevens het aangrenzende huis Hambroek c.a. Als bezitters van Gageldonk worden vermeld Otto van de Lek en Willem, heer van Berg, die het van hem in 1429 krijgt. Laatstgenoemde verkoopt het in 1435 aan Willem de Bye, die het in 1458 aan graaf Jan van Nassau verkooptVan Hambroek wordt bij de beleening van Beatrijs Peters dochter van Hambroek gezegd, dat zij de helft van het goed van Gageldonk in leen heeft, nl. het Hof van Hambroek met 5 bunder er omheen en nog 26 bunder land. Gageldonk en Hambroek zijn dus oorspronkelijk één geweest
L. Galesloot, Inv. des arch. de la cour féodale Brabant, I, blz. 170 noot 8 wijst er op, dat G. en H. twee afzonderlijke leenen waren
. Te zamen moeten zij den hertog bij heervaart 2 gewapende mannen, één wagen met 4 paarden en 2 knechten leverenOp Beatrijs van Hambroek volgt haar zoon Peter van Hambroek, die in de stukken voorkomt van 1404-1419; in 1418 is Peter van Hambroek, geheeten van Beversluys, bezitter. Jan van Beversluys verkoopt het in 1445 aan Willem de Bye, die het in 1458 tesamen met Gageldonk aan Jan van Nassau verkoopt. Deze wordt in 1460 met beide beleend om ze met het land van Breda tot één leen vereenigd te bezitten
De Roosendaalsche goederen
Een beschrijving van de goederen in toegang 1.08.11, inv. no. 7938, blz. 116
. waren sinds 1408 bezit van de familie van Grimmesteyn. Aechtejacobs dochter van Grimmesteyn, gehuwd met Walraven, bastaard van Berchem, werd er in 1464 mede beleend na doode van haar oom Jan maar eveneens diens neef Jan Stedynxsz. (later Steynsz). Aechte verkocht haar aanspraken in 1466 aan graaf Jan van Nassau maar nog in 1471 werd Cornelis van Bruheze, neef van Jan Steynsz., met Gageldonk beleend. In 1480 echter ontving graaf Engelbrecht II van Nassau de goederen in leen, die in hetzelfde jaar die onder Wouw en Heerle aan den heer van Bergen op Zoom verkochtCommissie van Breda, vervolg no. 753
Zie mr. F. F. X. Cerutti a.w.
Reg. no. 96
regest_nummer 96 1307 December 17
regest_beschrijving Raes, heer van Liedekerke, Breda en Boenlare, verklaart, dat Godevert van Bergen, zijn drossaard, hem voldaan heeft wat betreft het leen te Bergen, dat deze van hem verworven heeft.
regest_datering (des Sonnendages na Sente Luciën dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 100). Het zegel van den oorkonder verloren.
regest_nb Gedrukt in Taxandria XXXII, bl. 313.
Reg. no. 115
regest_nummer 115 1312 Februari 29
regest_beschrijving Rase, heer van Lyedekerke en Breda, verkoopt aan Godevert van Berghen op den Zoem een goed, dat behoorde tot Gagheldonc en gelegen is te Rosendale, Nispen en Woude, waaronder 9 pond leuvensch jaarlijks in de bede van Rosendale en een rente van 25 pond jaarlijks, gevestigd op het goed, dat behoort tot de woning van Gagheldonc, losbaar met den penning 16.
regest_datering (des Dinsendaghes na Sente Machtijs' dach).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 100). Met rest van het zegel van Jan hertog van Brabant, als leenheer en de zegels van Raso en zijn broeder heer Philips, heer van Ulvenhout, in bruine was; dat van hun broeder Zegher, heer van Boellaer, verloren.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1422 Augustus 2 (Reg.No. 1170).
Reg. nos. 115 en 1170
regest_nummer 1170 1422 Augustus 2
regest_beschrijving Judocus van Alkeren, prior van het klooster van Sint. Maria van de orde van Sint. Guilhelmus te Huberghen, geeft vidimus van de akte dd. 1312 Februari 29 (Reg.No. 115).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 100). Met rest van het priorszegel in groene was.
Reg. no. 81
regest_nummer 81 1299 December 13
regest_beschrijving Rase van Gavere, heer van Liedekerke en Breda, geeft Herman Godeverdsz. van Berghen, drossaard van Breda, 25 pond jaarlijks uit het wijngeleide te Berghen na aflossing aan heer Jan van Cruninghen, die ze van Reiner van Mille had gekregen.
regest_datering (Sondagh na Senter Claus' dach im wintere).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 100). Met weinig geschonden zegel van den oorkonder met contrazegel in groene was.
Het charter bevindt zich in de Coll. v. Nispen: toegang 1.13.09, inv. no. 57.
Reg. no. 463
regest_nummer 463 1350 Februari 19
regest_beschrijving Alsteen van Ursele ruilt met zijn neef, heer Gherard Hermansz., ridder, al zijn goed in Gagheldonc, dat aan Godevaert Alsteensz. behoorde, tegen 15½ gemet land in Borchvliet.
regest_datering (op den Vrydach na Sente Valentijns dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 101). Met de zegels van den oorkonder en van diens broeder Reynder in groene was, waarvan het eerste geschonden.
Reg. nos. 348, 350, 642, 955, 1048 en 1060
Reg. no. 348
regest_nummer 348 1342 September 15
regest_beschrijving Godevaert van der Dijlf, ridder, verkoopt aan Jan Jacobsz., geheeten Jan Mire Vrouwenzoon, een rente, groot 5 schellingen, 6 penningen oude grooten en 2 engelsche jaarlijks uit de bede van Rosendale.
regest_datering (des Sondaechs voor Sente Lambrechts dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 102). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 642
regest_nummer 642 1366 November 13
regest_beschrijving Vrancke van Borselen, ridder, heer van Ettenhove en Akeren, en Machtelt zijn vrouw, verkoopen aan hun oom Jacob van Grymmesteine, 23 schellingen en 5 oude engelsche grooten jaarlijks uit de jaarbede van Rosendael, 9 schellingen vlaamsch ten laste van Zoete van de Neste, 16 moutons uit het goed te Gastel, 3 oude realen ten laste van Bette Pietersz. te Steenbergen, 5 schellingen 2½ penning ten laste van Pieter Martijnsz. en 12 schellingen uit het land te Halsteren.
regest_datering (des Vrydachs na Sente Martijns dach in den winter).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 102). Met rest van het zegel van Vranck van Borselen; dat van zijn vrouw geschonden, beide in groene was.
Reg. no. 955
regest_nummer 955 1408 October 16
regest_beschrijving Jan van den Lare, Wouter, Aert en Gielijs van den Broeke, Costijn van den Lare en Jan van Wesenbeke, mannen van het Hof van Zanthoven, bevestigen, dat Jan van Remysteyn zijn goederen te Rosendale, Nyspen, Haerle en Woude met bijbehoorende heerlijkheden, geheeten "Her Hugenrecht, die men noemt de goederen van Gageldonc", in leen heeft van den hertog van Brabant.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 102). Met de zegels van de zes oorkonders in groene was, alle min of meer geschonden.
Reg. no. 1048
regest_nummer 1048 1416 Juli 16
regest_beschrijving Jan, hertog van Brabant enz., gelast den schout van Antwerpen en markgraaf van het land van Riën om Jan van Grymmesteyn in het bezit te stellen van Gageldonck en verdere goederen, die hij te Rosendale, Nespen en elders in de heerlijkheid Breda van den hertog in leen heeft, en waarin hij door Engelbrecht, graaf van Nassow, heer van de Leck en Breda, wordt lastig gevallen.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 102). Met het zegel van den oorkonder in roode was.
Reg. no. 1060
regest_nummer 1060 1417 Juli 1
regest_beschrijving Philips van den Couderborch, ridder, schout van Antwerpen en markgraaf van het land van Riën, gelast aan schepenen van Jan van Grymmesteyn te Nespen en te Rosendale, rechtszitting te houden, wanneer Goessen Pelgrym, schout van Jan van Grijmmesteyn, dat verzoekt.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 102). Met het zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 350
regest_nummer 350 1342 December 7
regest_beschrijving Costijn van Renisse, ridder, draagt over aan Jan Jacopsz., geheeten Jan Mire Vrouwenzoon, een rente groot 5 schellingen, 6 penningen oude grooten en 2 engelsche jaarlijks uit de bede van Rosendale.
regest_datering (in Onser Vrouwen avond veroelne).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 102). Met geschonden zegel van den oorkonder.
Het charter bevindt zich in de Coll. v. Nispen: toegang 1.13.09, inv. no. 22.
Reg. no. 2049
regest_nummer 2049 1479 Januari 28
regest_beschrijving Joosse Raessens verklaart, ten overstaan van den notaris Jacob Verleijs e.a. getuigen, dat Cornelis Gheertsz., vleeschhouwer te Berghen, en Cornelie Jans dochter van Hulstraten, zijn vrouw, hun aanspraken op de heerlijkheid sHeer Hugen gerecht of Gageldong, gelegen te Nispen, Rosendale, Woude en Heerle en laatstelijk toebehoord hebbende aan Jan van Grijmmersteyn, voor 50 rijnsche guldens verkocht hebben aan de heeren van Nassouw en Bergen.
regest_datering (na costume sHoofs van Ludick te Bergen in mijns heeren van Bergen slaepcamer).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 103). Met handteekening van den notaris.
De lijst bevindt zich in de Coll. v. Nispen: toegang 1.13.09, inv.nr. 46.
Reg. nos. 2755 en 2761
regest_nummer 2755 1527 Juli 1
regest_beschrijving P. Middelborch, secretaris en griffier van het Leenhof van Brabant, schrijft aan Henrik Montens, rentmeester van Breda, ervoor te zorgen, dat het leen, bestaande in 20 schellingen uit de bede te Rosendale en Nyspen, 9 pond Leuvensch aan erfcijns te Wouw en 25 zwarten te Nyspen, te Harelle en uit den Hof van Gageldonck, opnieuw in leen ontvangen wordt van den hertog van Brabant, hetgeen na het overlijden van graaf Engelbrecht van Nassau nog niet is geschied.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 105). Hieraan vastgehecht de brief dd. 1528 Juli 6 (Reg.No. 2761), een extract uit het leenboek betreffende Gageldonk en Hambroek, en een declaratie van kosten, gemaakt door Jan van der Straten, man van de oudste dochter van Gijsbrecht de Bye, voor zijn reis naar Brussel.
regest_nummer 2761 1528 Juli 6
regest_beschrijving Peter Middelborch, secretaris en griffier van de leenen van Brabant, beveelt den erfgenamen van Willem de Bye, binnen 14 dagen te Bruessel te komen om beleend te worden met de helft van Gageldonck.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 105). Vastgehecht aan den brief dd. 1527 Juli 1 (Reg.No. 2755).
Reg. no. 787
regest_nummer 787 1388 Maart 8
regest_beschrijving Jehanne, hertogin van Brabant enz., verpandt aan heer Jan van Pollanen, heer van de Leck en Breda, haar rechten op Groot en Klein Sundert, de Hage, Sprundel en Yspen behoudens het recht om bede te zetten, voor 1000 franken, losbaar met hetzelfde bedrag.
regest_datering (Bruessel MCCC seven ende tachtentich na costume des Hoefs van Cameric).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 106). Met het zegel van de oorkondster in bruine, dat van Jan, heer van Bouchout, ridder, burggraaf van Brussel, in groene was en geschonden en rest van dat van Reynier Hollant, rentmeester van Brabant, in groene was.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1416 Maart 4 (Reg.No. 1046).
regest_nb c) Gevidimeerd in den brief 1551 April 6 (Reg.No. 3239).
regest_nb d) Authentiek afschrift dd. 1550/1551 (Inv.No. 109).
regest_nb Gedrukt bij H. van der Hoeven, Zundert en Wernhout bl. 125.
Reg. no. 1876
regest_nummer 1876 1464 Mei 1
regest_beschrijving Johan, graaf van Nassouw, Vyanden en Dyetz, heer van Breda, en zijn vrouw Mary van Loon, en Willem van der Marck, zoon van Arenbergh, en zijn vrouw Johanna van Schoenhoven ruilen de heerlijkheden Lumpmen en Sundert.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 107). De zegels van graaf Jan van Nassouw, Willem van der Marck en Johanna van Schoonhoven verloren; dat van Mary van Loon in roode was en geschonden.
regest_nb Gedrukt bij H. v. d. Hoeven, Zundert en Wernhout, bl. 120.
Reg. no. 1941
regest_nummer 1941 1471 Februari 9
regest_beschrijving Kaerle, hertog van Bourgoignen enz., oorkondt, dat Johanne van Schoenhoven en haar echtgenoot heer Willem van der Mercke, ridder, heer van Lumpmen en Pere, tengevolge van een ruil, aan het Leenhof van Brabandt hebben opgedragen de heerlijkheid Zundert ten behoeve van Jan, graaf van Nassau en Dijts, heer van Breda enz., en Marie van Loon, zijn gemalin, die er vervolgens mede beleend zijn.
regest_datering (duysent vierhondert ende tseventich).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 107). Met de zegels van den oorkonder, Conrart van der Meeren, Jan Bernaige, Augustijn van der Borchoven en Peter van Brymeu, ridders, in roode was en geschonden, waarvan het eerste met contrazegel; die van Geldolf van der Noot, Cornelis van Coensborch, Henricus de Witte en Gheert Brant in groene was, waarvan het voorlaatste geschonden; dat van Claes Gony verloren.
regest_nb b) Afschrift (Inv.No. 109).
regest_nb Gedrukt bij H. van der Hoeven, a. w., bl. 122.
Reg. nos. 2711-2715 en 2717.
regest_nummer 2711 1523 Juni 27
regest_beschrijving P. Vierling schrijft aan zijn broeder Claes, griffier te Breda, dat hij den abt van St. Bavon gesproken heeft te Anvers, die voor het transport van zijn heerlijkheid te Rijsbergen 31 gulden vroeg; dat hij evenwel meent, dat hem daarvoor, het jachtrecht inbegrepen, op zijn hoogst evenveel toekomt als zijn rente bedraagt, n.l. 3 à 4 gulden, en verzoekt hem dat aan den markgraaf mede te deelen alsook aan den heer van Mal, wanneer deze te Breda is; voorts verzoekt hij den markgraaf te melden, dat hij 89 gld. heeft ontvangen van den heer van Verre.
regest_datering (Malines).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 108). Met sluitzegel van Pasquier Vierling.
regest_nummer 2712 1523 Augustus 28
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Diest machtigen Pasquier Vierlinck, raad en rentmeester van den heer van Nassou, om voor schepenen van Antwerpen een rente van 3 pond brabantsch jaarlijks te vestigen op haar hal, geheeten de Colve, in die stad aan de Z.zijde van de Groote Markt, ten behoeve van de abdij van St. Baef te Ghend in ruil voor de haar toekomende rechten en inkomsten te Rijsberghe en Zundert.
regest_datering
regest_nb Geïnsereerd in den brief dd. 1523 November 29 (Reg.No. 2717).
regest_nummer 2713 1523 October 19
regest_beschrijving Lievin, abt van St. Bavo, schrijft aan mr. Parschier Vierlinc, ontvanger-generaal van den heer van Nassou, dat hij den brief van den heer van Ymmersele aan Jan van Belle gelezen, en daaruit gezien heeft, dat Vierlinc hem voor de heerlijke rechten in Rijsberghe en Zundert een rente van 3 pond jaarlijks wil geven; hij zal de door den heer van Nassou gevraagde grossen zenden, verzoekt een verklaring van dezen, dat hij geen recht heeft op de collatie van de benefecies in de kerk van Rijsberghe, die ter begeving van de abdij staan, en stelt den dag der samenkomst te Zundert en Rijsberghen onbepaald uit.
regest_datering (Loo Christi).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 108).
regest_nummer 2714 1523 November 2
regest_beschrijving Kaerle, keizer etc., geeft op verzoek van Handric, graaf van Nassou, Vianden etc., heer van Breda, Diest etc., toestemming tot den ruil, vermeld in den brief dd. 1523 Augustus 28 (Reg.No. 2712).
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Geïnsereerd in den brief d.d. 1523 November 29 (Reg.No. 2717).
regest_nummer 2715 1523 November 10
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Antwerpen oorkonden, dat mr. Pasquier Vierlinck, als gemachtigde van de stad Diest, een rente van 3 pond brabantsch jaarlijks heeft gevestigd op de hal van die stad te Antwerpen, geheeten de Colve, ten behoeve van de abdij van St. Baef bij Gendt.
regest_datering
regest_nb Geïnsereerd in den brief d.d. 1523 November 29 (Reg.No. 2717).
Reg. nos. 2712, 2714, 2715 en 2717.
regest_nummer 2717 1523 November 29
regest_beschrijving Lievin, abt, en convent van Sente Baef te Ghendt geven Henryc, graaf van Nassow, Vianden, Catzenelleboge etc., hun renten, cijnzen en andere rechten te Rijsbergen en Zundert, waarop zij door inningsonkosten verloren, onder voorbehoud van hun patronaatsrechten, in ruil voor een rente, groot 3 pond brabantsch jaarlijks, gevestigd op de hal, geheeten de Colve, van de stad Diest op de markt te Antwerpen, ingevolge akte van procuratie dd. 28 Augustus, octrooi van den keizer dd. 2 November en schepenakte van Antwerpen dd. 10 November 1523 (Reg. Nos. 2712, 2714, en 2715), alle hierin geïnsereerd.
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 108). Met het zegel van den abt in roode, dat van het convent in groene was en geschonden.
regest_nb b) Minuut (Inv.No. 108).
regest_nb c) Afschrift (Inv.No. 108).
Reg. nos. 787, 1046, 1941, 3240-3243 en 3251.
De denombrementen zijn gebonden in Inv. Nass. toegang 1.08.11, inv. no. 7938, blz. 38
regest_nummer 1046 1416 Maart 4
regest_beschrijving Deken en kapittel van Beata Maria te Breda geven vidimus van den brief dd. 1388 Maart 8 (Reg.No. 787).
regest_datering (secundum stilum curie Leodiensis).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 109).
regest_nummer 3240 1551 Mei 6
regest_beschrijving Marie, koningin-weduwe van Hongarije, Bohème etc., regentes, gelast den raad van den prins van Orenges, nogmaals alle origineele stukken met betrekking tot de verpanding van Groot- en Klein-Zundert, Hage, Sprundel en Nispen aan die van de Financiën te zenden, omdat de keizer die wil aflossen.
regest_datering (Bruxelles).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 109). Met sluitzegel onder papier.
regest_nummer 3241 1551 Mei 11
regest_beschrijving Jehan de Renesse, Estienne van den Berch en Michiel Piggen, (raden van den prins van Oranje) verzoeken X., onder toezending van de in den brief dd. 1551 Mei 6 (Reg.No. 3240) genoemde stukken, er bij den keizer op aan te dringen, dat de Rekenkamer van Brabant hun eerst extracten zendt uit de daar berustende stukken aangaande de verpanding van de in den brief genoemde plaatsen.
regest_datering (Breda).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 109).
regest_nummer 3242 1551 vóór Mei 23
regest_beschrijving De gecommitteerden van den prins van Auranges, door de koningin ontboden tot aflossing van de pandschap van Zundert, la Haye, Sprundel en Nispen, merken den Raad van Financiën van den keizer op, dat die pandschap niet den grond betrof, doch alleen de rechtspraak, en verzoeken om, daar de bevoegdheden door de pandschap niet nauwkeurig gescheiden zijn gehouden en de heeren van Breda gedurende 164 jaar de rechtspraak hebben uitgeoefend, een onderzoek in te stellen in de Rekenkamer en in de tresorie van de charters van Brabant.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 109). In margine beschikking dd. 1551 Mei 23 (Reg.No. 3243).
regest_nummer 3243 1551 Mei 23
regest_beschrijving De Raad van Financiën en de Geheime Raad, bevonden hebbende, dat de jurisdictie in de vijf dorpen, vermeld in het rekest (Reg.No. 3242), in margine waarvan dit geschreven is, uitsluitend aan den keizer behoort, leggen de bewijslast op de remonstranten.
regest_datering (Bruxelles).
regest_nummer 3251 1551 Augustus 28
regest_beschrijving Jacop Jan Kerstiaensz., schout, Cornelis Gheryt Stoopsz., Henrick Aert Loddersz., schepenen in de Eeninge van Rijsbergen, Anthonis Laureys Hoesschaertsz., man in de bank van Zundert genaamd onder den Hertog, en Anthonis Marss, secretaris, Joosten Joosz., vorster te Zundert, en Wouter Jan Wielmansz., leenman van den prins van Oraengiën, leggen getuigenis af voor mr. Steven van den Berge, raad en rentmeester, en Michiel Piggen, griffier van de rekeningen van den prins, aangaande grensscheiding tusschen Zundert, genaamd onder den Hertog en Zundert, genaamd onder Nassou.
regest_datering (Zundert).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 109).
regest_nb Gedrukt bij van Goor, Beschrijving van Breda, bl. 377.
Reg. nos. 787 en 3239
regest_nummer 3239 1551 April 6
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van Breda geven vidimus van den brief dd. 1388 Maart 8 (Reg.No. 787).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 109). Met het zegel ten zaken in groene was.
Reg. nos. 17, 59, 2074, 2441, 3411 en 3413
regest_nummer 17 1263 Maart
regest_beschrijving Henric, heer van Breda, geeft met toestemming van zijn voogd, Wouter Berthout, heer van Mechelen, aan Wylhem, schout van Ysendyke, 200 bunder moer in erfpacht, gelegen tusschen een plaats, geheeten Frankenberghe, en Halsteren, benevens een woning, hofstede en weg, vrij van heerendiensten en andere lasten, en een strook grond, breed 8 roeden, tot den aanleg van een weg en een vaart van Frankenberghe naar Halsteren, in de kosten waarvan de bezitters van het omliggende land zullen bijdragen.
regest_datering (Machelen).
regest_nb Afschrift 15e eeuw (Inv.No. 110). De zegelaars van het origineel verklaren aan het slot van de akte, dat Hendrik van Breda het contract heeft gesloten, toen hij meerderjarig was.
regest_nb Gedrukt in Taxandria XLII, bl. 49, alwaar het foutief op 1262 is gedateerd.
regest_nummer 2074 1480 December 14
regest_beschrijving Jan, heer van Berghen opten Zoom, Glimes, Brecht etc., schrijft aan den drossaard van Breda en den verderen Raad van den heer van Nassou in antwoord op diens brief van den 5en November, dat hij het voorstel om door beider drossaarden met toevoeging van nog eenige personen de palen tusschen beider gebied te doen vernieuwen, aanneemt, op voorwaarde, dat de kwestie over het lastig vallen van zijn onderdanen door officieren van den heer van Nassou, vóór Maria Lichtmis e.k. uit den weg geruimd wordt.
regest_datering (in mijnder stad van Berghen opten Zoom).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 110).
regest_nummer 2441 1503 December 19
regest_beschrijving Pieter Norijs, Symon Henricxsz. en Cornelis van Nispen, schepenen van Rosendale, oorkonden, dat Claes (Willem) Woytensz. met Geerijt Raesz., schout van Rosendale, is overeengekomen, dat hij dezen, als vertegenwoordiger van den drossaard van het land van Breda, 2 oude schilden boete zal betalen, omdat hij het gerecht van Wouw 4 stuivers heeft gegeven wegens ongegronde aanspraken, door dat gerecht gemaakt op een gat, liggende te Rosendale onder de jurisdictie van den graaf van Nassouw.
regest_datering
regest_nb Geschreven in een lijst van te betalen breuken, waarschijnlijk opgemaakt door den schout van Rozendaal 1503/4 (Inv.No. 110).
regest_nummer 3411 1564 Januari 6
regest_beschrijving Die van den Raad en de Rekeningen van den markies van Berghes berichten die van den prins van Oraignes te Breda, dat er geschillen gerezen zijn tusschen Rosendale en Wouwe over de tusschen beide plaatsen gelegen moeren, waarom zij den raad mr. Jacques van der Begue zenden ter bespreking van de zaak.
regest_datering (Berghes sur le Zoom XVc LXIII selon Brabant).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 110).
regest_nummer 3413 1564 Februari 23
regest_beschrijving (De Raad van den prins van Oraenge) schrijft aan schout, schepenen en regeerders van Rosendael, dat het hem evenals den markies van Bergen bevreemdt, dat zij hun geschil met de inwoners van Wouw over het beweiden van 's prinsen meenten onder Hotmeere zonder kennisgeving voor de kanselarij van Brabant hebben gebracht, temeer, daar het gronden betreft, waarover kwestie is, wat heerlijkheid en grenzen aangaat, waarom de prins bevolen heeft het proces op te schorten, totdat in den a.s. zomer de grensgeschillen aldaar tusschen Breda en Bergen beëindigd zullen zijn.
regest_datering (Breda).
regest_nb Minuut (Inv.No. 110). In dorso de minuut van denzelfden datum aan de Rekenkamer in den Haag (Reg.No. 3414).
Reg. no. 59
regest_nummer 59 1290 November 6
regest_beschrijving Heer Jan die Bere en Everdey, schout van Antwerpen, bepalen, op bevel van den hertog van Brabant, dat de grensscheiding tusschen den wildert van den heer van Breda en dien van den heer van Berghen op den Zoem zal loopen van het huis, "daar de besiecte man in woont", buiten Halsteren, het huis van Diederic van den Dike te Dorlecht, het hoogste punt van den Halderberch, den paal ter Overster Mare, het uiterste huis te Sprundel van Harman den Valkenaer, den Puusberch, Akeren en de Scelt, behoudens, dat van het moer boven Calfsdonc de heer van Breda de zuid- en de heer van Berghen de noordhelft krijgt, en de wildert tusschen het moer en het dorp Calfsdonc benevens het moer te Akeren aan Breda, en dat te Scoten en te Marxhem aan Berghen komt.
regest_datering (des Manendaechs vor Sente Martijns dach).
regest_nb a) Afschrift op perkament (Inv.No. 110). Met transfix dd. 1356 September 30 (Reg.No. 545), waardoor hieraan tevens is vastgehecht de akte dd. 1356 September 24 (Reg.No. 543).
regest_nb b) Authentiek afschrift dd. 1456 (Inv.No. 110). Afschrift b. heeft St. Marcus' in plaats van St. Martijns dach.
regest_nb c) Afschrift (Inv.No. 144).
regest_nb Gedrukt bij v. Goor, a.w., bl. 428, die den datum van afschr. b. heeft; bij v. Mieris I, bl. 504 en bij P. Goetschalcx, Gesch. van Schooten, Merxem en St. Job in 't Goor I, bl. 176.
Reg. no. 543
regest_nummer 543 1356 September 24
regest_beschrijving Jan van Polanen, heer van de Leck en Breda, en Heinric van Boutersem, heer van Berghen op den Zoem, machtigen Jan de Schoolmeester, Pieter van der Dilf, Mercelys Gielysz., Gielys Pietersz., Wisse van der Havene en Pieter Maertine een onderzoek in te stellen naar een grenspaal, dien Jan die Bere en Everdey, schout van Antwerpen, eertijds hebben geplaatst tusschen de landen van Breda en Berghen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 110). Met de zegels van de heeren van Breda en Bergen in groene was, het tweede geschonden. Door de akte dd. 1356 September 30 (Reg.No. 545) is deze vastgehecht aan de akte dd. 1290 November 6 (Reg.No. 59).
Reg. no. 545
regest_nummer 545 1356 September 30
regest_beschrijving Jan de Schoolmeester, priester, Pieter van der Dilf, Marcelys Gielysz., Gielys Pietersz., Wysse van der Havene en Pieter Martijn verklaren, dat zij bevonden hebben, dat de eerste paal, dien Jan die Bere en Everdey, schout van Antwerpen, eertijds geplaatst hebben tusschen de landen van Breda en Berghen opten Zoom, heeft gestaan bij het huis, waar vroeger de "besiecte" man in woonde buiten Halsteren te Broeds Inde bij Vrankendale.
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 110). Het zegel van Marcelys Gielysz. verloren, die van Jan de Schoolmeester, Pieter van der Dilf, Gielys Pietersz., Wysse van der Havene en Pieter Martijn in groene was en min of meer geschonden. De brief, vermeld onder a., is gestoken door die dd. 1290 November 6 en 1356 September 24 (Reg. Nos. 59 en 542).
regest_nb b) Oorspr. (Inv.No. 110). Met de zegels van Pieter van der Dilf, Marcelys Gielysz. en Wysse van der Havene en resten van die van Gielys Pietersz. en Pieter Martijn in groene was, dat van Jan de Schoolmeester verloren.
Reg. no. 545
Reg. nos. 549 en 713
regest_nummer 549 1357 Januari 5
regest_beschrijving Heinric van Boutersem, heer van Berghen op den Zoem, en Marie van Marxheem, zijn vrouw, verkoopen aan heer Jan van den Houte, ridder, Jan Elewoutsz., Jan Boudijnsz., Pieter Zelle en Willem Boenarde c.s. 37 hoeven moer en 50½ hoeve wildernis tusschen den Rosendaelschen weg, geheeten den Langendijck, en Sprundel, waaruit deze 12 penningen jaarlijks aan cijns zullen betalen en waarin zij schout en schepenen mogen zetten met rechtspraak tot 3 schellingen.
regest_datering (dusent driehondert vijftich ende zesse op den Dertienavonde na die ghewoente des lands van Berghen op den Zoem).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1376 Augustus 31 (Reg.No. 713). In dorso van het vidimus staat "Copie van den cope van Rucven".
regest_nummer 713 1376 Augustus 31
regest_beschrijving Rogerus genaamd Daen, cantor en kanunnik van St. Maria te Antwerpium, geeft vidimus van den brief dd. 1357 Januari 5 (Reg.No. 549).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 110). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. In dorso: "Copie van den cope van Rucven".
Reg. no. 2086
regest_nummer 2086 1482 Januari 3
regest_beschrijving Engelbrecht, graaf van Nassauw en Vyanden, heer van Breda, en Johan, heer van Berghe nopten Zoem, Glymes en Brecht, machtigen heer Johan Masschereel, ridder, drossaard, mr. Willem van Alfen, pastoor, en Cornelis van Bruheze, rentmeester van Breda, eener-, en heer Claes van den Werve, ridder, drossaard, en Jan van tSompeke, rentmeester van Berghen, en mr. Willem Colgheensz. anderzijds, om een eind te maken aan hun geschillen over de grensscheiding tusschen sommige hunner (niet nader omschreven) landen en heropening van de brug aan heer Diericx dijk.
regest_datering (na de gewoente van Ludick).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 110). Met de zegels van de oorkonders in roode was; van dat van den graaf van Nassouw nog slechts een rest.
Reg. no. 2107
regest_nummer 2107 1483 November 29
regest_beschrijving Engelbrecht, graaf van Nassauw en Vyanden, heer van Breda, en Johan, heer van Berghen opten Zoem, Glymes en Brecht, machtigen, aangezien hun geschil over de grensscheiding tusschen sommige hunner landen en de opening van de brug aan heer Diericx dijk nog niet is bijgelegd, heer Jan Masschereel, ridder, drossaard, mr. Willem van Alfen, pastoor, en Cornelis van Bruheze, rentmeester van Breda, eener- en heer Claes van den Werve, ridder, drossaard, Jan van tSompeke, rentmeester, beide van Berghen, en mr. Willem Coelgheenesz. anderzijds, om een vergelijk te maken.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 110). De zegels der beide oorkonders verloren.
Reg. no. 597
regest_nummer 597 c 1360
regest_beschrijving Heer Costijn van Beerchem, heer Gherit Hermansz., heer Jan van Craynen, Gielis van den Wijngaerde en Diederic Starcken, doen uitspraak tusschen de heeren van de Leck en Berghen en wijzen den eerste de zuidelijke en den ander de noordelijke helft van zekere moeren bij Sprundel toe.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 110). Met opgedrukt zegel van Costijn van Berchem in groene was en geschonden.
regest_nb Gedateerd naar de jaren, waarin de oorkonders voorkomen; Jan van Crainhem komt volgens de Raadt, Sceaux armoriés, voor in 1365.
regest_nummer 2426 1503 Februari 23
regest_beschrijving Engebrecht, graaf van Nassauw en Vyanden, heer van Breda, Dyest en Grimberghen, stadhouder-generaal, machtigt Adriaen van Bruhesen, rentmeester van Breda, Cornelys Willem Cleyssz., rentmeester van Steenberghen, en Gheryt Raessz. van Lyedekercke, schout van Rosendaule, om met den heer van Berghen een paalscheiding te maken tusschen Roesendaule en Wouw.
regest_datering (Mechelen vijfthienhondert ende twee style van Camerijcke).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 110). Met signet van Engelbrecht van Nassauw.
Reg. no. 2426
Reg. no. 52
regest_nummer 52 1288 Juli 13
regest_beschrijving Johannes, abt van de Cisterciënser abdij Bodelo, en H. abt van de Praemonstratenser abdij St. Michaël te Antwerpen, uitspraak doende in een geschil over novale tienden en parochiale rechten tusschen abt en convent van St. Bernardus van de Cisterciënser orde en heer Egidius, pastoor van de kerk te Woude, eener-, en abt en convent van Tongerloe van de Praemonstratenser orde en broeder Henricus, pastoor van de kerk te Nispen, anderzijds, trekken de grens tusschen de beide kerken over het midden van Langenoert, den Vredepael en het midden van Groot Ottermeere.
regest_datering (feria tercia ante Divisionem apostolorum).
regest_nb Afschrift 16e eeuw (Inv.No. 111). In dorso: "Memorie aen den E. graeve tot Nassou ende mijnen heer tot Bergen".
regest_nb Gedrukt in Taxandria XIII, bl. 249 vlgg. naar een vidimus dd. 1443 October 15 in het gemeentearchief te Antwerpen.
Reg. nos. 1145 en 1149
Reg. no. 1145
regest_nummer 1145 1421 Augustus 21
regest_beschrijving Engelbrecht, graaf van Nassow, heer van de Leck en Breda, en Jan van Glimes, heer van Bergen opten Zoom, Grijmbergen en Melijn, machtigen Philips van de Leck, bastaard, en Dyrck van Oesterzeel, rentmeester van Breda, Janne van Harlaer, drossaard, en Wouter Pipenpoy, rentmeester van Bergen, om een grensscheiding te maken tusschen het gemeenschappelijke land van Breda en Bergen en dat van Bergen, waartoe zij in de stad Steenbergen zullen vergaderen.
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 112). Met geschonden zegel van Engelbrecht van Nassow in groene was; dat van Jan van Glimes verloren. Met transfix dd. 1421 September 14 (Reg.No. 1149).
regest_nb b) Afschrift van 1519 (Inv.No. 112).
Reg. no. 1149
regest_nummer 1149 1421 September 14
regest_beschrijving Philips van de Leck, Dirck van Oesterzeel, Jan van Haerlaer en Wouter Pypenpoey oorkonden, dat zij ingevolge den brief dd. 1421 Augustus 21 (Reg.No. 1145), waardoor deze gestoken is, een paalscheiding hebben gemaakt tusschen het land van Breda en dat van Bergen, welke loopt over de hofstede, die eertijds aan heer Dirc van den Dycke toebehoorde, de plaats, waar Geryt de "besiecte" man woonde, geheeten de Moertpijt, de steenen pijp op de Bert te Broetseynde en door de Ruugbere naar den Grooten Boom in Zeelant.
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 112). Met de zegels van de vier arbiters in groene was, dat van Jan van Haerlaer geschonden.
regest_nb b) Authentiek afschrift van 1519 (Inv.No. 112).
Reg. nos. 2628 en 3333
regest_nummer 2628 1517 April 13
regest_beschrijving Henri de Nassau bericht zijn raden Jehan van den Werve en Aert van Lyere, ridders, dat de behandeling van zijn proces met Phelippe van der Meeren 8 dagen is uitgesteld, en verzoekt hun den 29en op de afgesproken plaats aanwezig te zijn.
regest_datering (Brucelles le second jour de Pasques XIIIe d'Avril).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 113).
regest_nb Op denzelfden dag wordt een zelfde brief geschreven aan den rentmeester H. Montens, aan wien ook bovenstaande brief wordt doorgezonden met begeleidend schrijven dd. 17 April 1517.
regest_nummer 3333 1556 Februari 24
regest_beschrijving Maximiliane van der Noot verzoekt den prins van Orange, door een van zijn raden de paalscheiding te laten onderzoeken, die door dienaars van den prins ten haren nadeele gemaakt is tusschen Sundert en Wistwesele.
regest_datering (Bruessel MVcLV stil van Brabant).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 113).
Reg. no. 2657
regest_nummer 2657 1519 Januari 10
regest_beschrijving Heer Aert van Liere, ridder, mr. Antheunis Heenkenshoot, raad en meester van de rekesten in den Raad van Brabant, Jacob Malaert en Adriaen van der Noot, hofmeester van den graaf van Nassau, arbiters, en mr. Nicolas Everardusz., president in Hollant, Jan Wemelingen, deken van St. Goedele te Bruessele, en mr. Jan Auxtruye, raad in den Secreten Raad, superarbiters, doen uitspraak in het geschil tusschen den graaf van Nassau en Vianden, heer van Breda, en Philips van der Meeren, heer van Saventhem, Wesedoirne etc., voor zijn vrouw, Maximiliaene van der Noot, over de grens tusschen Zundert en Wesele, welke loopen zal van Gravegracht over den Coeput naar den Ellendigen berch geheeten Hanne Wiewau.
regest_datering (Antwerpen vijfftienhondert ende achtiene stilo Brabantiae).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 113).
Reg. nos. 172 en 520
regest_nummer 172 1325 Augustus 1
regest_beschrijving Een aantal personen getuigt voor heer Roelof Pypenpoye, ridder, drossaard van Brabant, en heer Diederick Roversz., schout van Sertoghenbossche, namens den hertog van Brabant en voor Mathijs Reygartsz., baljuw van Zuutholland, en Jan heer Gielijsz., rentmeester aldaar, vanwege den graaf van Holland, te Haex op een plaats, geheeten ten Houte, tusschen Breda en Sinte-Geertruydenberge, dat de grens tusschen het land van Breda en Holland loopt van Ulendonc naar den dijk bij de Batenbrug, waar de Dongha door gaat, tot halverwege de rivier en van den dijk naar de plaats, waar eertijds de Batenbrug lag, het einde van de Swaelwenstert, het hoogste punt van den berg te Lindonc, geheeten de Nol, de hofstad, die Herman van Lindonc toebehoorde, de sloot en de Marck, en dat het goed van den Rijt leen is van Breda.
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 114). Met de zegels van Jan Evergheer en Jan van Woude, schepenen van Breda, Jan Zeghebrechts. en Maes Tonijsz., leenmannen van Brabant, in groene was en geschonden; resten van de zegels van Heinric van der Molen, schepen van Breda, Gilijs van der Boverie, leenman van Brabant, in groene was; de zegels van Roellof Pipenpoy, Dyderic Roversz. en Heinric Ruelensz., schepen van Breda, en Jan de Bye, leenman van Brabant, verloren.
regest_nb b) Getransumeerd in de akte dd. 1355 April 20 (Reg.No. 520).
regest_nb Gedrukt bij v. Mieris II, bl. 357.
regest_nummer 520 1355 April 20
regest_beschrijving Notaris Johannes van Arle geeft op verzoek van heer Johannes van Pollanen, heer van de Leck en Breda, een transsumpt van de akte dd. 1325 Augustus 1, hierin opgenomen (Reg.No. 172).
regest_datering (Breda).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 114). Met signatuur van den notaris.
Reg. no. 760
regest_nummer 760 1383 November 2
regest_beschrijving Heer Heynric en heer Diedric van der Lecke, heer Willem, heer van Oesterhout, heer Jan van den Houte, heer Jan uten Campe, ridders, Willem van Donghen, Arnd uten Houte, Godevaert uten Houte, Wisse van der Haven, Zebrecht Thierlote, Jacob die Rover, Arnd Maesz. en Peter Schalie, knapen, oorkonden, dat een aantal personen uit het land van Breda voor hen en schepenen en burgemeesters van Breda hebben getuigd, dat de grens tusschen Holland en het land van Breda loopt van de brug bij Ulendonc bij tsGravenmoer langs half de Dongha naar de Batenbrug, Zwaluwesteert en de Nol van Haseldonc.
regest_datering (op Alre zielen dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 114). Met de zegels der oorkonders en van de stad Breda in bruine was, min of meer geschonden; dat van Godevaert uten Houte verloren.
regest_nb Gedrukt bij v. Mieris III, bl. 403.
Reg. no. 172
Het charter bevindt zich in de Coll. v. Nispen: toegang 1.13.09, inv. no. 50.
Reg. no. 3498
Het stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
regest_nummer 3498 1571 November 9
regest_beschrijving Een van de raden schrijft aan de overigen, dat hij wegens ziekte eerst thans een rapport zendt van zijn besogne rakende de grens tusschen Hoochstrate en Breda en dat hij in het geschil tussche Oosterhoudt en het kasteel van Gheertruydenberghe over de visscherij nog geen beslissing heeft kunnen nemen, omdat de raad Zestich aan die van eht kasteel uitstel heeft gegeven.
regest_datering (Malines).
regest_nb Concept (Inv.No. 115).
Reg. no. 499
regest_nummer 499 1354 Maart 6
regest_beschrijving Daniel van der Marwede, baljuw van Zuuthollant, oorkondt, dat de graaf van Hollant hem en heer Florens van Borselen heer Niclaesz., ridder, als raden heeft gelast aan Pieter den Onvervaerden, en Heinric Jonghensz. c.s. over te dragen 40 bunder moer, die deze gekocht hebben van Boudijn van den Poele en die gelegen zijn naast de moeren van den heer van Zevenbergen.
regest_datering (Tordrecht Mo CCCo drie ende vijftich).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 116). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 502
regest_nummer 502 1354 Mei 6 of September 16
regest_beschrijving Heinman van den Hovele, Pieter die Woest, Jan die Vosse en Pieter Dine, schepenen in Sente-Gheerdenberghe, oorkonden, dat Jan Bloc van Dubbelmonde afstand doet van alle aanspraken op hetgeen Bouden van den Poele te vorderen heeft in het land van Zevenbergen wegens verkoop van 40 bunder moer, gelegen te Sente-Gheerdenberghe.
regest_datering (tsDinxdaechs na des Heylichs Cruys'dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 116). Met geschonden zegels van de vier schepenen in groene was.
Reg. no. 711
regest_nummer 711 1376 Juli 22
regest_beschrijving Vrancke van Borsel, heer van Sente-Martijnsdike, Willem, heer van Oesterhout, Gheraert van Poelgheest en Jan van Roesendale, ridders, doen als arbiters uitspraak tusschen heer Jan van Pollanen, heer van de Leck en Breda, en heer Hugheman van Stryen, heer van Zevenberghen, als volgt: de 11 hoeven moer in het Steenbergsche moer, die eertijds door den heer van Zevenberghen en de eigenaars zijn afgedamd, zullen door het land van Zevenberghen, het overige door het land van Breda naar de Marcke uitgebracht worden, terwijl de heer van Breda 30 jaar lang de hooge en lage heerlijkheid van het geheel zal hebben; aangaande de 40 bunder moer langs de Brabantsche grens, die eigendom zouden zijn van den heer van Zevenberghen c.s. door koop van Boyden van den Poele en waarvan de heer van Breda ontkent, dat ze in Almonde, Dubbelmonde of Twintichhoeven liggen, wordt bepaald, dat de heer van Breda geen moer meer zal uitgeven onder Almonde, Dubbelmonde of Twintichhoeven en dat er 40 bunder door den heer van Breda zullen worden afgepaald, die van weerszijden 30 jaar ongebruikt zullen blijven liggen.
regest_datering (op Sente Mariën Magdalenen dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 116). De zegels van de vier arbiters en van beide partijen verloren.
Reg. no. 721
regest_nummer 721 1377 Juni 22
regest_beschrijving Henric van Boutershem, heer van Berghen opten Zoeme, doet als arbiter uitspraak tusschen zijn schoonvader, heer Jan van Pollanen, heer van de Leck en Breda, en heer Hugheman van Strijen, heer van Zevenberghen, inhoudende, dat Jan van Pollanen gedurende 30 jaar 40 bunder moer onder Aelmonde, Dubbelmonde of Twintichhoeven braak zal laten liggen, dat de 11 hoeven moer te Zonzele zullen worden uitgebracht door het land van Zevenberghen en de verdere moeren aldaar door het land van Breda, terwijl de heer van Breda over alle moeren en goederen te Zonzele de hooge en lage rechtspraak behoudt gedurende 30 jaar.
regest_datering (des Maendages voer Sinte Jans dach Baptisten).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 116). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was, die van partijen verloren.
Reg. no. 773
regest_nummer 773 1386 November 1
regest_beschrijving Hertog Albrecht van Beyeren, ruwaard van Holland, schrijft aan den heer van de Leck en Breda, dat Foykijn, baljuw van den Haghe, naar Breda gezonden om vrede te maken tusschen hem en den heer van Zevenberghen, hem niet thuis heeft gevonden, dat hij (de hertog) daarop vrede heeft genomen van den heer van Hoern en heer Dirck van der Leck als verwanten van den heer van de Leck en Breda, en verzoekt hem 14 November in den Haghe dien vrede te komen bevestigen, welke 6 weken duren zal.
regest_datering (in den Haghe Alreheyligen dach).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 117). Met sluitzegel in groene was.
regest_nb Zie voor de dateering (Reg.No. 774).
Reg. no. 774
regest_nummer 774 1386 December 1
regest_beschrijving Jan, heer van de Leck en van Breeda, en Hugheman van Stryen, heer van Zevenberghen, kiezen resp. heer Diedrijc van Pollanen, heer van Asperen, met heer Willem, heer van Oesterhout, en heer Henric, heer van Berghen, met heer Jan, heer van Weesmale, tot arbiters om een einde te maken aan hun twist, welke vier arbiters een overman zullen kiezen, wanneer zij het binnen 10 weken niet eens zijn geworden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 117). De zegels der beide oorkonders verloren.
Reg. no. 829
regest_nummer 829 1394 November 14
regest_beschrijving Hugeman van Stryen, heer van Sevenbergen, geeft heer Henric van der Lecke en de onder zaten van den heer van de Leck, diens broeder, een wapenstilstand tot 2 Februari (Onzer Vrouwen lichtmisse naist comende) met invrijheidstelling van de gevangenen onder waarborg, en voor zoover ze niet geschat zijn.
regest_datering (Berghen in Henegouwe des Saterdaichs na Sente Mertens dach in den winter).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 117). Met het zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 833
regest_nummer 833 1395 Februari 28
regest_beschrijving Hugheman van Stryene, heer van Zevenbergen, geeft heer Heinric van der Lecke, heer van Heeswijc en Dinter, en de onderzaten van den heer van de Leck, diens broeder, een wapenstilstand tot 21 Maart (des Sonnendaegs, die men heet Halfvasten naest comende als men singhet Letare), gedurende welk bestand de gevangenen, voorzoover zij niet geschat zijn, onder waarborg in vrijheid gesteld zullen worden.
regest_datering (des Sonnendaegs na grote Vastelavond na den loepe des Hoefs van Ludic).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 117). Met rest van het zegel van den oorkonder in groene was.
Reg. no. 835
regest_nummer 835 1395 Maart 21
regest_beschrijving Hugheman van Striene, heer van Zevenberghen, verleent heer Heinric van der Lecke, heer van Heeswijc en Dijnter, en de onderzaten van den heer van de Leck, diens broeder, een wapenstilstand tot 17 Maart e.k. (Sente Gheertruidendage naest comende die men heet Half Merte) met belofte, dat hij de gevangenen onder waarborg op Sint Jans dag in den zomer in vrijheid zal stellen voor den verderen duur van het bestand, voor zoover ze niet geschat zijn, en met verbod om na 1 Mei op het Steenbergsche moer te delven.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 117). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
regest_nb Waarschijnlijk moet in den datum Februari gelezen worden voor Maart.
Reg. no. 836
regest_nummer 836 1395 Maart 21
regest_beschrijving Hugheman van Striene, heer van Zevenberghen, oorkondt, dat hij met heer Heinric van der Lecke, heer van Heeswijc, een bestand heeft gesloten, dat hun arbiters elkaar te Liere ontmoeten zullen op 1 Mei en dat die van heer Heinric dan gemachtigd zullen zijn een termijn te bepalen, waarbinnen een vrede voor goed of tot de meerderjarigheid van de jonckvrouwe van de Leck gesloten zal worden, dat de wederzijdsche gevangenen op Sint Jans dag vrijgelaten zullen worden op te Lier te bepalen voorwaarden en dat men na 1 Mei gedurende het bestand niet zal delven op het Steenbergsche moer.
regest_datering (na den loep des Hoefs van Ludike).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 117). Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was; dat van de stad Zevenbergen verloren.
Reg. no. 850
Reg. no. 850
regest_nummer 850 1396 September 14
regest_beschrijving Willem van Dalem, heer van Donga, Henrijc Bloc, Gielijs Wilmaer en Jan Peters, arbiters in een geschil tusschen Johanna, vrouwe van de Leck en Breda, en heer Hugheman van Strijen, heer van Sevenberghen, bepalen, dat laatstgenoemde ed heerlijkheid en den cijns zal hebben van 10 hoeven en 8 bunder moer in het Steenbergsche moer, gelegen tusschen het land van Sevenberghen en Sonzele, en van 6 bunder zaggen, gelegen tusschen Jan Grauwenssloot en 4 bunder land, over 2 waarvan de heer van Sevenberghen de heerlijkeid reeds heeft, terwijl van de 2 andere onderzocht zal worden, of ze cijnsplichtig zijn aan Breda, en regelen het recht van aardhaling van die van Sevenberghen uit het land van Breda, welke uitspraak geldig zal blijven, tenzij een van beide partijen haar na 7 jaar opzegt.
regest_datering (op des Heylichs Crucen dach Exaltatio in de maent van September gheleghen).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 117). Met de zegels der eerste twee arbiters in groene was; die der laatste twee verloren; voorts de zegels van heer Hendrik van de Leck, heer van Heeswijk, als voogd van Johanna, in bruine, van heer Hugeman van Stryen, Jan, heer van Wezemale en Quaetbeke, erfmaarschalk van Brabant, Jan, heer van Rotzelaer, erfdrossaard van Brabant, de steden Breda en Zevenbergen in groene was, waarvan de beide laatste zeer geschonden. Met transfix dd. 1396 September 21 (Reg.No. 851).
regest_nb b) Afschrift op perkament, (Inv.No. 117).
Reg. no. 851
regest_nummer 851 1396 September 21
regest_beschrijving Johanna, hertogin van Brabant enz., en Aelbrecht, hertog van Beyeren, graaf van Hollant enz., bevestigen de uitspraak, vermeld in den brief dd. 1396 September 14 (Reg.No. 850), waardoor deze gestoken is.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 117). Met de zegels der beide oorkonders, het eerste in buine, het tweede in groene was, het tweede met contrazegel.
Reg. no. 1969
regest_nummer 1969 1474 April 20
regest_beschrijving Johan, graaf van Nassouw en Dyetze, heer van Breda, en Aert, heer van Zevenbergen, Nyecop en Noordeloos, approbeeren de overeenkomst, gemaakt door hun vrienden van weerszijden, volgens welke een sloot gegraven zal worden van den paal op den Willemsdijk naar een paal, dien men bij Haseldonc zal plaatsen buiten den dijk van Zevenbergen, vandaar naar Nellensloot en vervolgens naar de Marck, op voorwaarde, dat de sloot geen uitstel of verhindering zal geven om tot de geheele scheiding te komen volgens de gemaakte overeenkomst.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 118). Met de zegels der oorkonders in roode was.
Reg. no. 624
Het charter is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven.
regest_nummer 624 1364 Januari 15
regest_beschrijving Wenceslaus en Johanna, hertog en hertogin van Brabant enz., verklaren, dat stad en land van Breda uit gratie en niet uit verplichting hebben bijgedragen aan de bede, en belooft heer Jan van Polanen, heer van de Leck en Breda, geen bede meer van Breda te zullen eischen.
regest_datering (te Bruesele XV daghe in Januario int jaer ons Heren MCCC testich ende drie na custume 's bisdoms van Cameric).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 119). Met rest van het zegel van den hertog, dat van de hertogin verloren.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1378 April 14 (Reg.No. 727).
regest_nb c) Afschrift (Inv.No. 144). Op hetzelfde blad als afschrift c. de afschriften vermeld onder Reg. Nos. 700 en 761.
Reg. nos. 624 en 727
regest_nummer 727 1378 April 14
regest_beschrijving Deken en kapittel van Onser Vrouwen kerk te Breda geven vidimus van den brief dd. 1364 Januari 15 (Reg.No. 624).
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 119). Met zegel der oorkonders in groene was.
regest_nb b) Afschrift (Inv.No. 144).
Reg. no. 761
regest_nummer 761 1384 Augustus 7
regest_beschrijving Johanne, hertogin van Brabant enz., verklaart, dat de bijdrage van stad en land van Breda in de bede niet volgens haar recht, maar als gunstbewijs is gegeven.
regest_datering (tot Bruessele).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 120). Met geschonden zegel van de oorkondster in bruine was.
regest_nb b) Afschrift op hetzelfde blad als het afschrift, vermeld onder Reg.No. 624 (Inv.No. 144).
Reg. nos. 853 en 907
regest_nummer 853 1397 Februari 1
regest_beschrijving Johanne, hertogin van Brabant enz., verklaart ontvangen te hebben van heer Heinric van der Leck, ridder, momber van de dochter van den heer van de Leck en Breda, en van de stad Breda het 3e en 4e payment van de laatst vergunde bede.
regest_datering (Bruessel MCCC sessendeneghentich na costume 'sHoofs van Cameric).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1404 December 29 (Reg.No. 907).
regest_nummer 907 1403 December 28
regest_beschrijving Deken en kapittel van Sint Marie te Breda geven vidimus van den brief dd. 1397 Februari 1 (Reg.No. 853).
regest_datering (dusent vierhondert ende vier).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 121). Het zegel van het kapittel verloren. In dorso staat: "is niet geregistreerd".
Reg. no. 940
regest_nummer 940 1407 Juni 20
regest_beschrijving Anthonis, hertog van Brabant enz., geeft Engelbrecht van Nassouwen, heer van de Leck en Breda, op zijn verzoek een bevestiging van het vonnis, door mannen van Brabant te Loeven uitgesproken, inhoudende, dat het land van Breda zal staan ten Brabantschen rechte en niet ten rechte van de bank van Santhoven.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 122). Met de zegels van den hertog en van heer Heinric van de Leck, heer van Heeswijc en Dinter, in roode, die van heer Heinric, heer van Heverle, heer Jan, heer van Huldebergen, heer Roelant, heer van Bourgeval, heer Claes Swaef, heer Jan van der Noeveruwen en heer Wenselijn Tserclaes, ridders, in groene was; dat van Roelant van Bourgeval zeer geschonden.
Reg. no. 963
regest_nummer 963 1409 Augustus 17
regest_beschrijving Anthonis, hertog van Brabant enz., vergunt Engelbrecht van Nassouwe, heer van de Leck en Breda, zijn raad, om in Sundert, dat deze van hem in pand heeft, rechters te zetten.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 123). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
regest_nb Gedrukt bij H. van der Hoeven, Zundert en Wernhout, bl. 128.
Reg. nos. 700 en 966
regest_nummer 700 1374 November 9
regest_beschrijving Wenceslaus van Behem, hertog, en Johanna, hertogin van Brabant enz., verklaren, dat stad en land van Breda hun geen bede verschuldigd is, doch alleen als gunstbewijs heeft bijgedragen in de losprijs voor den hertog en den oudsten zoon van heer Jan van der Leck en Breda, gevangen genomen in den slag bij Baistwilre.
regest_datering (ter Vueren).
regest_nb a) Gevidimeerd in den brief dd. 1409 October 1 (Reg.No. 966).
regest_nb b) Afschrift. Geschreven op hetzelfde blad als het afschrift vermeld onder No. 624 (Inv.No. 144).
regest_nb Gedrukt bij v. Goor, a.w., bl. 463.
regest_nummer 966 1409 October 1
regest_beschrijving Deken en kapittel van de kerk van Sint Maria in Breda geven vidimus van den brief dd. 1374 November 9 (Reg.No. 700).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 124). Met rest van het kapittelzegel in groene was.
Reg. nos. 1052 en 1056
Deze stukken zijn afkomstig uit het gemeentearchief te Breda. De informatie berust daar nog in Coll. Havermans no. 20
regest_nummer 1052 1417? Januari 13
regest_beschrijving Godert Meckynck, kanunnik en zegelaar van Luydick, bericht mr. Jan Bont, aartsdiaken van Famannen in het bisdom Luydick, kanselier van Brabant, na lezing van een brief van Engelbrecht, graaf van Nassow, dat de bisschop de zaak van den priester Peter van Ypelaer, die ten onrechte door den drost van den graaf gevangen genomen is wegens het in de heerlijkheid Breda doen executeeren van een inbibitie, verkregen voor het Hof van Ludick, zal vervolgen, aangezien anders de aarsbisschop van Coelen als legaat de zaak in handen wil nemen.
regest_datering (tot Luydick).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 125). Links onderaan met latere hand: 1417.
regest_nb In 1421 was Peter van Ypelaer student te Keulen. (Taxandria 1941, bl. 206).
regest_nb In een bijbehoorende informatie (zie Reg.No. 1056) wordt gezegd, dat P. van Ypelaer, nu student te Keulen, eertijds kapelaan te Breda was.
regest_nummer 1056 1417? April 2
regest_beschrijving De Raad van Brabant verzoekt den bisschop van Ludick, hertog van Bullioen en graaf van Loen, genoegdoening te geven aan jonker Engelbrecht, graaf van Nassow en Vyanden, heer van de Leck en Breda, ten opzichte van zijn klacht over verkorting van zijn rechten als heer van Breda, vervat in de ingesloten informatie.
regest_datering (Loeven).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 125). Links onderaan met latere hand: 1417.
Reg. no. 1151
regest_nummer 1151 1421 October 12
regest_beschrijving Jan, hertog van Brabant enz., graaf van Hollant enz., gelast zijn raad en kamerling Engelbrecht van Nassow, heer van de Leck en Breda, het verzet tegen den heer, waaraan de stad Breda door de Staten van Brabant schuldig bevonden is, te straffen en scheldt hem zijn deel van eventueele boeten kwijt.
regest_datering (in onser borch van Loeven).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 126). Het zegel van den oorkonder verloren.
Reg. no. 1265
regest_nummer 1265 1429 Juli 23
regest_beschrijving Henrick van Diest, ridder, heer van Rivieren, Wouter van Kersbeke, ridder, heer van Stalle en Godsenhoven, Willem van Herzeele en Willem Nouts, gecommitteerden van den hertog van Brabant tot inning van de bede, verklaren ontvangen te hebben van stad en land van Breda 1389 kronen 10 penningen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 127). De zegels der vier oorkonders verloren.
Deze charters zijn afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
Reg. no. 1320
regest_nummer 1320 1433 November 8
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgoingnen, Brabant enz., erkent, dat 600 gouden peters, die stad en land van Breda als aandeel in de bede betaald hebben, meer is dan waartoe zij volgens de oude taxatie verplicht waren, en belooft hun het teveel terug te zullen geven.
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 128). Het zegel van den oorkonder verloren.
regest_nb b) Authentiek afschrift van 1550 (Inv.No. 144).
Reg. no. 1360
regest_nummer 1360 1437 Januari 31
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgoingniën, Brabant enz., belooft de stad Breda, dat, wanneer bij de nieuwe taxatie voor de bede blijkt, dat zij minder schuldig is dan de door haar betaalde 1150 philippusguldens, haar het teveel bij de eerstvolgende bede gekort zal worden.
regest_datering (dusent vierhondert sesse ende dertich na costumen ons Hoofs).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 128). Het zegel van den oorkonder verloren.
Reg. no. 1469
regest_nummer 1469 1442 Maart
regest_beschrijving (Philips van Bourgondië) verklaart ontvangen te hebben van de stad Breda 1626 philippusguldens, die de stad hem schuldig was aan bede.
regest_datering (duysent CCCC ende eenenveertich).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 129). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
regest_nb Het stuk is zeer beschadigd.
Reg. no. 1474
regest_nummer 1474 1442 December 11
regest_beschrijving Philippus, hertog van Burgongiën Brabant enz., oorkondt, dat de Raad van Brabant in het geschil tusschen de dorpen Brecht en Zundert, beide voor zoover zij toebehooren aan Jan, heer van Wesemale, over het betalen door Zundert van 1/3 van schot, lot, beden e.a. lasten, aan het dorp Brecht zijn eisch ontzegd heeft.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Gelijktijdig afschrift in duplo (Inv.No. 130).
Reg. no. 1579
regest_nummer 1579 1448 Januari 18
regest_beschrijving Philips etc. bepaalt ten aanzien van goederen, in Brabant gelegen, doch leenroerig aan uitlandige heeren, dat de bezitters door hem in hun leenen gehouden zullen worden; dat van zijnentwege over die goederen geëxecuteerd zal worden en de bezitters niet voor vreemde leenhoven gedaagd zullen kunnen worden.
regest_datering (Bruessel dusent vierhondert seven ende veertich na gewoenten ons Hoofs).
regest_nb Gelijktijdig afschrift (Inv.No. 131).
Reg. no. 1596
regest_nummer 1596 1448 Augustus 21
regest_beschrijving Philips, hertog van Brabant enz., oorkondt, dat de Raad van Brabant, uitspraak doende tusschen de heeren van Breda en Bergen opten Zoom eener-, en schepenen van Oudenbosch anderzijds, bij vonnis beslist heeft, dat de schepenbank van Oudenbosch de hoofdbank te Breda als haar hoofd heeft te erkennen.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 132). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was met contrazegel.
Afkomstig uit Coll. Cuypers van Velthoven, Aanw. 1946
Reg. no. 1245
regest_nummer 1245 1429 Februari 13
regest_beschrijving De secretaris van de Raad van Brabant geeft akte van de uitspraak, gedaan in het geschil tusschen de inwoners van Weelde en die van Baerle over het gebruik van zekere heiden en vroenten, inhoudende, dat beide die gemeenschappelijk zullen gebruiken tot St. Jan e.k., binnen welken termijn een onderzoek ingesteld zal worden.
regest_datering (Bruessel XIIIIc acht ende twintich na gewoente des Hoifs van Camerick).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 133).
regest_nb Gedrukt in Bronnen van het Oud-Vad. Recht, 3e Reeks IX, bl. 344.
Reg. no. 1244
regest_nummer 1244 1429 Januari 5
regest_beschrijving Roelof van Rijswyke, schout van Alphen en Baerle, Boyden Bellens, Willem Pondt en Peter die Bruyne, schepenen van Baerle, oorkonden, dat 25 à 30 jaar geleden mannen hebben getuigd, dat een deel der ingezetenen van Baerle, n.l. de drie heerdgangen Oerdele, Nyhoven en Tommelen en eenige straten bij het kerkhof, met de ingezetenen van het dorp Weelde te zamen de vroente tusschen Baerle en Weelde gekocht hebben tot gemeenschappelijk gebruik.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 133). De zegels van Rolof van Rijswijc, Boyden Bellens, Jan de Bye en Peter Snellairt verloren.
regest_nb Gedrukt in Bronnen van het Oud-Vad. Recht, 3e Reeks IX, bl. 345.
Reg. no. 1646
regest_nummer 1646 1450 October 30
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgoengiën enz., oorkondt, dat de Raad van Brabant, uitspraak doende tusschen de inwoners van Poppel en Weelde, eener-, en die van Baarle, onderzaten van den graaf van Nassau, zijn raad en kamerling en drossaard van Brabant, anderzijds, beslist, dat de buren van Badaff, hoewel behoorende tot Baerle, gerechtigd zijn de meenten te gebruiken, die 50 jaar geleden voor 50 jaar aan Poppel en Weelde zijn toegewezen, daar zij bewoners dier meenten zijn.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 133). Met zegel van den hertog met contrazegel in roode was.
regest_nb Gedrukt in Bronnen van het Oud-Vad. Recht, 3e Reeks IX, bl. 346.
Reg. no. 1678
regest_nummer 1678 1452 October 20
regest_beschrijving De hertog van Brabant enz. verzoekt de stad Breda, den 7en November gedeputeerden naar Bruessel te zenden ter Statenvergadering om toestemming te geven tot het heffen van de helft van den 3en termijn van de loopende bede, welke in 1453 verschijnen zal, tegelijk met den 2en termijn, die met Kerstmis e.k. verschijnt, wegens onkosten, veroorzaakt door het verzet van de stad Ghend.
regest_datering (Rijssel).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 134).
Reg. no. 1671
regest_nummer 1671 1452 April 15
regest_beschrijving De hertog van Brabant enz. verzoekt graaf Jan van Nassou te bevorderen, dat de stad Breda den derden termijn van de toegestane bede spoedig betaalt.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 134).
Het stuk bevindt zich in de Coll. v. Nispen: toegang 1.13.09, inv. no. 5.
Reg. no. 1936
regest_nummer 1936 1470 Juni 17
regest_beschrijving Lenaert Mercelisz. en Claes Colenz., schepenen in Rosendale, oorkonden, dat de heerlijkheid zich zoowel voor het proces, dat nu hangende is voor den Raad van Brabant tusschen haar en het dorp Wouw, als voor alle toekomende processen met genoemd dorp aan de uitspraak van Johan, graaf van Nassouw, heer van Breda etc., en Johan, heer van Berghen, onderwerpt.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 135). Met geschonden zegels der beide schepenen in groene was.
Reg. nos. 1476, 1626, 1645, 1978 en 1991
Reg. no. 1476
Het stuk is afkomstig uit het gemeentearchief te Breda
regest_nummer 1476 1433 April 7
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgoigne, Brabant enz., gelast op een klacht van Jan, graaf van Nassow en Vyanden, zijn raad en kamerling en drost van Brabant, aan schout en schepenen van Rosendale om driemaal in de week rechtdag te houden en zoo noodig op hofvaart te gaan naar drost en leenmannen van Breda, tenzij deze naar Rosendale willen komen.
regest_datering (duysent CCCC twee ende veertich na costumen ons Hoefs).
regest_nb Gelijktijdig afschrift (Inv.No. 136).
Reg. no. 1626
regest_nummer 1626 1449 November 30
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgoengiën, Brabant enz., beveelt schout en schepenen van Rosendale, op een klacht van Jan, graaf van Nassouw, Ditz en Vyanden, raad en kamerling en drost van Brabant, om eens in de week en wel op Zaterdag rechtdag te houden en voor hofvaart en beroep zich te wenden tot drossaard en leenmannen te Breda.
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 136). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was met contrazegel.
regest_nb b) Opgenomen in den brief dd. 1450 October 30 (Reg.No. 1645).
Reg. nos. 1626 en 1645
regest_nummer 1645 1450 October 30
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgoengiën, Brabant enz., gelast schout en schepenen van Rosendael, die in oppositie zijn gekomen tegen zijn ordonnantie van 1449 November 30, hierin opgenomen (Reg.No. 1626), zich te onderwerpen aan de uitspraak, gedaan door den Raad van Brabant ten gunste van den graaf van Nassou.
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 136). Met geschonden zegel in roode was van den oorkonder met contrazegel.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1475 Januari 12 (Reg.No. 1978).
Reg. nos. 1645 en 1978
regest_nummer 1978 1475 Januari 12
regest_beschrijving Deken en kapittel van St. Maria te Breda geven vidimus van den brief dd. 1450 October 30 (Reg.No. 1645).
regest_datering (iuxta stilum curie leodiensis).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 136). Met geschonden zegel in groene was van deken en kapittel.
Reg. no. 1991
regest_nummer 1991 1475 April 17
regest_beschrijving Kaerle, hertog van Bourgoengiën, Brabant enz., bericht den Raad van Brabant, dat hij het verzoek van Heinric van Atten, Appellant in het proces, hangende voor den Raad tusschen hem, de bank van Rosendale als geappelleerde en Henrick van Smaelvoirt alias de Cock als geïntimeerde, om een onderlinge schikking te mogen maken en het proces van den Raad terug te nemen, heeft toegestaan met oplegging van een boete.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 136). Het zegel verloren.
Reg. no. 1858
regest_nummer 1858 1463 Februari 7
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgongiën etc., gelast allen tollenaren te water en te land in Brabant en op de Schelde en de Maas om alle materiaal, dat Jan, graaf van Nassouw en Vyanden, heer van Breda, laat komen voor den bouw van een toren etc. aan zijn slot te Breda, tolvrij door te laten.
regest_datering (Bruessel duysent vierhondert twee ende tsestich na costume ons Hoeffs).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 137). Het zegel van den oorkonder verloren.
regest_nb Gedrukt bij v. Goor, a.w., bl. 473.
Was: inv. no. 138
Reg. no. 1967
regest_nummer 1967 1474 Januari 9
regest_beschrijving De Raad van Brabant herhaalt zijn bevel aan Adam van Nyspe, drossaard van het land van Breda, om Adriaen Godevartsz., die te Oosterhoudt gevangen zit wegens doodslag op Guillaume Gyselin, in leven schout van Mont Sainte Gertrud, uit te leveren.
regest_datering (en ladite court de Parlement l'an mil quatrecens soixante et trèze).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 138).
Dit charter bevindt zich in de Coll. v. Nispen: toegang 1.13.09, inv. no. 2.
Reg. no. 2206
regest_nummer 2206 1491 September 20
regest_beschrijving Maximilian, koning der Romeinen etc., en Phelippe, aartshertogen van Austrice, stellen stad en land van Breda, op verzoek van Engelbert, graaf van Nassou en Vienne, heer van Breda, eersten kamerling, stadhouder en kapitein-generaal van Flandres, voor de 9 volgende jaren vrij van alle beden wegens schade, gelegen door den brand.
regest_datering (Malines).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 139). Met geschonden zegel in roode was. In dorso een opdracht van een der commiezen van de domeinen en financiën dd. 1491 September 28 aan de anderen en aan den rentmeester-generaal van Brabant om voor de uitvoering te zorgen.
Was: inv. no. 140
Reg. nos. 2457 en 2458
Deze stukken bevinden zich in de Coll. v. Nispen: toegang 1.13.09, inv. no. 47.
regest_nummer 2457 1505 Januari 18
regest_beschrijving Philips, koning van Castilliën enz., hertog van Brabant, veelt den deurwaarder, de inwoners van Rosendale te handhaven in hun recht van vrijdom van het opbrengen van boschtienden, waarop de officiaal van Ludick aanspraak maakt, totdat daarover ten petitoire zal zijn beslist.
regest_datering (Bruessel, duysent vijfhondert ende viere).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 140). Met geschonden zegel met contrazegel van den oorkonder in roode was. Hieraan vastgehecht relaas van den deurwaarder dd. 1505 Januari 22 (Reg.No. 2458).
regest_nummer 2458 1505 Januari 22
regest_beschrijving De deurwaarder J. Collet bericht den Raad van Brabant, dat hij uitvoering heeft gegeven aan het mandement van den 18en l.l. (Reg.No. 2451), waaraan deze is vastgehecht, en den pastoor van Rosendale voor den Raad heeft gedaagd, welke geweigerd heeft zich partij te stellen, daar hij gehandeld had op raad van den onlangs overleden abt van Tongerloo ten behoeve van den officiaal van Luydick.
regest_datering (anno XVcIIII).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 140). Hieraan vastgehecht een getuigenverhoor.
Reg. no. 2889
regest_nummer 2889 1535 Februari 16
regest_beschrijving Charles, Roomsch keizer etc., stelt op verzoek van Henry, graaf van Nassau, markies van Zenette, heer van Breda etc., de stad Breda gedurende 18 jaar vrij van alle beden, omdat zij veel te lijden heeft gehad van pest en brand.
regest_datering (Bruxelles mil cinq cens trente quatre).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 141). Gedrukt bij van Goor, a.w., bl. 489.
Reg. no. 3199
regest_nummer 3199 1549 November 20
regest_beschrijving Charles, keizer etc., geeft, op het verzet tegen confiscatie van eigendommen van ketters en majesteitsschenners, geuit door eenige vazallen en steden uit hoofde van hun hooge rechtspraak of privileges, een ordonnantie over de verdeeling dier goederen.
regest_datering (Bruxelles).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 142).
Reg. no. 1073
Dit stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
regest_nummer 1073 1418 Juni 22
regest_beschrijving Jan, hertog van Brabant enz., verklaart, dat Engelbrecht, graaf van Nassou, en stad en land van Breda, op zijn speciaal verzoek en dus zonder prejudicie, voor dezen keer de stad Antwerpen "volgen".
regest_datering (Sinte-Gertrudenberghe).
regest_nb Authentiek afschrift van 1549 December 22 ten verzoeke van de raden van den prins van Oranje (Inv.No. 143). In dorso: "brief van prejudicie".
Reg. nos. 7, 59, 195, 198, 624, 700, 727, 761, 1288, 1313, 1319, 1320, 1363, 1442, 1447, 2250, 2253, 2269, 2387, 2569, 2572, 2573, 2757, 2759, 2776, 2779-2781, 3011, 3119, 3153, 3157, 3209, 3212, 3213, 3215, 3217, 3218, 3277, 3278, 3280, 3318, 3319 en 3322
Het stuk Reg. no. 2269 en een deductie over dit onderwerp zijn ingenaaid in Nass. Dom. toegang 1.08.11, inv. no. 7983, fol. 6 en 8
regest_nummer 7 1213 Februari 24
regest_beschrijving Henrick, hertog van Lottrijcke, beleent, wegens misbruiken door de tegenwoordige leenmannen, Godfroide van Breda met de helft van den tol, te heffen van de schepen, die door de Rhyne en de Schelde gaan en 1∕3 van hetgeen van den wijn geheven wordt en voorts met Scakerloe en Ossendrecht, met verbod deze beide leenen in achterleen te geven, in ruil waarvoor Godfroide den eed van vazaliteit aflegt voor al zijn goederen.
regest_datering (duysent tweehondert twelve VI Kal. Marcii).
regest_nb a) Hollandsche vertaling van een Latijnsch origineel (Inv.No. 144).
regest_nb b.) Idem 15e eeuw (Inv.No. 144).
regest_nb Zie Wauters VIII, bl. 378. Afschrift b. heeft Stryne in plaats van Rhyne.
regest_nummer 198 1328 October 5
regest_beschrijving Jhan, hertog van Brabant etc., geeft aan den schout van het land van Breda, Claeus van Nyspen, volmacht om in de dorpen van het land van Breda schepenen en dingbanken te zetten met hofvaart op schepenen van Breda.
regest_datering (te Bruesele des Goensdaeghs na Sente Remijs' dach).
regest_nb Authentiek afschrift van 1543 in duplo (Inv.No. 144).
regest_nb Gedrukt bij van Goor, a.w., bl. 449.
regest_nummer 1288 1431 April 3
regest_beschrijving De rentmeester-generaal van Brabant verklaart ontvangen te hebben 547 kronen 2 schellingen 4 penningen, die het land van Breda nog schuldig was aan bede.
regest_datering
regest_nb Afschrift dd. 1550 (Inv.No. 144).
regest_nummer 1442 c 1440 Maart 7
regest_beschrijving De Raad van Brabant verzoekt Engelbrecht, graaf van Nassow en Vyanden, heer van de Leck en Breda, om het aandeel van Breda in de 40000 philippusguldens, den hertog toegestaan door het land van Brabant, te leenen op de toekomende bede.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Afschrift 16e eeuw (Inv.No. 144). Op hetzelfde blad het afschrift, vermeld onder Reg.No. 1447.
regest_nummer 1447 c 1440 Mei 8
regest_beschrijving Philippe, hertog van Bourgoingnen, Brabant, enz., beveelt Engelbrecht, graaf van Nassow en Vyanden, heer van de Leck en Breda, hem het aandeel van Breda in de door Brabant op te brengen 38000 rijders te doen toekomen.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Afschrift 16e eeuw (Inv.No. 144). Geschreven op hetzelfde blad als het afschrift, vermeld onder Reg.No. 1442.
regest_nummer 2250 1494 December 8
regest_beschrijving Philips, aartshertog van Oistenrijck, hertog van Brabant etc., verklaart, dat de heerlijkheden van Engelbert, graaf van Nassouw, Vyanden etc., heer van Breda, en Jan, heer van Berghen opten Zoom, Wailham etc., exempt zullen zijn van de rechtspraak van iedere andere Brabantsche stad, en dat appèl alleen mogelijk is bij den Raad van Brabant.
regest_datering (Antwerpen).
regest_nb Afschrift 1e helft 16e eeuw (Inv.No. 144). In margine staat, dat de origineele brief is verkregen door Johan van Glimes, heer van Bergen op Zoom, doch zonder medeweten van den graaf van Nassau, terwijl hij niet is rondgezonden aan de steden, noch de inhoud ervan uitgevoerd.
regest_nummer 2253 c 1494
regest_beschrijving Engelbert, graaf van Nassou, heer van Breda, verzoekt den hertog van Brabant, om de door dezen uitgevaardigde ordonnantie, waaruit ten onrechte is geconcludeerd, dat appèl en reformatie van de hoofdbank van Breda bij den Raad van Brabant mogelijk zijn, zoodanig te wijzigen, dat zoowel van de schepen- als van de hoofdbank appèl evenals reformatie uitgesloten zullen zijn.
regest_datering
regest_nb Afschrift 1e helft 16e eeuw (Inv.No. 144). Onder het origineel stond: "Fiat Philippe". Het jaar 1494 is genomen in verband met Reg.No. 2250 en de regeeringsjaren van Philips de Schoone.
regest_nummer 2269 1496 Juli 12
regest_beschrijving Graaf Engelbrecht van Nassau verbiedt het stadsbestuur van Breda in een zeker geval medewerking te verleenen, omdat de bank van Breda appellabel noch reformabel is.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Authentiek afschrift uit de 2e helft van de 16e eeuw (Inv.No. 144).
regest_nummer 2569 1513 Juli 11
regest_beschrijving De griffier van den Raad van Brabant geeft aan Everaert Anthonisz., appellant ter eenre, en aan schepenen van Roesendael, geappelleerden, en Mathijs Adriaensz. en de weduwe van Jan Harmansz., geïntimeerden, ter andere zijde, wegens absentie van den Raad, uitstel tot den eersten Dinsdag na de vacantie.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 144).
regest_nummer 2572 1513 Augustus 22
regest_beschrijving De griffier van den Raad van Brabant geeft akte, dat aan Jan van der Goten als procureur van den graaf van Nassouw, geïntervenieerde in het proces tusschen Everaert Anthonisz., appellant, van den eenen kant, en Mathijs Adriaensz. en de weduwe van Jan Harmansz. geïntimeerden, met schepenen van Roesendael, geappelleerden, van den anderen, 15 dagen uitstel is verleend.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 144).
regest_nummer 2573 1513 September 5
regest_beschrijving De Raad van Brabant geeft aan den heer van IJsselsteyn uitstel om te dupliceeren op de repliek van Juffrouw Beelen, weduwe van Jan Claesz., om te bewijzen, dat van het vonnis, gewezen door schepenen van Grave, geen appèl mogelijk is bij den Raad van Brabant.
regest_datering
regest_nb Afschrift van 1546 (Inv.No. 144).
regest_nummer 2757 1527 Augustus 20
regest_beschrijving Karel V beveelt de landvoogdes en den Geheimen Raad, den graaf van Nassou als heer van Breda te handhaven in zijn recht, waarbij appèl van de hoofbank van Breda op den Raad van Brabant uitgesloten is, zoolang de keizer hierover niet anders zal hebben beslist.
regest_datering (Vallidolid).
regest_nb Afschrift 1e helft 16e eeuw (Inv.No. 144).
regest_nummer 2759 1528 Maart 20
regest_beschrijving De Raad van Brabant draagt Jan van der Beken, raad en advocaat-fiscaal, op om een onderzoek in te stellen naar het recht van appèl en reformatie van vonnissen, gewezen in het land van Breda.
regest_datering (Bruessel duysent vijfhondert zeven ende twintich).
regest_nb Afschrift 1e helft 16e eeuw (Inv.No. 144).
regest_nummer 2776 1529 October 5
regest_beschrijving Charles, keizer, gelast den Raad van Brabant te onderzoeken, of er appèl bestaat van het gerecht van Breda, en bepaalt op verzoek van den graaf van Nassou, dat, hangende het onderzoek, de vonnissen van Breda executabel zullen zijn onder cautie, indien die van Anvers en Boisleduc dat niettegenstaande appellatie of reformatie ook zijn.
regest_datering (Plaisance).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 144). Met sluitzegel onder papier.
regest_nummer 2779 -1529
regest_beschrijving Henrick, graaf van Nassouwen, heer van Breda, verzoekt den keizer de interpretatie van een privilegie, gegeven door hertog Jan van Brabant in 1350, inhoudende, dat van vonnissen, gewezen in het land van Breda, geen appèl mogelijk is.
regest_datering
regest_nb Afschrift 1e helft 16e eeuw (Inv.No. 144).
regest_nummer 2780 1529?
regest_beschrijving Henry, graaf van Nassou etc., heer van Breda, verzoekt aan de landvoogdes om, zoolang de keizer hieromtrent niet anders heeft beslist, de vonnissen van het gerecht van Breda onder cautie te mogen doen executeeren.
regest_datering
regest_nb Afschrift 1e helft 16e eeuw (Inv.No. 144).
regest_nummer 2781 1529?
regest_beschrijving Heynrick, graaf van Nassou, heer van Breda, etc., verzoekt den Raad van Brabant, appèl noch reformatie toe te staan van vonnissen, gewezen in het land van Breda, zoolang het onderzoek naar de appellabiliteit niet is afgeloopen.
regest_datering
regest_nb Afschrift (Inv.No. 144).
regest_nummer 3011 1540 December 18
regest_beschrijving Karel V beveelt den prins van Oranje, heer van Breda, om binnen 4 maanden alle hem ten dienste staande stukken ten bewijze, dat er van vonnissen van schepenen van Breda geen appèl op den Raad van Brabant mogelijk is, aan de landvoogdes te zenden.
regest_datering (Valenciennes).
regest_nb Gelijktijdig afschrift (Inv.No. 144). 2 aparte omslagen
regest_nummer 3119 1546 Februari 3
regest_beschrijving Kaerle, Roomsch keizer etc., gelast Jan Hanneton, raad, en Adam Boudewijnsz., secretaris van den Raad van Brabant, op verzoek van den procureur-generaal om eenige oude lieden te hooren als getuigen in het proces tegen den prins van Oraingne, baanderheer van Breda, over exemptie uit het ressort van den Raad van Brabant van de rechtspraak in zijn bannerie.
regest_datering (Bruessel duysent vijfhondert ende vijfvenveertich).
regest_nb Gelijktijdig afschrift (Inv.No. 144).
regest_nummer 3153 1548 Januari 12
regest_beschrijving Franchoys Leyedecker te Berghen opten Zoom, procureur voor de kinderen van Harman Mertens, belooft voor de hoofdbank van Breda, dat hij binnen 14 dagen cautie zal stellen voor burgemeester en schepenen van Berghen opten Zoom voor zijn voldoening aan het vonnis, gewezen in het proces, dat Anna van Barnagien voor schout, burgemeester en schepenen te Steenbergen begonnen is en nu voor de hoofbank van Breda vervolgt, waarop Anne van Barnagien hetzelfde belooft ten opzichte van de kosten.
regest_datering (Ludicx style).
regest_nb Extract uit een register van recognities (Inv.No. 144). Op hetzelfde blad het extract dd. 1548 Januari 23 (Reg.No. 3157).
regest_nummer 3157 1548 Januari 23
regest_beschrijving Jan Nijs en Willem Jacopsz. Balmaker stellen zich voor schepenen van Bargen opten Zoom borg voor Franchoys Leydeckere ingevolge de akte van 1548 Januari 12 (Reg.No. 3153).
regest_datering (anno XLVII style van Brabant).
regest_nb Extract uit een register van recognities (Inv.No. 144). Geschreven op hetzelfde blad als het extract d.d. 1548 Januari 12 (Reg.No. 3153).
regest_nummer 3209 1550 Juli 24
regest_beschrijving De hoofdbank van Breda, in appèl van burgemeester en schepenen van Steenbergen uitspraak doende in het proces tusschen Anna van Barnagiën, eischeres, en de kinderen van Harman Mertens, over de betaling van 500 carolusguldens met de rente sinds 28 Juni 1540, wijst de eisch toe.
regest_datering (Breda opter stadthuys).
regest_nb Extract uit het register der vonnissen van de hoofdbank van Breda (Inv.No. 144).
regest_nummer 3212 1550 Augustus 9
regest_beschrijving Kaerle, keizer, gelast den deurwaarder, de wethouders van de stad Breda voor den Raad van Brabant te dagen op verzoek van Pieter Back, appellant in het proces tusschen hem en Joachim van Heusden, in appèl van het leenhof van Merxem en Schooten door de hoofdbank van Breda beslist ten zijnen nadeele.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 144). Aan het oorspr. was vastgehecht het relaas van den deurwaarder (Reg.No. 3213).
regest_nummer 3213 1550 Augustus
regest_beschrijving Jacques Fuys, deurwaarder van den Raad van Brabant, bericht, dat hij ingevolge den brief dd. 1550 Augustus 9 (Reg.No. 3212), waaraan deze was vastgehecht, de wethouders van Breda en Joachim van Heusden te tsHertogenbosche tegen 24 September voor den Raad heeft gedaagd.
regest_datering
regest_nb Afschrift (Inv.No. 144).
regest_nummer 3215 1550 Augustus 10-15
regest_beschrijving Peeter Back verzoekt den Raad van Brabant, om wegens armoede te mogen volstaan met cautie juratoir voor de executie van de door hem verkregen brieven van appellatie van het vonnis, door wethouders van Breda gewezen te zijnen nadeele.
regest_datering
regest_nb Afschrift (Inv.No. 144). Met gunstige beschikking in margine dd. 1550 Augustus 16.
regest_nummer 3217 1550 Augustus 12
regest_beschrijving Kaerle, Roomsch keizer etc., gelast den deurwaarder, de wethouders van de stad Breda voor den Raad van Brabant te dagen op verzoek van de voogden van de kinderen van Herman Mertens, appellanten in het proces, tegen hen gevoerd door Anna van Bernaige en door de hoofdbank van Breda in hun nadeel beslist.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 144).
regest_nummer 3218 1550 Augustus 29
regest_beschrijving Jacques Fuys, deurwaarder van den Raad van Brabant, bericht, dat hij gevolg heeft gegeven aan het bevel van 1550 Augustus 12 (Reg.No. 3217).
regest_datering
regest_nb Afschrift (Inv.No. 144).
regest_nummer 3277 1553 Januari 30
regest_beschrijving De keizer gelast den schout van Steenbergen, niet voort te gaan met de executie van het vonnis ten nadeele van de kinderen van Herman Mertens, zoolang die zaak in appèl is voor den Raad van Brabant.
regest_datering (Bruessel anno XVcLII nae costume ons Hoefs).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 144). Met opgedrukt papieren zegel.
regest_nummer 3278 1553 Februari 21
regest_beschrijving De schout van Steenbergen bericht den Raad van Brabant, dat hij tot uitvoering van het vonnis, waarvan sprake is in den brief van den Raad van 1553 Januari 30 (Reg.No. 3277) en waarvan hij hierbij een afschrift insluit benevens de extracten dd. 1548 Januari 12 en 23 (Reg. Nos. 3153 en 3157), is overgegaan, omdat de hoofdbank van het land van Breda niet appellabel is.
regest_datering (Steenbergen anno LIII nae scryven 's Hoofs van Ludick).
regest_nb Minuut (Inv.No. 144).
regest_nummer 3280 1553 Maart 7
regest_beschrijving De keizer bericht den schoot van Steenbergen, in antwoord op diens brief dd. 1553 Februari 21 (Reg.No. 3278), dat het daarin vermelde vonnis niet uitgevoerd mag worden, zoolang het proces tusschen Anna van Bernaige, eischeres, en den prins van Oraingnen als heer van Breda met de hoofdbank van Breda eener-, en de voogden van de kinderen Mertens anderzijds, voor den Raad van Brabant hangende is.
regest_datering (Bruessel XVcLII stilo Brabantiae).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 144). Het opgedrukte zegel verloren.
regest_nummer 3318 1554 vóór December 21
regest_beschrijving Guilaume, prins van Auranges, graaf van Nassou, baanderheer van Breda, verzoekt den keizer om het appèl, dat volgens voorloopige schikking van 1550 alleen bestaat van de schepen-, maar niet van de hoofdbank van Breda, eveneens bij voorloopige schikking te veranderen in reformatie, welke voor de beide banken gelden zal.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 144). Met beschikking van de landvoogdes dd. 1554 December 21 (Reg.No. 3319).
regest_nummer 3319 1554 December 21
regest_beschrijving Marie, (landvoogdes), bericht, dat de keizer het verzoek, gedaan in den brief van (1554) (Reg.No. 3318), aan den voet waarvan dit geschreven is, heeft ingewilligd.
regest_datering (Bruxelles).
regest_nummer 3322 -1554
regest_beschrijving De keizer, hertog van Brabant, wijzigt, op verzoek van Guillaume de Nassau, prins van Oranges (Reg.No. 3318), zijn voorloopige beslissing dd. 1550 April 29 (Reg.No. 3207) in dien zin, dat zoowel van de schepen-, als van de hoofdbank te Breda geen appèl, doch wel reformatie bij den Raad van Brabant mogelijk is.
regest_datering
regest_nb Gelijktijdig afschrift (Inv.No. 144).
Reg. no. 2387
regest_nummer 2387 1500 December 29
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van Antwerpen, oorkonden, dat Berbele van der Dilft, weduwe van Jacop van den Wijngaerdt, Jaspar van den Dorpe heeft gemachtigd om het beroep, dat zij, haar dochter Lijsbeth en Jasper voornoemd gedaan hebben van het vonnis te Loenhoudt op den Raad van Brabant, te herroepen.
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 144). Het zegel ten zaken van Antwerpen verloren.
regest_nb b) Geïnsereerd in de akte dd. 1501 Januari 31 (Reg.No. 2390).
Reg. nos. 2387 en 2390
regest_nummer 2390 1501 Januari 31
regest_beschrijving De notaris Andreas van Wyenhove instrumenteert, dat Jaspar van den Dorpe als man van Johanna van den Wijngaerde Gielis' dochter en als gemachtigde van Barbele van der Delft, weduwe van Jacop van den Wijngaerde, en haar dochter Johanna ) blijkens volmacht dd. 1500 December 29, hierin opgenomen (Reg.No. 2387), in haar proces met Jan en Boudewijn van den Wijngaerde over de nalatenschap van Willem van den Wijngaerde verklaart, ten onrechte in beroep te zijn gegaan van de uitspraak, gedaan door schepenen van Loenhout, omdat er van het leenhof van Breda, waarbij schepenen van Loenhout ter hofvaart zijn geweest, geen appèl is.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 144). Met signatuur van den notaris.
Reg. no. 3207
regest_nummer 3207 1550 April 29
regest_beschrijving De keizer vergunt den prins van Orenges zijn eisch in zake de niet-appellabiliteit van de schepenbank te Breda nader toe te lichten voor de landvoogdes en beschikt, dat er, in afwachting van een beslissing, appèl zal zijn op den Raad van Brabant.
regest_datering (Bruxelles).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 144).
Reg. no. 3461
Dit stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
regest_nummer 3461 1567 vóór Juli 24
regest_beschrijving De prins van Orangiën verzoekt de hertogin van Parma, Plaisance etc., gouvernante etc., hem niet te hinderen in het vazn de hooge, lage en middelbare rechtspraak in stad en land van Breda, hetgeen geschied is door haar bevel aan den drossaard van Breda, om den provoost van Brabant behulpzaam te zijn bij de gevangenneming van eenige rebellen, waarvan de in hechtenisneming van …… Trelong het gevolg is geweest, en vraagt uitlevering van de gearresteerden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 145). In margine beschikking dd. 1567 Juli 24 in weigerenden zin. De voornaam voor Trelong is niet ingevuld, maar bedoeld zal zijn Jan Blois van Treslong, die in 1566 in handen van de Spanjaarden viel en 1 Juni 1568 onthoofd is.
Reg. no. 450
regest_nummer 450 1349 Juni 29
regest_beschrijving Margarete, keizerin, gravin van Hollant enz., geeft als gunstbewijs voor haar kamerling, heer Willem van Duvenvoirde, heer van Oesterhout, aan de inwoners van het dorp Oesterhout en de hofstad Waghenberch vrijdom van tol in Holland, Zeeland en Friesland.
regest_datering (te Monike in Beyeren op Sinte Pieters ende Sinte Pouwels dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 146). Met het zegel van Margaretha in roode was; dat van haar zoon, Willem van Beieren, verloren.
Reg. no. 111
regest_nummer 111 1311 Maart 12
regest_beschrijving Dertig personen van den kant van heer Philippus van Lidekerke en dertig van dien van de Tempeliers van Braken leggen getuigenis af aangaande de rechtsbevoegdheid van ieder van beide in Oesterhout en Alfen, ten overstaan van Gerardus van Uden, schout van Antwerpia, heer Johannes Volkard, Sebastianus van Hoestraten, Walterus de Bie, Arnoldus van der Hegghen en een groot aantal mannen van den hertog en van de Tempeliers.
regest_datering (apud Braken die Veneris post Dominicam qua cantatur Reminiscere).
regest_nb Latijnsche vertaling van een Hollandsch origineel. (Inv.No. 147).
Reg. no. 485
regest_nummer 485 1352 Maart 1
regest_beschrijving Willem van Duyvenvoerde, heer van Breda en Oesterhout, en Heinric van Boutershem, heer van Berghen op den Zoem, beloven elkaar uitlevering van misdadigers behoudens de rechten van de steden Breda, Berghen op den Zoem en Steenberghen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 148). Met de zegels der oorkonders in bruine was.
Was: inv. nr. 149
Reg. no. 491
regest_nummer 491 1352 November 16
regest_beschrijving Jhan, hertog van Brabant enz., verklaart, na onderzoek door Godevaert van der Delft, schout van Antwerpen, en Peter Coutereel, meier van Loeven, dat Jhan van der Moelen, hem overgeleverd door heer Willem van Douvenvoerde, heer van Oesterhout, niet tot de St. Petersmanschap te Loeven behoort.
regest_datering (te Bruessele).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 149). Met weinig geschonden zegel van den oorkonder in bruine was.
Dit charter bevindt zich in de Coll. v. Nispen: toegang 1.13.09, inv. no. 4.
Reg. no. 504
regest_nummer 504 1354 Juni 13
regest_beschrijving Claus van Oekel, Willem Leinsenz., Aernoud van den Neste, Jonaes van der Elst, Gheraerd die Gruter, Gheraerd die Bonte en Jan Mathijsz., schepenen van Breda, oorkonden, dat een driemaal herhaalde oproep geen andere schuldigen aan den in de Pinksterdagen te Wisdoerne tegen inwoners van Dordrecht begane misdaad heeft opgeleverd dan de vier, reeds door heer Jan van Pollanen, heer van der Leck en Breda, bij vonnis rechteloos en eerloos verklaarden n.l. Jacop Neven Gheraert Dulleken Herbaeren Jan Beinsz. en Coene Jansz.
regest_datering (des anders daghes na des Heilechs Sacraments dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 150). De zegels der zeven schepenen verloren.
Reg. no. 917
Dit stuk is afkomstig uit het gemeentearchief te Breda
regest_nummer 917 1404/1406 October 15
regest_beschrijving De stad van Lovene verzoekt den jonker van Nassou, heer van Breda, of diens drossaard om de verbeurdverklaring en verkoop van goederen van brengers dezes briefs ongedaan te maken, daar zij als behoorende tot het recht van de St. Petersmanschap te Lovene alleen terecht kunnen staan voor den meier en de St. Petersmannen aldaar.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 151).
regest_nb Gedrukt in Versl. en Meded. der Ver. tot Uitgaaf der Bronnen van het Oud-Vad. Recht VIII No. 3, aldus gedateerd, omdat met den "jonker van Nassau" aan wien de brief gericht is en de "ghenediger vrouwe van Brabant", waarvan sprake is, alleen Engelbrecht I, gehuldigd op 1404 Augustus 24, en hertogin Johanna, gest. 1406 December 1, bedoeld kunnen zijn.
Reg. no. 1305
regest_nummer 1305 1432 October 29
regest_beschrijving De steden Brussel en Antwerpen verzoeken de stad Breda gevolmachtigden te zenden naar Herenthals om gezamenlijk maatregelen te nemen tegen Mechelen, dat bij Heffen de rivier de Zenne heeft afgesloten tegen het landrecht van Brabant in ).
regest_datering (des Goensdaeghs XXIX in Octobri).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 152).
Reg. nos. 1309 en 1346.
Een van de stukken is afkomstig uit de Coll. Kleyn, twee uit de Coll. Cuypers van Velthoven; een bevindt zich in de Coll. Havermans no. 20 te Breda
regest_nummer 1309 c Januari 1433
regest_beschrijving De graaf van Nassaw verzoekt den hertog van Bourgoigne, Brabant enz., de stad Anvers bij interlocutoir vonnis te veroordeelen om de inbreuken, gemaakt op de rechten van den heer van Breda, ongedaan te maken en te vergoeden, en haar te veroordeelen in de kosten.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 153). In dorso: "Dit is aldus int Walsche overgegeven minen Here ende sinen Walschen Raide nu opte leste dachvairt tot Bruessel mer het were goet, dat ment translateirde in Duytsche eer meester Emont quame." In het stuk is sprake van een Antwerpsch vonnis, dat, blijkens het "correctieboeck" van Antwerpen, van 1432 September 26 is; het geschil werd beslist in 1433 Mei 12 (Reg.No. 1313).
regest_nummer 1346 c 1435
regest_beschrijving Drossaard en andere dienaren van den graaf van Nassauw te Breda, gezien den brief van de stad Antwerpen aan den schout van Etten, houdende verzoek om het beslag, gelegd op goederen van Joos Vrederix, poorter van Antwerpen, op te heffen, antwoorden, dat het beslag terecht gelegd is, en wijzen het verzoek af.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 153).
Reg. no. 1313
regest_nummer 1313 1433 Mei 12
regest_beschrijving Philips, hertog van Borgoengen, Brabant enz., uitspraak doende tusschen de stad Antwerpen en den jonker van Nassou, heer van Breda, naar aanleiding van een banvonnis, door die stad uitgesproken tegen inwoners van de heerlijkheid Breda, handhaaft den jonker van Nassou in de possessie der executie tegen die inwoners behoudens het petitoir recht van de stad Antwerpen.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 153). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was met contrazegel voor Brabant.
regest_nb b) Afschrift (Inv.No. 144).
Reg. no. 1319
regest_nummer 1319 1433 October 3
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgoingnen enz., bepaalt voorloopig in het geschil tusschen de stad Antwerpen en Engelbrecht, graaf van Nassow en Vyanden, heer van de Leck en Breda, dat de stad Antwerpen, alvorens tot executie over te gaan ter zake van een vordering op een schuldenaar in Breda, den schuldeischer een termijn van tien dagen moet geven, waarin deze persoonlijk kan innen, en dat voor het vervolg beide partijen zonder feitelijkheden hun geschil over het recht van executie zullen voortzetten.
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 153). Met geschonden zegel van den hertog in roode was met contrazegel voor Brabant.
regest_nb b) Afschrift (Inv.No. 144).
Reg. no. 1325
regest_nummer 1325 1434 Juni 12
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgoingnen, Brabant enz., gelast zijn kamerling heer Claus van St. Goerix, ridder, en Henric Magnus, zijn raadslieden, naar Antwerpen en Breda te gaan om een onderzoek in te stellen naar het geschil tusschen de stad Antwerpen en Engelbrecht, graaf van Nassow en Vyanden, heer van Breda, over de executie van vonnissen van Antwerpen in stad en land van Breda.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 153). Met geschonden zegel van den hertog in roode was met contrazegel voor Brabant.
Reg. no. 1363
regest_nummer 1363 1437 April 29
regest_beschrijving Philips, hertog van Bourgoingnen, Brabant enz., oorkondt, dat Engelbrecht, graaf van Nassow en Vyanden, heer van de Leck en Breda, en de stad Antwerpen een overeenkomst hebben gesloten aangaande de uitvoering van vonnissen, uitgesproken door het gerecht aldaar tegen Antwerpenaren, wonende in stad en land van Breda, en bevestigt die.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 153). De zegels van den hertog, den graaf van Nassow en de stad Antwerpen verloren; dat van Johanna van de Lek, gravin van Nassow, in groene was en geschonden.
regest_nb b) Afschrift (Inv.No. 144).
regest_nb Gedrukt in: Placcaeten ende ordonnantiën van de hertogen van Brabandt, I, bl. 560.
Reg. nos. 1180, 1190, 1191, 1289, 1347, 1366, 1444, 1445, 1499, 1500, 1544-1547, 1602-1604, 1607-1610, 1644, 1655, 1679, 1680, 1692, 1705, 1707, 1751, 1832, 1849, 1872, 1871bis, 1873, 1895, 1922, 2739-2742, 2784-2786, 2922, 2925, 3007, 3025, 3029, 3031, 3033, 3034, 3037, 3038, 3061-3063, 3086-3088, 3124, 3125, 3128-3134, 3148, 3149, 3160-3163, 3210, 3211, 3219-3232
De nos. 1180, 1191, 1347, 1608, 1679, 1680, 1751 en 3149 zijn afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven, de nos. 1499 en 1500 uit de Coll. Kleyn, de nos. 1289, 1366, 1705, 1873, 3033 en 3062 uit het gemeentearchief te Breda.
regest_nummer 1180 1423 April 25
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt allen, die bevoegd zijn te manen of te wijzen in stad en land van Breda om Claus Dierixz. niet te storen in het bezit van de goederen, afkomstig van zijn broeder Wouter, daar zij na vonnis van schepenen van Antwerpen uit 's heeren hand verkocht zijn in 1422.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 154).
regest_nummer 1190 c 1423? Februari 14
regest_beschrijving (De Drossaard) van Breda vraagt de stad Anterpen waarom zij Rombout Mertens, inwoner van Breda, gevonnist heeft wegens een misdrijf, onder Breda begaan, waarvoor hij reeds boete betaald heeft.
regest_datering (op Sente Valentijns dach).
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 1191 c 1423? December 10
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt den drossaard of den schout van Breda haar poorter Jan Toylart uit de gevangenis te ontslaan of te bewijzen, dat hij een misdrijf heeft begaan, voordat hij poorter werd.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 1289 1431 April 7
regest_beschrijving De stad Antwerpen geeft den schout van Zundert en Rijsbergen kennis, dat zij voortaan aan de ambtenaren in het markgraafschap niet meer dan tweemaal zal schrijven over zaken tot haar jurisdictie behoorende of haar poorterij aangaande.
regest_datering (Saterdach VII dage in Aprille).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nb De ordonnantie, waarvan deze brief een uitvloeisel is, werd 7 April 1431 afgekondigd. Zie Antw. Arch. blad, 1e reeks, dl. 28, bl. 229.
regest_nummer 1347 c 1435 September 11
regest_beschrijving De stad Brugge verzoekt de stad Antwerpen maatregelen te nemen tegen den hinder, die Jacop de Wale, dienaar van den graaf van Nassouwen, de godshuizen van St. Jan en van de Pottrieën te Brugge aandoet in hun goederen te Etten.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 1366 1437?
regest_beschrijving De stad Antwerpen antwoordt den hertog van Brabant, dat zij niet op een dagvaart kan komen noch de te Antwerpen gevangen gehouden onderzaten van den jonker van Nassouwen kan vrijlaten, voordat door dezen de Antwerpsche burgers, 's hertogen onderdanen, in vrijheid gesteld zijn.
regest_datering
regest_nb Afschrift? (Inv.No. 154). Onderaan met latere hand 1437.
regest_nummer 1444 c 1440 April 20
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt Engelbrecht, graaf van Nassow en Vyanden, heer van de Leck en Breda, om het beslag op te heffen, dat te Breda gelegd is op goederen van Antwerpsche burgers, omdat een burger van Antwerpen in overeenstemming met het tractaat, gesloten tusschen Antwerpen en Breda, een actie heeft ingesteld tegen eenige burgers van Roesendale, en om de zaak door overleg te regelen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nb Het in den brief vermelde tractaat is in 1437 gesloten en graaf Engelbrecht overleed in 1442.
regest_nummer 1445 c 1440 April 21
regest_beschrijving De graaf van Nassau antwoordt de stad Antwerpen op den brief van den 20en, dat het verdrag tusschen Breda en Antwerpen door de laatste herhaaldelijk geschonden wordt, dat hij alle arresten zal opheffen, wanneer Antwerpen hetzelfde doet, en dat hij genegen is te Westdoerne of Hoochstraten de zaak te bespreken.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 1499 c 1444 Juni 25
regest_beschrijving (Johanna van Polanen, gravin van Nassou, vrouwe van Breda), verzoekt den schout van Ryen, om haar onderzaten, Jan en Aert van der Wymeren, die te Woestwesel namens den hertog gevangen gezet zijn, in vrijheid te stellen, of dag te geven over 6 of 8 weken, als haar zoon Johan, graaf van Nassou, drossaard van Brabant etc., terug zal zijn.
regest_datering (des anderen daechs na Sente Johans dach Baptisten te midzomer).
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 1500 c 1444 Juli 3
regest_beschrijving Johan etc., gezien het antwoord van den schout van Ryen op het verzoek van zijn moeder dd. Juni 25 (Reg.No. 1449), vraagt nogmaals invrijheidstelling der beide gevangenen, of dag vóór Bamis om de zaak voor den Raad van Brabant te brengen.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 1544 c 1446? Mei 17
regest_beschrijving De graaf van Nassau antwoordt den heer van Bergen op Zoom 1e, dat de personen, door hem afgevaardigd naar Boevendonck ter behandeling van de verkorting, hun beiden aangedaan door den roedrager van Antwerpen in hun gemeenschappelijke vierschaar van Steenbergen, niet zonder last waren, doch de heer van Bergen op Zoom zich niet aan het aldaar overeengekomene heeft gehouden, wat hij hem thans verzoekt alsnog te doen; 2e, dat zijn drossaard, in Rosendael zijnde, naar Wouw is gegaan uitsluitend om naar de gezondheid van den heer en vrouwe van Bergen te vragen en 3e, dat de heer van Bergen de brug op hun gemeenschappelijk terrein, die hij heeft doen afbreken, moet herstellen of voldoen aan de voorwaarden, waarop de heer van Breda afbraak had toegestaan.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 1545 c 1446? September 5
regest_beschrijving De graaf van Nassou schrijft aan den hertog van Brabant, dat hij de roede van den roedrager van den ambtman van Antwerpen, die te Breda is gekomen om eenige personen gevangen te nemen wegens verbintenissen, door deze aangegaan voor schepenen van Antwerpen, in tweeën heeft gebroken, en dat de stad Antwerpen daarop heeft doen afkondigen, dat niemand meer naar het land van Breda mocht gaan, tenzij op eigen verantwoording, en dat de mannen zich gereed moesten houden om op het eerste bevel geharnast uit te rukken.
regest_datering
regest_nb a) Minuut
regest_nb b) Vertaling in het Fransche (Inv.No. 154).
regest_nummer 1546 c 1446? September 23
regest_beschrijving Phelippe, hertog van Bourgoigne, Brabant enz., antwoordt den graaf van Nassou en Vyanden, heer van Breda en de Leck, op diens brief van den 5en dezer, dat hij eerst zal doen onderzoeken, of het exploot, dat de officier van de lange roede uit Anvers te Breda kwam uitvoeren, in strijd was met de uitspraak, door hem gedaan in de twisten tusschen Anvers en Breda, en brengt hem verder op de hoogte van zijn krijgsbedrijven in Bourgondië.
regest_datering (en nostre ost à Espoisse).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 1547 c 1446? December 26
regest_beschrijving Johan, graaf van Nassau, schrijft aan de stad Antwerpen, dat commissarissen van den Raad van Brabant een uitleg hebben gegeven van alle duistere punten in het verdrag tusschen Antwerpen en Breda, en verzoekt haar dit aan haar grooten Raad mede te deelen, hem voor 15 Januari een verklaring te zenden, dat daarover geen geschillen meer zullen rijzen en den roedrager op Nieuwjaarsdag te Breda vergiffenis te laten vragen voor zijn vergrijp.
regest_datering (op Sente Stevensdach in de heylige Kersdage).
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 1602 1148 December voor den 9en
regest_beschrijving Kathelijn Coppens verzoekt den jonker van Nassouw om bemiddeling bij de stad Antwerpen, die haar na een verbanning van 2 jaar niet in de stad wil toelaten, omdat zij dien tijd te Breda gewoond heeft, welke stad, volgens de stad Antwerpen, tot het markgraafschap behoort.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 154). In dorso een brief van den graaf van Nassouw aan Jan Noyts dd. 1448 December 9 (Reg.No. 1603).
regest_nummer 1603 1448 December 9
regest_beschrijving De graaf van Nassouw(?) vraagt aan Jan Noyts hem met bringer dezes bericht te zenden aangaande de meening van de stad Antwerpen inzake de weder toelating van Katheline Coppens, sinds 2 jaar uit Antwerpen gebannen.
regest_datering
regest_nb Geschreven in dorso van Reg.No. 1602.
regest_nummer 1604 1448 December 14
regest_beschrijving Jan Noyts en Jan van Ranst antwoorden jonker Jan, graaf van Nassouw, Dietz en Vyanden, heer van Breda, drossaard van Brabant, op zijn brief aan Jan Noyts dd. 1448 December 9 (Reg.No. 1603), dat Jan van Ranst, met zijn zeggen, dat Katlyne Coppens in het markgraafschazp was geweest, niet Breda bedoelde, maar Bergen en Hoechstraten, en dat zij haar helpen zullen, wanneer zij onder eede verklaart, dat zij niet in het markgraafschap geweest is.
regest_datering (tAntwerp).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 1607 1449 Januari 3
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van Antwerpen verzoeken Johan, graaf van Nassow, Dietz en Vyanden, heer van Breda, drossaard van Brabant etc., het beslag, gelegd op goederen van Antwerpsche burgers te Rijsbergen voor een op te brengen bede, te doen opheffen, aangezien overeengekomen was, dat, in afwachting van een bijeenkomst te Hoechstraten, alles zou blijven, zooals het was.
regest_datering (XIIIIc XLVIII jaer).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 154).
regest_nummer 1608 -1448
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt den schout van Rijsbergen, Peter Fijen, haar poorters niet langer te hinderen in het bezit van hun goederen onder Rijsbergen wegens het niet betalen van aan den graaf van Nassow toegestane bede en zich te houden aan de afspraak tusschen haar en den graaf van Nassow om deze zaak in statu quo te laten, totdat zij op een bijeenkomst behandeld zal worden.
regest_datering (XIIIIc XLVIII jaer).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 1609 1449 Januari 5
regest_beschrijving De heer van Breda verzoekt de stad Antwerpen op haar klacht, dat de schout van Rijsbergen beslag heeft gelegd op goederen van Antwerpenaren, in zijn rechtsgebied gelegen, wegens het niet betalen van bede, hem een lijst met de namen dier personen te zenden, opdat deze, hangende het geschil tusschen hen beide, niet verder worden lastig gevallen.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 1610 1449 Januari 10
regest_beschrijving Johan, graaf van Nassouw, Dietz en Vyanden, heer van Breda, drossaard van Brabant, antwoordt aan Jan Noyts en Jan van Ranst op hun brief dd. 1448 December 14 (Reg.No. 1604), dat Katheline Coppens bereid is te Antwerpen den eed af te leggen, dat zij gedurende de 2 jaar van haar ballingschap niet buiten de jurisdictie van Breda is geweest, en verzoekt hen haar verder te helpen.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 1644 1450 October 27
regest_beschrijving De Raad van Brabant, uitspraak doende in het proces tusschen de stad Antwerpen, eischer, en Jan, heer van Berghen opten Zoom, Glimes etc., verweerder, over de verbeurdverklaring door den schout van Berghen opten Zoom van goederen aldaar, toebehoorende aan Daniel Madea, poorter van Antwerpen, ontzegt den aanleggers hun eisch.
regest_datering
regest_nb Authentiek afschrift 16e eeuw (Inv.No. 154).
regest_nummer 1655 c 1450 na November 25
regest_beschrijving Willem van Nijspen, schout van Breda, antwoordt de stad Antwerpen op haar eisch, de beesten vrij te geven van haar poorter Gielis Zanders, waarop beslag is gelegd wegens schuld aan Sweder van Berck te Breda, dat zij Gielis Zanders naar Breda zende, waar de koop gesloten is, om te betalen.
regest_datering (des Maendaighs na Sinte Kathelinen dach).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154). Het opgedrukte zegel van Willem van Nijspen verloren.
regest_nummer 1679 1452 December 2
regest_beschrijving De stad Antwerpen schrijft aan den schout van Rijsbergen en de bedezetters van Klein Zundert ten derden male om de beesten van den laat van Jan van der Heze, die zij voor de bede van den hertog van Brabant hebben afgepand, vrij te geven, of zich te Antwerpen, waar de zaak beslist moet worden, te komen verantwoorden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 1680 1452 December 9
regest_beschrijving De stad Antwerpen schrijft aan de hoofdbank te Breda den schout van Rijsbergen te gelasten het beslag, op de beesten van Jan van der Heze gelegd wegens het niet betalen van bede, op te heffen, daar een dergelijke zaak behandeld moet worden door de hoofdstad, waaronder de goederen, waarvan bede betaald moet worden, liggen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 1692 1453 November 10
regest_beschrijving Raden en dienaren van den jonker van Nassouwe te Breda schrijven uit diens naam aan de stad Antwerpen, dat de zaak tusschen Bertelmeeus Broek te Breda en Katherina Eelen over den eigendom van zekere goederen niet te Antwerpen behandeld moet worden, maar voor de schepenbank in de stad of het land van Breda, waaronder de goederen liggen, maar dat hij bereid is mede te werken tot een minnelijke schikking te Bruessel en verzoekt daartoe een dag te bepalen.
regest_datering (Breda).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 154).
regest_nummer 1705 1454 November 30
regest_beschrijving De stad Antwerpen vraagt heer Johan van Bergen opten Zoom, Glymes en Velpen, ridder, een anderen dag te bepalen voor de dagvaarding te Hoechstraten ter behandeling van de zaak van Heinric Oelen te Antwerpen contra Jacop Peter Heerenz., waarin de stad de rechten van de stad Bergen opten Zoom tekort zou doen.
regest_datering (op Sinte Andries'dach anno LIIII).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 1707 1454 December 10
regest_beschrijving Jan, heer van Berghen opten Zoom, Glymes, Velpe en Brecht, vraagt Johan, graaf van Nassouw, heer van de Leck en Breda, onder toezending van een brief van de stad Antwerpen, of de daarin genoemde dag hem gelegen komt.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 1751 1456 October 14
regest_beschrijving De stad Bruessel schrijft den schout te Rijsbergen of zijn vorster te Zundert ten vervolge van haar vorigen brief, waarin zij teruggave vroeg van panden, afgenomen van eenige van haar poorters, volgens uitspraak van burgemeesters e.a. gedeputeerden van Breda wegens het niet betalen van een bieraccijns, dat genoemde poorters hebben verklaard, dat deze accijns door die van Zundert nooit betaald of geconsenteerd is, waarom de stad nogmaals teruggave eischt of overkomst naar Bruessel om verantwoording af te leggen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 1832 c 1460 Januari 12
regest_beschrijving Johan, graaf van Nassau, schrijft, op een klacht van Margriete Jan Paridaens weduwe, aan drossaard en schout van het land van Hoochstraten de panding, gedaan aan een leengoed van graaf Jan, waaruit zij haar douarie trekt, wegens een schuld, die haar zoon Henric volgens Antwerpsche brieven heeft, ongedaan te maken, of zich te komen verantwoorden voor zijn Leenhof.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 1849 1462 September 4
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt Roelof van den Nyenhuys, schout van Breda, om Wouter van Wesenbeke in zijn rechtsvordering tegen Gheertruyt van den Campe, weduwe van Jan van Rysingen, executie te verleenen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 1872 1464 Januari 28
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van Antwerpen verzoeken jonker Johan, graaf van Nassouw, Vyanden en Dietze, heer van Breda etc., om tusschenkomst ten behoeve van Wouter van Wesenbeke in zijn schuldvordering op de weduwe van Jan van Risingen.
regest_datering (des Saterdaechs XXVIII Januarii anno LXIII na de gewoente van Camerijcke).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 1873 1464 Februari 1
regest_beschrijving Johan, graaf van Nassouw, Vyanden en Dietze, heer van Breda etc., schrijft aan de stad Antwerpen, dat Gheertrude, weduwe van Jan van Rysingen, gezegd heeft niet verbonden te zijn voor de schulden van haar man, waarover zij brieven van den hertog van Brabant en van den officiaal van Ludick heeft, waarvan hierbij copie, zoodat geen voordering ten behoeve van Wouter van Wesenbeke gedaan kan worden, en verzoekt de stad eenige raden naar Hoeghstraten te zenden om het eens te worden en bij mislukking de zaak voor den Raad van brabant te brengen.
regest_datering (na de gewoente van Ludick).
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 1895 1466 Januari 3
regest_beschrijving De drossaard en andere dienaren van den jonker van Nassou schrijven aan de stad Antwerpen, dat zij haar brief aan den schout van Roesendale inzake den eisch van Aertur van Malde tegen Joost Dierixsz. en Lambrecht van der Donck gezien hebben; dat laatstgenoemden verklaren niets schuldig te zijn aan eischer; dat zij niet te Antwerpen behoeven te verschijnen, doch de eisch voor de bank te Roesendale, waar zij wonen, gedaan moet worden; dat Joos Dierixsz. bereid is het huis op de Plaets te Roesendale, dat hij bij gerechtelijke uitwinning gekocht heeft, en waaruit eischer een lijftocht heeft, aan hem over te doen behoudens de onkosten, of daarover te recht te staan te Roesendale, en verzoeken de stad haar antwoord aan brenger dezes mede te geven.
regest_datering (na de gewoente van Ludic).
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 1922 1469 Juli 10
regest_beschrijving De stad Antwerpen bericht den drossaard en andere dienaren van den jonker van Nassouw de ontvangst van hun brief, waarin zij vragen om Claus den Houvenere te zeggen, dat hij Cornelis Lamsz. van Rosendale, gemachtigde van het klooster Sinte Agniet te Thienen, ongemoeid moet laten en het arrest, gedaan ten laste van Daneel Mathijsz. te Nyspen, moet opheffen, waarop de stad voorstelt over 14 dagen een bijeenkomst te houden te Hoochstraten.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 2739 1526 Juli 31
regest_beschrijving Schepenen van Breda oorkonden, dat Jaspar de Mere uit 's heeren hand gekocht heeft alle goederen te Breda van Jacop Bast en zijn vrouw Margriete Kerstiaens dochter van Buyten.
regest_datering
regest_nb Authentiek extract uit het register van schepenbrieven van Breda (Inv.No. 154). Op hetzelfde blad afschriften van de beide akten van 1526 Juli 31, die van 1526 Augustus 8 en 1540 September 28 (Reg. Nos. 2740-2742 en 3007).
regest_nummer 2740 1526 Juli 31
regest_beschrijving Schepenen van Breda oorkonden, dat Jan van Leemputten heeft gekocht uit 's heeren hand alle goederen te Breda, die Jacob Bast en zijn vrouw aan hun kinderen getransporteerd mogen hebben.
regest_datering
regest_nb Authentiek extract uit het register van schepenbrieven van Breda (Inv.No. 154). Geschreven op hetzelfde blad als het afschrift van de akte van denzelfden datum (Reg.No. 2739).
regest_nummer 2741 1526 Juli 31
regest_beschrijving Schepenen van Breda oorkonden, dat Peter van Driele uit 's heeren hand heeft gekocht de goederen onder Breda, die Jacob Bast en zijn vrouw aan hun kinderen getransporteerd mogen hebben.
regest_datering
regest_nb Authentiek extract uit het register van schepenbrieven van Breda (Inv.No. 154). Geschreven op hetzelfde blad als het afschrift van de akte van denzelfden datum (Reg.No. 2739).
regest_nummer 2742 1526 Augustus 8
regest_beschrijving Schepenen van Breda oorkonden, dat Jacop van Gruynenberch heeft gekocht uit 's heeren hand alle goederen onder Breda van Jacob Bast en Margriet Kerstiaens dochter van Buyten of hun kinderen.
regest_datering
regest_nb Authentiek extract uit het register van schepenbrieven van Breda (Inv.No. 154). Geschreven op hetzelfde blad als het afschrift van de akte dd. 1526 Juli 31 (Reg.No. 2739).
regest_nummer 2784 1530 Juni 6
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt den schout van Roosendale nogmaals, Jacob de Hart, geheeten Metten Hare, uit te leveren.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 2785 1530 Juni 7
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt den schout van Roosendale ten derden male om Jacob de Hart, geheeten Metten Hare, uit te leveren.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 2786 1530 Juni 7
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt Laureijs du Blioul, heer van der Sart, audiencier en eersten secretaris van den keizer, om den schout van Roosendale te gelasten Jacob de Hart, geheeten Metten Hare, balling van Antwerpen, uit te leveren, nu zij daar driemaal vergeefs om gevraagd heeft.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 2922 1536 Mei 23
regest_beschrijving Erasmus Schets heeft gekocht uit 's heeren hand de schulden van de hier genoemde debiteurs van Jan Maesz., "uitsnyder" van Antwerpen, voor 192 pond vlaamsch 18 stuivers.
regest_datering
regest_nb Authentiek extract uit het register van de koopdagen (van Breda). Op hetzelfde blad de extracten dd. 1536 Mei 30 en 1541 September 20 (Reg. Nos. 2924 en 3025) (Inv.No. 154).
regest_nummer 2925 1536 Mei 30
regest_beschrijving Peter Spronge heeft gekocht uit 's heeren hand de schulden van de debiteurs van Jan Maesz. van Antwerpen, genoemd in de akte van 1536 Mei 23, voor 30 pond vlaamsch.
regest_datering
regest_nb Authentiek extract uit het register van koopdagen (van Breda), geschreven op hetzelfde blad als het extract dd. 1536 Mei 23 (Reg.No. 2922) (Inv.No. 154).
regest_nummer 3007 1540 September 28
regest_beschrijving Vincent Werbeeck, lakenkoopman te Antwerpen, koopt uit 's heeren hand de schulden van de hierin genoemde debiteurs van Thomas Jongeling, eveneens lakenkoopman, voor 333 pond vlaamsch, die deze hem schuldig is.
regest_datering
regest_nb Afschrift uit het Register van de koopdagen op hetzelfde blad papier als de afschriften van de 3 akten dd. 1526 Juli 31 en de akte van 1526 Augustus 8 (Reg. Nos. 2739-2742) (Inv.No. 154).
regest_nummer 3025 1541 September 20
regest_beschrijving Pauwels van Miers te Antwerpen koopt uit 's heeren hand de schulden van eenige debiteurs van Jan Jansz. van Ghelre voor 16 pond 10 schellingen vlaamsch.
regest_datering
regest_nb Extract uit het register van de koopdagen (van Breda) op hetzelfde blad als het extract dd. 1536 Mei 23 (Reg.No. 2922) (Inv.No. 154).
regest_nummer 3029 1541 October 25
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt den schout van Breda om de 18 pond vlaamsch, die Joris van Bernasiën schuldig is aan Jan van Gheldre, poorter te Antwerpen, en waarop de schout op verzoek van Dierick Zezijn beslag heeft gelegd, wegens een vordering, die deze heeft op Jan van Gheldre, vrij te geven, daar die zaak voor het gerecht te Antwerpen behandeld behoort te worden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3031 1541 October 31
regest_beschrijving (René, graaf van Nassau), schrijft aan de stad Antwerpen, dat, hoewel het arrest op de 18 pond vlaamsch (zie Reg.No. 3029) deugdelijk is, zijn schout, mr. Claes van der Heyden, Dieric Zeezijn verzocht heeft van het arrest af te zien, hetgeen deze geweigerd heeft; verzoekt de stad, wanneer zij bij haar meening blijft, dat de zaak te Antwerpen behandeld moet worden, de stukken over te zenden, waarop zij dat recht grondt, en verklaart zich bereid gedeputeerden te zenden tot mondeling overleg.
regest_datering (Breda).
regest_nb a) Minuut (Inv.No. 154).
regest_nb b) Afschrift (Inv.No. 154).
regest_nummer 3033 1541 December 12
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van Breda oorkonden ten verzoeke van Raphael van Bruheze, rentmeester van den prins van Aurangen, dat verschillende roedragers hebben verklaard, dat herhaaldelijk door schout en schepenen aldaar beslag is gelegd op goederen van Antwerpenaren zonder verzet van de stad Antwerpen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154). Het opgedrukte zegel ten zaken van de stad Breda verloren.
regest_nummer 3034 1541 December 17
regest_beschrijving De heer van Breda schrijft aan de stad Antwerpen, dat hij, naar aanleiding van de beslaglegging op een zekere som geld ten behoeve van Dirck Zeeszijn en ten laste van Jan van Gelre, zijn drossaard, den heer van Mal, en zijn raad, mr. Steven van den Berch, zendt tot mondeling overleg.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 3037 1542 Februari 25
regest_beschrijving De stad Antwerpen protesteert er bij den schout van Breda tegen, dat hij het beslag, gelegd op 18 pond vlaamsch ten laste van haar poorter Jan van Gelre, nog niet heeft opgeheven en dringt er nogmaals op aan, dat hij zich tot haar zal wenden om recht te krijgen, met bedreiging te zullen procedeeren, wanneer hij er Woensdag over 8 dagen geen gevolg aan heeft gegeven.
regest_datering (XVc eenenveertich stilo Brabantie).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 154).
regest_nummer 3038 -1542
regest_beschrijving De heer van Breda antwoordt de stad Antwerpen op twee brieven aangaande het beslag, gelegd op geld van Jan van Gelre, dat de privileges van de stad, om haar poorters voor haar gerecht te dagen, alleen gelden in het markgraafschap, waar Breda niet toe behoort; dat hij geen tractaat kent, volgens hetwelk de schout verplicht zou zijn het beslag op te heffen, en dat hij bereid is gedeputeerden te zenden, en verzoekt de zaak zoolang te schorsen.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 3061 1542 September na den 18en
regest_beschrijving De drossaard van Breda en de schout van Rosendael verklaren, dat zij, naar aanleiding van het verzoek van de stad Antwerpen aan den schout dd. 13 September 1542 (dien zij den 18en gezien hebben) om het beslag, gelegd op goederen van Dierijck van den Hooven, Antwerpsch poorter, op te heffen en de zaak voor het gerecht te Antwerpen te brengen, den gemachtigde van Dierijck van den Hooven geantwoord hebben, dat er geen beslag op die goederen gelegd is, en dat, wanneer dat wel zoo was, de zaak niet voor het gerecht te Antwerpen, maar voor dat te Rosendael behandeld zou moeten worden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 154).
regest_nummer 3062 1542 September 20
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt den schout van Roosendale ten tweeden male om Henrick Adriaensz. en Willem Block te gelasten de goederen van Dierick van der Hoeven, koopman te Antwerpen, vrij te geven en de zaak voor de bank van Antwerpen te brengen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3063 1542 September 23
regest_beschrijving De Raden en Rekenmeesters van den prins van Orengen schrijven aan de stad Antwerpen, naar aanleiding van twee brieven aan den schout van Roesendale, houdende een aanschrijving om goederen, toebehoorende aan den Antwerpschen burger Dierijck van den Hooven, waarop beslag is gelegd, vrij te geven, dat reeds zoo herhaaldelijk is aangetoond, dat het privilege van de stad, om personen voor haar gerecht te roepen, niet buiten het markgraafschap geldt, dat de stad dergelijke aanschrijvingen niet meer behoorde te sturen, en dat burgers van Antwerpen onder de jurisdictie van Breda op hun verzoek zoodanig recht gedaan zal worden, dat zij reden tot tevredenheid zullen hebben.
regest_datering (Breda).
regest_nb a) Minuut (Inv.No. 154).
regest_nb b) Vertaling in het Fransch (Inv.No. 154).
regest_nummer 3086 1543 November 22
regest_beschrijving De ambtman van Antwerpen gelast den schout van (Rosendaal) te zorgen, dat de weduwe van Cornelys Stevensz. binnen 6 dagen jonkvrouwe Marye van den Werve, heer Aertsz. dochter, voldoet, of met haar op Zaterdag 1 December te Antwerpen op het raadhuis te komen.
regest_datering
regest_nb Afschrift (Inv.No. 154).
regest_nummer 3087 1543 November 27
regest_beschrijving Lauwerens de Liedekercke, (schout van Rosendael), bericht den heer van Manny en Mal, ridder, drossaard van Breda, dat hij brieven van den ambtman van Antwerpen heeft ontvangen, inhoudende, dat deze eenige personen uit naam van Marie van der Werfven heeft voorgeroepen wegens schuld, en dat hij deze personen met afschriften van die brieven naar den drossaard zal zenden, en verzoekt hem verder om instructies.
regest_datering (Rosendael).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3088 1543 November 29
regest_beschrijving De drossaard van Breda schrijft aan den ambtman van Antwerpen, dat de schout van Rosendaal hem twee beschrijvingsbrieven heeft laten zien van den 21en, waarbij de weduwe van Jan Piersz. voor het gerecht te Antwerpen wordt geroepen, tenzij zij binnen 6 dagen haar schuld afdoet aan jonkvrouw Marie van den Werve, heer Aerts dochter, en antwoordt hierop, dat reeds hermaalde malen is gezegd, dat het beschrijvingsprivilege van de stad geen betrekking heeft op plaatsen, buiten het markgraafschap gelegen, maar dat schuldenaars van de jonkvrouwe van den Werve of van andere poorters van Antwerpen binnen 10 dagen door de officieren van de plaats hunner inwoning tot betaling gedwongen worden.
regest_datering (Breda).
regest_nb a) Minuut (Inv.No. 154).
regest_nb b) Nagenoeg gelijkluidende minuut op hetzelfde blad.
regest_nummer 3124 1546 Augustus 18
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt den schout van den Haghe bij Breda, Mathijs van Weerdt, vleeschhouwersknecht aldaar, gearresteerd ten verzoeke van Adriaen Romboutsz. wegens weigering om door hem geleverde schapen te betalen, te ontslaan alsmede de goederen van diens borg, Tiberius Jan Willemsz., en Adriaen Romboutsz. zijn eisch voor het gerecht te Antwerpen te doen indienen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3125 1546 Augustus 25
regest_beschrijving De stad Antwerpen herhaalt haar verzoek aan den schout van den Haghe van den 18en met bedreiging te zullen procedeeren, wanneer hij er geen gevolg aan geeft.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3128 1546 September 25
regest_beschrijving De stad Antwerpen herhaalt, na ontvangst van den brief van den 13en September, nogmaals haar verzoek van 18 Augustus aan den schout in den Haghe, Cornelis van Alblas.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3129 1546 October 13
regest_beschrijving Goris Adriaen Dirvenz. en Cornelis Gielis Baysz., schepenen van den Haghe bij Breda, oorkonden, dat Adriaen Rombout Jacopsz. Mathijs van Weert, vleeschhouwersknecht te Antwerpen, heeft doen arresteeren wegens een schuld van 78 rijnsche guldens voor geleverde schapen, en dat, daar Tyberius Willemsz. zich voor hem had borggesteld, aan Adriaen Romboutsz. de beschikking over diens goederen is gegeven tot genoemd bedrag.
regest_datering
regest_nb Afschrift (Inv.No. 154). Op hetzelfde blad het afschrift van de akte dd. 1546 November 13 (Reg.No. 3130).
regest_nummer 3130 1546 November 13
regest_beschrijving Ghoris Adriaen Dirvenz. en Cornelis Gielis Baysz., schepenen van den Haghe, oorkonden, dat Domis Henricx. de goederen van Tyberius Willemsz., gepand wegens borgstelling voor Matijs van Weert, gekocht heeft voor 78 rijnsche guldens 7 stuivers en dat Tyberius ze binnen 14 dagen lossen kan.
regest_datering
regest_nb Afschrift (Inv.No. 154). Geschreven op hetzelfde blad als het afschrift van de akte dd. 1546 October 13 (Reg.No. 3129) en een verslag van het gebeurde naar een minuut van den schepen Cornelis Bays.
regest_nummer 3131 1546 December 20
regest_beschrijving De stad Antwerpen veroordeelt Cornelis van Alblas, schout van den Haghe bij Breda, om binnen zonnenschijn de stad, en binnen drie dagen het markgraafschap te verlaten voor den tijd van drie jaar.
regest_datering
regest_nb Extract dd. 1546 uit het correctieboek van Antwerpen (Inv.No. 154).
regest_nummer 3132 1547 Februari 23
regest_beschrijving Schepenen van Breda, uitspraak doende tusschen Vincent Warbeeck, koopman te Antwerpen, eischer, en Laureys Wouter Laureysz., verweerder, beslist, dat de verweerder de schuld, die hij had aan Thomas Jongeling en die met andere schulden door eischer zijn gekocht, aan dezen moet betalen, hoewel Willem van Aelst, koopman te Antwerpen, houder is van de schuldbekentenis.
regest_datering (Breda opter stadthuys Ludicx style).
regest_nb Authentiek extract uit het register van vonnissen der schepenbank in Breda (Inv.No. 154).
regest_nummer 3133 1547 Februari 24
regest_beschrijving Michiel van der Heyde schrijft aan Monsr. de Merode, heer van Westerloo etc., dat hij diens brief van den 23en (le premier jour de quaresme) heeft ontvangen en den inhoud heeft meegedeeld aan Lansloot van Urssel, en dat de heer de Merode hen, wanneer hij in de a.s. week te Anvers wil komen, bereid zal vinden de zaak, waarover hij geschreven heeft, te bespreken.
regest_datering (Anvers XVcXLVI styl de Brabant).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3134 1547 Februari 27
regest_beschrijving J. de Mérode schrijft aan den Raad en Rekenkamer van den prins van Orange te Breda, dat hij den ingesloten brief (Reg.No. 3133) heeft ontvangen van den burgemeester van Anvers, Michiel van der Heyden; dat hij Donderdag a.s. daarheen gaat; dat hij van zijn lakei hoopt te vernemen, of hij den prins van dienst kan zijn en of een van de leden van den Raad in dat geval Donderdagavond ook te Anvers wil komen, aangezien hijzelf niet op de hoogte is van de zaak.
regest_datering (Westerloo XVcXLVI stile de Brabant).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3148 1547 voor November 10
regest_beschrijving Jehan, heer van Merode, en Claude Boutton, heer van Corbaron, voogden van Guillaume, prins van Orenges enz., protesteeren bij den keizer, hertog van Brabant, tegen het banvonnis van de stad Antwerpen ten laste van den schout van Haghe, die Mathijs van Weert heeft gearresteerd op verzoek van Adriaen Rombout Jacop sGraeuwenz., en beroepen zich daarbij op de uitspraak van hertog Philips van 1433.
regest_datering
regest_nb Oorspr.? op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3149 1547 November 10
regest_beschrijving Kaerle, Roomsch keizer enz., gezien het rekest van heer Jan, heer van Merode, en heer Claude Bouton, heer van Corbaron, ridders, als mombers van den prins van Oraingnen, graaf van Nassou, Vyande, baanderheer van Breda, gelast den deurwaarder de stad Antwerpen te bevelen, het banvonnis tegen Cornelis van Alblas, schout van den prins in de Haghe, te herroepen, of voor den Raad van Brabant te verschijnen.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Afschrift 16e eeuw (Inv.No. 154).
regest_nummer 3160 1548 Februari 25
regest_beschrijving (Michiel Piggen) zendt den advocaat X. de stukken, waarvan de stad Antwerpen als gedaagde tegen heer Jan van Merode inzage heeft gevraagd.
regest_datering (Breda Ludicx).
regest_nb Minuut (Inv.No. 154). Met lijst van de gevraagde stukken nl. de Reg. Nos. 1313, 1363, 3124 en 3125.
regest_nummer 3161 1548 Maart 3
regest_beschrijving De officier van de Lange Roede van Antwerpen verklaart, dat hij, op verzoek van Marten van Lamens, driemaal te Zundert is geweest en tevergeefs getracht heeft, om van Jan Willemsz. voldoening te verkrijgen van zijn bij vonnis aan Marten voornoemd gedane belofte.
regest_datering (Antwerpen XVc ende XLVII stilo Brabantiae).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3162 1548 Maart 9
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van Antwerpen zenden aan Cornelis van Wijck, stadhouder van den drossaard 's lands van Breda, hierbij ingesloten een relaas van den officier van de Lange Roede dd. 1548 Maart 3 (Reg.No. 3161) en verzoeken namens den ambtman om ingevolge het verdrag, eertijds tusschen Antwerpen en den heer van Breda gesloten, te zorgen, dat Jan Willemsz., smid, binnen 20 dagen Marten van Lamens voldoet ingevolge zijn belofte en vrijwillige condemnatie dd. 1544 October 22.
regest_datering (anno XVcXLVII nae stijl van scrivene 's Hoefs van Brabant).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3163 1548 Maart 14
regest_beschrijving Cornelis van Wijck, stadhouder van den drossaard 's lands van Breda, antwoordt de stad Antwerpen, dat hij ten onrechte gemeend heeft, dat de Lange Roede van Antwerpen, die geen jurisdictie heeft in het land van Breda, eigener autoriteit aldaar geëxploiteerd had, en dat hij, om te toonen, dat ook de heer van Breda zich aan het tractaat wenscht te houden, zal zorg dragen, dat Marten van Lamens goede korte executie zal geschieden.
regest_datering (Breda Ludicx).
regest_nb Minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 3210 1550 Juli 30
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt schout en schepenen van Roosendale om het laken, op verzoek van Peter Henrixsz. en Cornelis Cornelisz. in beslag genomen ten nadeele van Bartelmeeus Cornelisz., schipper, poorter van Antwerpen, terug te geven en de beide eischers binnen 3 weken in Antwerpen te laten komen, om recht gedaan te worden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3211 1550 Augustus 2
regest_beschrijving De stad Antwerpen verzoekt schout en schepenen van Roosendale om het geld, op verzoek van Marcelis Lams in beslag genomen ten nadeele van Willem van Tongheren, poorter van Antwerpen, terug te geven en den eischer binnen 14 dagen te Antwerpen te laten komen, om recht gedaan te worden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3219 1550 September 3
regest_beschrijving De schout van Roosendael antwoordt de stad Antwerpen op haar brieven dd. 30 Juli en 2 Augustus (Reg. Nos. 3210 en 3211), dat Roosendael niet tot het markgraafschap van Antwerpen behoort en hij steeds de jurisdictie van den heer van Breda heeft geüseerd en zal blijven useeren.
regest_datering
regest_nb Copie van de minuut (Inv.No. 154).
regest_nummer 3220 1550 September 6
regest_beschrijving De stad Antwerpen herhaalt haar verzoek, aan schout en schepenen van Roosendale den 30en Juli en 2en Augustus j.l. gedaan (Reg. Nos. 3210 en 3211) na de weigering van schout en schepenen dd. 3 dezer.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3221 1550 September 8
regest_beschrijving Schout en schepenen van Roosendael verzoeken den heer van Many en Malle, drossaard 's lands van Breda, onder toezending van den brief dd. 1550 September 6 (Reg.No. 3220) de zaak zelve in handen te nemen.
regest_datering (Rosedael).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3222 1550 September 9
regest_beschrijving Jan van Renesse schrijft aan die van den Raad en Rekeningen te Breda in antwoord op hun brief van den 8en dezer, dat zij een gracelijken brief aan de stad Antwerpen moeten zenden, inhoudende, dat zij geen besluit kunnen nemen tijdens de afwezigheid van den heer van Corbaron; dat zij niet verder moeten spreken dan van het markgraafschap van Antwerpen, waartoe het land van Breda niet behoort, naar hij uit verschillende akten gezien heeft, en dat hijzelf komen zou, als niet de affaire van zijn zuster, vrouwe van Boxtel, en haar kinderen hem nog 5 à 6 dagen daar hield.
regest_datering (Boxtel).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3223 1550 September 12
regest_beschrijving Michiel Piggen bericht namens die van den Raad en Rekeningen te Breda aan de stad Antwerpen dat, zooals sinds graaf Henrick van Nassou herhaaldelijk is betoogd, de heerlijkheid van Breda, waartoe ook Rosendael behoort, niet ligt in het markgraafschap van Antwerpen en dus niet onder de jurisdictie van de stad, waarover de prins dan ook provisie geobtineerd heeft, en verzoekt haar niet verder te procedeeren gedurende de minderjarigheid van den prins van Orangiën en de afwezigheid van diens mombers, die beiden te Augspurg bij den keizer zijn.
regest_datering (Breda).
regest_nb Minuut (Inv.No. 154). Op hetzelfde blad de minuut van denzelfden datum (Reg.No. 3224).
regest_nummer 3224 1550 September 12
regest_beschrijving Michiel Piggen zendt den schout van Roosendael den brief dd. 1550 September 12 (Reg.No. 3223) met opdracht, dien door iemand met een goed verstand te Andtwerpen te doen overhandigen en schriftelijk antwoord te laten vragen.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 154). Geschreven op hetzelfde blad als de minuut van denzelfden datum (Reg.No. 3223).
regest_nummer 3225 1550 September 13
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van Antwerpen berichten die van den Raad en Rekeningen te Breda, dat zij bij eede gedwongen zijn verder te procedeeren bij een derde weigering tot onderwerpen van den schout van Roosendale en dat uit het accoord met graaf Engelbrecht van 1437 genoegzaam blijkt, dat de stad wel rechtspraak heeft in het land van Breda evenals elders in het kwartier van Antwerpen; dat, wat de verkregen provisie betreft, den Raad de staat van het daaruit gevolgde proces bekend is.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3226 1550 September 16
regest_beschrijving De stad Antwerpen bericht schout en schepenen van Roosendale, dat bij weigering hunnerzijds van gehoorzaamheid aan dit derde bevel zij, zonder zich te storen aan den brief, dien zij van Raad en Rekeningen te Breda heeft ontvangen, in deze zaal zal voorzien door bannissement of anderszins.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3227 1550 September 20
regest_beschrijving Johan de Corput, notaris, instrumenteert, dat heer Johan van Renesse, ridder, heer van Elderen, Manny etc., als drossaard 's lands van Breda, wegens afwezigheid van den prins van Aurangen, graaf van Nassou, heer van Breda, erfburggraaf van Antwerpen, en van diens mombers, protesteert en appelleert aan den keizer als hertog van Brabant of aan kanselier en raden tegen de handelwijze van de stad Antwerpen tegen den schout van Rosendale, waardoor de prins verkort wordt in zijn heerlijke rechten.
regest_datering (in oft opte Rekencamer mijns genedigen heeren des princen van Aurangen voirscr. tot Breda).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154).
regest_nummer 3228 1550 September 22
regest_beschrijving Schout en schepenen van Roosendale berichten den heer van Many, drost 's lands van Breda, of de raden van den prins van Aurangiën, dat Mercelis Lamss en Jan Block de beslaglegging ten nadeele van Willem van Tongeren, poorter van Antwerpen, hebben doen opheffen om de daaruit voortgekomen moeilijkheden, en dat Bertelmeus Cornelisz. en Pieter Henrixsz. het eens zijn geworden, beide, blijkens akten, hierbij ingesloten, met verzoek te melden, of de akten aan de wet van Antwerpen toegezonden moeten worden, aangezien de rechtdag op Woensdag e.k. is bepaald.
regest_datering (Roosendael).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154). Op hetzelfde blad de akte van denzelfden datum (Reg.No. 3229).
regest_nummer 3229 1550 September 22
regest_beschrijving Henrick Deeck Jansz. verklaart voor schepenen, dat zijn zoon Pieter het met Bertelmeus Cornelisz., poorter van Antwerpen, eens is geworden en dat het linnen laken vrijgegeven zal worden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 154). Op hetzelfde blad als de akte van denzelfden datum (Reg.No. 3228).
regest_nummer 3230 1550 September 22
regest_beschrijving Mercelijs Lamss en Jan Block verklaren voor schepenen, dat zij afzien van het beslag, gelegd op zekere penningen ten nadeele van Willem van Tongeren, poorter van Antwerpen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 154). Geschreven op hetzelfde blad als de akte van denzelfden datum (Reg.No. 3229).
regest_nummer 3231 1550 September 23
regest_beschrijving Die van den Raad en Rekeningen te Breda schrijven den schout van Rosendael, dat hij goed gedaan heeft, partijen te induceeren, en gelast hem, door een door hem te betalen bode een schriftelijke verklaring van Mercelis Lempsz. en Jan Block aan Willem van Tongheren te laten overbrengen, waarvoor zij een minuut insluiten.
regest_datering (Breda).
regest_nb Minuut (Inv.No. 154). Op hetzelfde blad de minuut van denzelfden datum (Reg.No. 3232).
regest_nummer 3232 1550 September 23
regest_beschrijving Mercelis Lamsz. en Jan Block berichten Willem van Tongheren, dat zij het beslag, gelegd op alle penningen, die men hem onder deze (de Rosendaalsche) vierschaar schuldig mocht zijn, opheffen met behoud van hun vrijheid om op een andere wijze recht te verkrijgen.
regest_datering (Rosendael).
regest_nb Minuut, opgesteld door den Raad te Breda (Inv.No. 154). Geschreven op hetzelfde blad als de minuut van denzelfden datum (Reg.No. 3231).
Reg. no. 1832 bevindt zich in het gemeentearchief te Breda in de Coll. Havermans no. 20
Reg. no. 1655 bevindt zich in de Coll. van Nispen, toegang 1.13.09, inv. no. 80
Reg. no. 3148 en een informatie zijn ingenaaid in Nass. Dom. toegang 1.08.11, inv. no. 7983, fol. 26
Wellicht is het eerste rekest aangeboden bij de Blijde Inkomst van graaf Jan van Nassau. Op het tweede is het privilege van 1561 gevolgd, waarin melding wordt gemaakt van een supplicatie van 1552. Een afschrift van het privilege bevindt zich in de Coll. Cuypers van Velthoven, port. no. 161
reg. nos. 1659 en 1660
regest_nummer 1660 1451 Juli 1
regest_beschrijving Schepenen, ingezetenen en geburen van Roesendale beloven zich te zullen houden aan de rechten en plichten, vermeld in den privilegebrief dd. 1451 Juni 26 (Reg.No. 1659), hierin opgenomen.
regest_datering
regest_nb Gelijktijdig afschrift (Inv.No. 156).
Het charter bevindt zich in de Coll. van Nispen: toegang 1.13.09, inv. no. 39.
Reg. nos. 1659 en 1663
regest_nummer 1659 1451 Juni 26
regest_beschrijving Johanm, graaf van Nassouw, Vyanden, en Dietz, heer van Breda, drost van Brabant, geeft het dorp Roesendale vrijstelling van heerendiensten benevens het recht tot uitoefening van alle ambachten en koopmanschappen en regelt het recht van de gruit en de rechtspraak.
regest_datering
regest_nb a) Gevidimeerd in den brief dd. 1451 December 10 (Reg. No 1663).
regest_nb b) Opgenomen in den brief dd. 1451 Juli 1 (Reg.No. 1660).
regest_nummer 1663 1451 December 10
regest_beschrijving Deken en kapittel van St. Maria te Breda geven vidimus van den brief dd. 1451 Juni 26 (Reg.No. 1659).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 156). Met rest van het zegel van deken en kapittel in groene was.
Reg. no. 1750
Dit stuk is afkomstig uit het gemeentearchief te Breda
regest_nummer 1750 1456 October 8
regest_beschrijving Johan etc., (graaf van Nassau), approbeert de overdracht en bewijzing van zekere erflijke renten door mr. Jan de Brouwer, tresorier, mr. De Pottere, zijn broeder, kanunnik van de O.L.V. kerk te Antwerpen, executeurs van het testament van heer Anselmus, protonotarius en corrector van de bullen van den H. Stoel, en deken van genoemde kerk, benevens door hun zuster Lijsbeth aan Peter Cant, cantor van genoemde kerk en medeëxecuteur, ten behoeve van het oudemannenhuis, door de executeurs onlangs gesticht in het huis van den erflater op den Haeghdijc bij Breda.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 157).
Reg. no. 1916
regest_nummer 1916 1468 September 21
regest_beschrijving Drossaard en andere dienaren en raden van den jonker van Nassouw in het land van Breda spreken den zoen uit naar aanleiding van den doodslag, bedreven door Jan, Claes Schuts bastaardzoon, en Hein en Hanneken Gerijt Martens zoons op Henrick van Loeven en van dien door Dierick van Uutwijc op Claes Schut, schout (van Baerle?) en de verwonding van Willem Geertsz. door de eerste drie, waarbij de daders veroordeeld worden tot bedevaarten, ballingschap uit het land van Breda, in het bijzonder uit de parochie van Baerle, en boeten.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 158). Met signet van Johan, graaf van Nassouw, in roode was.
Was: inv. nr. 160
Reg. no. 2140
regest_nummer 2140 1485 November 3
regest_beschrijving Schepenen van Rosendale en schepenen van Wouwe oorkonden, dat de lieden van Haynck, Vinckenbrouck, Vroenhout, Boeync en Wachberch onder Nassou in de parochie Wouw eener-, en die van Wouw onder Berghen anderzijds, overeengekomen zijn, dat zij geen beslag zullen kunnen leggen op elkanders goederen, doch recht zullen zoeken bij de schepenbank, waaronder zij hooren.
regest_datering
regest_nb Authentiek afschrift 16e eeuw (Inv.No. 160).
Dit stuk bevindt zich in de Coll. v. Nispen: toegang 1.13.09, inv. no. 45.
De stukken zijn afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
Dit stuk is afkomstig uit het gemeentearchief te Breda
Reg. no. 2355
regest_nummer 2355 1500 Januari 24
regest_beschrijving Engelbrecht, graaf van Nassou en Vianden, heer van Breda en Dyeste, beveelt heer Johan Massereel, ridder, drost van Breda, om uit zijn naam den eed van trouw der onderzaten in de heerlijkheid Dongen in ontvangst te nemen, welke heerlijkheid aan Joes van Daalhem, voortijds heer van Dongen, bij vonnis van de hoofdbank van Breda ontnomen is en aan den heer van Breda is vervallen.
regest_datering
regest_nb Minuut op perkament (Inv.No. 163).
regest_nb Dit stuk is gebruikt als omslag van een pak minuut-presentaties voor vaceerende beneficies. In dorso: "Alrehande minuten van presentatiën van beneficie ende anders, soewel van G(oessen) de Roma ), Gerit van der Strepen ) als andere heure voorsaten".
Reg. nos. 2483-2485
regest_nummer 2483 1507 December 14
regest_beschrijving Drossaard, schout en andere vrienden van den heer van Berghen antwoorden aan Henrick, graaf van Nassou, Vianden en Ketzenelleboge, heer van Breda, Diest, Heusden etc., dat de schout van Wouwe niets nieuws heeft voorgesteld ten laste van de inwoners van Rosendael, hetgeen zij uit het schotboek van Woude kunnen bewijzen.
regest_datering (Bergen opten Zoom).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 164).
regest_nummer 2484 1507 December 17
regest_beschrijving Henrick, graaf van Nassou en Vianden, heer van Breda en Diest, gelast Gherijt Raesz. van Liekerke, schout van Rosendale en rentmeester van Steenberghen, te informeeren naar de nieuwigheden, die officieren van den heer van Berghen gedaan hebben ten nadeele van inwoners van Rosendael, en te adviseeren, wat daartegen gedaan moet worden, en zendt hem ingesloten brieven van die officieren, waarin zij het hun ten laste gelegde ontkennen.
regest_datering (Mechelen).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 164).
regest_nummer 2485 1507 December 31
regest_beschrijving Henrick, graaf van Nassou en Vyanden, heer van Breda, Diest, Grimberghen etc., schrijft aan Gherijt Raesz. van Lyedekercke, schout van Rosendael en rentmeester van Steenberghen, zeker houtgewas op het erf van Claeus Woyten, waarop de schout van Wouw den heer van Breda heeft te kort gedaan, te doen omhakken en Claeus Woyten een bedrag te betalen ter taxatie van schepenen van Rosendael, en verder alle geweld van den kant van schout, schepenen en bedezetters van Wouw te beantwoorden met beslaglegging op goederen van die schepenen, gelegen onder Rosendael; voorts gelast hij hem, wanneer het antwoord namens den heer van Berghen onvoldoende is, den schout van Wouw gevangen te nemen en te Breda in de gevangenis te zetten.
regest_datering (Breda anno XVc ende VIII style van Ludicke).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 164).
Was: inv. nr. 165
Dit stuk bevindt zich in de Coll. v. Nispen: toegang 1.13.09, inv. no. 44.
Reg. nos. 213, 784, 942, 995, 2685, 2690, 2691, 3362, 3381, 3438, 3441, 3442, 3445, 3450, 3457-3460, 3462, 3465, 3471, 3473, 3474, 3481, 3482, 3484, en 3487
2658, 2690, 2691: 2 omslagen
regest_nummer 213 1329 September 1
regest_beschrijving Johannes, hertog van Brabantia enz., en Rogerus van Levedale, burggraaf van Bruxellae, heer van Oirschot, Perke en Beke, verkoopen aan de lieden van de villae Westilborch en Ghoirle de wildernis binnen de lijn, gaande van de gemeente van Hukelem naar den watermolen van Rovort, naar Erwicxvort, Mielbergh, Middelbroeck, de villa Donghe, de goederen van heer Walterus van Berghem, ridder, de villa van Loon, de gemeente van de villa van Haren, en de gemeente van Hukelem met het recht een bestuur te kiezen, bestaande uit 7 personen.
regest_datering (Bruxelle in die Beati Egidii abbatis).
regest_nb Authentiek afschrift van 1564 (Inv.No. 166). In dorso eenige notities over het land van Breda.
regest_nb Gedrukt in Bronnen van het Oud-Vad. Recht, 3e Reeks IX, bl. 235.
regest_nummer 784 1387 November 17
regest_beschrijving Johanna, hertogin van Brabant enz., verpandt aan heer Pauwels van Haestrecht voor 4000 oude fransche schilden de dorpen Tilborch, Goerle en Druenen met den tol te Venloen, om met zijn borch te Venloen als leen te bezitten met hooge en lage heerlijkheid, uitgezonderd het hof van Ghiertsberge, dat de abdis van der Cameren toebehoort, en behoudens het recht van klokslag en bede met belofte, dat heer Pauwels bij aflossing zijn borch te Venloe weder als vrij eigendom zal bezitten.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1407 Augustus 13 (Reg.No. 942).
regest_nummer 942 1407 Augustus 13
regest_beschrijving Broeder Arnt Stamelaert, gardiaan van het klooster der Minderbroeders te 's Hertogenbossche, geeft vidimus van den brief dd. 1387 November 17 (Reg.No. 784).
regest_datering
regest_nb Afschrift (Inv.No. 166).
regest_nummer 995 1412 April 17
regest_beschrijving Anthonis, hertog van Brabant enz., verpandt opnieuw de dorpen Tilburg, Goerle en Druenen, die hij bij den vrede, gesloten tusschen Brabant en Vlaenderen, hab teruggenomen, aan Dirck van Haestrecht op dezelfde voorwaarden, als waarop hertogin Johanna van Brabant het in 1387 aan heer Pauwels van Haestrecht heeft gedaan.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 166).
regest_nummer 2685 1521 Januari 23
regest_beschrijving Schepenen en raad van tsHertogenbossche oorkonden, dat jonkvrouwe Beerthoult, dochter van Willem van Wijck, weduwe van Willem van Haestrecht, heer van Druenen, met haar beide zoons Frans en Willem en jonkvrouw Margriet, dochter van Jan van Haestrecht, weduwe van Robbrecht van Malsen, heer van Tijlborch en Goirle, met haar zes kinderen, mr. Baltazar van Vlijerden, advocaat, en Jan van der Goten, procureur postulant bij den Raad van Brabant, machtigen om voor den Raad en het Leenhof van Brabant aan Henrick, graaf van Nassouwen, wanneer deze dat verlangt, de heerlijkheden Drunen, Tijlborch en Goirle over te geven, zooals zij die pandsgewijs in bezit hebben van den hertog van Brabant, tegen betaling van de pandsom, de heerlijkheden hiervoor te verbinden en zich hierin te laten condenmeeren alles op voorwaarde, dat de graaf van Nassouwen, voordat het transport heeft plaats gehad, de heerlijkheden, noch de administratie daarvan mag overdragen aan Ysebrant van Colster of iemand anders uit hoofde van de goederen, die diens moeder, broeders en zusters in die heerlijkheden bezitten.
regest_datering (duysent vijfhondert ende twintich nae costume van scriven der voirsz. stadt van tsHertogenbossche).
regest_nb Geïnsereerd in den brief dd. 1521 Juni 30 (Reg.No. 2690).
regest_nummer 2690 1521 Juni 22
regest_beschrijving Kaerle Roomsch keizer enz., gezien den brief van 23 Januari l.l. (Reg.No. 2685), hierin geïnsereerd, geeft den beiden procureurs, daarin genoemd, vergunning voor het Leenhof te verschijnen, en uitvoering te geven aan hun volmacht.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Geïnsereerd in den brief dd. 1521 Juni 30 (Reg.No. 2691).
regest_nummer 2691 1521 Juni 30
regest_beschrijving Kaerle, Roomsch keizer enz., oorkondt, dat het Leenhof, gezien de volmacht en het octrooi dd. 1521 Januari 23 en Juni 22 (Reg. Nos. 2685 en 2690), hierin opgenomen, mr. Baltazar van Vlierden ten verzoeke van Jan van der Ghoten, procureur van den graaf van Nassau, condemneert in de uitvoering van genoemde procuratie.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 166). Het zegel van den keizer verloren; die der leenmannen, Jeronimus van der Noot, ridder, kanselier van Brabant, Lenaert Cottreau en Franchois van der Hulst, raden, en mr. Gielijs van Busleiden, raad en meester van de Rekenkamer, in roode was.
regest_nummer 3362 1558 Juli 10
regest_beschrijving Cornelis Claesz. en Willem Joesz. Berisz., schepenen van Tilborch, en Jan Michielsz., ingezetene aldaar, beloven het dorp Gilze van 's konings bede 3 jaar lang 41 carolusguldens jaarlijks te zullen geven, waarvoor eenige personen van Tilborch, te Gils woonachtig, vrij van contributie zullen zijn voor de goderen, die zij onder Tilborg bezitten.
regest_datering
regest_nb Afschrift (Inv.No. 166).
regest_nummer 3381 1561 Maart 5
regest_beschrijving Thonis Peter Jan Cleijsz. zoon verklaart, dat het aandeel, door de inwoners van Tilborch te betalen in het schot, dat zij met die van Ghilze moeten opbrengen, 70 carolusguldens jaarlijks gedurende 3 jaar bedraagt, waarvoor de inwoners van Ghilze voor hun goederen, te Tilborch gelegen, vrij van schot zullen zijn.
regest_datering
regest_nb Authentiek extract uit het schepenregister van Gilze (Inv.No. 166).
regest_nummer 3438 1565 December 17
regest_beschrijving Kaerl van Malsen, heer van Tilborch, bericht den Raad en Rekenkamer van den prins van Auraingnen, dat de zaak van het geschutte vee hem persoonlijk niet aangaat, aangezien hij met de meenten niets te maken heeft, dan alleen wat betreft zijn quote in de boeten, ten bewijze waarvan hij twee schepenen en een klerk met afschrift van het privilege ) voor de eigenaars der meenten naar den Raad zendt.
regest_datering (Tilborch).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 166).
regest_nummer 3441 -1565
regest_beschrijving Gecommitteerden van de gezworenen van de meenten der heerlijkheden Tilborch en Ghoirll verzoeken den Raad van den prins van Auraingnen om gehoord te worden over de klachten, als zouden zij bij het gebruik hunner meenten de grenzen hebben overschreden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 166).
regest_nummer 3442 1566 Januari 10
regest_beschrijving Gecommitteerden van de gezworenen van de meenten der heerlijkheden Tilborch en Ghoirle schrijven aan den Raad en Rekenkamer van den prins van Aurangnen, dat zij met een charter van den hertog van Brabant kunnen bewijzen de rechtmatige eigenaars te zijn van de meenten, oostwaarts van de palen de Mijlberch en 't Middelbrouck; dat onderzaten van den prins vee hebben bevrijd, dat door hen terecht geschut was, en verzoeken den Raad, dien onderzaten te verbieden genoemde meenten te gebruiken, en zoo spoedig mogelijk over te gaan tot de reeds lang verzochte paalscheiding, aangezien ze zich anders tot het Hof zullen wenden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 166).
regest_nummer 3445 1566 Januari-Mei
regest_beschrijving De gezworenen van de meenten der heerlijkheden Tilboerch en Ghoirle berichten den prins van Auraingnen, dat de klacht, als zouden zij een halve mijl over de grens turf verhuurd hebben, bij onderzoek niet waar bevonden zal worden, en verzoeken dag en uur op te geven voor een bijeenkomst op de contentieuze plaats om een paalscheiding te maken, zooals zij 10 Januari l.l. reedsx gevraagd hebben.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 166).
regest_nummer 3450 1566 Mei 12
regest_beschrijving Gezworenen van de meenten van Tilborch en Ghoirle berichten den Raad en Rekenkamer van den prins van Aurangnen te Breda, dat zij den dag na Ascensionis (24 Mei) te Erwicxvoirt als eerste contentieuze plaats zullen komen met 2 notabelen uit ieder der tot de meente behooren dorpen, en verzoeken aan brenger dezes een uur op te geven.
regest_datering (Tilboerch).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 166).
regest_nummer 3457 1567 voor Juni 6
regest_beschrijving Schout, schepenen, bedezetters en ingezetenen van Ghilze verzoeken den Raad van Brabant door een deurwaarder te Tilborch, Riele e.a. dorpen te laten afkondigen, dat zij, die goederen onder Ghilze bezitten, daarvan binnen 6 weken opgave moeten doen aan schout en schepenen aldaar, aangezien Tilborch de oude overeenkomst aangaande contributie in 's konings bede niet heeft willen vernieuwen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 166). In margine beschikking dd. 1567 Juni 6 van den secretaris Boots, dat een brief aan schout en schepenen van Tilborch gezonden zal worden.
regest_nummer 3458 1567 Juni 6
regest_beschrijving De Raad van Brabant gelast schout en schepenen van Tilborch, onder toezending van het rekest van Ghilse, af te laten kondigen, dat de inwoners, die goederen onder Ghilze bezitten, waarvan bede betaald moet worden, daarvan opgave moeten doen aan schout, schepenen en bedezetters van Ghilze of binnen 14 dagen bericht te sturen, indien zij redenen hebben, dit te weigeren.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 166). Aan den voet verklaring van J. Berijs, schepenklerk van Tilborch, dat aan het bevel voldaan is.
regest_nummer 3459 1567 Juni 6-17
regest_beschrijving Gecommitteerden van de ingezetenen van de heerlijkheid Tilborch, schrijven aan den Raad van den prins van Auraingnen te Breda, dat zij aan het verzoek, vermeld in den brief van den Raad van Brabant dd. 1567 Juni 6 (Reg.No. 3458), niet kunnen voldoen zonder voorafgaande paalscheiding tusschen Breda en Tilborch, en verzoeken die van Ghilze te bevelen, de behandeling voor dien Raad voorloopig te staken.
regest_datering
regest_nb Afschrift (Inv.No. 166). In margine van het oorspr. stond, dat de Raad te Breda, met goedvinden van Ghilze, aan die van Tilborg een maand uitstel verleent om tot een minnelijke schikking te komen, dd. 17 Juni 1567.
regest_nummer 3460 1567 Juni 6-20
regest_beschrijving Gecommitteerden van de ingezetenen van Tilborch, gezien den brief van den Raad van Brabant met ingesloten verzoekschrift van die van Ghilze ), berichten den Raad, dat de goederen der Tilburgenaars onder Ghilze niet getaxeerd zijn; dat een oude overeenkomst hun niet bekend is en hun nooit verzocht is, een nieuwe te maken; dat zij er genoegen mee nemen, wanneer alle goederen onder Tilborch geregistreerd worden en over alles één omslag wordt gemaakt, en dat zij aan den Raad van den prins van Orangiën herhaaldelijk billijke voorstellen hebben gedaan.
regest_datering
regest_nb Afschrift (Inv.No. 166). In margine een aanteekening van den griffier van den Raad van den prins van Oranje, Vogelsanck, dat de inhoud aan die van Gilze is medegedeeld met verzoek om antwoord vóór December 22.
regest_nummer 3462 1567 Augustus 2
regest_beschrijving Jan Jan Lambrechtsz. zoon van Beurden en Gerart Henrick Borchmans, schepenen van Tilborch en Goirle, oorkonden, dat de gemachtigden van de inwoners van Tilborch, die gegoed zijn in Gilze, met die van Gilze overeengekomen zijn om hun geschil in zake de contributie in 's konings bede te onderwerpen aan de uitspraak van arbiters, en wel voor Gilze den Raad van den heer van Breda en voor Tilborch Carle van Malsen, heer van Tilborch, Goirle enz., en een nog aan te wijzen rechtsgeleerde op voorwaarde, dat er vóór 1 October e.k. uitspraak gedaan zal zijn.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 166). Het gemeen schependomszegel verloren.
regest_nummer 3465 1567 September 14
regest_beschrijving Adriaen Lauwereys Henricksz. en Cornelis Petersz. van Ghilze, schepenen aldaar, oorkonden, dat de inwoners hebben gemachtigd Henrick van Dardennen, schout van Ghilze en Ghinneken, Willem Cornelisz. van den Corput en Symon Henricksz., schepenen van Ghilze, Bartholomeus Lauwereys Pauwels, collecteur van de beden, Jan Petersz. van Ghilze en mr. Adriaen Nobel om in hun proces tegen de inwoners van Tilborch, die onder Ghilze gegoed zijn, voor hen op te treden en de overeenkomsten, door beide partijen en hun arbiters aangegaan, te ratificeeren.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 166). Met opgedrukte zegels der beide schepenen onder papieren ruit.
regest_nummer 3471 1567 December 8
regest_beschrijving Adriaen Laureys Henricksz. en Cornelis Petersz. van Ghilze, schepenen aldaar, oorkonden, dat de inwoners zich in hun proces tegen de inwoners van Tilborch, die gegoed zijn onder Ghilze, onderwerpen aan de uitspraak van den Raad van den prins van Ouraengiën en den heer van Tilborch met eenige anderen als arbiters.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 166). Met de zegels der beide schepenen opgedrukt onder een papieren ruit.
regest_nummer 3473 1567 vóór December 22
regest_beschrijving Schout, schepenen en bedezetters van Ghilze repliceeren aan den Raad van den prins van Orangnen op het betoog van die van Tilborch dd. 1567 Juni 6-20 (Reg.No. 3460), hun door dien Raad toegezonden, en leggen daarbij over de stukken dd. 1558 Juli 10 en 1561 Maart 5 (Reg. Nos. 3362 en 3381).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 166). In margine beschikking van den raad Vogelsanck dd. 1567 December 22, dat de repliek aan partij zal worden gezonden, met verzoek om dupliek.
regest_nummer 3474 1568 Februari 24
regest_beschrijving Gecommitteerden van de inwoners van Tilborch dupliceeren op de repliek van die van Ghilze dd. (1567 vóór December 22) (Reg.No. 3473).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 166). Op het omslag staat, dat de dupliek 24 Februari 1568, Luikschen stijl, is ingeleverd; dat aan gedaagden 26 Maart 1568 14 dagen uitstel is gegeven; dat ook ingeleverd zijn het appointement en de insinuatie van 6 en 22 October, waaraan gedaagden niet voldaan hebben, zoodat verzocht wordt dat appointement uit te voeren, dd. 1568 November 24.
regest_nummer 3481 1568 October vóór den 6en
regest_beschrijving Schout, schepenen en inwoners van Ghilze verzoeken den Raad en Rekenkamer te Breda om, nu zij reeds twee maanden geleden in hun geschil met Tilborch de zaak gesloten en recht gevraagd hebben, van de tegenpartij te eischen, binnen 14 dagen met een voorstel te komen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 166). In margine apostille van den griffier van den Raad en Rekenkamer aan Tilburg in den zin van het rekest dd. 1568 October 6 en aan den voet daarvan antwoord van Tilburg dd. 21 October (Reg.No. 3482).
regest_nummer 3482 1568 October 21
regest_beschrijving J. Berijs, schepenklerk van Tilborck, bericht, dat Cornelis Claesz. van Ghierle en Jan Cornelis Cornelis Danielsz., schepenen van Tilborch en Ghoirle, gegoed te Ghilze, met gemachtigden van medegegoeden inzage hebben genomen van het rekest met de apostille van (vóór den 6en October) (Reg.No. 3481) en een maand bedenktijd hebben genomen.
regest_datering (Tilborch).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 166).
regest_nummer 3484 1569 Januari 10
regest_beschrijving De Raad en Rekenkamer van den heer van Breda, arbiter voor de inwoners van Ghilze, verzoekt den heer van Tilborch, arbiter voor die van Tilborch, met den nog aan te wijzen derden arbiter den 18en Januari te Breda te komen tot beëindiging van het hangende geschil.
regest_datering (Breda 1569 a nativitate).
regest_nb Minuut (Inv.No. 166).
regest_nummer 3487 1569 Juni 23
regest_beschrijving De Raad en Rekenkamer te Breda als arbiter voor Gilze en de heer van Tilborch met mr. Thomas van der Wege als arbiters voor Tilborch in een geschil over contributie in 's konings bede, bepalen, in tegenwoordigheid van wederzijdsche gemachtigden, dat Tielbourch sedert de laatst gemaakte overeenkomst van het jaar 1567 voor de goederen onder Gilze 7 jaar lang 80 carolusguldens jaarlijks zal bijdragen, waarvan nu 2½ verloopen zijn; dat de nog ongezette goederen van weerszijden vrij zullen blijven en dat de andere, bij iedere vervreemding, in de bede gezet zullen worden door dengene, onder wiens gebied ze blijven, waarop de arbiters van Tilborch 14 dagen hebben gevraagd en verkregen voor ruggespraak.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 166).
Reg. no. 637
regest_nummer 637 1365 November 11
regest_beschrijving Jan van Pollanen, heer van de Leck en Breda, en Heynric van Boutershem, heer van Berghen opten Zoem, geven aan Claes Jacopsz. ter bedijking uit den Moermansdijk, gelegen in het gemeenschappelijke land van Breda en Berghen ten N.O. van Valkenbergh.
regest_datering (op Sente Martijnsdach in den winter).
regest_nb Gelijktijdig afschrift op perkament (Inv.No. 167).
Reg. no. 740
regest_nummer 740 1380 Januari 20
regest_beschrijving Jan van Polanen, heer van de Leck en Breda, en Hendrick van Boutershem, heer van Berghen op den Zoom, verkoopen aan Willeman Jan Boudijnsz. zoon en Gheraerd Willemsz. c.s. ter bedijking een moerdijk in het gemeenschappelijke land van Breda en Berghen westwaarts van de Inegheere en ten noordoosten van den Apellaert, genaamd de Finere.
regest_datering (des Vrydaghes voor Sinte Pauwels' dach).
regest_nb a) Afschrift uit "het boek" van mr. Michiel Piggen, raad van prins Willem van Oraingnen, (Inv.No. 168).
regest_nb b) Afschrift door den heer van Berghen overgegeven (Inv.No. 168).
Reg. no. 3418
regest_nummer 3418 1564 Juni 24
regest_beschrijving De gemoerden te Dongen, tusschen den "afganck" en 'sheeren wildert over het Ryool, geven Marcq van Steelant, rentmeester-generaal van den prins van Oraengiën, Jan van den Berge, rentmeester van Oisterhoudt, en Cornelis Pietersz., landmeter, met Pieter Dhaemis, belast met het toezicht op alle moeren in het land van Breda, hun toestemming tot het graven van een vaart van de wildert naar 's Gravenmoer op kosten van den prins en op voorwaarde, dat zij die mogen gebruiken tegen vergoeding en dat de gemoerden jaarlijks vaartmeesters zullen aanstellen.
regest_datering
regest_nb Concept (Inv.No. 169).
Reg. no. 3415
regest_nummer 3415 1564 April 4
regest_beschrijving Wilhelm, prins van Oraengiën enz. en Symon Wilhelm Symonsz., schout, Roelof Dircxz., Heyman Jansz., Seger Gheritsz. Coninck, Cornelis Claesz., heemraden, Cornelis van Bruheze, pastoor, Cornelis Thonis Claesz. en Peeter Cornelis Cuyper, Heilige-Geestmeesters van 'sGravenmoer, komen overeen, dat, wanneer de prins een vaart graaft uit de Dongensche moeren, hij die westwaarts naar de Brabantsch-Hollandsche grens mag leiden en vervolgens doen uitkomen voor de spui van het klooster Eymsteyn in de vaart, die vandaar door 's Gravenmoer gaat, en regelen de verdeeling van onkosten en onderhoud.
regest_datering (XVcLXIIII nae Paeschen).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 169). De zegels van den prins van Oranje en van den schout van 's-Gravenmoer verloren.
Reg. no. 3417
regest_nummer 3417 1564?
regest_beschrijving De gemoerden van Dongen verzoeken aan den Raad en Rekenkamer te Breda, de vaart van Dongen naar Geertruidenberge, genaamd de Dongensche vaart, die onbruikbaar is geworden voor het vervoer van turf naar Hollandt, te doen repareeren.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 170).
Reg. nos. 264 en 550
regest_nummer 264 1335 Juli 21
regest_beschrijving Willem, graaf van Heynnegouwen, Hollant enz., verkoopt aan de inwoners van Oesterhout en Donghen het recht om een vrijen watergang te maken van de Donga door zijn land tot in de oude Maze.
regest_datering (Binch op Sente Marien Magdalenen avond).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1357 Februari 5. (Reg.No. 550).
regest_nummer 550 1357 Februari 5
regest_beschrijving Ghisebrecht Tijcke, deken van het kapittel van Sente-Gheerdenberghe, geeft vidimus van den brief dd. 1335 Juli 21 (Reg.No. 264).
regest_datering (MCCC zesse ende vieftech oppe Sente Aechten dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 170). Met het zegel van den deken in groene was.
Reg. nos. 2475-2475, 2556, 2580, 2643, 2645, 2655, 2659-2663 en 2673
regest_nummer 2475 1507 Maart 19
regest_beschrijving Henrick, graaf van Nassau, heer van Breda, geeft aan Engelbrecht van Etten c.s. een gors uit, geheeten Swartenberch, groot omtrent 800 gemeten, ten noorden van den Kadijk, die aan het einde van de Leursche vaart ligt over het diep, geheeten de Ettelaken.
regest_datering (Breda).
regest_nb Afschrift van een door Hendrik van Nassau geteekende minuut (Inv.No. 171).
regest_nummer 2556 1512 Juli vóór den 10en
regest_beschrijving De ingelanden van den polder van Halle in de Haighe verzoeken Henrick, graaf van Nassouwen, heer van Breda, den drossaard van Breda te gelasten, door eenige schepenen van Breda, Etten en de Haighe ingevolge het appointement, eertijds door den graaf gegeven, een onderzoek te doen instellen naar de eigenaars van den grond, waarop de dijk van Zwertenberch aan de zuidzijde ligt, en van dien tusschen den dijk en de Ettelake, benevens de schade te taxeeren, den ingelanden toegebracht door het graven van slooten en het wegnemen van sluizen door Engelbrecht van Etten.
regest_datering
regest_nb Afschrift (Inv.No. 171). In margine opdracht namens den graaf aan den drossaard om aan het verzoek te voldoen dd. 1512 Juli 10.
regest_nummer 2580 1514 Augustus 4
regest_beschrijving Rector en universiteit van Lovanium vragen den graaf van Nassauwen, heer van Breda, Diest etc., om tusschenkomst ten behoeve van Johannes Ancelmusz. te Breda, wien door Enghelbertus van Etteren 3½ bunder land zijn afgenomen onder voorwendsel, dat die door hem als verdronken land, behoorende tot Zwartenberch, van den graaf gekocht zijn, doch welke buiten Zwartenberch en in den polder van Halle gelegen zijn en reeds 7 jaar in het bezit zijn van Joannes Ancelmusz.
regest_datering (Lovanii).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 171). In dorso: "Zwartenberch ende heer Jan Theuwen priester".
regest_nummer 2643 1518 Februari 24
regest_beschrijving Kaerle, koning van Castilliën enz., gelast den eersten deurwaarder alle crediteuren van Engelbrecht van Etten op te roepen, om binnen 6 weken te verschijnen.
regest_datering (Bruessel…. duysent vijfhondert ende seventien na costume ons Hoofs van Brabant).
regest_nb Afschrift (Inv.No. 171).
regest_nummer 2645 1518 Maart 16
regest_beschrijving Henry de Nassau draagt aan Pasquier en Nicolas Vierling op, voor de arbiters in het geschil over Zwartenbourch zijn aanspraken te verdedigen.
regest_datering (Diest).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 171).
regest_nummer 2655 1518 vóór December 2
regest_beschrijving Heer Claes van Lyer en Willem van Lyer, voogden van de erfgenamen van Engelbrecht van Etten, en de andere ingelanden van Zwertenberch, verzoeken den graaf van Nassouwe, ingevolge den uitgiftebrief voor hen te intervenieeren tegen de ingezetenen van de Hage en Etten, die aanspraak maken op zekere cijnsbare goederen binnen de palen van Zwertenberch; voorts berichten zij, dat de ingezetenen van de Hage hen verhinderen dijkaarde te halen, en herinneren hem aan zijn belofte, bij de uitgifte gedaan, volgens welke zij een weg van Zwertemberch langs de Loersche vaart naar den Loer zouden krijgen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 171). In margine beschikking van den graaf van Nassou dd. 1518 December 2, waarbij hij Fredric van Renesse, heer van Malle, heer Aert van Lyere, ridder, en Anthonis, schout van Steenbergen, een onderzoek opdraagt.
regest_nummer 2659 1519 vóór Februari 7
regest_beschrijving Ingelanden van Zwertenberch verzoeken den drossaard van Breda een schikking te treffen tusschen hen en den rentmeester van graaf Heinric van Nassouwen, verkooper en uitgever van Zwertenberch ter eenre, en de gegoeden in de Hage en Etten ter andere zijde, in hun geschil over het land tusschen den kadijk en de Attelaecke, onder toezending van een weerlegging door den rentmeester van de klachten der gegoeden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 171).
regest_nummer 2660 1519 vóór Februari 7
regest_beschrijving Gecommitteerden van de koopers van den polder Zwertenberch brengen aan heer Aert van Lyere, ridder, en Frederick van Renesse, heer van Malle, gecommitteerden van den graaf van Nassouwe, rapport uit van de redenen van hun verzoek, aan den graaf gedaan (Reg.No. 2655).
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 171). In margine staat, dat het rapport 7 Februari 1519, Luikschen stijl, is ingeleverd bij heer Aernt van Lyere, Frederick van Renesse, heer Claes van Lyere en anderen.
regest_nummer 2661 1519 Februari 11
regest_beschrijving Heer Aert van Liere, ridder, en heer Frederic van Renesse, heer van Malle, vragen namens ingelanden van Zwertenberch, aan den graaf van Nassou zooveel roeden aarde op Halderdonc, als noodig is voor den bij de uitgifte toegezegden weg van Luere naar Zwertenberghe; beloven aan hun andere buren een anderen weg te zullen vragen dan zij tot nog toe gebruikt hebben, en den graaf van den nieuwen weg te ontlasten, en vragen toestemming den polder aan den zeekant onbedijkt te laten, waarvoor zij 300 gld. jaarlijks zullen betalen voor de tienden, die hij daardoor mocht verliezen.
regest_datering (Breda, Ludicx).
regest_nb Afschrift in duplo (Inv.No. 171). In dorso beantwoording door graaf Hendrik, waarbij hij alles overlaat aan de arbitrage van heer Aert van Lyere, ridder, Frederic van Renesse, heer van Malle, en Anthonis Jansz. Bolle, schout van Steenbergen. In margine van het andere afschrift staat, dat op dit stuk niet geantwoord is, omdat de ingelanden van meening waren, dat, hoewel zulks niet in een artikel vermeld stond, graaf Hendrik voor de 300 rijnsche guldens benevens den cijns de aarde van Halderdonc behoorde te leveren.
regest_nummer 2662 1519 Februari 12
regest_beschrijving De erfgenamen van Engelbrecht van Etten e.a. ingelanden van den polder Zwertenberch geven aan den Raad van den graaf van Nassou te Breda in tegenwoordigheid van heer Aert van Liere, Frederic van Renesse en Anthuenis Jansz. Bolle, schout van Steenbergen, te kennen, dat de graaf verplicht is 1e voor hen te intervenieeren tegen de eigenaars van de vercijnsde goederen van Halderdonck, gelegen binnen den dijk van Zwertenberch, 2e hun de noodige dijkaarde op Halderdonck voor een kadijk tusschen den polder van Halle en dien van Zwertenberch te leveren, 3e hun een weg te geven langs de Leursche vaart, 2 roeden breed; en verzoeken voor het opbrengen van tienden van hetgeen niet te bande komt, te mogen volstaan met 10 stuivers van elk gemet.
regest_datering (Ludix).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 171). In margine beschikking van graaf Hendrik, waarbij hij alles overlaat aan de arbitrage van heer Aert van Lyere, ridder, Frederic van Renesse, heer van Malle, en Anthonis Jansz. Bolle, schout van Steenbergen.
regest_nummer 2663 1519 Februari 12
regest_beschrijving Ingelanden van Zwertenberch beantwoorden de beschikking van den graaf van Nassau op de vier artikels (zie Reg.No. 2662), waarbij zij zich onderwerpen aan de arbitrage van heer Aert van Lyere, ridder, Frederick van Renesse, heer tot Malle, en Anthonis Jansz. Bollen, schout van Steenbergen.
regest_datering (Ludix).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 171).
regest_nummer 2673 1520 Januari 13
regest_beschrijving Hendrik, graaf van Nassou, sluit met de ingelanden van den polder Zwertenberch een overeenkomst naar aanleiding van hun geschillen over den weg van den polder naar Etten, over aarde tot onderhoud van de dijken, over de vercijnsde goederen onder of binnen de dijken en over de tienden van de mede e.a. vruchten, die niet gebonden worden.
regest_datering (Ludicx style).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 171).
Reg. nos. 2476 en 2477
regest_nummer 2476 1507 Maart 19
regest_beschrijving Henrick, graaf van Nassouw, Vyanden en Katzenellenboghe, heer van Breda, Diest, Grimberghen, Heusden etc., geeft voor zichzelve en in het bijzonder ten behoeve van de stad Breda ter bedijking uit aan Engelbrecht van Etten alle aanwassen, geheeten Zwertenberch, onder Etten en de Haghe.
regest_datering
regest_nb a) Gevidimeerd in den brief dd. 1507 Maart 19 (Reg.No. 2477).
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1518 Juli 23 (Reg.No. 2650).
regest_nb c) Gevidimeerd in den brief dd. 1523 Februari 4 (Reg.No. 2708).
regest_nb Het oorspronkelijk was gezegeld door graaf Hendrik en de stad Breda.
regest_nummer 2477 1507 Maart 19
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van Breda geven vidimus van en zegelen den brief dd. 1507 Maart 19 (Reg.No. 2476).
regest_datering
regest_nb Afschrift op perkament (Inv.No. 171).
Reg. no. 2602
regest_nummer 2602 1515 October 26
regest_beschrijving Henrick, graaf van Nassou enz., heer van Breda, Diest en Grymberghen, machtigt Wynant Masschereel, drossaard van Breda, Frederick van Reness, drossaard van Diest, Gielis van Berchem, Adriaen van der Noot, hofmeester, en Anthoenis Jansz. Bollen, schout van Steenbergen, om als arbiters uitspraak te doen tusschen hem en de ingelanden van Zwertenberg over 4 roeden lande, welke de ingelanden van hem opeischen tot onderhoud van de dijken.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 171). Met het zegel van den oorkonder in roode was.
Reg. nos. 2683
regest_nummer 2683 1520 December 17
regest_beschrijving Cornelis Cl(aeusz. en …….., schepenen te Etten?) …….. oorkonden, dat de hier vermelde ingelanden van Zwertenberch verklaren ontvangen te hebben van den graaf van Nassau, wat hij hun schuldig was voor het indijken van het land tusschen de Attelake en den kadijk, aan de ingelanden verkocht.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 172). Met rest van het zegel van den eersten schepen in groene was, dat van den tweede verloren. Zeer beschadigd.
Reg. no. 2684
regest_nummer 2684 1520 December 23
regest_beschrijving Joh. de Corput, secretaris van Breda, verklaart, dat Willem Kick erkent ontvangen te hebben van den graaf van Nassou 90 rijnsche guldens voor het indijken van 2 bunder land tusschen de Attelake en den kadijk, dien deze aan de ingelanden van Zwertenberch had verkocht.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 172). Beschadigd.
Reg. no. 2710
regest_nummer 2710 1523 Maart 27
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van Breda geven, ten verzoeke van eenige ingelanden, vidimus van een kavelcedel van Zwertenberch dd. 1508 Augustus 2, bevestigd door Henric, graaf van Nassou, op 1520 April 1.
regest_datering (Ludicx style).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 173). Het zegel ten zaken van de stad Breda verloren.
Reg. nos. 2476, 2650, 2672, 2708
regest_nummer 2708 1523 Februari 4
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van Breda geven ten verzoeke van Henrick Montens, rentmeester van Breda, vidimus van de brieven dd. 1507 Maart 19, 1518 Juli 23 en 1520 Januari 13 (Reg. Nos. 2476, 2650 en 2672.
regest_datering (nae costume van scriven 's Hoofs van Ludick).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 173). Met zegel ten zaken van Breda in groene was en geschonden.
regest_nummer 2650 1518 Juli 23
regest_beschrijving Burgemeesters, schepenen en raad van Breda zegelen op verzoek van Henric, graaf van Nassou enz., den brief dd. 1507 Maart 19 (Reg.No. 2476), waardoor deze gestoken is; voorzoover de inhoud niet ten nadeele van de stad Breda is.
regest_datering
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1523 Februari 4 (Reg.No. 2708).
regest_nummer 2672 1520 Januari 13
regest_beschrijving Henrick, graaf van Nassou, enz., heer van Breda, enz., geeft aan de ingelanden van Zwertenberch een ordonnantie met betrekking tot de beschikking over hun goederen.
regest_datering (Breda Ludicx style).
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1523 Februari 4 (Reg.No. 2708).
Reg. no. 3351
regest_nummer 3351 1557 Juli 24
regest_beschrijving De Geheime Raad doet uitspraak tusschen Peeter van den Dale c.s., ingelanden in den polder Dabrouck in het dorp van der Hage bij Breda eener-, en den schout Sebrecht Reyen en dijkmeesters anderzijds, over de bijdrage tot onderhoud van den kadijk, ten gunste van laatstgenoemden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 174).
Reg. nos. 3032, 3035 en 3036
regest_nummer 3032 1541 December 7
regest_beschrijving Laurens van Lyeckercke, schout (van Roozendaal), Sebastiaen van Bloys, Christiaen de Brouwere, Godert Heinrixz. de Smet, Cornelis Buenen, Willem Willemsz., Aernt Jan Claesz. en Adriaen van der Eyck noemen de redenen, waarom de stroom in de Rosendaelsche beek gehinderd zal worden door het nieuwe hoofd, dat de rentmeester van den Oudenbus gelegd heeft op het veer tusschen 't Cruyslandt en Gastele.
regest_datering (Breda in presencie van mijnheere den prince).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 175).
regest_nummer 3035 1542 Januari 26
regest_beschrijving (Johan van Renesse) en (Steven van den Berghe) berichten den prins van Orange, dat de markiezin van Berghes hun een onderzoek heeft toegezegd in zake het maken van een hoofd in de Rosendaelsche beek, waarbij zijzelve aanwezig zal zijn, en dat zij beiden naar Rosendael gaan, om zich door den schout aldaar en den rentmeester van Steenberges en Rosendael op de hoogte te laten brengen.
regest_datering (Berghes sur le Zoom l'an XLII stil de Lyège).
regest_nb Minuut (Inv.No. 175).
regest_nummer 3036 1542 Januari 27?
regest_beschrijving Schout, schepenen, gedeputeerden en gemeente van Rosendale verzoeken den prins van Oraengnen, graaf van Nassouw etc., ervoor te willen zorg dragen, dat het hoofd, dat de rentmeester van den Oudenbus, Cornelis van der Heyden, gelegd heeft op het veer tusschen de polder het Cruyslant en Gastel tot schade van den dijk van het Cruyslant en tot belemmering van de scheepvaart, weggenomen wordt.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 175). Met toelichting van eenige schippers van 1542 Januari 27.
Reg. nos. 3270-3273
regest_nummer 3270 1552 Juli 15
regest_beschrijving Eenige getuigen verklaren, dat zekere personen bij het Gastelsche hoofd een aantal kruiwagens aarde in het diep van Rosendael geworpen hebben.
regest_datering
regest_nb Authentiek gelijktijdig afschrift (Inv.No. 176).
regest_nummer 3271 1552 Juli 19
regest_beschrijving Jacqueline de Croy schrijft aan de prinses van Orenge, dat zij met verwondering kennis heeft genomen van den inhoud van haar brief, aangezien noch haar, noch een van haar raden daarvan iets bekend is, doch dat zij, indien de beschuldiging gegrond mocht blijken, de daders afdoende zal doen straffen.
regest_datering (Berghes).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 176).
regest_nummer 3272 1552 Juli 25
regest_beschrijving Jan van Berghes schrijft aan den prins van Oranges, dat hij bij zijn thuiskomst van zijn moeder heeft vernomen, dat de prinsesx zich er over heeft beklaagd, dat zekere personen een groote hoeveelheid zand in de rivier van Rosendale geworpen zouden hebben; dat hij streng zal straffen, wanneer de daders gevonden zullen worden, doch hem verzoekt, zijn dienaren te verbieden zulke stellige rapporten uit te brengen, wanneer zij niet beter ingelicht zijn.
regest_datering (Berghes).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 176).
regest_nummer 3273 1552 Juli 29
regest_beschrijving De prins van Oranje stuurt den markies van Berghes den stadhouder van den schout van Rosendal, die hem zal inlichten over het werpen van zand in de rivier aldaar, alsmede op wiens bevel dat gebeurde, en bedankt hem voor zijn bereidwilligheid om de daders streng te straffen.
regest_datering (Breda).
regest_nb Minuut (Inv.No. 176).
Reg. nos. 3516 en 3517
regest_nummer 3516 1579 Februari 20
regest_beschrijving Jacob Veltacker, prelaat van de abdij van St. Marie te Tongerlo, en de broeders komen, ingevolge het contract, in 1537 gesloten met graaf Henrick van Nassau (zie Reg.No. 2939), met den Raad en Rekenkamer te Breda met goedvinden van de stad Rosendael overeen, dat zij 50 à 60 bunder moeren zullen verkoopen op condities, in dat contract vermeld; dat zij de helft van de onkosten zullen dragen van een te maken vaart en daarvoor 100 eiken zullen geven, waartegenover alle verdere lasten voor den prins van Oranje en Rosendael zullen zijn, terwijl het door de schepen te betalen vaartgeld door den prins en de abdij met uitsluiting van Rosendael geheven zal worden, en de prins en Rosendael zich verbinden, de vaart binnen het jaar gereed te hebben.
regest_datering (Breda).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 177). Met approbatie van den prins van Oranje.
regest_nummer 3517 1579 Februari 24
regest_beschrijving Cornelis Willemsz., notaris, instrumenteert, dat Lambrecht de Bont, pastoor te Poppele, Cornelis Geldens, pastoor te Cleyn Zundert, Cornelis van Turnhout, cantor van het godshuis van Tongerloo, en Gerardt van Ghilse van Oosterhout, pastoor te Hapart, priesters, en Dierick Janssen van Diessen, subdiaken van genoemd klooster, approbeeren de overeenkomst dd. 1579 Februari 20 (Reg.No. 3516).
regest_datering (Breda in de Nieustrate ten huyse, daer wylen heer Gerardt Creyt uyt gestorven is).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 177).
Reg. no. 2939
regest_nummer 2939 1537 October 10
regest_beschrijving Arnout Streyters, abt, en convent van Tongerloe oorkonden, dat de abt eenigen tijd geleden te Breda met Henrick, graaf van Nassou, heer van Breda enz., voor zich en voor zijn zoon René, prins van Oraignen enz., een overeenkomst heeft gesloten, inhoudende, dat de moeren, die het klooster bezit te Esschen en Calmpthout bij verkoop of uitdelving uitsluitend te Rozendale te vlote gebracht zullen worden en dat partijen daartoe gezamenlijk een vaart zullen maken, te onderhouden door de gemoerden, voor het gebruik van welke vaart lastgeld betaald zal worden.
regest_datering (in onsen goidshuyse van Tongerloe).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 177). Met de zegels van den abt en het klooster in groene was, het tweede geschonden.
Reg. nos. 2978 en 2980-2983
regest_nummer 2978 1539 Februari 27
regest_beschrijving Jan Tibault, schout en kastelein van Zevenbergen, vraagt, onder overlegging van een credentiebrief van den heer van Ludick, aan heer Jan van Renesse, heer van Malle, drossaard van Breda, dag en plaats voor een bijeenkomst met den heer van Breda ter bespreking van de dijkage, en zal den heer van Ludick berichten, dat men te Breda 6 Maart en de Leur daartoe het beste oordeelt.
regest_datering (anno XXXIX Ludicx).
regest_nb Minuut (Inv.No. 179).
regest_nummer 2980 1539 Maart 15
regest_beschrijving René van Chalon bericht den heer van Mal, drossaard van Breda, de ontvangst van diens brief van den 13en en van een brief van den heer van Liège, en gelast hem te informeeren, hoe groot de sluis moet zijn, die de heer van Liège vraagt te laten maken; of het raadzaam is, dat laatstgenoemde deze, en hijzelf een andere sluis in het Ossenblock zal maken, en naar de dijkage.
regest_datering (Bruxelles XXXVIII).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 179). Met sluitzegel onder papieren ruit.
regest_nb (1539) in verband met Reg.No. 2978.
regest_nummer 2981 1539 Maart 21
regest_beschrijving Cornelis van Bergen vraagt den heer van Malle hem antwoord te zenden aangaande den dijk, zooals afgesproken was, en noemt een plaats, die bij uitstek geschikt zou zijn voor de nieuwe sluis, waarna men, door de sprang hier en daar te rechten, voor goed een grensscheiding hebben zou.
regest_datering (Zevenbergen).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 179). Met sluitzegel onder papieren ruit.
regest_nb b) Afschrift (Inv.No. 179).
regest_nummer 2982 1539 Maart 21
regest_beschrijving Jan van Renesse bericht den heer van Ludick enz., heer van Sevenbergen, dat hij op het antwoord, dat deze hem onlangs te Sevenbergen gegeven heeft, nog geen bericht heeft van den prins, dat hij het met hem eens is, dat het tijd is om met het maken van den dijk en de sluis te beginnen, als ook over de plaats voor de sluis, het rechten van de sprang en het hebben van een grensscheiding tusschen de beide landen.
regest_datering (Steenbergen).
regest_nb Minuut (Inv.No. 179).
regest_nummer 2983 1539 April 3?
regest_beschrijving Cornelis van Bergen verklaart, nu de heer van Breda hem door den heer van Mal heeft doen zeggen, dat het hem niet goed dunkt uit te voeren, wat men zich aanvankelijk had voorgenomen, er als heer van Zevenbergen tevreden mede te zijn, dat in het Zevenbergsche land een kadijk gemaakt wordt van den Noorddijk over het huis van Koppe Stynen naar de Lage Swalue; dat zij de opbrengst van de veren zullen deelen, en dat de sluis, waarvoor van weerszijden een beëedigd sluiswachter zal worden aangesteld, door het gemeene land van beiden betaald zal worden, of door den heer van Zevenbergen alleen, als de heer van Breda er een in het Ossenblock of de kreek van den Ham laat maken.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 179).
Daar uit den inhoud blijkt, dat René van Chalon niet meer leeft en Jan van Renesse nog drossaard van Breda is, moeten de stukken uit de jaren 1544-1552 zijn
Reg. no. 3274
regest_nummer 3274 1552 Augustus 31
regest_beschrijving Wilhelm, prins van Oraengiën, graaf van Nassou, heer van Breda enz., en Cornelis van Bergen, heer en baron van Sevenbergen, Grevenbroeck, Heeswijck, van der Scellinck, Noordelois enz., komen overeen, dat die van Sevenbergen een sluisvliet mogen graven voor de sluis, die zij voornemens zijn te maken ten oosten van Haseldonck, welke vliet zal loopen door het land van Breda tot in de rivier de Marck, op voorwaarde, dat de vliet eigendom zal zijn van den heer van Breda; dat er een brug overheen gemaakt wordt en ter weerszijden een dijk, die bij den zeedijk van Sevenbergen zal aansluiten, door Sevenbergen te onderhouden en eigendom van Breda.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 181). Met geschonden zegels van de oorkonders in roode was.
Reg. nos. 2005, 3113, 3284 en 3339.
regest_nummer 3284 1553 vóór April 3
regest_beschrijving Cornelie van Etten vraagt den prins van Aurangiën, heer van Breda, haar de 3 bunder aanwassen van de rivier de Marck aan haar gorsing, genaamd Ockenberghe, in de parochie van der Heyden, te laten gebruiken, zooals zij en haar voorouders tot nu toe gedaan hebben.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 182). In margine beschikking dd. 1553 April 3, waarbij informatie van den rentmeester van Breda wordt gevraagd en advies van 3 Juli, geteekend door den prins, dat de rentmeester zich zal houden aan den uitgiftebrief van graaf Jan van Nassau.
regest_nummer 3339 1556 vóór Juni 20
regest_beschrijving Cornelie van Etten Claes' dochter verzoekt den prins van Oraengiën bij te dragen in de bedijking van de aanwassen van haar gorzen bij Crauwelsgors op den Ockenberch, daar ook eigendommen van hem daar binnen vallen, en hun beider eigendommen te doen scheiden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 182). In margine opdracht van den raad aan den rentmeester va Breda om hierin te voorzien dd. 1556 Juni 20.
Reg. no. 3113
regest_nummer 3113 1545 Mei 17
regest_beschrijving Severijn Montens en Pauwels van Haastrecht, schepenen van Breda, oorkonden, dat Raphael van Bruheze, rentmeester van Breda, met de gegoeden in het Crauwelsgors overeen is gekomen, dat deze, hoewel buiten weten van den heer van Breda begonnen met het toedijken van de Hamsche kreek, daarmede kunnen voortgaan tot aan zijn dijk van Haseldonck, op voorwaarde, dat de kreek weer geopend zal worden, wanneer de heer van Breda er schade van ondervindt, en dat al het land, dat binnen den kadijk valt, en meer is, dan den gegoeden toekomt, eigendom van den heer zal zijn.
regest_datering
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 182). Met twee schepenzegels in groene was, waarvan het eerste geschonden.
regest_nb b) Afschrift (Inv.No. 182).
Reg. no. 3320
regest_nummer 3320 1554 December 24
regest_beschrijving Kaerle, keizer etc., gehoord den Raad van Brabant, beslist in het proces tusschen Philips van Lalaing, graaf van Hoochstraten, en den prins van Oraingnen, heer van Breda, dat de laatste moet laten wegnemen alles, wat den natuurlijken loop van de rivier de Marcke tusschen Hoochstraten en Breda belemmert.
regest_datering (Bruessel).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 183). Het zegel van den oorkonder verloren.
Inv. nos. 185-189 bestaan niet (meer), zijn geworden: inv.nrs. 16738-16742 van toegang 1.08.11
Oud inv. no. 185
Overgebracht naar 1.08.11
Oud inv. no. 186
Overgebracht naar 1.08.11
Oud inv. no. 187
Overgebracht naar 1.08.11
Oud inv. no. 188
Overgebracht naar 1.08.11
Oud inv. no. 189
Overgebracht naar 1.08.11
Oud inv. no. 190
Inv. no. 190 bestaat niet (meer), is geworden toegang 1.08.11, inv.nr. 16743
Dit stuk is afkomstig uit de Coll. Kleyn
Reg. no. 1448
Dit stuk is afkomstig uit het gemeentearchief te Breda
regest_nummer 1448 c 1440 Augustus 28
regest_beschrijving De stad Reymerswael verwijst Engelbrecht, graaf van Nassouwe en Vyanden, heer van de Leck en Breda, op zijn klacht over het heffen van tol van zijn onderdanen te Iersekenoort, naar de grafelijkheid.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 193).
regest_nb Gedrukt in Econ. Hist. Jaarb. XV, bl. 310 en vlg.
Reg. no. 1674
regest_nummer 1674 1452 Juni 25
regest_beschrijving Johan, graaf van Nassau, Vyanden en Dietze, heer van Breda drossaard van Brabant, gelast Dirck van Oesterzeel, rentmeester van Breda, alle cijnsplichtigen te laten oproepen, daar de cijnsboeken vernieuwd moeten worden.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 194). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
Reg. no. 1748
regest_nummer 1748 1456 September 15
regest_beschrijving Johan, graaf van Nassou, Vyanden en Dietze, heer van Breda etc., drost van Brabant, beveelt den drossaard en den schouten, vorsters enz. in het land van Breda, alle cijnsplichtigen op te roepen, die hun cijns nog niet in het nieuwe cijnsboek hebben laten overschrijven.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 194). Het opgedrukte zegel van den oorkonder verloren.
Reg. no. 2586
Dit stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
regest_nummer 2586 1514 December 11
regest_beschrijving Henrick Montens, rentmeester van den graaf van Nassouw etc., verklaart ontvangen te hebben van Jan van den Putte, meier en rentmeester van Zundert, over de goederen, die wijlen de Schoonhovens toebehoorden, in afkorting van zijn rekening, 72 rijnsche guldens 13 stuivers 2 oort, die Jan van den Putte heeft ontvangen van Gerijt van Eyck, keukenschrijver van wijlen de gravin van Nassouw, voor vetkaarsen en andere vetwarij voor de keuken en de bottelarij op den burcht.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 195).
Reg. no. 3392
regest_nummer 3392 1562 Augustus 4
regest_beschrijving J. Back verklaard ontvangen te hebben van Jan van den Berch, rentmeester van Oosterhout, hetgeen den prins van Orange jaarlijks toekomt van de emolumenten van het rentmeestersambt, bedragende 50 carolusguldens.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 197).
Op eerstgenoemde lijst worden verantwoord de bede en eenige renten uit het land van Breda, de opbrengst van de gruit, de hal en de lombarden in de stad en de cijns uit het land, waaronder voogdgeld van Gilze en Baarle
Reg. no. 384
regest_nummer 384 1345 Maart 2
regest_beschrijving Johannes Deatus, Egidius Deatus en zijn verwanten en Jacobus genaamd Murruel, lombarden, verklaren, dat zij Wilhelmus van Duvenvoerde niet zullen manen, wanneer hij zich niet houdt aan het octrooi, dat zij, mede voor Georgius Deatus, hebben gekregen van hem en van Johannes van Valkenborch, heer van Butgenbach en Bergae supra Zomam, en diens vrouw Johanna, over hun verblijfhouden te Steenbergen.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 200). Met geschonden zegels van Johannes Deatus en Jacobus Murruel in groene was; dat van Egidius Deatus verloren.
Reg. no. 465
Stuk en charter waren vroeger aaneengehecht, nu losgeraakt
regest_nummer 465 1350 Februari 28
regest_beschrijving Robbrecht Jansz. en Willem Leysenz., schepenen van Breda, Jacob die Smit en Heinric Pietersz., schepenen van Oesterhout, Lauwe van Scijmmare en Clauus Noutenz., schepenen van Hertel, en Anse Ydenz. en Jan die Grauwe, schepenen van Zonzeel, oorkonden, dat Pieter Zeebenz. van Vlasseel, Wouter en Zebe, broeders en Willem en Herman, zoons van Lem Neve, zich ten behoeve van heer Willem van Duvenvoorde, heer van Oesterhout, voor 40 pond grooten hebben borggesteld, dat Lemmeken van der Marken, geheeten Willem van Zonzeel, zal voldoen aan alle voorwaarden, genoemd in den brief, waardoor deze gestoken is.
regest_datering (des Sonnendaechs na Sente Mathijs' dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 201). Van de zegels der acht schepenen zijn nog aanwezig dat van Robbrecht Jansz., Jacob die Smit en Lauw van Scymmare, alle geschonden en in groene was; de overige verloren. Het charter is gestoken door een blad perkament, waarop de voorwaarden zijn vermeld, waaraan de veroordeelde moet voldoen n.l. afstand doen van zijn poorterschap van Antwerpen en erkennen, dat hij, als bewoner van het land van Breda, nooit poorter van Antwerpen had mogen worden, en een boete betalen aan het land van Breda en aan den heer van Oosterhout, waarna hij op borgtocht in vrijheid gesteld en naar Breda en Hertel gebracht zal worden om voor schepenen en mannen van leen zekerheid te geven.
Reg. no. 523
regest_nummer 523 1355 September 7
regest_beschrijving Schepenen, gezworenen en poorters van Breda nemen van heer Jan van Pollanen, heer van de Leck en Breda, de hal bij de korenmarkt in erfcijns, waarbij bepaald wordt, dat deken en gezworenen van de wolwerkers de zaken zullen berechten, die daarmede verband houden volgens uitspraak van schepenen en gezworenen, maar dat van de breuken de heer, de stad en de deken ieder 1∕3 zullen krijgen, dat de heer den deken zal aanstellen op voordracht van schepenen, en dat de vleeschhouwers hun plaats beneden in de hal behouden zullen en van iedere bank een nader op te geven bedrag aan de stad betalen zullen, die tevens het recht van opslag krijgt voor de geheele stadsvrijheid en het beheer over de waag.
regest_datering (zeven daghe binnen Gherstmaent).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 202). Het stadszegel verloren.
Reg. nos. 656 en 660
regest_nummer 656 1368 October 7
regest_beschrijving Johannes van Pollanen, heer van de Lecka en Breda, verleent Georgius Balbe, lombard, octrooi om zich in Breda te vestigen voor 13 jaar tegen 5 pond toursche grooten jaarlijks met de noodige privileges en bescherming, na afstand van Begonus Rotharius van Aest.
regest_datering
regest_nb Gevidimeerd in den brief dd. 1368 December 1 (Reg.No. 660).
regest_nummer 660 1368 December 1
regest_beschrijving Egidius de Rivo, deken van Beata Maria te Breda, geeft vidimus van den brief dd. 1368 October 7 (Reg.No. 656).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 203). Het zegel van den deken verloren.
Reg. no. 915
regest_nummer 915 1404 Augustus 24
regest_beschrijving Enghelbrecht, jonkgraaf van Nassou, heer van de Leck en Breda, en Johanna bepalen, dat in het land van Breda nergens anders opslag van goederen zijn mag dan in de stad.
regest_datering (op Sente Bertelmeeus'dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 204). De zegels der beide oorkonders verloren.
Het stuk is afkomstig uit het gemeentearchief te Breda. De dateering berust op de vermelding van Jan van Grimmesteyn in het rekest
Reg. no. 1018
regest_nummer 1018 1415 Januari 7
regest_beschrijving Peter van Gorichem, abt van Sint Bernard op de Scheld, koopt voor tien jaren met 25 engelsche nobels per jaar, te voldoen aan Engelbrecht, graaf van Nassow, heer van de Leck en Breda, en 5 nobels aan diens vrouw Johanne, de diensten af, die abt en convent van S. Bernardus aan den heer van Breda verschuldigd zijn.
regest_datering (des Maendaighs na Derthiendach na den loop des Hoifs van Ludick).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 206). Het zegel van den oorkonder verloren.
Reg. no. 1559
regest_nummer 1559 1447 Juni 14
regest_beschrijving Johan etc. oorkondt, dat hij Willem van der Rijt, kapelaan te Nijspen, aanstelt tot schoolmeester te Rosendale, en gelast den inwoners aldaar dezen als zoodanig te ontvangen.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 207). In margine: "meesteren Janne van den Bemde". Aan den voet opdracht aan den secretaris om aan Willem van den Rijt te schrijven, dat, daar hij de benoeming niet aanvaard heeft, de jonker een ander zal benoemen.
Reg. no. 1587
Dit stuk is afkomstig uit het gemeentearchief te Breda
regest_nummer 1587 1448 Mei 16
regest_beschrijving Johan, graaf van Nassouw, Dyetze en Vyanden, heer van Breda, drost van Brabant, eener-, en broeder Eemond van Emmichoven, meester van Chantrain van de orde van St. Jan van Jherusalem, anderzijds, komen overeen ter beëindiging van de geschillen tusschen hun dienstmannen te Oesterhout, dat zij, die voortaan uit Dongen in Oesterhout komen wonen, den heer van Breda zullen blijven toebehooren, ook al wonen zij onder de meesterie; dat zij, die er vóór dezen gekomen zijn, zelve wel aan de orde zullen toebehooren, doch hun nakomelingen niet, en dat inwoners van Alffen, die de orde toebehooren, dit bij vestiging te Oesterhout zullen blijven doen, alles onverkort het verdrag, tusschen den heer van Breda en de orde gesloten in 1373.
regest_datering (Breda).
regest_nb Minuut (Inv.No. 208).
Reg. no. 1640
regest_nummer 1640 1450 Augustus 25
regest_beschrijving Johan graaf van Nassouw Vyanden en Dyetz, heer van Breda, bepaalt, dat in schepenbrieven, waarbij personen, buiten het land van Breda wonende, gegoed worden binnen dat land, een duidelijke belofte moet opgenomen worden, dat zij van die goederen schot, lot, bede e.a. rechten betalen zullen ten voordeele van de plaats, waar die goederen gelegen zijn.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 209). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
Reg. no. 1647
Dit stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
regest_nummer 1647 1450 November 4
regest_beschrijving Johan etc. geeft, daar Henrick Henrixs. door andere bezigheden het schoutambt van Etten niet persoonlijk kan bedienen, dit ambt benevens dat van de Palen van de Hoeven aan Jan Godertsz.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 210).
Reg. no. 2388
regest_nummer 2388 c 1500
regest_beschrijving Engelbrecht, graaf van Nassou etc., ontheft Seger van Lijnt van het schoutambt van Rozendaal, den Hil en Gageldonc en het vaartgerecht te Rosendael en bekleedt er Jan, bastaard van Beloys mede, met de bevoegdheid om schepenen, vorsters en een bewaarder van het gasthuis aan te stellen en af te zetten, en met de verplichting zaken, de heerlijkheid aangaande, voor den drossaard te brengen, dezen jaarlijks rekening te doen en den eed af te leggen in handen van Jan, bastaard van Nassau, kastelein van Huesden.
regest_datering
regest_nb Minuut (Inv.No. 211).
Reg. nos. 2487 en 2488
regest_nummer 2487 1508 Januari
regest_beschrijving De inwoners van Rozendaal vragen den graaf van Nassou vermindering van de verplichte bijdrage in beden en handhaving van de vrijstelling van diensten ten behoeve van de stad Breda.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 212). Met beschikking in margine dd. 1508 Januari 28 (Reg.No. 2488).
regest_nummer 2488 1508 Januari 28
regest_beschrijving De graaf van Nassou, heer van Breda etc., bericht den inwoners van Rosendael, dat, tot verlichting van hun bijdrage in de bede, de geërfden binnen de nieuwe bedijking van Cruyslant mede zullen bijdragen, en dat hij hun privileges ten opzichte van hofdiensten zal handhaven, maar dat zij hun weigering, om diensten voor de stad Breda te verrichten, bij hem of zijn Raad moeten inleveren tot onderzoek.
regest_datering (Breda stijl Ludicx).
regest_nb Geschreven in margine van het rekest dd. (1508 Januari) (Reg.No. 2487).
Reg. no. 2604
regest_nummer 2604 1515 November 13
regest_beschrijving Jan van Berchen Willemsz. verklaart ontvangen te hebben van graaf Hendrick van Nassouw 400 rijnsche guldens, die Henrdrick van Etten de jonge Hendricxz., zijn schoonvader, had geleend aan graaf Inghelbert op het schoutambt van Etten.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 213).
Reg. no. 2082
regest_nummer 2082 1481 October 2
regest_beschrijving Engelbrecht, graaf van Nassou en Vyanden, heer van Breda, leent van Heinrick Heinricxz. van Etten den Jonge 400 rijnsche guldens in ruil voor het schoutambt van de beide banken te Etten.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 213). Het zegel van graaf Engelbrecht van Nassou verloren. Gecancelleerd.
Deze katern is ingebonden in toegang 1.08.11, inv. nr. 7992. De datering (1524) is aangenomen in verband met Inv. no. 8, b
Reg. no. 2800
Dit stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
regest_nummer 2800 1531 Januari 17
regest_beschrijving Schout en schepenen van Wouwe verklaren ten verzoeke van Godscalc van Lyekercke, dat de schutkooi van Wouwe, geheeten het Cotleen, als erfelijk leen gehouden wordt van den heer van Berghen; dat er geen andere schutter is, maar de heer er met consent van den schutter een mag aanstellen voor zijn eigen goederen, hetgeen zoowel voor de heerlijkheid Gageldonk onder Wouwe als voor Wouwe zelve geldt.
regest_datering (na stijl van Luydick).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 215). Het opgedrukte gemeene schepenzegel ter causen verloren.
Reg. no. 2801
regest_nummer 2801 1531 Januari 21
regest_beschrijving Schout en schepenen van Essche en Calmpthout oorkonden, op verzoek van Godscalck van Lyekercke, dat Nout Nout Scobbenz. onder eede heeft getuigd, dat hij 30 à 40 jaar geleden vorster is geweest van Nispen en de schutting aldaar gehuurd heeft van Goordt van Nispen, en dat tijdens zijn leven en dat van zijn vader de heer van Hil en Gageldonck nooit een vorster of schutter aangesteld heeft, waarna Huybrecht Adriaen Cloeckz. heeft verklaard, dat hij 5 jaar geleden de schutting van Borteldonc en het Rietgoor gehuurd heeft van Damis Goortsz. en niet van eenigen schout.
regest_datering (na stijl ende scrivene tsHoffs van Luydick).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 216). Met opgedrukt zegel van Esschen en Calmpthout onder papier.
Reg. no. 2820
regest_nummer 2820 1531 September 22
regest_beschrijving (Hendrik), graaf van Nassou, gelast den drossaard van Breda af te kondigen, dat los- en lijfrenten voortaan verkocht en gevest mogen worden zonder voorafgaande kerkgeboden; dat bij openbare verkoopingen van huizen geen naarderschap meer gelegd mag worden, doch wel bij ondershandsche; dat alle contracten, waarbij vesting noodig is, te Breda voor schepenen van Breda of van het desbetreffende dorp gesloten moeten worden, waarbij de secretaris van Breda tegenwoordig moet zijn.
regest_datering (Breda).
regest_nb Afschrift van 1568 van een authentiek afschrift van 1532 (Inv.No. 217). In dorso: "Exhibuit Jan Geertsz. den XVIIen Novembris LXVIII tegens Nicolaas Mertensz".
Reg. no. 2957
regest_nummer 2957 1538 Juli 17
regest_beschrijving Burgemeester, schepenen en raad van Antwerpen stellen inwoners bij verhuizing naar stad en land van Breda, of bij verwerving van goederen aldaar vrij van betaling van issue, op voorwaarde van wederkeerigheid, en de pachters van de vischwateren te Breda vrij van de betaling van vischgeld van visch, op de markt te Antwerpen verkocht.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 218). Met geschonden zegel ten zaken van Antwerpen in groene was.
Reg. nos. 3326 en 3327
regest_nummer 3326 1555 October 12
regest_beschrijving Jacob Tseraerts antwoordt, na behandeling in de Rekenkamer, aan jonkheer Jan van der Straten alias Snoeck op diens rekest om vrijdom van tol en ander ongeld, te betalen aan Breda, voor een hem toebehoorend gehucht, dat dat gehucht vrijgesteld is van tol, doch niet van weggeld, wanneer het tot de meierij Oisterwijck behoort, en zoo niet, dat hij dan den vrijdom met de stukken bewijzen moet.
regest_datering (Breda).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 219).
regest_nummer 3327 1555 November 4
regest_beschrijving Dierck van Trier en Adriaen Gijsbrecht Marcelisz., schepenen van Hilvaerenbeeck, oorkonden, dat verschillende personen onder eede hebben bevestigd op verzoek van jonkheer Jan van der Straeten alias Snoeck, dat bewoners van de leengoederen van de vrouwe van Scoonoven, gelegen te Ryel in het Brakel en te Goerl, en thans leeroerig aan jonkheer Jan, vrij waren van tol-, weg- en ander ongeld, te betalen aan Breda, waarna schepenen getuigen, dat het gehucht of de heerdgang het Braekel onder de parochie Ryel, deze onder de dingbank van Hilvaerenbeeck, en Hilvarenbeeck onder de meierij van 'sHertogenbosch behoort.
regest_datering
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 219). Met opgedrukte zegels onder papieren ruit van de beide schepenen.
Het stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
Dit stuk is afkomstig uit de Coll. Cuypers van Velthoven
Reg. no. 3509
regest_nummer 3509 1577 September 14
regest_beschrijving De griffier Vogelsanck verzoekt dengenen, die contribueeren tot het onderhoud van de soldaten op het huis te Oisterhout, op den 18en dezer te verschijnen te Sint-Geertruidenberge, waarheen ook de drossaard beschreven is, om hun klachten en bezwaren mede te deelen.
regest_datering (Sinte-Geertruidenberge).
regest_nb a) Minuut (Inv.No. 222).
regest_nb b) Oorspr. op papier (Inv.No. 222).
Reg. no. 73
regest_nummer 73 1294 October 13
regest_beschrijving Raso van Gavere, heer van Liedekerke en Breda, geeft Godevaert ver Lietwinen zoon, poorter te Berghen aan den Zoem, 4½ hoeve moer over de Baerlake, van het goed van de monniken van Sente Bernart noordswaarts naar de grens tusschen het gebied van den oorkonder en dat van den heer van Striene, met de rechtspraak en de boeten tot 3 schellingen, in erfcijns.
regest_datering (des Woensdaghes na Sente Dyonijs' dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 223). Met geschonden zegel met contrazegel van den oorkonder in bruine was.
Reg. no. 82
regest_nummer 82 1300 April 24
regest_beschrijving Heer Gherart van Wesemale, heer van Berghen aan den Zoem, geeft in erfcijns aan Jan van der Maeere van Ghestele c.s. 5 hoeven en 10½ bunder moer ter bedijking tusschen het goed van den heer van Striene en het pannemoer van de Baerlake.
regest_datering (te Berghen op den Zoem des Sonnendaghes voer ingaende Meymaent).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 224). Het zegel van den oorkonder verloren.
Reg. no. 331
regest_nummer 331 1341 September 1
regest_beschrijving Gilijs van der Boveryen, Gilijs van den Wingarde en Willem Lensenz., leenmannen van Breda, oorkonden, dat Jan die Baer in erfcijns heeft genomen van Diederick Sterken, rentmeester van Willem van Duvenvorde, heer van Oesterhout, 3 bunder land.
regest_datering (in Sente Gilijs'daghe).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 225). Met de zegels der oorkonders in bruine was.
Reg. no. 544
regest_nummer 544 1356 September 29
regest_beschrijving Jan uten Houte, Gheraerd Hermansz. en Reynier van Urs, ridders, oorkonden, dat heer Jan van Pollanen, heer van de Leck en Breda, hun toestemming heeft gegeven het goed Balru, grenzende aan de heerlijkheid Putten, dat zij van hem in leen hebben, te verkoopen.
regest_datering (in Sente Michiels daghe).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 226). Met de zegels van de drie oorkonders in bruine was alle min of meer geschonden.
Reg. no. 633
regest_nummer 633 1365 April 15
regest_beschrijving Dieric van Heetvelde, amman van Brussel, oorkondt, dat hij namens den hertog en de hertogin van Brabant territoir had verleend aan heer Jan van Pollanen, heer van de Leck en Breda, toen diens mannen voor recht wezen, dat vrouwe Beatrix van Baelyoel, vrouwe van Fossuus, Boeller en Roesoet, afstand zou doen van alle renten en goederen, die zij in het land van Breda bezat.
regest_datering (des Wonsdaghes na Beloken Paschen).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 227). Met het zegel van den oorkonder in bruine was.
Reg. no. 790
regest_nummer 790 1388 Mei 5
regest_beschrijving Willem, heer van Oesterhout, Jan van den Hout, Jan van den Camp, drossaard van Breda, ridders, Willem van Dalem, heer van Donghen, Jan Peter Wiericxz., Jacop die Roever, Everdey Maesz., Arnt Maesz., Peter van Gageldonc, Roelof die Roever en Engbrecht van Buersteden, knapen, leenmannen van Breda, met Zebrecht Tierloet, schout van Breda, als plaatsvervanger van den heer, laten, op verzoek van Willem van Oesterzeel, rentmeester van Breda, beslag leggen tot een bedrag van 200 pond op het leen van wijlen Raes van Lydekerke, genaamd van Heersele, wegens verzuim van leenhulde.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 228). Met de zegels van de leenmannen in groene was, die van Willem van Oesterhout, Arnt Maesz. en Engbrecht van Buersteden geschonden, dat van Everdey Maesz. verloren.
Reg. no. 984
regest_nummer 984 1411 Juli 12
regest_beschrijving Wigger, abt van de O.L.V. abdij te Middelburgh, en het convent geven aan Engelbrecht van Nassouwe, heer van de Leck en Breda, alle moeren en wildernissen benevens huis, hofstad en land te Muerberghen in het land van Breda in erfpacht.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 229). Met het zegel van den abt in groene was, dat van het convent verloren.
Reg. no. 997
regest_nummer 997 1412 October 10
regest_beschrijving Anthonius, hertog van Brabant enz., doet uitspraak in het geschil tusschen Engelbrecht van Nassou, heer van de Leck en Breda, zijn raad, en heer Henric van Bergen, heer van Grymbergen, drossaard van Brabant, bepalende, dat de eerste aan den laatste betalen zal 7000 gouden hellingen wegens achterstal van de rente, als huwelijksgift beloofd aan heer Henrics moeder ), en dat de zaak, aangaande den manslag van eenige personen te Rosendazle en Steenbergen nader onderzocht zal worden evenals de aanspraken, die heer Henric maakt op goederen in het land van Breda uit hoofde van zijn moeder.
regest_datering (Antwerpen).
regest_nb a) Oorspr. (Inv.No. 230). Met geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
regest_nb b) Gevidimeerd in den brief dd. 1412 October 14 (Reg.No. 998).
regest_nb Gedrukt in Tijdschr. voor Noord-Brab. Gesch. 1886, kolom 65.
Reg. nos. 997 en 998
regest_nummer 998 1412 October 14
regest_beschrijving Deken en kapittel van de O.L.V. kerk te Breda geven vidimus van den brief dd. 1412 October 10 (Reg.No. 997).
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 230). Met zegel van het kapittel in groene was.
Reg. no. 1004
regest_nummer 1004 1413 September 18
regest_beschrijving Engbrecht, graaf van Nassou, heer van de Leck en Breda, en Henric van Berghen, heer van Grimbergen en Melijn, beloven zich te zullen houden aan de uitspraak, die Willem van Dalem, heer van Donga, Herman van Zelbach geheeten van den Loe, drossaard, en Henrick van den Water, burgemeester van Breda, eener-, en heer Jan van Grembergen, heer van Assche, Gheert van Cockelbergen, amman van Bruessel, en Jan Jansz. van Ghestel anderzijds, doen zullen in de geschillen, die bij de uitspraak door den hertog van Brabant nog onbeslist gebleven zijn.
regest_datering (Rumpst).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 230). Met het zegel van graaf Engbrecht in groene, dat van Hendrik van Berghen in roode was en geschonden.
regest_nb De uitspraak bij v. Goor a.w., IVe boek, No. 90.
Reg. no. 1083
regest_nummer 1083 1419 Februari 14
regest_beschrijving Marye van Asperen verkoopt aan Engelbrecht, graaf van Nassou, heer van de Leck en Breda, en Johanna, zijn vrouw, al haar goederen en inkomsten in het land van Breda, die zij geërfd heeft van haar vader, behalve een lijfrente voor Reyner Meyers uit 1½ bunder weiland in de Wuchte te Breda.
regest_datering (op Sinte Valentijns dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 231). Met de zegels van Marye van Asperen, haar broeder Otte, heer van Asperen, Voirst en Keppell, en Ghye van Asperen, heer van Tuul en 't Wael, in groene was.
Reg. no. 3345
regest_nummer 3345 1557 Maart 2
regest_beschrijving Heer Johan van Renesse, ridder, heer van Elderen, Masny etc., geeft mr. Steven van den Berch, raad en rentmeester van den prins van Oraengen, graaf van Nassou etc., een hier opgenomen staat van zijn moeren, om die wederom in erfcijns te ontvangen.
regest_datering (tot Malle Ludick stijl).
regest_nb Oorspr. op papier (Inv.No. 232).
Teteringen had geen eigen rechtbank en zijn bestuur bestond uit leden van de magistraat van Breda
Reg. no. 934
regest_nummer 934 1406 Augustus 12
regest_beschrijving Peter die Bonte, Gherijt Rysenaelden, Peter Poelman, Heinric van de Water, Andries But, Jan Boeyken en Merselis Arndsz., schepenen van Breda en laten van den heer van Breda, wijzen de jonkvrouwe van Nassou,l vrouw van Engbrecht, jonkgraaf van Nassau, heer van de Leck en Breda, na oproep van gegadigden, de goederen in hun rechtsgebied toe, die haar nagelaten zijn door haar grootvader, heer van de Leck.
regest_datering (des Donredaghes na Sente Laureys'dach).
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 233). Met de zegels der schepenen in groene was; dat van Peter Poelman verloren.
Reg. no. 855
regest_nummer 855 1397 Maart 26
regest_beschrijving Dieric die Rover en Gherijt Reysenaelden, schepenen van Breda, oorkonden, dat Henric Ansem Aggaertsz. verkocht heeft aan Peter Gielijsz. van den Stalle een bunder weiland achter den burcht.
regest_datering
regest_nb Oorspr. (Inv.No. 234). De beide schepenzegels verloren.